Reactie op verzoek Kamer over adviezen inzake de toepassing van de artikelen 110 en 111 van de Vreemdelingenwet
Vreemdelingenbeleid
Brief regering
Nummer: 2024D34019, datum: 2024-09-19, bijgewerkt: 2024-10-14 14:12, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-19637-3276).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.W.M. Schoof, minister van Algemene Zaken
- Adviezen inzake de toepassing van de artikelen 110 en 111 van de Vreemdelingenwet
- Beslisnota bij Reactie op verzoek Kamer over adviezen inzake de toepassing van de artikelen 110 en 111 van de Vreemdelingenwet
Onderdeel van kamerstukdossier 19637 -3276 Vreemdelingenbeleid.
Onderdeel van zaak 2024Z13866:
- Indiener: H.W.M. Schoof, minister van Algemene Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Asiel en Migratie
- 2024-09-19 11:00: Algemene Politieke Beschouwingen antwoord (antwoord 1e termijn + rest) (Plenair debat (overig)), TK
- 2024-09-24 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-25 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Asiel en Migratie
- 2024-10-17 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 3276 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19Ā september 2024
In de Kamer werd gevraagd om stukken van het kabinet inzake de toepassing van de artikelenĀ 110 en 111 van de Vreemdelingenwet. Ik zegde de Kamer toe om ambtelijke stukken te verstrekken die de meest betrokken bewindslieden van Asiel en Migratie, Justitie en Veiligheid en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben bereikt. Ik tekende daarbij aan dat ik, gegeven de beperkte tijd die beschikbaar is, geen zekerheid kan bieden over de volledigheid.
Voor de duidelijkheid wijs ik op de bestendige lijn inzake het verstrekken van achterliggende stukken. Die lijn is en blijft dat het kabinet achterliggende stukken in de regel actief verstrekt direct nadat het een besluit heeft genomen over de onderhavige aangelegenheid. Eerdere verstrekking gaat ten koste van zorgvuldige besluitvorming en de grondwettelijke taak en opdracht van de ministerraad inzake de eenheid van beleid (artĀ 45 Gw). Dergelijke stukken geven immers onvermijdelijk een gefragmenteerd en onvolledig beeld, omdat de besluitvorming nog niet is afgerond.
Gelet op de bespreking tijdens de Algemene politieke beschouwingen en uw verzoek aan mij, heeft het kabinet, tegen de achtergrond van het bijzondere karakter van dit debat en de aangelegenheid van constitutionele aard die het verzoek betreft, besloten in dit specifieke geval van voornoemde lijn af te wijken. Zoals eerder in de Kamer gemeld, zal het kabinet rond de uitwerking en besluitvorming op grond van de artikelenĀ 110 en 111 de Kamer uiteraard opnieuw informeren.
De stukken die u hierbij aantreft, zijn een aantal notaās en adviezen over de toepassing van de genoemde artikelen gericht aan de hiervoor genoemde Ministers. Passages in deze stukken die zien op andere onderwerpen dan de toepassing van de artikelenĀ 110 en 111 zijn onleesbaar gemaakt.
De Minister-President,Minister van Algemene Zaken,
H.W.M. Schoof