36600-XXII Verslag houdende een lijst van vragen inzake Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII) voor het jaar 2025
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII) voor het jaar 2025
Lijst van vragen
Nummer: 2024D35913, datum: 2024-09-30, bijgewerkt: 2024-10-22 13:50, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2024D35913).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.L. Postma, voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Nieuw Sociaal Contract)
- Mede ondertekenaar: G.C. Honsbeek, griffier
Onderdeel van zaak 2024Z12736:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- 2024-09-19 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-30 14:00: Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII) voor het jaar 2025 (TK 36600-XXII) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- 2024-10-01 17:15: Procedurevergadering commissie Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- 2024-10-22 19:00: Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII) voor het jaar 2025) (36600-XXII) 1e TK (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2024-10-24 10:30: Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII) voor het jaar 2025) (36600-XXII) antwoord 1e termijn + rest (Plenair debat (wetgeving)), TK
Preview document (🔗 origineel)
2024D35913 Verslag houdende een lijst van vragen
De vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening belast met het voorbereidend onderzoek van het wetsvoorstel inzake Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII) voor het jaar 2025, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen in de vorm van een lijst van vragen.
De voorzitter van de commissie,
Postma
De griffier van de commissie,
Honsbeek
1 | Hoeveel bezwaarprocedures zijn er in de afgelopen tien jaren per jaar ingediend tegen bouwprojecten? Hoeveel van deze procedures kwamen ook bij de Raad van State terecht? Hoeveel bezwaarmakers werden er in het gelijk gesteld bij de rechtbank? Hoeveel bezwaarmakers werden in het gelijk gesteld bij de Raad van State? Hoeveel procent van de bezwaren werden zowel bij de rechtbank, als ook bij de Raad van State afgewezen? |
2 | Hoeveel tijd neemt de gemiddelde bezwaarprocedure in beslag? Hoe heeft dat zich de afgelopen tien jaar ontwikkeld? |
3 | Wat kost het om een bezwaarprocedure te starten? Kunt u inzichtelijk maken hoeveel een bezwaarmaker gemiddeld aan proceskosten betaalt wanneer deze tot aan de Raad van State procedeert? |
4 | Kunt u een overzicht geven van de actuele vraag naar woningen uitgesplitst per provincie? |
5 | Hoeveel extra woningen denkt u te kunnen realiseren met de 1,25 miljard euro die beschikbaar is voor grootschalige woningbouwlocaties? |
6 | Hoeveel extra grote woningbouwlocaties gaat u realiseren met de 1,25 miljard euro die beschikbaar is voor grootschalige woningbouwlocaties? |
7 | Hoeveel van de 1,25 miljard euro voor de grote woningbouwlocaties gaat u besteden aan sociale huurwoningen, hoeveel aan middenhuur en hoeveel aan goedkope koopwoningen? |
8 | Wat zijn de kosten voor het oprichten van het nieuwe Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO)? Kan dit worden uitgesplitst per categorie kosten? |
9 | Hoeveel fte zijn van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties overgegaan naar het ministerie VRO? |
10 | Kunt u aangeven welk deel van de vrijgemaakte 5 miljard euro voor woningbouw, op basis van de actuele meerjarenramingen, in welk jaar tot besteding komt en waar aan? Welk deel komt daadwerkelijk tot besteding in de periode 2025–2029 en welk deel komt nog deze kabinetsperiode (2025–2028) tot besteding? |
11 | Kunt u aangeven welk deel van de vrijgemaakte 2,5 miljard euro voor infrastructurele ontsluiting van woningbouw op basis van de actuele meerjarenramingen in welk jaar tot besteding komt en waaraan dat uitgegeven wordt? Kunt u dat uitsplitsen per project? Welk deel komt daadwerkelijk tot besteding in de kabinetsperiode en welk deel komt na de kabinetsperiode tot besteding? |
