[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over het uitspreken van een voorkeur voor een presidentskandidaat door een Nederlandse universiteit

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2024D36230, datum: 2024-10-02, bijgewerkt: 2024-10-07 15:38, versie: 3

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-144).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2024Z13536:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

144

Vraag van het lid Van Houwelingen (FVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het uitspreken van een voorkeur voor een presidentskandidaat door een Nederlandse universiteit (ingezonden 13 september 2024).

Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 2 oktober 2024).

Vraag 1

Vindt u het wenselijk/gepast als een Nederlandse universiteit (als universiteitsinstelling) een voorkeur uitspreekt voor een Amerikaanse presidentskandidaat?

Antwoord 1

Het is mij niet duidelijk of het hier een hypothetische vraag betreft of dat een dergelijke uitspraak is gedaan en zo ja, door wie en in welke context. In zijn algemeenheid kan ik aangeven dat we in Nederland vrijheid van meningsuiting, academische vrijheid en vrijheid van onderwijs kennen. Ook kan ik aangeven dat het in zijn algemeenheid niet tot mijn stelselverantwoordelijkheid behoort om de door u aangevoerde uitspraken van een college van bestuur van een universiteit op wenselijkheid of gepastheid te beoordelen. De raad van toezicht van een universiteit houdt toezicht op de uitvoering van werkzaamheden en de uitoefening van bevoegdheden door het college van bestuur van een universiteit. Ik verwacht wel dat een college van bestuur er in elk geval op is gericht om op een inclusieve manier een academisch, open debat en dialoog te stimuleren, waarbij ruimte bestaat voor tegengestelde opvattingen.