Reactie op verzoek commissie over het besluit van de Europese Commissie om Nederland in gebreke te stellen wegens niet-naleving van de Kaderrichtlijn Water (KRW)
Waterbeleid
Brief regering
Nummer: 2024D34478, datum: 2024-09-23, bijgewerkt: 2024-10-03 14:12, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27625-674).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 27625 -674 Waterbeleid.
Onderdeel van zaak 2024Z14038:
- Indiener: B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-09-24 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-10-09 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-10-10 13:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
27 625 Waterbeleid
Nr. 674 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 september 2024
Op 12 september jl. heeft de vaste Commissie van Infrastructuur en Waterstaat verzocht om een reactie op het besluit van de Europese Commissie om Nederland in gebreke te stellen wegens niet-naleving van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Hierbij ontvangt u deze reactie.
De Europese Commissie is op 25 juli 2024 een inbreukprocedure gestart tegen Nederland, omdat de Commissie van mening is dat Nederland de KRW op een specifiek punt onvoldoende in de wetgeving heeft omgezet. Volgens de Commissie is het periodiek actualiseren van beheersmaatregelen voor lozings- en onttrekkingsactiviteiten onvoldoende in de Nederlandse wetgeving geregeld.
Momenteel wordt bekeken hoe tegemoet te komen aan de wensen van de Commissie, waar mogelijk aansluitend bij lopende verbeterprojecten van het beleid over lozingen en onttrekkingen. Hierbij wordt ook bekeken of de vragen van de Commissie aanleiding geven tot aanpassing van wet- of regelgeving.
In de reactie naar de Commissie worden ook de ingezette acties betrokken die volgen op de moties Bromet/Van Esch1 en Van Ginneken/Tjeerd de Groot2 en de aan de Kamer gemelde actie om nader onderzoek te doen naar de mogelijkheid van tijdelijke vergunningen, dit naar aanleiding van het advies van de Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur (Rli).3 Nederland zal uiterlijk op 25 september 2024 naar de Commissie reageren. Mocht er sprake zijn van noodzaak tot wijziging van wet- of regelgeving, dan zal de Kamer hier uiteraard via de gebruikelijke procedures bij worden betrokken.
De correspondentie tussen de Commissie en Nederland in Europese inbreukprocedures is strikt vertrouwelijk. Een meer specifieke toelichting is daarom op dit moment niet mogelijk.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener