[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde Agenda JBZ-Raad van 10 en 11 oktober 2024

JBZ-Raad

Brief regering

Nummer: 2024D36238, datum: 2024-10-02, bijgewerkt: 2024-11-13 16:33, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32317-890).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32317 -890 JBZ-Raad.

Onderdeel van zaak 2024Z14835:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

32 317 JBZ-Raad

Nr. 890 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN DE MINISTER VAN ASIEL EN MIGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 oktober 2024

Hierbij bieden wij uw Kamer, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de geannoteerde agenda aan van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ-Raad) op 10 en 11 oktober 2024 in Luxemburg. De Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister van Asiel en Migratie en de Staatssecretaris Rechtsbescherming zullen hier aan deelnemen.

Ook informeren wij uw Kamer over de ontwikkelingen rond de JBZ-strategische richtsnoeren en de kabinetsinzet op terugkeer.

JBZ-strategische richtsnoeren

Het Hongaarse voorzitterschap is voornemens om strategische richtsnoeren op te stellen over de meerjarige Justitie- en Binnenlandse Zakensamenwerking in de EU. Tijdens de informele JBZ-Raad van 22–23 juli jl. (Kamerstuk 32 317, nr. 888) vond hierover een eerste bespreking op ministersniveau plaats. Het kabinet heeft uw Kamer hierover in de geannoteerde agenda en verslag van deze informele Raad geïnformeerd.1

De afgelopen periode is in Brussel over deze strategische richtsnoeren onderhandeld. De Nederlandse inzet blijft conform de JenV en AenM prioriteiten zoals uiteengezet in de non-papers met inzet voor de nieuwe Commissieperiode 2024–2029.2 Zo zal het kabinet zo lang Nederland geen opt-out heeft de noodzaak blijven benadrukken voor spoedige en juiste implementatie van het Asiel- en Migratiepact, ambitieuze brede migratiepartnerschappen om irreguliere migratie tegen te gaan en de bevordering van terugkeer. Ook blijft het kabinet inzetten op versterkte Europese samenwerking in de strijd tegen de zware georganiseerde criminaliteit, waarbij aandacht wordt gevraagd voor de bestuurlijke aanpak en het tegengaan van voortgezet crimineel handelen in detentie. Tot slot benadrukt Nederland in deze onderhandelingen in Brussel dat de rechtsstaat een essentieel fundament is voor het functioneren van de EU en de grensoverschrijdende samenwerking op tal van gebieden en in verschillende vormen.3 Het is van groot belang dit in de JBZ-strategische richtsnoeren op te nemen, aangezien deze richtinggevend zullen zijn voor de ontwikkeling van EU beleid op dit terrein in de komende jaren. Een meerderheid van de lidstaten kan zich in deze inzet vinden. Het is op het moment van schrijven nog onduidelijk op welk moment de JBZ-strategische richtsnoeren worden vastgesteld. Het kabinet zal uw Kamer daarover tijdig informeren.

Terugkeerinitiatief (non-paper)

Binnen de EU loopt het kabinet voorop om steun te krijgen voor wijziging van de Terugkeerrichtlijn. Om de Nederlandse prioriteiten ten aanzien van het verbeteren van de Europese wet- en regelgeving op terugkeer zoveel mogelijk te laten landen in de beleidsagenda van de nieuwe Commissie, hebben Nederland en Oostenrijk, gesteund door andere lidstaten, een non-paper opgesteld (zie bijlage). Dit non-paper roept de Commissie op om snel aan de slag te gaan met nieuwe wetgeving op het gebied van terugkeer. Dit is conform de toezegging van de premier aan het lid Bontenbal (CDA) tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen op 18 september jl. Bij deze wetgeving moeten de plichten die rusten op vreemdelingen die de EU verlaten en de consequenties en sancties bij het niet meewerken aan terugkeer centraal staan. Daarnaast doet Nederland met de gelijkgezinde lidstaten in het non-paper voorstellen om procedures – met inachtneming van waarborgen voor fundamentele rechten – simpeler, efficiënter en doeltreffender in te richten.

Bijvoorbeeld door het creëren van nieuwe bewaringsgrondslagen voor vreemdelingen die een gevaar vormen voor de openbare orde of de nationale veiligheid. Ook roepen de lidstaten de Commissie op juridische ruimte te creëren voor out-of-the-box terugkeersamenwerkingen met derde landen, waarvan een terugkeerhub een voorbeeld zou kunnen zijn. Met deze kernboodschap geeft het kabinet samen met gelijkgezinde lidstaten richting aan de vernieuwing van het Europese terugkeerbeleid. Het kabinet zal dat ook tijdens de aanstaande JBZ-Raad doen (zie geannoteerde agenda).

De Minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
T.H.D. Struycken

De Minister van Asiel en Migratie,
M.H.M. Faber-van de Klashorst

Geannoteerde agenda van de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 10 en 11 oktober 2024

I. Binnenlandse Zaken

1. Staat van het Schengengebied

a) Schengenbarometer
b) Uitvoering van de prioriteiten voor de Schengenraadscyclus 2024–2025

= Gedachtewisseling

In de Schengenraad zullen de lidstaten op basis van de nieuwste versie van de Schengenbarometer en een discussienotitie van het Voorzitterschap van gedachten wisselen over de algemene staat van het Schengengebied. Deze bespreking is onderdeel van de jaarlijkse Schengencyclus. De Schengenbarometer, opgesteld door de Europese Commissie (Commissie), brengt op alle onderdelen van het Schengenacquis de meest in het oog springende ontwikkelingen, trends en risico’s in kaart. Een belangrijke ontwikkeling die uit de barometer naar voren komt, is dat er tussen januari en juli 2024 ten opzichte van dezelfde periode in 2023 een afname van irreguliere (buiten)grensoverschrijdingen van 36% was in het hele Schengengebied. De daling is sterk op de routes in het centrale Middellandse Zeegebied en de Westelijke Balkan. De irreguliere aankomsten nemen wel toe op de routes langs de Oostelijke Middellandse zee en de Atlantische oceaan, maar over het geheel bezien is er sprake van een daling. De daling wordt deels verklaard door de verbeterde samenwerking met relevante derde landen en de partnerschapovereenkomsten die zijn afgesloten door de EU. Hoewel het aantal irreguliere aankomsten is gedaald, blijft op basis van indicatoren en data van onder andere het Europees Asielagentschap en Frontex het aantal secundaire migratiebewegingen hoog. Het aantal Dublinoverdrachten is wel toegenomen. Ook is er sprake van een voorzichtige toename van het aantal ten uitvoering gebrachte terugkeerbesluiten in de eerste helft van 2024 (een stijging van13%) vergeleken met de eerste helft van vorig jaar, al blijft daar nog veel werk te doen. Ook neemt de ondersteuning van Frontex bij terugkeer toe.

In juni 2024 bereikte de Schengenraad overeenstemming over zijn beleidsprioriteiten voor de cyclus van de Schengenraad 2024–2025.4

Het definitieve discussiestuk van het Hongaarse voorzitterschap is nog niet ontvangen. Wel heeft het Voorzitterschap aangekondigd de discussie in de JBZ-Raad te willen focussen op de eerste van de drie prioriteiten: versterking buitengrenzen en digitalisering van grensbeheersystemen.

Het kabinet verwelkomt de discussie over buitengrensbeheer. Voor het kabinet is het versterken van de Europese buitengrens een prioriteit om grip te houden wie het Schengengebied binnenkomt en secundaire migratie binnen Europa tegen te gaan. Het kabinet hecht eraan binnen de JBZ-Raad te spreken over concrete acties om buitengrensbeheer te versterken. Het is daarbij belangrijk dat in de Schengenraad een open en eerlijk debat plaats kan vinden over tekortkomingen of kwetsbaarheden aan de buitengrenzen. Voor de komende periode zal de implementatie van het Asiel en Migratiepact, en in het bijzonder het opzetten van de screening- en asielgrensprocedures, essentieel zijn voor het garanderen van een robuuste buitengrens. Het kabinet zal dit dan ook benadrukken, inclusief de ondersteuning die Frontex kan bieden aan lidstaten. Verder is ook effectieve samenwerking met omringende landen essentieel, om daarmee bijvoorbeeld de daling van het aantal irreguliere migratiebewegingen op de Centraal Mediterrane route te bestendigen. Nederland steunt dan ook de inzet van het Voorzitterschap om in te zetten op verdere samenwerking met derde landen en acties uit te voeren in het kader van reeds bestaande overeenkomsten. Tot slot is het kabinet voornemens aandacht te vragen voor het wegnemen van de beperkingen rondom het delen van operationele data tussen Europol en Frontex, om zo grensoverschrijdende criminaliteit en migrantensmokkel beter te kunnen aanpakken.

De verwachting is dat de lidstaten de agendering van deze prioriteit op de Schengenraad zullen steunen, en zullen ingaan op de mogelijke vervolgacties. Naar verwachting zullen meerdere lidstaten aandacht vragen voor de implementatie van het migratie- en asielpact, de ondersteuning door Frontex en de aanpak van instrumentalisering van migranten door vijandelijke (statelijke) actoren.

c) Interoperabiliteit

= Stand van zaken

Naar verwachting informeren de Commissie en het Voorzitterschap de JBZ-Raad over de stand van zaken van de implementatie van de roadmap5 en in het bijzonder de voortgang van de implementatie van het Entry/Exit Systeem (EES) en het Europees Systeem voor Reisinformatie en -autorisatie (ETIAS). Met betrekking tot de implementatie van het EES zal de uitkomst van de gereedheidsverklaringen van de lidstaten waarschijnlijk aan de orde komen. De Commissie heeft aangegeven dat de beoogde datum voor inwerkingtreding van het EES 10 november 2024 is. De lidstaten moesten uiterlijk begin september hun gereedheid aan de Commissie doorgeven.

Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, heeft aangegeven dat gereed melden momenteel niet aan de orde is, onder andere omdat het centrale systeem waarop het EES draait nog niet stabiel genoeg werkt. Deze lidstaten stellen dat na de totstandbrenging van een stabiel centraal systeem, ook voldoende testtijd nodig is voordat het verantwoord is om in operatie te gaan. Bij initiële nationale testen werden al enkele technische blokkeringen geconstateerd, die zo snel als mogelijk worden opgelost. Over het voorgaande voert Nederland samen met andere lidstaten het gesprek met de Commissie en eu-LISA, het Europese IT-agentschap, om te bepalen hoe en wanneer zij zich gereed kunnen melden.

Het kabinet hecht groot belang aan de implementatie van de (nieuwe) Europese informatiesystemen op het gebied van grenzen en interne veiligheid, waaronder het EES. Nederland heeft daarbij wel steeds aandacht gevraagd voor het belang dat er na oplevering van de stabiele centrale EU-systemen voldoende tijd is voor nationale implementatie-activiteiten. Het is aan de Commissie om vast te stellen wat het ontbreken van diverse gereedheidsverklaringen betekent voor de beoogde inwerkingtreding in het najaar. Naar verwachting schetsen de Commissie en het Voorzitterschap tijdens de JBZ-Raad een weg voorwaarts. Dit lidstaten zullen dit aanhoren.

2. Verbetering van de effectiviteit van het EU-terugkeerbeleid

= Gedachtewisseling

Het Voorzitterschap is de afgelopen maand een strategische discussie gestart over het inrichten van een effectiever terugkeerbeleid om meer terugkeer vanuit de EU te effectueren. De verwachting is dat de beleidsdiscussie in de JBZ-Raad hierop voortborduurt.

Volgens het Voorzitterschap is terugkeer vanuit de EU essentieel voor het verminderen van irreguliere migratie, het tegengaan van instrumentaliseren en het goed functioneren van het Schengengebied. Het Voorzitterschap geeft aan dat ondanks een voorzichtige stijging in de EU-terugkeercijfers afgelopen half jaar, dit nog niet toereikend is voor het halen van deze doelstellingen. Tijdens de strategische discussie benoemde het Voorzitterschap de noodzaak tot het herzien van de terugkeerrichtlijn. Het Voorzitterschap agendeerde vier hoofdthema’s: 1) innovatieve elementen in toekomstig terugkeerbeleid, 2) terugkeer van vertrekplichtige vreemdelingen die een gevaar vormen van de nationale veiligheid, openbare orde of die veroordeeld zijn voor een misdrijf, 3) het ondersteunen van landen buiten de EU bij terugkeer, 4) het inzetten van andere beleidsvelden zowel in een positieve partnerschap benadering als voor het nemen van maatregelen om de terugkeersamenwerking met derde landen buiten de unie te verbeteren. Naar verwachting bouwt de discussie in de JBZ-Raad hierop voort, en wordt gereflecteerd op hoe efficiënter gebruik te maken van de bestaande instrumenten waarover de EU beschikt, en te reflecteren op de noodzaak tot aanpassingen van het wettelijk kader.

Voor het kabinet is het bevorderen van terugkeer vanuit de EU een prioriteit, om grip te houden op wie er in het Schengengebied verblijft en om irreguliere migratie richting de EU tegen te gaan. Het kabinet verwelkomt dan ook de Raadsdiscussie en deelt het beeld van het Voorzitterschap dat het noodzakelijk is om zowel beleid, wet- en regelgeving binnen de EU te verbeteren. Het kabinet deelt het beeld van het Voorzitterschap dat er extra inspanning nodig is om vertrekplichtige vreemdelingen die zijn veroordeeld voor ernstige misdrijven of een gevaar vormen voor de openbare orde of nationale veiligheid zo snel als mogelijk uit te kunnen zetten. Daarnaast verwelkomt het kabinet de discussie over het verbeteren van de terugkeersamenwerking met derde landen, inclusief via het aangaan en versterken van brede partnerschappen. Indien een positieve benadering richting derde landen niet leidt tot een verbetering van de terugkeersamenwerking, is het kabinet van mening dat er gekeken moet worden naar het nemen van maatregelen, zoals het nemen van visummaatregelen in het kader van artikel 25bis van de Visumcode. Het kabinet zet zich er ook voor in om in de herziening van het Algemeen Preferentieel Stelsel – een voorwaardelijk handelsstelsel waarmee de EU tariefpreferenties voor import aanbiedt aan bepaalde ontwikkelingslanden – een koppeling op te nemen met terugkeersamenwerking.