12 | Hoeveel extra geld komt er in 2025–2029 respectievelijk deze kabinetsperiode (2025–2028) per saldo extra beschikbaar voor infrastructurele ontsluiting van woningbouw, rekening houdend met de kasschuif infra woningbouw van 850 miljoen euro in 2025 en 2026, en tevens rekening houdend met de bezuiniging van 10 procent (uit hoofde van het hoofdlijnenakkoord) vanaf 2026 bij het Mobiliteitsfonds op de middelen voor bovenplanse infrastructuur? |
13 | Klopt het dat onder de post «Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening» (onder «Bijstellingen Hoofdlijnenakkoord» in Tabel 4) er in 2025–2029 cumulatief 686 miljoen euro wordt gekort op de extra 5 miljard euro voor woningbouw uit het hoofdlijnenakkoord? Zo nee, kunt u toelichten wat er gebeurt met die 686 miljoen? |
14 | Waarom is in Tabel 6 de dekking (vanuit post 25: dekking uit middelen woningbouwimpuls) voor de introductie van het algemeen woningtarief van 8 procent in de overdrachtsbelasting (post 24) in de jaren 2027 t/m 2029 groter dan het budgettaire beslag van de verlaging van de overdrachtsbelasting? |
15 | Kunt u uitgebreid toelichten hoe de structurele verlaging van de overdrachtsbelasting (deels) gedekt wordt met incidentele middelen vanuit de Woningbouwimpuls? |
16 | Kunt u een integraal meerjarenoverzicht geven van de geraamde inzet van de 5 miljard euro extra woningbouwmiddelen uit het hoofdlijnenakkoord? |
17 | Kunt u toelichten naar welke latere jaren de 850 miljoen euro uit 2025 en 2026 voor Infra Woningbouw is verschoven? Klopt het dat dit na 2029 is? Zo ja, waarom is daar voor gekozen? Kunt u dit uitgebreid toelichten? |
18 | De btw op tijdelijke verhuur gaat naar 21 procent, over welke tijdelijke verhuur gaat dit? |
19 | Wat is de potentie in de Nederlandse gemeente voor het verdichten van bestaande steden? En heeft het Rijk, provincie en gemeenten tijdens deze kabinetsperiode voldoende capaciteit om deze potentie te benutten? |
20 | Wat zijn de geplande maatregelen voor het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in achterstandswijken nadat er vanaf 2027 geen geld meer begroot is voor het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid? |
21 | Welk bedrag van de 5 miljard euro voor woningbouw zal er worden ingezet voor het beter benutten van al bestaande gebouwen? Bijvoorbeeld via woningsplitsing, optoppen en transformeren van oude kantoorpanden? Kunt u dit uitsplitsen? |
22 | Wat is de verwachte groei van de vraag naar sociale huurwoningen tot 2030, en hoe verhoudt dit zich tot de huidige bouwplannen en beschikbare capaciteit? |
23 | Hoe verschillen de gemiddelde woonlasten tussen de woningmarktregio’s, en welke regio’s lopen het meeste risico op overmatige woonlasten voor lage inkomens? Kunt u dit per regio uitsplitsen? |
24 | Hoeveel studenten zijn er per stad op zoek naar een studentenkamer en in hoeverre sluit het huidige aantal studentenwoningen hierop aan? Kunt u dit per stad uitsplitsen? |
25 | Hoeveel extra studentenwoningen zullen er in de komende jaren gebouwd worden? Kunt u dit uitsplitsen per stad? Welk deel is daarvan zelfstandig en welk deel onzelfstandig? |
26 | Hoeveel procent van de nieuwbouwkoopwoningen in de komende jaren zal naar verwachting binnen het bereik vallen van starters, in het bijzonder voor starters met lage en middeninkomens? |
27 | Hoe groot is het tekort aan ambtenaren dat zich bezighoudt met vergunningverlening voor woningbouwprojecten? |
28 | Welk percentage van het huidige budget van 56 miljoen euro voor de aanpak van funderingsschade wordt aangewend voor onderzoek en innovatie op dit gebied? |
29 | Hoe ziet de kostenverdeling voor de aanpak van funderingsproblematiek tussen het Rijk, provincies en de gemeenten er op dit moment uit? |
30 | Hoe wordt bodemdaling en de gevolgen ervan meegenomen bij nieuwbouw- en inbreidingsprojecten? Is inzichtelijk hoeveel procent van de bestaande woningvoorraad gebouwd staat op dalende bodem? Kunt u dit inzicht per provincie schematisch delen? |
