[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Position paper Eurogroup for Animals t.b.v. rondetafelgesprek Dierenwelzijnsverordeningen (welzijn en traceerbaarheid van honden en katten en diertransport) d.d. 26 september 2024

Position paper

Nummer: 2024D34843, datum: 2024-09-12, bijgewerkt: 2024-09-24 16:04, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2024Z14191:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Positon paper Dierenbescherming - Rondetafelgesprek Dierenwelzijnsverordeningen

d.d. 26 september 2024 – onderdeel welzijn en traceerbaarheid van honden en katten

Inleiding

Eind 2023 publiceerde de Europese Commissie een voorstel voor een ‘Regulation of the European Parliament and of the Council on the welfare of dogs and cats and their traceability’. Medio 2024 verscheen er een aangepast voorstel, zijnde het onderhandelingsmandaat vanuit de Europese Raad, hetgeen nu zal worden voorgelegd aan het Europees Parlement (raadsdocument met kenmerk 107663/24 d.d. 19 juni 2024). De oorspronkelijke inbreng van de Nederlandse regering staat in een BNC-fiche uit december 2023 (Kamerstuk 22112-3860).

De Dierenbescherming en ook haar Europese koepel Eurogroup for Animals verwelkomden direct al de komst van Europese regelgeving op dit gebied. Het voorstel brengt -eindelijk- consistente regels binnen de gehele EU teneinde het welzijn van honden en katten te beschermen. Er is ook tevredenheid over het aangepaste voorstel, dat strikter is geworden op een aantal belangrijke punten. Te noemen zijn onder meer (i) de regels over het fokken van dieren met schadelijke uiterlijke kenmerken, inclusief een wedstrijd- en vertoningsverbod met dergelijke dieren, (ii) striktere regels over de import van honden en katten van buiten de EU, die nu zal moeten voldoen aan equivalente standaarden als voor deze dieren binnen de EU zelf.

Algemene indruk is positief

Het voorstel zoals het er nu ligt lijkt tevens (iii) een goede balans te bieden tussen de erkenning van de maatschappelijke positie van ‘shelters’ (dierenopvang) enerzijds en het stellen van uniforme regels voor alle aanbieders van honden en katten anderzijds. In de kern gelden verreweg de meeste regels voor de sector als geheel, hetgeen een goede zaak is en de helderheid en kenbaarheid van de regels ten goede komt. Specifiek voor de vereiste minimale oppervlakte-maten voor katten is er een uitzondering gekomen voor dierenopvangcentra, hetgeen zeker ook in de Nederlandse situatie zeer gewenst was, aangezien men daar anders in de knel zou zijn gekomen met onder meer het piekaanbod in het kitten- en zomerseizoen.

Het voorstel voorziet nu ook in de mogelijkheid om op nationaal niveau het identificeren en registreren van honden en katten door een ĂĄnder dan een dierenarts toe te staan, hetgeen aansluit bij hetgeen wij in Nederland al bepaald hadden. In meer algemene zin sluit het voorstel overigens goed aan op hetgeen we in Nederland al geregeld hebben op grond van de Wet dieren, m. n. in het Besluit houders van dieren.

De Raad beveelt tevens (iv) een verplichte registratie aan voor alle fokkers, waar de Europese Commissie nog voorstelde om degenen die met ten hoogste drie vrouwelijke fokdieren maximaal twee nestjes per jaar fokken, vrij te stellen van de verplichtingen in Hoofdstuk II van de Verordening. Het risico bestaat dan echter dat dan de welzijnsvereisten worden ontweken, door gebruik te maken van meerdere adressen. Men lijkt dan kleinschalig bezig te zijn, echter dit is dan slechts schijn.

Er is gekozen voor het wetgevingsinstrument van een ‘Verordening’, hetgeen de enige juiste keuze is om deze materie strak en uniform te regelen binnen de EU. De verordening, eenmaal vastgesteld, behoeft dus geen algehele omzetting meer in de Nederlandse wetgeving. Op een groot aantal punten dienen de lidstaten (‘competent authorities’) nog wel nadere uitvoeringsregelgeving ter stellen. Waaronder op het punt van passende en adequate straffen bij overtreding van de gestelde regels. Een mooie aanleiding om de per 1 januari in werking getreden Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing (Kamerstukken 35.892), met strengere en bredere straffen en maatregelen op dat terrein, toe te gaan passen!

Een viertal verbeterpunten

Het is zoals opgemerkt een goede zaak dat deze regelgeving er komt, en de Raadsversie is verder verbeterd ten opzichte van het oorspronkelijke Commissie-voorstel. Tegelijkertijd zien de Dierenbescherming alsmede de Europese koepel Eurogroup for Animals nog volop ruimte voor verdere verbetering richting de behandeling van het voorstel in het Europees Parlement. Een viertal verbeterpunten springt er bovenuit, ook bekeken vanuit de Nederlandse situatie. Het betreft de volgende vier punten:

1. Scope van het voorstel

Er is een noodzaak is om de scope van het voorstel te verbreden en verder zou te gaan dan louter honden en katten. Het voorstel zou betrekking moeten hebben op alle dieren die nu toegestaan zijn om te verhandelen als huisdieren binnen de EU, en die voornamelijk ook voor dat doel worden gehouden. Zie ook artikel 13 TFEU, dat opdraagt ten volle rekening te houden met het welzijn van álle individuele dieren. Als nieuw op te nemen definitie zouden we ‘companion animal’ oftewel ‘gezelschapsdier’ willen voorstellen, zijnde ‘any cat or dog, or any other animal kept for the purposes of companionship or leisure’. Daarbij zou in het voorstel, daar waar relevant, ‘honden en katten’ vervangen kunnen worden door ‘gezelschapsdieren’.