In eerdere discussies toonden lidstaten zich eensgezind dat het beleid op terugkeer moet worden aangescherpt. Ook was er brede overeenstemming over een intensievere inzet op het verbeteren van de terugkeersamenwerking met derde landen.

3. De volledige toepassing van het Schengenacquis in Bulgarije en Roemenië

= Stand van zaken

In december 2023 heeft de JBZ-Raad unaniem besloten tot de gefaseerde toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis in Bulgarije en Roemenië (ook wel: Schengentoetreding). De JBZ-Raad besloot tot het opheffen van de binnengrenscontroles aan de lucht- en zeegrenzen met Bulgarije en Roemenië. Dit is op 31 maart jl. in werking getreden. Oostenrijk, Roemenië en Bulgarije hebben, in aanloop naar het besluit van december 2023, samen met de Commissie een gezamenlijke verklaring afgelegd waarin zij zich committeren aan het voortzetten van de inzet om irreguliere migratie tegen te gaan, inclusief aanvullende maatregelen om het buitengrensbeheer door Bulgarije en Roemenië verder te versterken de komende tijd. De JBZ-Raad zal op een later moment besluiten over de opheffing van personencontroles aan de landgrenzen. Naar verwachting zullen de betrokken lidstaten, het Voorzitterschap en de Commissie de stand van zaken rondom implementatie van de verklaring toelichten. Er is geen nadere discussie of besluitvorming voorzien en het kabinet zal de informatie aanhoren.

4. Verordening ter voorkoming en bestrijding van seksueel misbruik van kinderen

= Gedeeltelijke algemene oriëntatie

Het voorstel voor de verordening tot vaststelling van regels ter voorkoming en bestrijding van seksueel misbruik van kinderen (CSA-verordening) is op 11 mei 2022 gepubliceerd. Op 17 juni 2022 is uw Kamer met een BNC-fiche geïnformeerd over de CSA-verordening.6

Uw Kamer is bij brief van 1 oktober jl. apart en uitgebreid geïnformeerd over het kabinetsstandpunt inzake een compromisvoorstel, dat in september door het Hongaars voorzitterschap werd gepresenteerd.7 Nederland heeft besloten zich te onthouden van het innemen van een positie en dit actief kenbaar te maken. Nederland zal daarmee worden gerekend tot de landen die de algemene oriëntatie niet steunen. Het compromisvoorstel is van de agenda van het Comité van permanente vertegenwoordigers (Coreper) van 2 oktober 2024 gehaald. Op dit moment is het de verwachting dat het compromisvoorstel tijdens de JBZ-Raad besproken zal worden.

5. De gevolgen van externe conflicten en implicaties voor de EU

= Gedachtewisseling

Onder dit agendapunt discussieert de JBZ-Raad naar verwachting over de gevolgen van externe conflicten, zoals de Russische agressie tegen Oekraïne en de situatie in het Midden-Oosten, voor de interne veiligheid van de EU. Op het moment van schrijven zijn er nog geen onderliggende documenten beschikbaar. Vermoedelijk zal de discussie voorbouwen op eerdere besprekingen in de JBZ-Raad, waarin de interne veiligheid centraal stond.

De voortdurende oorlog tegen Oekraïne brengt op middellange en lange termijn risico’s met zich mee voor de veiligheid van de EU. Op dit moment zijn de directe gevolgen voor de nationale veiligheid van Nederland beperkt en zijn maatschappij ontwrichtende gevolgen van de oorlog in ons land niet aan de orde geweest. Tegelijkertijd zien we een toename in destabiliserende acties gericht op Europese lidstaten en is het niet ondenkbaar dat de veiligheidssituatie in Europa de komende periode verslechtert. Het kabinet acht een gestructureerde EU-veiligheidsdialoog met Oekraïne van groot belang en deelt de focus op de vier prioritaire onderwerpen van die dialoog: de verspreiding van illegale wapens, grensveiligheid, extremisme en terrorisme, en de gerechtigheid en verantwoording voor internationale misdrijven. Daarnaast zet het kabinet in op versterking van maatschappelijke weerbaarheid, zowel nationaal als in NAVO- en EU-verband. Het kabinet informeert uw Kamer in het najaar nader over de nationale aanpak om de maatschappelijke weerbaarheid tegen militaire en hybride dreiging te versterken.

