Verslag van de Voorjaarszitting 2024
Parlementaire Assemblée van de NAVO
Verslag van een bijeenkomst
Nummer: 2024D34427, datum: 2024-09-23, bijgewerkt: 2024-10-18 10:09, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-19291-66).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. Paternotte, Tweede Kamerlid (D66)
- Mede ondertekenaar: F. Bakker-de Jong, griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 19291 -66 Parlementaire Assemblée van de NAVO.
Onderdeel van zaak 2024Z14026:
- Indiener: J.M. Paternotte, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: F. Bakker-de Jong, griffier
- Volgcommissie: vaste commissie voor Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-05-24 09:00: NAVO PA - Spring Session (Werkbezoek), delegatie naar de NAVO-Assemblee
- 2024-09-26 11:30: Procedurevergadering (Let op: datum gewijzigd) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Staten-Generaal | 1/2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
19 291 NAVO Parlementaire Assemblee
AH/ Nr. 66 VERSLAG VAN DE VOORJAARSZITTING 2024 SOFIA
Vastgesteld 23 september 2024
1. Inleiding
Van 24 tot en met 27 mei 2024 vond in Sofia de Voorjaarszitting van de NAVO Parlementaire Assemblee plaats. Vier Kamerleden namen deel aan de voorjaarsvergadering van de NAVO Parlementaire Assemblee in de Bulgaarse hoofdstad. De delegatie bestond uit de Tweede Kamerleden Paternotte (D66, delegatieleider), Kahraman (NSC) en Tuinman (BBB) en het Eerste Kamerlid Petersen (VVD). Ongeveer 200 parlementsleden uit de 32 NAVO landen en diverse partnerlanden waren bijeen om te spreken over de NAVO Top van regeringsleiders in Washington in juli 2024, de oorlog in Oekraïne, de Bulgaarse defensie-inspanningen en de veiligheidssituatie op de Zwarte Zee. Het was voor Secretaris-Generaal Stoltenberg de laatste keer dat hij de Assemblee toesprak. NAVO PA President Michal Szczerba overhandigde hem een prijs voor zijn buitengewone verdiensten voor het bondgenootschap. De Minister-President van Bulgarije en de ondervoorzitter van het Bulgaarse parlement spraken de leden toe en memoreerden het 20 jaar lidmaatschap van de alliantie van hun land. Voor het eerst nam een Zweedse delegatie als volwaardig lid deel aan de Assemblee, sinds de toetreding tot de NAVO van Zweden in maart 2024. President Zelensky riep in een videoboodschap op tot deelname aan de vredesconferentie op 15 juni in Zwitserland. Aan het einde van de zitting namen de parlementsleden twee verklaringen aan, over Oekraïne en over de NAVO Top in Washington. De Nederlandse leden spraken met de delegaties uit Oekraïne, Moldavië en Georgië. Voorafgaand aan de conferentie ontmoetten de leden de Nederlandse ambassadeur in Bulgarije, Simon van der Burg, en zijn staf.
2. Standing Committee
Op zondagochtend 26 mei kwam de Standing Committee ofwel het bestuur van de Assemblee bijeen voor overleg. De Bureauleden en de delegatieleiders, voor Nederland was het deze keer Paternotte die deelnam, bespraken de twee verklaringen, Shaping NATO for the Next Generations at the Washington Summit en Standing with Ukraine until Victory, waarbij werd gestemd over de ingediende amendementen. Amendementen op de Rules of Procedures van de Assemblee over Non-Member Delegations werden aangenomen evenals amendementen op de Assembly’s Financial Regulations. Tot slot kondigde de Secretaris Generaal van de Assemblee, mevrouw Popa, haar vertrek medio 2025 aan. Er wordt tijdig een procedure in gang gezet voor haar opvolging. Het Bureau bracht een statement uit over Georgië op het moment dat het partnerschap van de NAVO PA met geassocieerd lid Georgië de 25 jaar nadert met daarin de waarschuwing dat de nieuwe wet «transparantie van buitenlandse invloed» een stap terug is voor de democratie van Georgië en indruist tegen de ambities en waarden van zowel de NAVO als de EU.
3. Plenaire zitting
Bij de opening van de plenaire zitting op maandag 27 mei benadrukte NAVO PA President Michal Szczerba het belang om luchtverdedigingssystemen en andere vitale wapens snel en zonder beperkingen naar Oekraïne te krijgen. «Ze hebben onze hulp nodig. Niet over twee jaar. Niet over twee maanden. Zelfs niet over twee weken. Ze hebben het nu nodig. We moeten sneller en harder werken. Geef Oekraïne alles wat het nodig heeft,» zei Szczerba tegen de volksvertegenwoordigers. «Oekraïne kan zichzelf alleen verdedigen als het de aanvoerlijnen en operationele bases van Rusland kan aanvallen. Het is tijd om deze realiteit te erkennen en Oekraïne te laten doen wat het moet doen,» voegde hij eraan toe. «De NAVO zal aanzienlijk verzwakken en aan geloofwaardigheid inboeten als we blijven helpen met halve maatregelen.»
