Antwoord op vragen van de leden Ceder over het bericht dat een Iraniër in Duitsland veroordeeld is voor brandstichting in opdracht van de Iraanse staat
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D35037, datum: 2024-09-25, bijgewerkt: 2024-09-27 13:43, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-72).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z09641:
- Gericht aan: H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R.P. Brekelmans, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
72
Vragen van de leden Ceder (ChristenUnie) en Brekelmans (VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat een Iraniër in Duitsland veroordeeld is voor brandstichting in opdracht van de Iraanse staat (ingezonden 4 juni 2024).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 25 september 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraak van het Oberlandesgericht in Düsseldorf waarin een Duitse Iraniër is veroordeeld wegens poging tot brandstichting op een synagoge in opdracht van de Iraanse staat?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Klopt het bericht in de Duitse media2 dat deze uitspraak volgens de juridische dienst van de Europese Raad de basis zou kunnen vormen voor de beslissing de Iraanse Revolutionaire Garde op de Europese Unie (EU)-terrorismelijst te plaatsen?
Bent u het eens met de conclusie dat deze uitspraak van een Duitse rechter kan dienen als basis voor een beslissing de Iraanse Revolutionaire Garde op de terreurlijst te plaatsen?
Antwoord 2 en 3
Het advies van de Juridische Dienst van de Raad van de Europese Unie is vertrouwelijk. Daar kan ik niet in het openbaar over communiceren.
Vraag 4
Kunt u de verhoudingen in de Raad schetsen ten aanzien van een besluit de Iraanse Republikeinse Garde op de terreurlijst te zetten?
Antwoord 4
Inmiddels hebben, naast Nederland, meerdere landen aangegeven er voorstander van te zijn van dat de Iraanse Revolutionaire Garde op de EU-terrorismelijst wordt gezet. Er is op dit moment echter geen consensus binnen de Raad.
Vraag 5
Bent u van plan de uitspraak van deze Duitse rechter als argument aan te voeren bij uw blijvende pogingen de Iraanse Revolutionaire Garde op deze lijst te krijgen conform de motie Ceder c.s.?3
Antwoord 5
Ik ben sterk voorstander van de plaatsing van de Iraanse Revolutionaire Garde op de EU-terrorismelijst. Bij de inspanningen om de Revolutionaire Garde op de EU-terrorismelijst te plaatsen benut Nederland alle mogelijkheden die zich aandienen. Daarbij trekt Nederland nauw op met Duitsland en andere gelijkgestemde lidstaten.
Oberlandesgericht Düsseldorf, 19 december 2023, 6 StS 1/23 (ECLI:DE:OLGD:2023:1219.6STS1.23.00) (https://www.justiz.nrw/nrwe/olgs/duesseldorf/j2023/6_StS_1_23_Urteil_20231219.html)↩︎
Bild, 27 mei 2024, «EU will Mullah-Elitegruppe als Terroristen einstufen!» (https://www.bild.de/politik/iranische-revolutionsgarden-deutsches-urteil-soll-terror-listung-ermoeglichen-6654ad5f03e56656bc593c9d)↩︎
Kamerstuk 36 200 V, nr. 67↩︎