Naar verwachting zal ook de situatie in het Midden-Oosten aandacht krijgen, met name het conflict in de Gazastrook, en de daaropvolgende escalatie in Libanon. Hoewel de impact van dit conflict op het dreigingsniveau in Nederland momenteel eveneens beperkt is, blijft het kabinet waakzaam. De ontwikkelingen in het Midden-Oosten kunnen extremistische sentimenten versterken. De Nederlandse rechtshandhaving, inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de NCTV monitoren deze ontwikkelingen voortdurend om de veiligheid van Nederland te waarborgen.

Met het oog op het veranderende geopolitieke landschap onderstreept het kabinet het belang van een gecoördineerde en gezamenlijke EU-aanpak om de veiligheidsrisico’s die voortvloeien uit deze conflicten effectief aan te pakken.

6. De strijd tegen drugshandel en georganiseerde criminaliteit

= Stand van zaken

Naar verwachting zal het Voorzitterschap een stand van zaken geven van de prioriteiten op het gebied van georganiseerde criminaliteit aan de hand van het op 18 oktober 2023 gepubliceerde EU-stappenplan tegen drugssmokkel.8 Er is nog geen document beschikbaar.

De aanpak van georganiseerde drugscriminaliteit is een prioriteit van dit kabinet. In deze kabinetsperiode wordt het internationaal offensief tegen ondermijnende criminaliteit verder verstevigd en de samenwerking binnen de EU is een belangrijke deel hiervan.9 Het kabinet ondersteunt de EU-aanpak en blijft zich samen met de coalitie van zeven Europese landen tegen georganiseerde criminaliteit inzetten voor voldoende ambitie op EU niveau. Zodat er bijvoorbeeld binnen de Europese Havenalliantie (EU Ports Alliance) doeltreffend wordt gewerkt aan het gezamenlijk weerbaar maken van havens, om verplaatsingseffecten tegen te gaan. Weerbare logistieke knooppunten, het verstoren van criminele geldstromen en de bestuurlijke aanpak zijn drie van de Nederlandse prioriteiten binnen het EU-stappenplan, zoals uiteengezet in het non-paper over georganiseerde criminaliteit.10 Daarnaast zet het kabinet zowel bilateraal als samen met Europese bondgenoten in op een stevige, duurzame en gezamenlijke strategie samen met de bron-en transitlanden van cocaïne. Het kabinet zal de stand van zaken van het Voorzitterschap in de JBZ-Raad aanhoren.

7. Overige onderwerpen

a. Implementatie van hervormingen op het gebied van asiel en migratie

= Informatie van de Commissie

Naar verwachting geeft de Commissie een toelichting over de implementatie van het Asiel- en Migratiepact (Pact), conform het in juni gepresenteerde gezamenlijk implementatieplan (Common implementation plan). Zo lang Nederland geen opt-out heeft, hecht het kabinet zeer aan spoedige en juiste implementatie van het Pact, inclusief een stevig Europees gecoördineerd implementatietraject. De afspraken uit het Pact zullen immers enkel effectief zijn wanneer alle lidstaten eenduidig implementeren. Tijdens de JBZ-Raad zal waarschijnlijk geen uitgebreide discussie plaatsvinden. Op ambtelijk niveau wordt in EU-verband doorlopend over de implementatie doorgesproken.

b. Implementatie Verordening (EU) 2022/2065 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten (DSA): rapportageverplichting voor illegale inhoud

= Informatie van de Commissie

Naar verwachting zal de Commissie de JBZ-Raad informeren over de verplichtingen onder de Digital Services Act (DSA) met betrekking tot de rapportageplicht voor illegale inhoud. Er is geen discussie voorzien en het kabinet zal de informatievoorziening aanhoren.

c. Rekrutering van minderjarigen en jongeren voor criminaliteit via onlineplatforms

= Informatie van Zweden

Zweden zal aandacht vragen voor de rekrutering van minderjarigen en jongeren voor criminaliteit via onlineplatforms. Online rekrutering is een acuut punt van zorg geworden in Zweden. Zweden wenst een EU-aanpak om dit fenomeen aan te pakken. Ook het kabinet is voorstander van de preventie van jeugdcriminaliteit en zal het Zweedse voorstel bestuderen. Er is geen discussie voorzien.

d. Regionaal forum voor civiele bescherming (Vilnius, 6 september 2024)

= Informatie van Litouwen

Naar verwachting zal Litouwen terugblikken op het regionale forum voor civiele bescherming dat op 6 september heeft plaatsgevonden in Vilnius. Er is geen discussie voorzien.

e. EU-Westelijke Balkan ministerieel forum voor Justitie en Binnenlandse Zaken (Montenegro, 28–29 oktober 2024)

= Informatie van het Voorzitterschap

Het voorzitterschap informeert de JBZ-Raad bij dit agendapunt over het EU-Westelijke Balkan ministerieel forum voor Justitie en Binnenlandse Zaken dat op 28 en 29 oktober 2024 zal plaatsvinden. Het forum is een jaarlijkse bijeenkomst van het Voorzitterschap, de Commissie en de vertegenwoordigers van de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan, waarin zij hervormingen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken bespreken in het kader van het EU-toetredingsproces. Er wordt geen discussie voorzien en het kabinet zal de informatie aanhoren.