In zijn toespraak tot de vergadering zei de Bulgaarse premier Dimitar Glavchev dat zijn land belangrijke resultaten verwacht van de top in Washington, met name op het gebied van militaire uitgaven en investeringen in de afschrikkings- en defensiecapaciteit van de NAVO.
NAVO Secretaris-Generaal, Jens Stoltenberg stelde in zijn toespraak dat in 2024 tenminste tweederde van de NAVO-landen 2% of meer van hun BNP zal uitgeven aan defensie. «Dit is veel beter dan een paar jaar geleden. Het laat zien dat we het belang van investeren in defensie en de afschrikking die hiervan uit gaat serieus nemen. En het laat zien dat de lastenverdeling binnen het bondgenootschap verbetert,» stelde Stoltenberg. Hij onderstreepte voorts dat tijdens de Top in Washington vooruitgang moet worden geboekt voor een grotere rol van de NAVO bij het leveren en coördineren van militaire bijstand op lange termijn aan Oekraïne.
De Oekraïense delegatie informeerde de vergadering dat beperkingen die Kyiv verhinderen om militaire doelen over de grens aan te vallen, haar inspanningen hebben belemmerd om het meest recente offensief van Moskou in de regio Kharkiv en de luchtaanval van zaterdag, waarbij ten minste 16 mensen in een winkelcentrum omkwamen, te dwarsbomen. «De Russische terreur moet worden gestopt. Daarvoor hebben we jullie vastberadenheid nodig. We hebben meer luchtafweerwapens nodig, meer langeafstandscapaciteit voor onze soldaten,» zei de Oekraïense Minister van Defensie Rustem Umerov in een videoboodschap tegen de Assemblee. «Ik vraag u om zoveel mogelijk bij te dragen aan de goedkeuring van deze besluiten.»
De plenaire vergadering nam unaniem de verklaring «Standing with Ukraine till Victory» aan waarin de NAVO-landen worden opgeroepen de restricties aan Oekraïne op te heffen om geleverde wapens in te zetten om legitieme doelen in Rusland aan te vallen. Jan Paternotte sprak in het debat hierover namens de Nederlandse delegatie steun uit voor het opheffen van deze beperkingen. «We moeten Oekraïne in staat stellen te vechten om zichzelf te verdedigen, niet met gebonden handen op de rug,» zei Paternotte. Voorts werden de regeringen opgeroepen alle beschikbare mogelijkheden te benutten om Oekraïne te voorzien van het vereiste aantal luchtverdedigingssystemen, voornamelijk Patriots, om civiele objecten te beschermen en de leveringen van cruciale wapens te versnellen. Ook herbevestigden de parlementsleden hun steun aan Oekraïne met de hervormingsagenda op de nu onomkeerbare weg naar het NAVO-lidmaatschap, onder meer via het speciale fonds ter ondersteuning van de democratie in Oekraïne.
De Assemblee keurde voorts de status van geassocieerd lid goed voor het parlement van Malta en de assemblee van Kosovo. De jaarlijkse vergadering van de NAVO PA zal plaatsvinden in Montreal, Canada op 22-25 november 2024.
