Eindrapporten ‘Familierelaties, huiselijk geweld en kindermishandeling in Caribisch Nederland’
Jeugdzorg
Brief regering
Nummer: 2024D35627, datum: 2024-09-27, bijgewerkt: 2024-10-10 07:58, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31839-1025).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Familierelaties, huiselijk geweld en kindermishandeling in Caribisch Nederland. Bonaire
- Familierelaties, huiselijk geweld en kindermishandeling in Caribisch Nederland. Sint Eustatius
- Beslisnota bij indrapporten ‘Familierelaties, huiselijk geweld en kindermishandeling in Caribisch Nederland’
- Familierelaties, huiselijk geweld en kindermishandeling in Caribisch Nederland. Saba
Onderdeel van kamerstukdossier 31839 -1025 Jeugdzorg.
Onderdeel van zaak 2024Z14586:
- Indiener: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-10-01 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-10-09 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-10-10 13:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
31 839 Jeugdzorg
Nr. 1025 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 september 2024
Hierbij stuur ik u de eindrapporten «Familierelaties, huiselijk geweld en kindermishandeling in Caribisch Nederland», uitgevoerd door de Universiteit Leiden in samenwerking met de Universiteit Curaçao en Unicef. De onderzoeken zijn mede tot stand gekomen naar aanleiding van een aanbeveling van Unicef hierover om een eerste meting te laten uitvoeren naar de houding van de samenleving in Caribisch Nederland ten opzichte van het toepassen van geweld in gezinnen.1
Het onderzoek heeft geleid tot drie rapporten waarin ieder eiland algemene en eilandspecifieke aanbevelingen heeft ontvangen. Uit de resultaten spreken de sterke familiebanden die kenmerkend zijn voor de eilanden, maar ook dat geweld binnen de huiselijke kring helaas nog steeds veel voorkomt. Het heersende beeld hierover wordt hiermee bevestigd. De uitkomsten zijn waardevol, omdat er nu een 0-meting ligt waardoor in de toekomst het effect van de inzet op de bestrijding van huiselijk geweld en kindermishandeling in Caribisch Nederland kan worden gemeten. De onderzoeksmethodiek is hier speciaal voor ingericht. Daarmee vormen de rapporten een bruikbare en belangrijke basis voor de verdere ontwikkeling en verbetering van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling in Caribisch Nederland.
De adviezen die zijn opgesteld betrek ik bij de afspraken die ik wil maken ter opvolging van het huidige bestuursakkoord aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling 2021–2024 BES. In lijn met de motie Ceder2 werk ik binnen het kabinet en samen met de openbare lichamen met de vervolgafspraken toe naar bekrachtiging van het Verdrag van Istanboel voor Caribisch Nederland. Dit verdrag stelt eisen aan de aanpak van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. Het trad voor Europees Nederland op 1 maart 2016 in werking, maar geldt nog niet voor Caribisch Nederland.
Om te voldoen aan de verplichtingen van het Verdrag van Istanboel moeten er nog een aantal stappen gezet worden. Zo bereid ik op dit moment de inwerkingtreding voor van het Besluit maatschappelijke ondersteuning en bestrijding huiselijk geweld en kindermishandeling BES voor. Hierin worden de begripsbepalingen van huiselijk geweld en kindermishandeling, de verplichte beschermingscode, de beschikbaarheid van opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld en de taken van de advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling vastgelegd. De inwerkingtreding van het besluit is voorzien voor 1 januari 2025.
Daarnaast wordt er op dit moment verkend hoe een werkproces voor het tijdelijk huisverbod in Caribisch Nederland kan worden vormgegeven. Mede afhankelijk van de voortgang op bovengenoemde trajecten, is de verwachting dat het Verdrag van Istanbul niet eerder dan in 2026 voor Caribisch Nederland kan worden aanvaard. Ik zal u medio 2025 informeren over de voortgang.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V.P.G. Karremans