31 | Kunt u cijfers geven over de ontwikkeling van de woonquote onder jongeren tussen de 25 en 30 jaar in de private huur over de afgelopen 10 jaar? |
32 | Waarom wordt er gestreefd naar een plancapaciteit van 130 procent terwijl meer dan 30 procent van de bouwprojecten vertraging oploopt of niet doorgaat? |
33 | Wat zijn de te verwachten effecten van het verlagen van de brede doeluitkering (bedoeld voor openbaar vervoer in provincies en stadsregio's) voor de bereikbaarheid van woningbouwlocaties? |
34 | Kunt u aangeven of het mogelijk is dat alleenstaanden statushouders een gedeelde woning toegewezen kunnen krijgen? Zo ja, hoe vaak gebeurt dit? Zo nee, in potentie, hoeveel (sociale)woningen zou dit per jaar kunnen schelen in vergelijking met de huidige situatie? |
35 | Kan per woningmarktregio weergegeven worden hoe lang de gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning is? |
36 | Wat zijn op dit moment de gemiddelde stichtingskosten van een sociale huurwoning? |
37 | Kunnen alle onderliggende juridische adviezen die ten grondslag liggen aan het besluit van de ministerraad om het regeerprogramma vast te stellen op het gebied van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening aan de Kamer worden gestuurd? |
38 | Zijn inmiddels alle afspraken die volgens Uitvoeringsrichtlijn Openbare agenda bewindslieden in uw openbare agenda hadden moeten komen op een overzichtelijke en volledige wijze op de website van de rijksoverheid gepubliceerd? Hoeveel afspraken zijn pas achteraf gepubliceerd? En waar zijn deze precies te vinden? |
39 | Wat zijn de te verwachten gevolgen van het «ravijnjaar» (2026) bij gemeenten voor de (capaciteit voor de) woningbouw? |
40 | Welk deel van de vrijgemaakte vijf miljard euro voor woningbouw komt op basis van de actuele meerjarenramingen in welk jaar tot besteding (en waaraan), welk deel komt daadwerkelijk tot besteding in de jaren 2025–2029 en welk deel komt nog deze kabinetsperiode (2025–2028) tot besteding? |
41 | Hoeveel extra geld komt er in 2025–2029, respectievelijk in deze kabinetsperiode (2025–2028) per saldo extra beschikbaar voor infrastructurele ontsluiting van woningbouw, rekening houdend met de kasschuif infrastructuur woningbouw van 850 miljoen euro in 2025 en 2026, en tevens rekening houdend met de bezuiniging van tien procent (voortkomend uit het hoofdlijnenakkoord) vanaf 2026 bij het Mobiliteitsfonds op de middelen voor bovenplanse infrastructuur? |
42 | Deze begroting hangt samen met de Miljoenennota. Kan in tabel 4 van de Miljoenennota, onder «Bijstellingen Hoofdlijnenakkoord», de post «Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening» toegelicht worden in relatie tot deze begroting? |
43 | Welk deel van de vrijgemaakte tweeënhalf miljard euro voor infrastructurele ontsluiting van woningbouw komt op basis van de actuele meerjarenramingen in welk jaar tot besteding (en waaraan), welk deel komt daadwerkelijk tot besteding in de jaren 2025–2029 en welk deel komt nog deze kabinetsperiode (2025–2028) tot besteding? |
44 | Deze begroting hangt samen met de Miljoenennota. Is de interpretatie van de post «Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening» (onder «Bijstellingen Hoofdlijnenakkoord» in tabel 4 van de Miljoenennota) dat er in 2025–2029 cumulatief 686 miljoen euro wordt gekort op de extra vijf miljard euro voor woningbouw uit het Hoofdlijnenakkoord? Zo nee, wat is dan wel de interpretatie? |
45 | Deze begroting hangt samen met de Miljoenennota. Waarom is in tabel 6 van de Miljoenennota de dekking (vanuit post 25: dekking uit middelen woningbouwimpuls) voor de introductie van het algemeen woningtarief van 8% in de overdrachtsbelasting (post 24) in de jaren 2027–2029 groter dan het budgettaire beslag van de verlaging van de overdrachtsbelasting? |
46 | Waarom wordt de structurele verlaging van de overdrachtsbelasting van 2025–2029 deels gedekt met incidentele middelen vanuit de woningbouwimpuls? |
