Antwoord op vragen van het lid Emiel van Dijk inzake het bericht ''Verdachten van mishandeling in zorgboerderij voorlopig op vrije voeten na blunder van justitie'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D37077, datum: 2024-10-07, bijgewerkt: 2024-10-10 14:45, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-184).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van zaak 2024Z12469:
- Gericht aan: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: E. (Emiel) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
184
Vragen van het lid Emiel van Dijk (PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Verdachten van mishandeling in zorgboerderij voorlopig op vrije voeten na blunder van justitie» (ingezonden 20 augustus 2024).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 7 oktober 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 2509.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht: «Verdachten van mishandeling in zorgboerderij voorlopig op vrije voeten na blunder van justitie»?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Kunt u uitleggen hoe een dergelijke blunder heeft kunnen plaats vinden?
Antwoord 2
Van het Openbaar Ministerie (hierna: OM) heb ik begrepen dat in deze zaak niet tijdig een vordering gevangenhouding is gedaan.
Op 18 juli 2024 heeft de rechtbank uitspraak gedaan in deze zaak en zijn beide verdachten veroordeeld tot een gevangenisstraf van ruim vijf jaar. Op het moment van de uitspraak waren de verdachten vrij, omdat de voorlopige hechtenis geschorst was. De rechtbank heeft deze schorsing opgeheven, hetgeen betekende dat de verdachten weer vastgezet moesten worden voor maximaal veertien dagen. Kort na de uitspraak zijn de verdachten daarop opnieuw aangehouden en vastgezet. De verdachten hebben daarna hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank. Nadat bovenstaande bewaringstermijn van maximaal veertien dagen was geëindigd, bleek bij het OM dat de termijn van veertien dagen was overschreden en de verdachten nog vast zaten. Het OM had tijdig de verlenging van de voorlopige hechtenis moeten vorderen, zodat de verdachten vast konden blijven zitten. Van het OM heb ik begrepen dat door foutieve registratie van de voorlopige hechtenis in de verschillende systemen, dit niet is gebeurd. Van het CJIB heb ik begrepen dat het CJIB het OM had moeten informeren over de aanhouding van de verdachten en het OM had moeten attenderen op het naderen van het einde van de bewaringstermijn van maximaal veertien dagen. Het OM heeft om deze redenen niet tijdig een vordering tot verlenging van de voorlopige hechtenis bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden gedaan. Het OM heeft dit na de constatering dat de bewaringstermijn van veertien dagen was afgelopen alsnog bij het gerechtshof gevorderd. Het gerechtshof heeft de vorderingen van het OM enkele dagen later echter afgewezen, waarna de verdachten voorlopig in vrijheid zijn gesteld. Deze invrijheidstelling ziet op de voorlopige hechtenis van de verdachten en staat los van de eventuele gevangenisstraf die het gerechtshof op een later moment zou kunnen opleggen.
Het OM en het CJIB nemen maatregelen om een dergelijke situatie in de toekomst te voorkomen, waar nodig wordt de Rechtspraak hierbij betrokken.
Vraag 3
Deelt u de mening dat dit soort situaties in de toekomst niet meer voor zouden moeten komen en dat degenen die deze knullige fouten bij het Openbaar Ministerie maken, beter ander werk zouden moeten zoeken?
Antwoord 3
Ik betreur deze gang van zaken en dit had niet zo gemoeten. Het OM heeft de oorzaak van het niet tijdig doen van de vordering gevangenhouding onderzocht en neemt maatregelen om dit in de toekomst te voorkomen.
Vraag 4
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de twee weerzinwekkende mannen, die lichamelijk en geestelijk beperkte mensen op hun «zorgboerderij» mishandelden en vernederden, zo snel mogelijk weer achter slot en grendel verdwijnen?
Antwoord 4
Het is aan het OM om te bepalen of er vorderingen tot gevangenneming dan wel gevangenhouding bij het gerechtshof worden ingediend. Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 2, heeft het OM die vorderingen na constatering ingediend bij het gerechtshof en zijn deze door het gerechtshof afgewezen. Ik treed als Minister van Justitie en Veiligheid niet in de beslissing van het gerechtshof.
Provinciale Zeeuwse Courant, 19 augustus 2024, «Verdachten van mishandeling in zorgboerderij voorlopig op vrije voeten na blunder van justitie», www.pzc.nl/binnenland/verdachten-van-mishandeling-in-zorgboerderij-voorlopig-op-vrije-voeten-na-blunder-van-justitie~a30ebacc/↩︎