Uitstel beantwoording vragen van het lid Inge van Dijk over het bericht ‘Wet Hersteloperatie toeslagen in strijd met artikel 6 EVRM?’ van universitair docent Bestuursrecht dhr. Rens Koenraad op LinkedIn, 30 augustus 2024
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2024D35598, datum: 2024-09-27, bijgewerkt: 2024-10-10 12:36, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-95).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: N. Achahbar, staatssecretaris van Financiën
Onderdeel van zaak 2024Z12780:
- Gericht aan: N. Achahbar, staatssecretaris van Financiën
- Indiener: I. (Inge) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
95
Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over het bericht «Wet Hersteloperatie toeslagen in strijd met artikel 6 EVRM?» van universitair docent Bestuursrecht dhr. Rens Koenraad op LinkedIn, 30 augustus 2024 (ingezonden 2 september 2024).
Mededeling van Staatssecretaris Achahbar (Financiën) (ontvangen 27 september 2024).
Vraag 1
Vindt u dat elke gedupeerde toeslagenouder een eerlijke kans moet krijgen om ten overstaan van een (bestuurs)rechter te bewijzen dat hij indertijd een informele schuld is aangegaan?
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat van een gedupeerde toeslagenouder niet redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze ouder in staat is geweest om een notariële akte te laten opmaken als deze ouder, in opperste nood, van een familielid of bekende geld heeft geleend?
Vraag 3
Zo ja, vindt u dat een gedupeerde toeslagenouder onder omstandigheden de mogelijkheid moet krijgen om zijn of haar informele schuld op een andere wijze aan te tonen?
Vraag 4
Zo ja, moet volgens u de bestuursrechter in een dergelijk geval de bevoegdheid krijgen om af te kunnen wijken van artikel 4.1, derde lid, onderdeel b, van de Wet hersteloperatie toeslagen, ruimer dan de hardheidsclausule in artikel 9.1 van de Wet hersteloperatie toeslagen?
Vraag 5
Als u van mening bent dat de bestuursrechter slechts acht mag slaan op een notariële akte, kunt u dan uiteenzetten hoe deze opvatting zich verdraagt met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en artikel 47 van het EU-Grondrechtenhandvest ten aanzien van het recht op een eerlijk proces en dat daarbij ook het aannemelijk maken van een standpunt met alle wettige bewijsmiddelen hoort?
Vraag 6
Ziet u aanleiding tot wijziging van artikel 4.1, derde lid, onderdeel b, van de Wet hersteloperatie toeslagen, zodanig dat de Minister en/of de bestuursrechter de bevoegdheid krijgen om genoegen te nemen met een ander bewijsmiddel dan een notariële akte?
Vraag 7
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden vóór het volgende debat over de hersteloperatie toeslagen?
Mededeling
Op 2 en 6 september jl. zijn door het lid Inge van Dijk schriftelijke vragen gesteld over informele schulden en de notariële akte (resp. kenmerken 2024Z12780 en 2024Z130585). Op 9 september jl. heeft het lid Stultiens ook schriftelijke vragen gesteld over ditzelfde onderwerp (kenmerk 2024Z13159).
Omdat de vragen over hetzelfde onderwerp gaan, zullen ze in samenhang worden beantwoord. De beantwoording zal, conform het verzoek van het lid Inge van Dijk, voor het debat over de hersteloperatie aan uw Kamer worden verzonden. Het eerstvolgende debat over de hersteloperatie staat gepland op 6 november 2024.