47 | Hoe verhoudt de financiering van een lastenverlichting (in de vorm van verlaging van de overdrachtsbelasting) vanuit de uitgavenkant van de begroting (vanuit de woningbouwimpuls) zich (a) tot het Hoofdlijnenakkoord en (b) tot de begrotingsregels, die uitgaan van een scheiding van inkomsten en uitgaven? |
48 | Is het ook een beleidsoptie om de «reservering voorjaar» voor groepen in de knel te bestemmen voor verhoging van de huurtoeslag, gezien het feit dat de huurtoeslag volgens de Commissie sociaal minimum een van de meest kosteneffectieve instrumenten is om het inkomen op het sociaal minimum te verhogen? |
49 | Welke netto-uitgaven van het Ministerie van VRO vallen buiten het uitgavenkader? |
50 | Kan een integraal meerjarenoverzicht gegeven worden van de geraamde inzet van de vijf miljard euro aan extra woningbouwmiddelen uit het Hoofdlijnenakkoord? |
51 | Deze begroting hangt samen met de Miljoenennota en bijbehorend bijlagenboek. Klopt het dat in de verticale toelichting VRO cumulatief 3,829 miljoen euro aan inzet van de vijf miljard euro woningbouwimpuls uit het Hoofdlijnenakkoord is ingeboekt, en dat hiervan daarnaast cumulatief 476 miljoen euro wordt besteed aan de verlaging van de overdrachtsbelasting? Waar is de resterende 685 miljoen euro gebleven, en correspondeert deze met de cumulatieve 686 miljoen euro in 2025–2029 op de post «Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening» (onder «Bijstellingen Hoofdlijnenakkoord») in tabel 4 van de Miljoenennota? |
52 | Naar welke latere jaren is de 850 miljoen euro uit 2025 en 2026 voor Infra Woningbouw verschoven? Klopt het dat dit na 2029 is? |
53 | Klopt het dat er op basis van de huidige meerjarenramingen in 2025–2029 slechts 1,65 miljard euro van de tweeënhalf miljard euro uit het Hoofdlijnenakkoord wordt ingezet voor infrastructurele ontsluiting van woningbouw, waarvan nihil in 2025, 150 miljoen euro in 2026 en 1,15 miljard euro binnen deze kabinetsperiode (2025–2028)? |
54 | Wat gaat het kabinet doen om te bevorderen dat er bij de voorjaarsbesluitvorming in 2025 voldoende realistische plannen zijn om binnen deze kabinetsperiode alsnog de naar latere jaren verschoven 850 miljoen euro voor Infra Woningbouw tot besteding te kunnen laten komen? |
55 | Kan inzichtelijk worden gemaakt hoe de extra vijf miljard euro voor woningbouw en tweeënhalf miljard euro voor infrastructuur naar de woningbouw toe over de komende jaren worden verspreid? |
56 | Kunt u nader ingaan op het nut van een programma om tegenstrijdige en overbodige regelgeving te schrappen? Waarom is dit volgens u de manier om het beoogde doel te bereiken? |
57 | Wanneer start het programma om tegenstrijdige en overbodige regelgeving te schrappen? Wanneer verwacht u eerste uitkomsten met de Kamer te kunnen delen? |
58 | Welke mogelijkheden om procedures te versnellen en beroepsmogelijkheden te beperken ziet u nog meer naast de reeds aangekondigde maatregelen? |
59 | Op welke manier wilt u bewerkstelligen dat medeoverheden geen zwaardere eisen stellen dan landelijk geldende regelgeving voor gebouwen? |
60 | Wordt in de aanpak industrieel bouwen ook aandacht besteed aan het (waar mogelijk) stimuleren van Nederlandse aanbieders, teneinde onder andere werkgelegenheid zoveel mogelijk in Nederland te houden? |
61 | Op welke manier kan gewaarborgd worden dat het programma Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) geen drempels opwerpt voor bouwondernemingen, waardoor de realisatie van woningbouwprojecten mogelijk gehinderd wordt? |
62 | Kunt u in een tabel en/of grafiek inzichtelijk maken hoe de studentenwoningnood zich in de afgelopen tien jaar heeft ontwikkeld en wat de prognoses zijn tot 2030? |
63 | Hoe heeft de woningnood onder starters zich in de afgelopen tien jaar ontwikkeld? |
64 | Hoe heeft de gemiddelde leeftijd waarop mensen hun eerste koopwoning betrekken zich in de afgelopen tien jaar ontwikkeld? |
65 | Kan het juridisch kader van de Nota Ruimte in een schema worden gezet? Welke wettelijke grondslag krijgt deze nota, welke wettelijke bevoegdheden worden geïntroduceerd c.q. aangepast en hoe verhoudt de Nota Ruimte zich tot de bevoegdheden van de medeoverheden? |