4. Commissies en rapporten
De defensiecommissie ontving op 25 mei de Minister van Defensie van Bulgarije, Atanas Zapryanov. De heer Zapryanov erkende de 75e verjaardag van de NAVO en de 20e verjaardag van Bulgarije als bondgenoot, voordat hij het perspectief van Bulgarije op de veiligheidsuitdagingen in het Zwarte Zeegebied besprak. De Minister zei dat Bulgarije – gelegen op het kruispunt van de zuidelijke en oostelijke NAVO-flanken – een schild moet vormen tegen Russische agressie, waaronder onaanvaardbare dreigingen met nucleaire escalatie. Russische hybride tactieken zijn Ruslands belangrijkste middelen om de Westelijke Balkan en de bredere Zwarte Zeeregio te ontwrichten; deze zijn toegesneden op elk land en omvatten politieke inmenging, cyber- en andere vormen van sabotage, manipulatie van de energievoorziening, enz. Bulgarije is het doelwit van gerichte desinformatiecampagnes om de politieke consensus over het lidmaatschap van de Euro-Atlantische instellingen te verdelen. Om de Russische militaire agressie het hoofd te bieden, investeert Bulgarije in zijn strijdkrachten – meer dan de norm van 2% van het BNP investering in defensie (het land zal in 2024 2,05% uitgeven) – met name in lucht- en raketverdediging. Bulgarije bouwt ook de multinationale NAVO-gevechtsgroep op zijn grondgebied uit tot brigadeniveau en werkt aan de oprichting van een multinationaal divisiehoofdkwartier op zijn grondgebied. De heer Zapryanov zei dat steun voor Oekraïne een topprioriteit is – met dien verstande dat Rusland niet zal stoppen als Oekraïne verliest. Hij drong er bij de geallieerden op aan om de Oekraïense strijdkrachten te ondersteunen met de nodige bewapening en uitrusting en riep op tot gezamenlijke actie tegen derde landen die Rusland in staat stellen sancties te omzeilen. Tot slot schetste Zapryanov drie verwachtingen voor de komende NAVO-top in Washington. Ten eerste moet de top het NAVO-lidmaatschap van Oekraïne bevorderen, aangezien de Euro-Atlantische veiligheid afhangt van een veilig Oekraïne. Ten tweede moeten de geallieerden hun afschrikking en defensie waarmaken door de oostelijke flank verder te versterken, de overeengekomen defensie- en regionale plannen uit te voeren en de defensie-uitgaven te verhogen tot minimaal 2% van het BNP. Ten derde moeten de regeringsleiders zich tijdens de top in Washington meer richten op de veiligheid van de Westelijke Balkan en de Zwarte Zee, en zich daarbij concentreren op de uitdaging van het tegengaan van escalerende hybride dreigingen.
Radoslava Stefanova, hoofd van de afdeling Geïntegreerde lucht- en raketdefensie, NAVO sprak over de lucht- en raketdefensiepostuur van de NAVO in de context van de aanhoudende agressieoorlog van Rusland tegen Oekraïne. Mevrouw Stefanova begon haar presentatie met een overzicht van de geïntegreerde lucht- en raketverdediging (IAMD) van de NAVO, die zij beschreef als een onderling verbonden en interoperabel systeem dat bestaat uit interceptoren, een commando- en controlenetwerk en gezamenlijke dreigingsanalyse. NATO IAMD past in de bredere defensie- en afschrikkingshouding van het Bondgenootschap, en de missies omvatten NATO Ballistic Missile Defence (BMD), NATO Air Policing, en NATO Air Shielding. Mevrouw Stefanova beschreef hoe NATO IAMD heeft gereageerd op de grootschalige invasie van Rusland in Oekraïne. Sinds 2022 heeft het Bondgenootschap luchtverdedigingsmiddelen over de oostelijke flank gerouleerd. Op de top in Vilnius in 2023 zijn de geallieerde leiders overeengekomen om de lucht- en raketverdediging te versterken. Ze zei dat de luchtoorlog van Rusland tegen Oekraïne en de recente aanval van Iran op Israël hebben aangetoond dat een gevarieerde set van oppervlaktecapaciteiten die een reeks lucht- en raketbedreigingen kunnen onderscheppen, en een echt geïntegreerd systeem dat kan reageren met de snelheid van de dreiging, noodzakelijk zijn. Tot slot merkte mevrouw Stefanova op dat de versterking van de IAMD van de NAVO zal afhangen van het vermogen van de bondgenoten om de industriële defensieproductie te stimuleren, en dat de bondgenoten op de top in Washington zullen laten zien welke vooruitgang zij op dit gebied hebben geboekt. Isa Kahraman vroeg of de NAVO-bondgenoten zouden moeten overwegen Oekraïne actief te verdedigen tegen inkomende Russische raketten, waarop mevrouw Stefanova zei dat de NAVO zich bezighoudt met de verdediging van haar eigen grondgebied en Oekraïne alleen van capaciteiten voorziet.
