Uitstel beantwoording vragen van het lid Stultiens over een herhaling van het toeslagenschandaal
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2024D35600, datum: 2024-09-27, bijgewerkt: 2024-10-10 12:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-96).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: N. Achahbar, staatssecretaris van Financiën
Onderdeel van zaak 2024Z13159:
- Gericht aan: N. Achahbar, staatssecretaris van Financiën
- Indiener: L.C.J. Stultiens, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
96
Vragen van het lid Stultiens (GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Financiën over een herhaling van het toeslagenschandaal (ingezonden 9 september 2024).
Mededeling van Staatssecretaris Achahbar (Financiën) (ontvangen 27 september 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Een herhaling van het toeslagenschandaal dreigt, vreest de rechter» (Trouw, 31 augustus 2024)?
Vraag 2
Staat u nog steeds achter de uitgangspunten van de Wet hersteloperatie toeslagen, waarin expliciet is aangegeven dat «ruimhartigheid» verkozen wordt boven precisie en doelmatigheid, en het van groter belang is gedupeerden in het toeslagenschandaal «tijdig» en «adequaat» te helpen dan overcompensatie te voorkomen? Kunt u toelichten wat u verstaat onder «ruimhartig», «tijdig» en «adequaat»?
Vraag 3
In hoeverre vindt u het ruimhartig om een schuld die afgesloten is om (onterecht) teruggevorderde kinderopvangtoeslag terug te betalen niet over te nemen omdat deze niet direct opeisbaar is? In hoeverre vindt u dat sprake is van adequate hulp op het moment dat een dergelijke schuld ook later niet meer wordt overgenomen, ondanks het feit dat deze inmiddels wel opeisbaar is, omdat de termijn om om hulp te vragen tegen die tijd is verstreken?
Vraag 4
Kunt u toelichten waarom schulden opeisbaar moeten zijn om overgenomen te worden? Vindt u deze eis strikt noodzakelijk, ook als deze leidt tot situaties waarin duidelijk niet meer sprake is van ruimhartige en adequate hulp aan gedupeerden?
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat een perverse prikkel ontstaat op het moment dat een schuld wél overgenomen wordt als gedupeerden niet aan hun betalingsverplichting voldoen, waardoor een schuld wel opeisbaar wordt? Wat vindt u ervan dat juist gedupeerden die alles op alles hebben gezet om aan al hun verplichtingen te voldoen hiermee gestraft worden?
Vraag 6
Wat vindt u van de stelling dat op dit moment wordt gekozen voor «een minimalistische toepassing en strikte uitleg van de wet» bij de hersteloperatie?
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat gestreefd moet worden naar een passende compensatie voor alle individuele gevallen in plaats van juridische procedures? Hoe gaat u zorgen dat dit vanaf nu de kern vormt van de hersteloperatie?
Mededeling
Op 2 en 6 september jl. zijn door het lid Inge van Dijk schriftelijke vragen gesteld over informele schulden en de notariële akte (resp. kenmerken 2024Z12780 en 2024Z130585). Op 9 september jl. heeft het lid Stultiens ook schriftelijke vragen gesteld over ditzelfde onderwerp (kenmerk 2024Z13159).
Omdat de vragen over hetzelfde onderwerp gaan, zullen ze in samenhang worden beantwoord. De beantwoording zal, conform het verzoek van het lid Inge van Dijk, voor het debat over de hersteloperatie aan uw Kamer worden verzonden. Het eerstvolgende debat over de hersteloperatie staat gepland op 6 november 2024.