66 | Hoe verhoudt het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) zich straks tot de Nota Ruimte? |
67 | Op welke wijze wordt het principe «water en bodem sturend» precies vormgegeven in de ruimtelijke ordening? |
68 | Kan een actuele stand van zaken gegeven worden van het Kustpact? Wat is hier de afgelopen periode mee gebeurd en hoe worden deze afspraken voortgezet/aangepast? |
69 | Kan in een schema de ontwikkeling van het aantal sociale huurwoningen op de BES-eilanden (uitgesplitst per eiland) over de afgelopen tien jaar worden weergegeven? |
70 | Kan in een schema het aantal geplande nieuwe sociale huurwoningen voor de komende vijf jaar voor de BES-eilanden (uitgesplitst naar eiland) worden weergegeven? |
71 | Wat zijn de verwachte concrete gevolgen van de verplichte budgettaire taakstelling van 22 procent op de apparaatsuitgaven van het Ministerie van VRO? |
72 | Op welke manier kan gewaarborgd worden dat grond voor grote maatschappelijke opgaven niet in handen komt van grondeigenaren die afkomstig zijn uit landen met dictatoriale regimes, zoals China? |
73 | Op welke wijze wordt belevingswaarde en ruimtelijke kwaliteit gewaarborgd met betrekking tot conceptueel en industrieel bouwen, waaronder modulaire bouw? |
74 | Kan een actueel overzicht gegeven worden van de implementatie van de Omgevingswet? Hoeveel overheden zijn inmiddels aangesloten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), hoeveel nog niet en welke concrete stappen moeten er nog gezet worden? |
75 | Kunt u in een overzicht weergeven hoe de taakstelling van 22 procent op het ambtelijk apparaat per onderdeel van het departement en voor de uitvoeringsorganisaties neerslaat? |
76 | Kunt u aangeven op basis van welke criteria wordt bepaald hoe de taakstelling van 22 procent op het ambtelijk apparaat wordt ingevuld? |
77 | Kunt u concreet aangeven welke taken/werkzaamheden niet meer uitgevoerd gaan worden vanwege de taakstelling van 22 procent op het ambtelijk apparaat? |
78 | Waarvoor zijn de vrijgevallen middelen als gevolg van de vertraging van de Wet vereenvoudiging van de huurtoeslag aangewend? |
79 | Waarvoor zijn de vrijgevallen middelen vanwege de latere ingangsdatum van de Wet versterking regie op de volkshuisvesting aangewend? |
80 | Met welke inwerkingtredingdatum van de Wet vereenvoudiging van de huurtoeslag wordt rekening gehouden? |
81 | Kunt u toelichten waarom niet is gekozen om ook in 2025 een bedrag van 500 miljoen euro beschikbaar te stellen voor het verhogen van de huurtoeslag, alsmede waar de 285 miljoen euro voor is gebruikt? |
82 | Hoe vaak doen zich storingen voor bij het DSO? |
83 | Kunt u voor de eerste drie maatregelen die ter invulling dienen van het structureel beschikbaar gestelde bedrag van 500 miljoen euro voor de huurtoeslag, alsmede de daarop volgende alinea inzake kwaliteitskortingspercentages een uitgebreide toelichting geven? |
84 | Hoeveel woningen verwacht u dat er tot 2030 jaarlijks gebouwd worden? Kan dit in een schema per jaar worden gezet? |
85 | Kunt u in een grafiek een overzicht geven van het aantal gebouwde woningen tussen 2010 en nu en van het aantal afgegeven vergunningen in die jaren? |
86 | Waarom gaat de realisatiestimulans pas vanaf 2026 in? En waarom loopt de Woningbouwimpuls (Wbi) niet door tot 2025 ter compensatie van het uitstellen van de realisatiestimulans? |
87 | Wat is het verwachte effect van de realisatiestimulans op het aantal gebouwde woningen tot 2030? |
88 | Hoe ziet de realisatiestimulans er precies uit? |
89 | Welk budget is er per woning beschikbaar vanuit de realisatiestimulans? |
90 | Waarom wordt de verlaging van de eigen bijdrage voor de huurtoeslag niet al in 2025 geregeld? |
91 | Op basis van welke criteria worden de middelen die bedoeld zijn voor het aanjagen van de woningbouw (vijf miljard euro voor woningbouw en tweeënhalf miljard euro voor infrastructuur) precies verdeeld? |