In de «Economics and Security Committee» die op 25 mei bijeenkwam, sprak Dmitry Nekrasov, directeur van het Centrum voor Analyses en Strategie in Europa (CASE). Hij gaf een overzicht van de huidige economische situatie in Rusland door in te gaan op drie belangrijke vragen: de onverwachte veerkracht van de Russische economie, de duurzaamheid van Poetins oorlogsinspanningen en de impact van westerse sancties. De spreker legde uit dat de economische uitdagingen waar Rusland voor staat niet zo ernstig zijn als veel experts hadden voorspeld. Hij benadrukte verschillende factoren die bijdragen aan deze veerkracht: de militaire uitgaven van Rusland blijven beheersbaar, het land heeft een begrotingsoverschot, de staatsschuld blijft laag en de handel blijft sterke deviezeninkomsten genereren. De sterke economische positie van Rusland tijdens de oorlog heeft het land geholpen om de economie in oorlogstijd te ondersteunen, benadrukte de heer Nekrasov. Hij schetste de belangrijke risico’s waarmee de Russische economie in 2024–2025 wordt geconfronteerd. Ten eerste kampt Rusland met een tekort aan arbeidskrachten. Ten tweede zorgt het beteugelen van de hoge inflatie voor spanningen tussen het genereren van inkomsten voor de staat en het bereiken van stabiliteit op de valutamarkt. Ten derde vormt de afhankelijkheid van de economie van onvoorspelbare olieprijzen een ernstige kwetsbaarheid. Ten vierde is er een gebrek aan vrije industriële capaciteit. Tot slot blijft de kans op meer emigratie en kapitaaluitstroom groot. Ondanks deze risico’s betoogde de heer Nekrasov dat president Poetin de oorlog kan blijven financieren. De effectiviteit van de westerse sancties neemt af en sommige sancties bieden zelfs voordelen voor de Russische economie.
Ruslan Stefanov, programmadirecteur en hoofdeconoom bij het Centrum voor de Studie van Democratie gaf een presentatie over de economische gevolgen van de oorlog in Oekraïne voor het Zwarte Zeegebied. Hij onderstreepte de diepgaande integratie van Rusland in de financiële en economische systemen van Europa en de economieën van de Zwarte Zee en Centraal- en Oost-Europa. Hij merkte op dat Rusland Oekraïne heeft aangevallen zowel door de bewapening van economische instrumenten als door strategische corruptie. Hij benadrukte dat de netwerken die zijn ontstaan door de integratie van de gas- en oliesector in de Europese en wereldeconomie nog vele jaren van invloed zullen zijn op het Zwarte Zeegebied. Deze netwerken zijn potentiële overredingsinstrumenten die Rusland kan bewapenen. Deze netwerken, die aanvankelijk traceerbaar waren, zijn tijdens de oorlog echter ondergronds gegaan. De heer Stefanov stelde dat toen deze netwerken in de schaduw kwamen te staan, de georganiseerde misdaad en illegale financiering toenamen. Dit zal op lange termijn een negatief effect hebben op de geallieerde economieën, democratische instellingen en veiligheid. De spreker suggereerde dat de bewapening van economische activiteiten door Rusland een serieuze uitdaging vormt. Westerse instellingen zijn slecht toegerust om deze uitdaging aan te gaan, omdat democratisch geregeerde economieën open zijn en gebaseerd op vrije handel. De landen langs de Zwarte Zee hebben internationale steun nodig omdat Rusland de open handel in de regio heeft ontwricht.
De commissie inzake wetenschap en technologie ontving op 25 mei prof. Georgi Angelov, de Bulgaarse viceminister van Innovatie en Groei. Viceminister Angelov benadrukte dat Bulgarije dankzij het NAVO-lidmaatschap zijn reputatie, kansen, veiligheid en welzijn kon verbeteren. Om daar de vruchten van te blijven plukken in een gecompliceerde internationale situatie, is het van het grootste belang dat de Europese defensie-industrie innovatief en concurrerend is.
Voortdurende investeringen in onderzoek en ontwikkeling en steun voor start-ups, kleine en middelgrote ondernemingen en grote defensiebedrijven zijn daarom cruciaal, benadrukte de viceminister. Initiatieven zoals DIANA en het NAVO Innovatiefonds (NIF) illustreren de inspanningen van het Bondgenootschap om dit doel te bereiken, waarbij Bulgarije verschillende DIANA-testcentra huisvest. Bovendien ondersteunt het Ministerie van Innovatie en Groei onderzoek, innovatie en investeringen in Bulgarije. Dit beleid omvat de opbouw van de nodige infrastructuur, inspanningen om de versnippering tussen onderzoeksinstellingen te verminderen en personeel op te leiden om de nodige vaardigheden te verwerven.
Over het algemeen zijn innovatieve oplossingen en gezamenlijke inspanningen nodig om de strategische prioriteiten uit te voeren.
Het lid Tuinman vroeg naar de balans tussen innovatieve ruimte en regulering, en zowel Robert Kralicek uit Tsjechië als Agnes Vadai uit Hongarije gingen in op de Bulgaarse steun voor startende ondernemingen. Prof. Angelov pleitte voor een open innovatieomgeving en verklaarde dat Bulgarije prioriteit geeft aan startende ondernemingen, wat onder andere tot uiting komt in bestaande financieringsmechanismen en technologieparken, tot uiting komt in financieringsmechanismen en technologieparken.