II. Justitie

1. De strijd tegen drugshandel en georganiseerde criminaliteit

= Stand van zaken

Ook op de Justitie-dag van de JBZ-Raad wordt een stand van zaken gegeven van de prioriteiten op het gebied van georganiseerde criminaliteit aan de hand van het op 18 oktober 2023 gepubliceerde EU-stappenplan tegen drugssmokkel.11 Hierbij zal het Voorzitterschap vermoedelijk de stappen die zijn gezet om de justitiesamenwerking met derde landen te versterken toelichten, en ingaan op de start van de werkzaamheden voor het gespecialiseerde OM-netwerk voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit.12 Het kabinet onderschrijft het belang van goede justitiële samenwerking om criminele netwerken aan te pakken en zal de informatievoorziening aanhoren.

2. Russische agressie tegen Oekraïne: strijd tegen straffeloosheid

= Stand van zaken

Het voorzitterschap zal de ontwikkelingen om straffeloosheid voor internationale misdrijven in Oekraïne tegen te gaan toelichten. Op het moment van schrijven zijn er nog geen onderliggende documenten beschikbaar.

Het kabinet hecht groot belang aan de opsporing, vervolging, uiteindelijk berechting en compensatie van internationale misdrijven begaan in Oekraïne en zet hier in Europees en internationaal verband actief op in. Op 5 september jl. heeft de Minister van Justitie en Veiligheid deelgenomen aan een accountabilityconferentie van de Raad van Europa in Vilnius. Tijdens de conferentie is een politieke verklaring aangenomen over het gezamenlijk werken naar de oprichting van een tribunaal voor de vervolging van het misdrijf van agressie in de context van accountability voor internationale misdrijven begaan in en tegen Oekraïne. Het kabinet heeft daarbij aandacht gevraagd voor de rol van Nederland als gastland van het nog op te richten tribunaal. Hiernaast wordt gewerkt aan de oprichting van de Claimscommissie, een tweede stap naar een volledig compensatiemechanisme, volgend op het recent opgerichte Schaderegister voor Oekraïne. De Claimscommissie zal ingediende schadeclaims moeten beoordelen en schadevergoeding toewijzen. Het kabinet acht het van belang om hier in EU-verband gezamenlijk op in te zetten.

Er wordt geen discussie in de JBZ-Raad voorzien en het kabinet zal kennis nemen van de stand van zaken.

3. Het bevorderen van de toegang tot het recht in de context van de rechtsstaat en het concurrentievermogen

= Gedachtewisseling

Op het moment van schrijven is er nog geen nadere duiding over de inhoud dit agendapunt.

Het beschermen en versterken van de rechtsstaat is voor het kabinet een prioriteit. Het bevorderen van toegang tot het recht is een belangrijk voorwaarde voor een sterke rechtsstaat en essentieel om de rechtsbescherming van burgers en bedrijven te garanderen. Het is belangrijk dat de burger hierbij centraal wordt gesteld (het concept van people-centred justice). Dit zal uiteindelijk niet alleen het rechtssysteem als geheel versterken, maar ook het vertrouwen tussen de bevolking en de overheid. Dit standpunt zal het kabinet krachtig blijven uitdragen en daar ook aandacht voor vragen tijdens de JBZ-Raad.

Het kabinet onderkent tevens de link tussen het concurrentievermogen en de rechtsstaat, vanwege de directe en duidelijke gevolgen die de rechtsstaat heeft voor de EU interne markt. Rechtsstatelijke gebreken kunnen de interne markt negatief beïnvloeden. Andersom kan een sterke rechtsstaat deze juist verbeteren. Vanuit het perspectief van de rechtsstaat zijn rechtszekerheid en rechtsbescherming voor zowel burgers als bedrijven essentieel. In dat licht streeft het kabinet er naar dat wetgeving een duidelijke toegevoegde waarde heeft en tegemoet komt aan praktische behoeftes van burgers en bedrijven. Dit sluit goed aan bij het concept van people-centred justice.

