Amendement van het lid Dobbe ter vervanging van nr. 7 over 50 miljoen voor publieke gezondheid
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2024D33908, datum: 2024-09-19, bijgewerkt: 2024-10-04 13:50, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-XVI-8).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.E.M. Dobbe, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 XVI-8 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z13815:
- Indiener: S.E.M. Dobbe, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 600 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025
Nr. 8 AMENDEMENT VAN HET LID DOBBE TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 71
Ontvangen 19 september 2024
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 1 Volksgezondheid van de departementale begrotingsstaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 50.000 (x € 1.000).
Toelichting
In de begroting staat een bezuiniging ingeboekt op publieke gezondheid van € 50 miljoen in 2025. Deze maatregel wordt ingevuld door het schrappen van de voorgenomen vergroting van personele capaciteit bij de GGD’en, een aantal voorgenomen (onderzoeks)trajecten, zoals rond het verbeteren van de modellering van infectieziekte uitbraken, de opschaling van de IC-capaciteit en het bevorderen van leveringszekerheid van medische producten. Gezien de grote uitdagingen op het gebied van sociaaleconomische gezondheidsverschillen, preventie en pandemische paraatheid lijkt indiener dit zeer onverstandig. Ook in de begroting zelf wordt benadrukt dat deze bezuiniging «uiteraard de bescherming tegen en bestrijding van infectiezieken-uitbraken» raakt en ook «bredere gevolgen voor basis noodzorg in Nederland» heeft. Dat betekent ook dat de GGD’en minder kunnen doen aan bijvoorbeeld het tegengaan van sociaaleconomische gezondheidsverschillen, het tegengaan van de verspreiding van soa’s en het bevorderen van een kansrijke start voor kinderen, terwijl alle feiten erop wijzen dat er juist een grotere inzet van de GGD’en nodig is, in plaats van een bezuiniging.
De uitdagingen op het gebied van publieke gezondheid zijn immers immens. De vaccinatiegraad daalt, het aantal jongeren dat in aanraking komt met vapen stijgt en mensen met een laag inkomen leven gemiddeld 24 jaar korter in goede gezondheid. Daar bovenop heeft de coronacrisis laten zien wat het belang is van een goede voorbereiding op pandemieën. De aanpak van deze problemen zou sterk worden bemoeilijkt als deze bezuiniging door zou gaan. Daarom stelt indiener voor om deze bezuiniging te schrappen.
De dekking hiervoor wordt gevonden in het taakstellend verlagen van het forfait in de 30% (27%) regeling, die wordt voorgesteld via een amendement op het belastingplan. Indiener vindt dit een gepaste dekking door het feit dat oorspronkelijk al een Kamermeerderheid voor een stapsgewijze afbouw van de 30% regeling heeft gestemd en dit amendement slechts een beperkte invulling daaraan geeft samen met de al aangekondigde verlaging naar 27%. Voor de benodigde dekkingsopgave van 50 miljoen is een 1,1 procentpunt verlaging van het forfait nodig ten opzichte van de aangekondigde verlaging naar 27%.
Dobbe
Vervanging in verband met een wijziging in de toelichting.↩︎