In zijn bijdrage in deze commissie zei Justin Bronk, Senior Research Fellow bij het Royal United Services Institute, dat vertragingen in de financiering door westerse partners een bron zijn van de problemen van Oekraïne. «Het probleem is dat we ze zes maanden lang van munitie hebben laten verstoken, dus het is aan ons om dit op te lossen,» zei Bronk. De heer Paternotte wilde weten of de heer Bronk bepaalde prioriteiten voor het opbouwen en versterken van de militaire en strategische capaciteiten kon aangeven waarop Bronk aangaf dat de knelpunten zitten bij de verdediging tegen luchtaanvallen en meer «stealthy capabilities» het verschil al kunnen maken. Net als het werken met dynamische doelbepaling, waarbij vooraf doelen worden vastgesteld die aangevallen mogen worden, zoals radar systemen, luchtafweer etc, waar geen of weinig mensen bij betrokken. Daar is nu nog geen wet of regelgeving over en het voeren van de discussie over het toelaten van dynamische doelbepaling is ook een vorm van afschrikking aldus Bronk. De heer Tuinman bracht in dat militaire kracht een combinatie is van fysiek, mentaal en conceptueel en vroeg naar de geleerde lessen voor multi-domein operaties. Volgens Bronk is niet meer geld de oplossing maar het specialiseren per land. «Als alle landen hetzelfde willen doen heb je maar een beetje van iets en doe je een beetje van alles, waardoor het ontbreekt aan echte kracht, als de NAVO landen krachtiger willen optreden zouden ze moeten specialiseren,» sprak hij.
Bij de bespreking van het conceptrapport van de heer Fridbertsson uit IJsland over China en de rol van semiconductors merkte de heer Paternotte op dat de Nederlandse chipfabriek ASML gebonden is aan exportcriteria terwijl in het rapport staat dat machines nodig zijn voor de productie van chips, zou niet voor alle landen dezelfde exportregels moeten gelden? Hoewel het verlenen van exportvergunningen een politiek besluit is,gaf de heer Fridbertsson aan dat het belang van het behouden van technologie voor het maken een belangrijke reden is export naar bepaalde landen tegen te houden en neemt dit punt mee in het rapport.
In het overleg van de commissie inzake democratie en veiligheid op 26 mei ging de Minister van Binnenlandse Zaken van Bulgarije, Kalin Stoyanov, in op de huidige uitdagingen op het gebied van veiligheid. De heer Stoyanov benadrukte de noodzaak van een maatschappijbrede benadering van veiligheid en beschreef hoe Bulgarije op verschillende niet-militaire veiligheidsproblemen heeft gereageerd. Met betrekking tot illegale immigratie legde hij uit dat het aantal illegale grensoverschrijdingen in Bulgarije aanzienlijk is gedaald dankzij de succesvolle samenwerking met de Europese Unie, Europol en Türkiye. De heer Stoyanov wees op het verband tussen cybercriminaliteit en andere uitdagingen en bedreigingen, zoals terrorisme, drugshandel en gendergerelateerd geweld, en benadrukte het belang van betere gegevensbescherming, wetshandhaving en samenwerking met de particuliere sector. Hij voegde eraan toe dat Bulgarije heeft gekozen voor een alomvattende aanpak op verschillende niveaus om gewelddadig extremisme te voorkomen. De heer Stoyanov wees op de multidimensionale dreiging die uitgaat van desinformatie en deed de aanbeveling te investeren in capaciteitsopbouw op de lange termijn om desinformatie tegen te gaan. Tot slot gaf de heer Stoyanov aan dat de veiligheid op de Balkan essentieel is voor de Europese veiligheid.
Vervolgens werd een presentatie over cultuuroorlogen en democratie: Het veiligheidsdilemma verzorgd door Ognyan Minchev, voorzitter van de Raad van Bestuur van het Instituut voor Regionale en Internationale Studies. De heer Minchev vertelde de leden hoe geopolitieke rivalen zoals Rusland en China de kwetsbaarheden van de geallieerden proberen uit te buiten om een hybride oorlog te voeren, verdeeldheid te zaaien en hun democratieën te destabiliseren. «Cultuuroorlogen», zei hij, omvatten de groeiende politieke kloof tussen conservatieven en progressisten in het licht van snelle sociale, politieke, economische en technologische veranderingen. Hij wees op de extreme polarisatie van het westerse politieke landschap. Minchev riep op tot een terugkeer naar dialoog en compromissen om te voorkomen dat kwaadwillende actoren interne politieke verdeeldheid uitbuiten. Hij moedigde de geallieerde landen in het bijzonder aan om de eenheid binnen hun samenlevingen te bevorderen, de dialoog te stimuleren en de geallieerde publieke opinie voor te bereiden op de ontwikkelingen in de informatieoorlog.