92 | Kunt u in aanvulling op tabel 12 zo gedetailleerd mogelijk per jaar aangeven welke uitgaven worden gedaan in het kader van de toegezegde 5 miljard euro ter ondersteuning van de woningbouw? Wordt dit bedrag volledig verbruikt of niet? |
93 | Waarom loopt de inkomensoverdracht voor het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (tot en met 2025) een jaar korter door dan de subsidie (2026)? |
94 | Wat zijn de verwachte effecten van het opheffen van het Volkshuisvestingsfonds (VHF)? |
95 | Kunt u voor alle beleidsartikelen in de begroting aangeven waar (en hoeveel) vrij besteedbare ruimte aanwezig is? |
96 | Kunt u aangeven wat het ontvangen van 40 procent huurtoeslag boven de aftoppingsgrens concreet betekent en oplevert voor alle gehanteerde categorieën aan huishoudens? |
97 | Wat zijn de specifieke financiële effecten van de harmonisatie van het aantal huishoudtypes voor de huurders? |
98 | Wat wordt exact bedoeld met het verhogen van de referentie-inkomensijkpunten, waarmee de marginale druk verlaagd wordt? Kunt u tevens cijfers koppelen aan genoemde verlaging? |
99 | Kunt u per figuur een uitgebreide toelichting geven? |
100 | Hoeveel extra budget heeft de Huurcommissie naar verwachting nodig als gevolg van de invoering van de Wet betaalbare huur? |
101 | In 2025 is 275 miljoen euro beschikbaar voor woningbouwlocaties en grond; wat verstaat u onder uitgaven voor grond? |
102 | In tabel 17 staat onderaan dat het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs (CRa) geen budget meer krijgt. Wat betekent dit in de praktijk? Wordt het college daarmee opgeheven? |
103 | Hoeveel braakliggende grond is op dit moment in het bezit van het Rijksvastgoedbedrijf? Kan dit per provincie worden weergegeven? En kan dit uitgesplitst worden naar bestemmingssoort die op dit moment op deze grond rust? |
104 | Kunt u aangeven hoeveel (en welke) monumenten die in beheer zijn van het Rijksvastgoedbedrijf uitgerust zijn met zonnepanelen? Graag een gemotiveerd antwoord met zoveel mogelijk details, waaronder (indien mogelijk) foto’s, eventuele juridische verplichtingen met betrekking tot de zonnepanelen, voorwaarden waar plaatsing van zonnepanelen aan moet voldoen en de totale omvang in vierkante meters die deze zonnepanelen hebben in relatie tot de totale omvang van onbenutte vierkante meters op gebouwen die onder het Rijksvastgoedbedrijf vallen etc. |
105 | Hoe wordt aan de taakstelling subsidies uitvoering gegeven? Welke subsidies worden gekort? Welke effecten zal dat hebben? |
106 | Waarom worden zoveel gelden van de subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA) naar achteren geschoven? Wat betekent dat voor de doelen? Hoe staat het met de doelen? |
107 | Wat is de impact van het niet normeren van warmtepompen en afschaffen van de salderingsregeling voor zonnepanelen op de geschatte CO2-reductie in de gebouwde omgeving? |
108 | In tabel 58 staat dat er dat er voor biobased bouwen in 2025 13.212.000 euro en in 2026 10.738.000 euro is gereserveerd. De jaren erna liggen de bedragen een stuk lager. Kan er een overzicht worden gemaakt waar genoemde financiële middelen precies terecht gaan komen? |
109 | Hoe gaat u ervoor zorgen dat de nieuwe regelingen niet tot extra verantwoordingsdruk leiden, ook in situaties waarin meerdere regelingen gestapeld kunnen worden gebruikt? |
110 | Wat is het minimale aantal huizen dat moet worden gebouwd om als grootschalige woningbouwlocatie te worden aangewezen? Denkt u hierbij bijvoorbeeld aan minimaal 25.000 woningen? Waarom wel, waarom niet? |
111 | Stelt u eisen aan de minimale omvang van grootschalige woningbouwlocaties? Zo ja, welke eisen? |
112 | Heeft u al zicht op welke locaties in welke gemeenten in aanmerking komen voor grootschalige woningbouwlocaties? |
113 | Op welke manier krijgt de praktijk van mensen een plaats in uw verkenning naar de kostendelersnorm? |
114 | Is het Juridisch Loket één van de gesprekspartners in uw verkenning naar de kostendelersnorm? |