2. Opmaat naar Europese positieflijst

Een dergelijke bredere Europese wetgeving inzake (het reguleren van de markt van) gezelschapsdieren zou in onze optiek ook de opmaat moeten zijn naar een Europese positieflijst met daarop een limitatieve lijst van als huisdier te houden dieren. In Nederland is per 1 juli jl. de langverwachte huis- en hobbydierenlijst voor zoogdieren in werking getreden. Ook andere EU-landen hebben (deels) dergelijke lijsten of werken daaraan. Bij uitstek iets om uiteindelijk op het niveau van de gehele interne markt te regelen. Ga zo spoedig mogelijk aan de slag met een Europese positieflijst voor huisdieren, en biedt de Europese Commissie daartoe de bevoegdheid in deze regelgeving.

3. Zwerfdieren óók onder de Verordening

Het voorstel laat na, om het vereiste van identificatie en registratie ook voor te schrijven voor zwerfhonden en katten, die op een later moment (alsnog) op de markt zouden kunnen komen.

Denk aan dieren die na behandeling weer uitgezet worden. Op Europese schaal een serieuze zorg van dierenwelzijnsorganisaties; in Nederland valt eventueel te denken aan de TNR-methode bij zwerfkatten.

Het niet -direct- registreren van dergelijke zwerfdieren zorgt voor kennislacunes inzake traceerbaarheid en herleidbaarheid van deze dieren, en kennis over (eerdere) ziektes en vaccinaties. Een dergelijke registratie (bijvoorbeeld, nominaal op naam van de ‘competent authority’) zou gĂ©Ă©n verandering in de eigendomssituatie met zich mee moeten brengen, echter zou dus wel bijdragen aan kennis over de betreffende zwerfdieren(-populaties). Op populatieniveau kan een analogie gevonden worden in de praktijk van het ringen van wilde vogels in het kader van onderzoek en tellingen.

4. Eenduidig verbieden van inteelt

Last but not least. Het document stelt dat ‘inbreeding has significant negative impacts on animal welfare’ (Overweging nr. 27). Vervolgens wordt echter beschreven dat lidstaten op het beginselverbod (op paring met verwanten in de eerste en tweede graad) hieromtrent tóch uitzonderingen mogen toestaan om ‘local breeds’ te behouden die een beperkte genenpoel hebben. Zowel het verbod als de uitzondering staan in artikel 6a lid 4 sub a van de concept-Verordening. We vinden dit onbestaanbaar. De inderdaad zeer negatieve effecten op dierenwelzijn mogen nóóit ondergeschikt gemaakt worden aan fokkerij-doelstellingen (in het kader van ‘behoud’ van een bepaald ras). Deze uitzondering op het inteeltverbod zou dan ook op voorhand moeten worden verwijderd uit de Verordening.

In optiek van de Dierenbescherming zou het overigens duidelijk beter zijn om gebruik voor te schrijven van de inteelt-coëfficiënt en/of de mean kinship-methode (en pas de Verordening hier op aan), omdat deze waarde meetbaar is en er door middel van wetenschap een duidelijke grens is te stellen. Daarbij zijn er rassen/populaties waar de inteelt dus al vrij hoog is, waardoor het niet mogen paren met uitsluitend verwanten van de eerste en tweede graad eenvoudigweg niet afdoende is.

Met oog op het andere deel van uw rondetafelgesprek. Het is ronduit positief, dat ook in het kader van de te herziene Transportverordening aanvullende regels worden gesteld over het commercieel vervoer van honden en katten. Zoals verhoogde minimale transportleeftijden, het met intervallen verplicht moeten aanbieden van voer tijdens het transport, en de komst van regels over de toegestane luchtvochtigheidsgraad. Tegelijkertijd biedt ook de Transportverordening ruimte voor verdere verbetering; waarom de regels niet meteen volwaardiger gelijkstellen aan de regels die al gelden voor veetransport? Denk aan het voorschrijven van een maximale transportduur, verplichte tussenstops, het inregelen van controles/rittenadministratie, en regels over training en afdoende kennis bij degenen die deze commerciële transporten uitvoeren. Dit is hét moment om het direct goed te regelen!

Conclusie en oproep

Het is een goede zaak dat er eindelijk volwaardiger regelgeving komt voor honden en katten op de EU markt. We zouden uiteraard graag zien, dat deze regelgeving nu ook echt spoedig in werking kan treden. We hopen en verwachten daarbij te kunnen blijven rekenen op de steun en inzet van de Nederlandse regering. Uiteraard geldt: als je het doet, doe het dan meteen goed! Er is zeker nog ruimte voor verdere verbetering van de Verordening. We schetsten hiervoor in dat verband de meest prangende aandachtspunten. Deze spelen op Europese schaal, gezien ook het grote handelsbelang dat de totale (legale en illegale) huisdierensector vertegenwoordigd, en hebben telkens ook relevantie voor de honden en katten in Nederland. Naast verdere verbetering gaat het hierbij ook nadrukkelijk om verbreding van de voorgestelde regelgeving met andere huisdiersoorten.

We willen zowel de regering als uw Tweede Kamer(-commissie) oproepen om zich nadrukkelijk in te zetten voor het realiseren van deze aanpassingen, en hierop toe te zien.

namens Eurogroup for Animals,

mr. C.W. (LĂ©on) Ripmeester

Senior Legal Expert Den Haag, 12 september 2024