Hierna sprak Maia Mazurkiewicz, medeoprichter en hoofd StratCom van Alliance4Europe, over het waarborgen van de democratie in het tijdperk van informatieoorlog. Mevrouw Mazurkiewicz lichtte de rol toe van psychologie en emoties in informatieoorlogvoering. Ze benadrukte hoe kwaadwillende actoren polariserende en destabiliserende verhalen proberen te verspreiden die gericht zijn op de angsten en vooroordelen van de geallieerde bevolking. Ze moedigde de geallieerde landen aan om een maatschappijbrede aanpak te hanteren om de democratie te beschermen tegen de dreiging van desinformatie en tegelijkertijd de vrijheid van meningsuiting te waarborgen. Volgens haar moeten regeringen hun inzicht in desinformatie tactieken, technieken en procedures vergroten. Ze benadrukte de rol van de NAVO bij het versterken van de veiligheid in de informatiesfeer en het inzetten van strategische communicatie-inspanningen gericht op het vergroten van de weerbaarheid van het geallieerde publiek en de buurlanden tegen desinformatie.
In de politieke commissie op 26 mei was Nevyana Miteva, de Bulgaarse onderminister van Buitenlandse Zaken aanwezig. Mevrouw Miteva wees op het belang van het huidige jaar, waarin de NAVO 75 jaar bestaat en 13 landen, waaronder Bulgarije, hun toetreding vieren. Zij benadrukte de 20-jarige bijdrage van Bulgarije aan de NAVO, met name in het licht van de verslechterende veiligheidssituatie als gevolg van de Russische aanvalsoorlog in Oekraïne. Mevrouw Miteva onderstreepte de noodzaak van het verdedigen van de vrijheid en het vergroten van de steun voor Oekraïne. Ze refereerde naar de relevantie en het aanpassingsvermogen van de NAVO in de veranderende wereld van vandaag en gaf aan dat Bulgarije belangrijke resultaten verwacht op de komende top in Washington. Ze ging in op de steun van Bulgarije aan Oekraïne, waaronder politieke, militaire, humanitaire en herstelhulp, en onderstreepte het belang van de veiligheid in het Zwarte Zeegebied. De Bulgaarse defensie-inspanningen werden belicht, waaronder hogere defensie-uitgaven, moderniseringsprojecten in de lucht, op zee en op het land, en samenwerking met bondgenoten zoals Italië en Roemenië voor meer militaire capaciteit. Mevrouw Miteva besprak ook de bredere geopolitieke implicaties van de acties van Rusland, waarbij ze wees op de destabilisatie in naburige regio’s en het strategische belang van de Westelijke Balkan. Ze riep op tot een sterkere betrokkenheid van de NAVO en coördinatie met de EU om hybride dreigingen aan te pakken en kritieke infrastructuur te beschermen.
Christo Grozev, Hoofd Onderzoeken, The Insider, en voormalig hoofd Rusland-onderzoeker, Bellingcat gaf een presentatie via videoverbinding over sabotage, spionage en moord: onderzoek naar de subversieve activiteiten van Rusland tegen de Euro-Atlantische Gemeenschap. De heer Grozev besprak de nuances van de desinformatiestrategieën van Rusland en lichtte de ontwikkeling ervan in de afgelopen tien jaar toe. Hij benadrukte Ruslands overgang van het creëren van alternatieve verhalen naar het verspreiden van chaos door middel van meervoudige en tegenstrijdige verhalen, wat tot uiting kwam in gebeurtenissen zoals het neerhalen van vlucht MH17 van Malaysia Airlines. De heer Grozev onderstreepte de onbedoelde gevolgen van deze strategie, waaronder informatienihilisme onder bepaalde bevolkingsgroepen. Bovendien besprak de heer Grozev de doelen van Ruslands informatieoorlog tegen het Westen, waarbij hij uittreksels aanhaalde uit recentelijk ontdekte plannen van inlichtingendiensten. Deze plannen schetsten de tactiek van Rusland om interne tegenstellingen binnen westerse samenlevingen te verdiepen, protestactiviteiten te stimuleren en cybermiddelen te gebruiken om tegenkrachten te manipuleren. Hij wees verder op de samenwerking van Rusland met gevolmachtigden, waaronder de Wit-Russische KGB, en de nieuwe synergie met Chinese desinformatie-inspanningen. In zijn voorstellen voor tegenmaatregelen pleitte de heer Grozev voor gerichte sancties tegen personen die betrokken zijn bij desinformatieactiviteiten en het gebruik van AI om valse inhoud effectief te identificeren en te bestrijden. Daarnaast benadrukte de heer Grozev de rol van narratieve verhalen bij het tegengaan van de valse verhalen van Rusland en betreurde hij het gebrek aan gezamenlijke inspanningen van het Westen op dit gebied.