115 | Op welke manier vormen kennis en ervaring over de huidige juridische vraagstukken/belemmeringen in het kader van de woon- en leefsituatie van arbeidsmigranten een basis voor het nieuwe type huurovereenkomst dat u gaat ontwikkelen? |
116 | Bent u voornemens de informatievoorziening aan mensen met een huurwoning te verbeteren en de rechtshulp voor mensen te garanderen? |
117 | Wat kost bij benadering het afschaffen van de inkomensafhankelijke huurverhoging bij woningcorporaties? |
118 | Wat kost bij benadering een huurbevriezing bij woningcorporaties in het gereguleerd segment? |
119 | Wat kost bij benadering een huurbevriezing bij commerciële verhuurders in het gereguleerde segment? |
120 | Wat kost bij benadering een huurbevriezing bij commerciële verhuurders in het geliberaliseerde segment? |
121 | Wat kost bij benadering een huurbevriezing bij woningcorporaties in het geliberaliseerde segment? |
122 | Met hoeveel procent zijn de huren in het gereguleerde segment in de afgelopen tien jaar gestegen? |
123 | Met hoeveel procent zijn de huren in het geliberaliseerde segment in de afgelopen tien jaar gestegen? |
124 | Hoeveel investeringscapaciteit blijft er jaarlijks over indien de winstbelasting voor woningcorporaties afgeschaft wordt en deze afschaffing gebruikt wordt voor een eenmalige huurbevriezing? |
125 | Wat wordt bij benadering de gemiddelde huur per 1 januari 2025 in het gereguleerde segment bij woningcorporaties? |
126 | Wat wordt bij benadering de gemiddelde huur per 1 januari 2025 in het gereguleerde segment bij commerciële partijen? |
127 | Hoeveel euro is er nu totaal beschikbaar voor het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen? |
128 | Is er al geld beschikbaar gesteld uit het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen? Zo ja, wat is het effect van deze Rijksbijdrage? |
129 | Kan er een inschatting worden gegeven hoeveel woningen er middels het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen gerealiseerd kunnen worden? |
130 | Kunt u aangeven in hoeverre u structurele middelen voorziet voor de verdere uitvoering van het advies van de Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur (Rli), met ontsluiting van kennis en informatie (loketten), begeleiding van eigenaren en kennisontwikkeling? |
131 | Hoe worden bodemdaling en de gevolgen ervan meegenomen bij nieuwbouw- en inbreidingsprojecten? |
132 | Is inzichtelijk hoeveel procent van de bestaande woningvoorraad gebouwd is op een dalende bodem? Kunt u dit inzicht per provincie schematisch delen? |
133 | Voor welke doeleinden mag de realisatiestimulans worden gebruikt? |
134 | Hoeveel extra woningen denkt het kabinet te kunnen realiseren met de 1,9 miljard euro die beschikbaar is als realisatiestimulans? |
135 | Hoeveel van de 1,9 miljard aan realisatiestimulans denkt u te besteden aan sociale huurwoningen, hoeveel aan middenhuur en hoeveel aan goedkope koopwoningen |
136 | Met hoeveel procent huurverhoging is er rekening gehouden in het koopkrachtpakket voor Prinsjesdag? |
137 | Kan de financiering van de nieuwe Woningbouwimpuls en NOVEX-versnellingslocaties worden gebruikt voor projecten die al subsidie hebben ontvangen, maar stil dreigen te vallen? |
138 | Is het reëel om te verwachten dat het openstaande bedrag dat voor de Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen (SVOH) gereserveerd staat in 2025 volledig opgemaakt zal worden? En in de jaren daarna? |
139 | Welk percentage van het huidige budget van 56 miljoen euro voor de aanpak van funderingsschade wordt aangewend voor onderzoek en innovatie op dit gebied? |
140 | Wat is de stand van zaken met het oprichten van een landelijk informatiepunt funderingsproblematiek? Welke data is hiervoor beschikbaar? Op welk niveau wordt de toegankelijkheid van het informatiepunt georganiseerd? |
141 | Hoe ziet de kostenverdeling voor de aanpak van funderingsproblematiek tussen het Rijk, de provincies en de gemeenten er op dit moment uit? |
142 | In hoeverre is er in de huidige incidentele middelen begeleiding en compensatie voorzien voor mensen die te maken hebben met schade als gevolg van bodemdaling? |