Reactie op de aangeboden petitie m.b.t. 3-puntenplan voor de biologische sierteelt in Nederland
Biologische Landbouw
Brief regering
Nummer: 2024D35670, datum: 2024-09-27, bijgewerkt: 2024-10-15 17:18, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29842-45).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Onderdeel van kamerstukdossier 29842 -45 Biologische Landbouw .
Onderdeel van zaak 2024Z14599:
- Indiener: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2024-10-01 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-10-03 13:15: Tuinbouw, visserij en biotechnologie (Commissiedebat), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2024-10-09 11:15: Procedurevergadering LVVN (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2024-10-17 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
29 842 Biologische Landbouw
Nr. 45 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 september 2024
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft op 18 juni 2024 de petitie «Eerlijke kansen, perspectief en lef voor een schoner en gezond Nederland» van de Biologische Sierteelt Nederland in ontvangst genomen.
De vereniging Biologische Sierteelt Nederland is op 5 maart 2024 opgericht. Het heeft ongeveer 55 leden in biologische snijbloemen, bloemenpluktuinen, vaste planten-, bloembollen- en kamerplantenteelt. De leden zijn Skal gecertificeerd. De vereniging wil bijdragen aan schoon drinkwater, een gezonde bodem en aan een gezonde leefomgeving. Hiertoe is een 3-punten plan uitgewerkt in de petitie. Hierin wordt de overheid verzocht om 1) alle certificeringskosten voor alle biologische (sier-)telers te compenseren; 2) het biologisch keurmerk te belonen met onder andere lagere waterschapsheffingen, en 3) meer biologisch in te kopen.
Op 28 juni 2024 heeft de commissie gevraagd om een reactie op deze petitie. Hierbij ontvangt u mijn reactie.
Allereerst wil ik mijn respect uitspreken voor de biologische sierteeltsector. De telers laten zien dat een verdienmodel zonder het gebruik van kunstmest en synthetische gewasbeschermingsmiddelen mogelijk is. Dat vergt vakmanschap en doorzettingsvermogen. Daarnaast dragen de bedrijven hun steentje bij aan het vitaal houden van het platteland.
Ik heb kennisgenomen van de petitie en heb waardering voor dit initiatief om Nederland nog mooier en schoner te maken. De petitie bevat echter een aantal verzoeken dat niet past bij het kabinetsbeleid of de juridische kaders. Zo wordt gevraagd om álle certificeringskosten voor de siertelers te compenseren. Dit is niet in lijn met het de uitgangspunten van het rapport «Maat houden» uit 20141. Dit gaat ervan uit dat in principe alle kosten van certificering, toezicht en handhaving doorberekend worden aan partijen die «in substantiële mate profijt» hebben. Uitzondering hierop is mogelijk als er bijvoorbeeld sprake is van buitenproportionele lasten. Om die reden heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in 2023 besloten dat kleine primaire producenten en verwerkende bedrijven met een jaaromzet kleiner dan € 50.000 en 100% bio met ingang van 2024 de jaar- en certificeringsbijdragen niet hoeven te betalen (Kamerstuk 30 252, nr. 148). Daar kunnen ook kleine biologische siertelers profijt van hebben. Deze ondernemers moeten nog wel zelf de inspectiekosten betalen. Dat is passend volgens het «vervuiler betaalt principe» uit voornoemde rapport «Maat houden». Wanneer er geen afwijkingen worden geconstateerd, zijn de kosten voor de ondernemer laag.
Daarnaast wordt gevraagd om houders van het biologisch keurmerk te belonen voor het niet gebruiken van synthetische gewasbeschermingsmiddelen met lagere waterschapsheffingen. Een dergelijke maatregel kan aangemerkt worden als steun. Deze zou kunnen worden toegestaan als verder wordt gegaan dan de wettelijke vereisten. Daarvan is hier geen sprake. Daarnaast dient opgemerkt te worden boeren en tuinders over het algemeen een watersysteemheffing per (ongebouwde) hectare betalen. Deze is bedoeld voor peilbeheer en heeft geen relatie met waterkwaliteit of reiniging.
Voorts bevat het plan een verzoek om rentekorting bij groenfinanciering bij bestaande bancaire hypotheken. Momenteel kunnen bedrijven die steun zoeken via de regeling Groenprojecten bij de bank of beleggingsinstelling een groenverklaring aanvragen. Met deze verklaring krijgt de ondernemer een lening tegen een lagere rente dan de rente op de markt2. Van deze regeling wordt al gebruik gemaakt door boeren en tuinders die willen omschakelen naar biologisch. Voor andere financieringsmogelijkheden of vragen over omschakeling verwijs ik naar de website «wegwijzer voor biologisch ondernemen»3 van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
De vereniging merkt op dat in de praktijk het essentiële verschil tussen het biologische en andere keurmerken onvoldoende wordt gezien. Gevraagd wordt om dit verschil met andere keurmerken zichtbaar te maken. Graag verwijs ik hiervoor naar de EU Green claims richtlijn, waarover op dit moment nog onderhandeld wordt door de wetgevers in de EU. Deze verplicht ondernemingen om hun milieuclaims te onderbouwen aan de hand van duidelijke criteria en de laatste stand van de wetenschap. Het publiceren van informatie over de verschillen tussen het publieke biologische en andere private keurmerk is in principe geen overheidstaak.
Als derde en laatste punt wordt in het kader van het stimuleren van de afzetmarkt verwezen naar het inkoopbeleid van de overheid. Wanneer de overheidsorganisaties een (iets) groter aandeel biologisch plantgoed, biologische bloembollen en bloemboeketten inkopen, biedt dit al kansen voor de sector. In 2021 is reeds verkend wat de mogelijkheden hiervoor waren, in navolging van de motie Tjeerd de Groot en Boswijk (Kamerstuk 27 858, nr. 540) over de inkoop van biologische bloembollen en perkgoed door de overheid. Toentertijd was het nog ingewikkeld, onder andere vanwege de beschikbaarheid van de juiste hoeveelheden van biologische bollen en perkgoed op de juiste tijdstippen. Biologische bollentelers hebben ten minste twee jaar nodig om de gevraagde partijen te produceren. Dit past veelal niet in de planning van de gemeentelijk groenvoorziening. Vraag en aanbod komen daardoor nog moeizaam bij elkaar. Het areaal biologische bollenteelt is vrij beperkt en redelijk stabiel, dat geldt ook voor het aantal telers. De omschakeling naar biologische bollenteelt is niet eenvoudig en zal naar verwachting niet op korte termijn leiden tot een groter areaal. Er is wel interesse bij gemeenten en provincies om meer biologische bollen en perkgoed af te nemen (Kamerstuk 29 842, nr. 42).
Mogelijk is daar met de oprichting van de vereniging en groei van de sector een nieuwe situatie ontstaan. Daarom ben ik bereid om te verkennen wat mogelijkheden zijn om een groter aandeel biologisch plantgoed en biologische bloemboeketten in te kopen binnen de overheid.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
F.M. Wiersma