UNIC-rapporteur Yehor Cherniev uit Oekraïne lichtte het conceptrapport van de Oekraïne-NAVO Interparlementaire Raad toe met als titel «Vooruitgang bij de hervormingen op weg naar het NAVO-lidmaatschap». Voorzitter van de commissie, Sverre Myrli uit Noorwegen merkte op dat dit het eerste UNIC-verslag is dat aan de vergadering wordt voorgelegd. Yehor Cherniev begon zijn toespraak met tragische berichten uit Kharkiv, waar Rusland een hypermarkt met honderden mensen heeft gebombardeerd. De aanval werd uitgevoerd vanuit het Russische luchtruim en Oekraïne kon het vliegtuig niet onderscheppen vanwege beperkingen op het gebruik van westerse wapens tegen doelen op Russisch grondgebied. Cherniev benadrukte dat de operationele en strategische omgeving blijft escaleren naarmate de Russische troepen hun offensief intensiveren. Hoewel de vijand enkele gedeeltelijke successen heeft geboekt, hebben de Oekraïense troepen zich veerkrachtig opgesteld, teruggedrongen en hun tactische posities verbeterd. De heer Cherniev onderstreepte de kritieke behoefte aan gelijke wapens en munitie voor de verdediging van Oekraïne en de situatie te stabiliseren. De regering heeft 1 miljard dollar uitgetrokken voor de aanleg van uitgebreide verdedigingslinies. Ondanks de voordelen van Rusland op het gebied van luchtmacht en manschappen, zijn hun verliezen hoger dan die van Oekraïne. Volgens de Generale Staf van de Strijdkrachten van Oekraïne heeft Rusland vanaf 25 mei onvervangbare verliezen geleden van meer dan 500.000 soldaten. Cherniev zei dat Rusland de Conventie over Chemische Wapens schendt door het gebruik van gas en chemisch gevaarlijke stoffen. Hij waarschuwde dat het doel van het Kremlin niet alleen territoriale winst is, maar de volledige vernietiging en inlijving van Oekraïne. Cherniev veroordeelde de Russische nucleaire chantage en hun wrede tactieken om kritieke infrastructuur en woonwijken aan te vallen. Slechts 3% van de Russische raketten, drones en geleide bommen raken militaire doelen, terwijl 97% civiele infrastructuur raakt, zei hij. De heer Cherniev stelde voorts dat het dringend noodzakelijk is om Patriot-luchtverdedigingssystemen in te zetten om Oekraïense levens en infrastructuur te beschermen. Gijs Tuinman bedankte de heer Cherniev voor zijn gastvrijheid tijdens het recente Tweede Kamer-bezoek aan Kyiv en stelde een kritische vraag over de inspanningen van NAVO-lidstaten om de defensiecapaciteit van Oekraïne op de lange termijn te ondersteunen. Met betrekking tot concrete steun gaf de heer Cherniev aan dat Oekraïne dringend behoefte heeft aan luchtverdedigingssystemen om Russische aanvallen af te slaan. Hij riep ook op om westerse wapens te mogen gebruiken tegen legitieme doelen op Russisch grondgebied. Daarnaast ging de heer Cherniev in op de kwestie van onvoldoende financiële middelen die de militaire productie van Oekraïne belemmeren en riep hij op tot joint ventures met Europese landen om de productie te versnellen.