4. Strijd tegen racisme: verslag over de implementatie van het actieplan tegen racisme

= Gedachtewisseling

De JBZ-Raad zal van gedachten wisselen over de implementatie van het actieplan tegen racisme 2020–2025. Het actieplan is opgesteld om de aanpak van racisme en discriminatie zowel in de lidstaten als binnen de Europese instellingen zelf, te versterken. Iedereen in de EU moet kunnen genieten van zijn grondrechten en fundamentele vrijheden en gelijke deelname aan de samenleving, ongeacht ras of etnische afstamming. Dit plan spoort lidstaten aan om nationale actieplannen tegen racisme en discriminatie te ontwikkelen. Uw Kamer is op 6 november 2020 middels een BNC-fiche geïnformeerd over dit actieplan.13

Onlangs publiceerde de Commissie een verslag over de implementatie van het actieplan tegen racisme.14 In dit verslag wijst de Commissie op het belang van het tegengaan van discriminatie bij de uitvoering van overheidsgezag. Een gebrek aan vertrouwen in de uitvoering neemt toe als sprake is van discriminerende vooroordelen van uitvoerders van overheidsgezag. Volgens de Commissie is het onderkennen van diversiteit en het garanderen van fundamentele rechten door de overheid essentieel in het tegengaan van racisme.

Op het terrein van werk, onderwijs en huisvesting wijst de Commissie erop dat de kwaliteit van leven van etnische minderheden de laatste jaren niet is verbeterd. Het is volgens de Commissie van essentieel belang dat beleid en programma’s die zien op sociale inclusie etnische minderheden betrekken en bereiken en de toegankelijkheid tot algemeen toegankelijke diensten bevorderen.

Voor het kabinet is de aanpak van racisme en discriminatie een prioriteit. De inhoud van de Rijksbrede aanpak van racisme is onderdeel van het nationaal programma tegen discriminatie en racisme, dat tot stand komt onder coördinatie van de Nationaal Coördinator tegen discriminatie en racisme (NCDR). Tijdens de JBZ-Raad zal het kabinet benadrukken dat de vraagstukken van discriminatie en racisme – voor wat betreft kennisopbouw, de online dimensie, de interne EU-afstemming en het externe optreden van de Unie – een discussie op het Europese niveau rechtvaardigen. Het kabinet verwelkomt dan ook de discussie hierover in de JBZ-Raad.

5. Overige onderwerpen

a. Strijd tegen antisemitisme: ontwikkelingen op het gebied van de bestrijding van antisemitisme

= Informatie van het Voorzitterschap en de Commissie

Naar verwachting zullen het Voorzitterschap en de Commissie de Raad informeren over de ontwikkelingen met betrekking tot het bestrijden van antisemitisme. Zo is in 2023 een EU-strategie geïntroduceerd voor de bestrijding van antisemitisme, die nadruk legt op preventie, bescherming van joodse gemeenschappen en bevordering van holocausteducatie. Hierna hebben meerdere lidstaten zelf nationale strategieën geïntroduceerd. Dit najaar stelt de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB), onder verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie en Veiligheid, een nationale strategie voor de versterking van de aanpak van antisemitisme op.

b. Jaarverslag 2024 over de toepassing van het Handvest van de grondrechten

= Informatie van de Commissie

Jaarlijks brengt de Commissie een rapport uit over de toepassing van het EU-Handvest van de grondrechten. Sinds 2021, als gevolg van het aannemen van de strategie ter versterking van de toepassing van het Handvest, richt dit jaarverslag zich jaarlijks op een thema. In 2021 was dit thema de bescherming van grondrechten in het digitale tijdperk, in 2022 de ruimte voor het maatschappelijk middenveld, en in 2023 was dit effectieve rechtsbescherming en toegang tot de rechter.

De Commissie zal de lidstaten tijdens de JBZ-Raad informeren over het 2024-rapport, dat nog moet uitkomen. Het thema van dit rapport is op het moment van schrijven nog niet bekend. Het kabinet is van mening dat de Handvestrapporten een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de discussie over de naleving van grondrechten binnen de Europese Unie. Het kabinet zal de informatievoorziening van de Commissie aanhoren.

c. Toetreding van de EU tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens

= Informatie van het Voorzitterschap

Naar verwachting zal het Voorzitterschap de laatste stand van zaken toelichten over de toetreding van de EU tot het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM). Er wordt geen discussie voorzien bij dit agendapunt.

Vorig jaar is na meer dan twee jaar onderhandelen een voorlopig akkoord op bereikt over de toetreding van de EU tot het EVRM. Het kabinet heeft zich er hard voor gemaakt om dit voorlopig akkoord te realiseren. Om tot een finaal akkoord te komen en toetreding van de EU tot het EVRM te realiseren, moet EU-intern een oplossing voor het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid bezwaar (GBVB-bezwaar) worden gevonden. Het zogeheten GBVB-bezwaar is nog het laatste resterende bezwaar van het Europese Hof van Justitie (EU-Hof) om toetreding mogelijk te maken en houdt, kort samengevat, in dat het bezwaarlijk zou zijn als het EHRM, na toetreding van de EU tot het EVRM, rechtsmacht krijgt over mensenrechtenschendingen op GBVB-terrein terwijl het, naar de toenmalige stand van de jurisprudentie, onduidelijk was of EU-Hof daarover rechtsmacht zou hebben.