Voorst werd het rapport van Audronius Azubalis uit Litouwen van de Subcommissie NAVO-partnerschappen NAVO en het Mondiale Zuiden besproken. Azubalis begon met het uiten van zijn ongenoegen over de term «Mondiaal Zuiden», omdat het onjuist suggereert een verenigd blok van minder ontwikkelde landen met een gemeenschappelijke agenda, die Rusland en China uitbuiten om een wig te drijven tussen deze landen en het Westen. Desondanks wordt de term veel gebruikt en weerspiegelt hij de aanzienlijke wereldwijde opkomst van Azië, Latijns-Amerika en Afrika. De economische en demografische verschuivingen maken deze regio’s cruciaal en in 2030 zullen drie van de vier grootste economieën ter wereld uit het Zuiden komen. Azubalis stelde dat de NAVO zich aan deze veranderingen moet aanpassen, vooral gezien de rol van deze regio’s in de wereldwijde toeleveringsketens en bevolkingsgroei, en wees erop dat Rusland erin geslaagd is de westerse sancties te omzeilen door meer handel te drijven met het Zuiden. Politiek gezien hebben veel landen in het Zuiden betrekkingen met Rusland onderhouden, ondanks hun veroordeling van de acties van Rusland in Oekraïne. Bovendien gebruikt China zijn economische invloed om politieke steun te verwerven in deze regio’s. De rapporteur drong er bij de bondgenoten op aan om de partnerschappen met landen in het Zuiden te versterken door het spel van pragmatische geopolitiek opnieuw te leren en zich te richten op samenwerking op gebieden die deze landen echt aangaan, zoals voedselzekerheid, het scheppen van banen en gezondheidszorg. Het Westen zou zich moeten concentreren op het bieden van alternatieven voor China op strategische gebieden zoals havens voor tweeërlei gebruik of telecommunicatienetwerken. Hij merkte op dat een Centrum voor Democratische Veerkracht op het NAVO-hoofdkwartier een onschatbaar instrument zou kunnen zijn om tastbare steun te bieden aan jonge democratieën in het Zuiden. De heer Azubalis beval ook aan om de publieke diplomatie te versterken om de Russische en Chinese verhalen te weerleggen, de banden met India aan te halen en het netwerk van NAVO van contactpuntambassades in het Zuiden uit te breiden. De heer Tuinman onderstreepte hoe belangrijk het is om te begrijpen hoe deze landen de wereld en de NAVO zien. Lord Anderson, Verenigd Koninkrijk, was het eens met de scepsis van de rapporteur over de term «Mondiaal Zuiden». Volgens hem is het belangrijk om de verschillende perspectieven binnen deze groep te begrijpen. Hij stelde voor om lithium op te nemen in de discussie over strategische mineralen in het verslag. Hij stelde ook voor om meer informatie toe te voegen over de relatieve omvang van de hulp van de VS aan het Zuiden en over Russische huurlingen die in Afrika actief zijn.
Tijdens de Voorjaarzitting zijn er in de diverse commissies vijftien concept-rapporten besproken.1 De conceptrapporten worden tijdens de jaarvergadering in het najaar in Montreal, Canada, vastgesteld.
Het gaat om de volgende rapporten:
− NATO’s Evolving Air and Missile Defence Posture (defensiecommissie, rapporteur Utku CAKIROZER, Türkiye)
− Russia’s War and Allied Support for Ukraine (defensiecommissie, rapporteur Rick LARSEN)
− Western Balkans: Renewed Security Challenges on NATO’s Doorstep (defensiecommissie, rapporteur Lord Mark LANCASTER, United Kingdom)
− Critical Dual Use Technologies: Commercial, Regulatory, Societal, and National Security Challenges (commissie inzake economie en veiligheid, rapporteur Harriet BALDWIN, Verenigd Koninkrijk)
− The State of Russia’s Wartime Economy (commissie inzake economie en veiligheid, rapporteur Tanas HARANGnOZO, Hongarije)
− Building a Values-Based Transatlantic Economic and Strategic Economic Relations (commissie economie en veiligheid, rapporteur Neal Patrick DUNN, Verenigde Staten)
− NATO and Artificial Intelligence: Navigating the Challenges and Opportunities (commissie wetenschap e techniek, rapporteur Sven CLEMENT, Luxemburg)
− China’s Challenge to NATO’s Technological Edge: The Role of Semiconductors (commissie wetenschap en techniek, rapporteur Njall Trausti FRIDBERTSSON, IJsland)
− A Double-Edged Sword: Why NATO Must Embrace the Promises and Avoid the Perils of Synthetic Biology (subcommissie technologische trends en veiligheid, rapporteur Joe WEINGARTEN)
− Combatting Conflict-Related Sexual Violence (commissie democratie en Veiligheid, rapporteur Rodrigue DEMEUSE, België)
− History and Identity Under Attack: Protecting Cultural Heritage in Conflict (commissie democratie en veiligheid, rapporteur Julie DZEROWICZ, Canada)
− Turning the Tide: Addressing the Impact of Water Insecurity on Allied Security (commissie democratie en veiligheid, rapporteur Merle SPELLERBERG, Duitsland
− Ukraine: Progress in Reforms on the Way to NATO Membership (politieke commissie, rapporteur Yehor CHERNIEV, Oekraïne)
− NATO@75: Rising to the Challenges of a Contested and Unpredictable World (politieke commissie, rapporteur Tomas VALASEK, Slowakije)
− NATO and the Global South (subcommissie NAVO partnerschappen, rapporteur Audronius AZUBALIS, Litouwen
De voorzitter van de delegatie,
Paternotte
De griffier van de delegatie,
Bakker-de Jong
Deze rapporten zijn integraal te vinden op de website van de NAVO Parlementaire Assemblee: Documents | NATO PA (nato-pa.int)↩︎