Op 10 september heeft het EU-Hof uitspraak gedaan in een zaak waarvan de uitkomst een rol speelt bij het vinden van een oplossing voor dit GBVB-bezwaar. Hoewel het EU-Hof de door onder andere Nederland uiteengezette lijn niet volgt, komt het alsnog tot de conclusie dat het in de betreffende zaak bevoegd is. Daarbij verduidelijkt het EU-Hof zijn bevoegdheid ten aanzien van GBVB-handelingen en stelt het dat het EU-rechtelijk kader van rechtsbescherming ten aanzien van het GBVB voldoet aan de minimumnormen zoals neergelegd in het EVRM. Nederland bestudeert de uitspraak en de gevolgen daarvan voor de toetreding van de EU tot het EVRM. Parallel daaraan wordt op Raadswerkgroepniveau verder gewerkt aan de interne regels die nodig zijn om de toetreding van de EU tot het EVRM te bewerkstelligen.

Het kabinet zal de informatievoorziening van het Voorzitterschap aanhoren.

d. Rechtsstaatrapport 2024

= Informatie van Slowakije

Naar verwachting zal Slowakije zijn kritiek uiten over het EU rechtsstaatrapport 2024 en daarbij verwijzen naar de door de Commissie toegepaste methodologie op het Slowaakse landenhoofdstuk van het rapport en de objectiviteit van de Commissie. Er is geen discussie voorzien. Het kabinet steunt het rapport van de Commissie en verwelkomt de aanbevelingen. Uw Kamer is op 23 september jl. geïnformeerd over de horizontale deel van het rechtsstaatrapport.15

e. EU-VS onderhandelingen inzake e-evidence

= Informatie van de Commissie

De Commissie zal toelichting geven over de onderhandelingen tussen de EU en de VS over grensoverschrijdende toegang tot elektronisch bewijs voor justitiële samenwerking in strafzaken (e-evidence) die op 7 en 8 oktober a.s. te Washington plaatsvinden. Onderwerp van discussie tijdens deze onderhandelingsronde zijn onder andere de reikwijdte van de overeenkomst, de waarborgen en rol en verantwoordelijkheden van betrokken autoriteiten. De lidstaten zullen de toelichting van de Commissie aanhoren.

f. EU-Westelijke Balkan Ministerieel forum Justitie en Binnenlandse Zaken (Montenegro, 28–29 oktober 2024)

= Informatie van het Voorzitterschap

Het Voorzitterschap zal de JBZ-Raad, ook op de Justitie-dag, informeren over het EU-Westelijke Balkan ministerieel forum voor Justitie en Binnenlandse Zaken dat op 28 en 29 oktober 2024 plaatsvindt.


  1. Zie de geannoteerde agenda bij de JBZ-Raad van 22–23 juli, Kamerstukken II, 2023–24, 32 317 nr. 884 en het verslag in Kamerstukken II, 2023–24, 32 317, nr. 888.↩︎

  2. Zie de non-papers gedeeld met de geannoteerde agenda bij de JBZ-Raad van 4 en 5 maart, Kamerstukken II, 2023–24, 32 317 nr. 872.↩︎

  3. Zie ook het non-paper Rule of Law, Kamerstukken II, 2023–24, 32 317 nr. 872.↩︎

  4. Zie verslag van de JBZ-Raad van 13–14 juni 2024, Kamerstukken II, 32 317, nr. 882.↩︎

  5. Vastgesteld tijdens de JBZ-Raad van 19–20 oktober 2023, zie Kamerstukken II, 2023–24, 32 317, nr. 861.↩︎

  6. Kamerstukken II, 2022–23, 22 112, nr. 3455.↩︎

  7. Kamerstukken II, 2024–25, 34 843, nr. 113↩︎

  8. Zie BNC-fiche van 8 november 2023 over het stappenplan, Kamerstukken II 2023–2024, 22 112, nr. 3842.↩︎

  9. Kamerstukken II 2024–25, 29 911, nr. 444.↩︎

  10. Kamerstukken II, 32 317, nr. 872, blg 1128838↩︎

  11. Zie BNC-fiche van 8 november 2023 over het stappenplan, Kamerstukken II 2023–2024, 22 112, nr. 3842.↩︎

  12. Zie Kamerstukken II, 2023–2024, 32 317, nr. 879↩︎

  13. Kamerstukken II, 2020–21, 22 112, nr. 2969.↩︎

  14. Het verslag van uitvoering van het actieplan is vindbaar op: 4968fa88-5350-48d9-bf36-abd3c0142aa8_en (europa.eu).↩︎

  15. Kamerstuk II, 2023–2034, 21 501-02, nr. 2932.↩︎