[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

Reactie op rapport Artsen zonder Grenzen ‘Behind the Wire; Impact of State containment and exclusion strategies on the Rohingya

Mensenrechten in het buitenlands beleid

Brief regering

Nummer: 2024D37286, datum: 2024-10-08, bijgewerkt: 2024-10-14 08:56, versie: 2

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32735 -399 Mensenrechten in het buitenlands beleid.

Onderdeel van zaak 2024Z15299:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


32735 Mensenrechten in het buitenlands beleid

Nr. 399 Brief van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 oktober 2024

Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, de reactie aan op het rapport van Artsen Zonder Grenzen, getiteld ‘Behind the Wire; Impact of State containment and exclusion strategies on the Rohingya’ zoals verzocht door uw vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp op 26 september jl.

Context en bevindingen rapport ‘Behind the Wire’

In 2017 vond een ernstige escalatie van geweld in Rakhine State in Myanmar plaats waarbij ruim 700.000 Rohingya door de veiligheidstroepen van Myanmar werden verdreven en gedwongen naar Bangladesh te vluchten. Daarbij zijn zeer ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd, zoals wordt gedocumenteerd in rapporten van onder andere de VN Independent International Fact-Finding Mission on Myanmar en diverse gezaghebbende ngo’s.

In Myanmar wonen de meeste Rohingya in vluchtelingenkampen, waar ze gedwongen worden te verblijven zonder bewegingsvrijheid. De recente gevechten in Rakhine State hebben hun situatie verder verslechterd, wat onder andere heeft geleid tot de komst van 18.000 extra Rohingya naar Bangladesh. Het merendeel van de Rohingya-gemeenschap bevindt zich inmiddels buiten Myanmar; sinds 2017 leven meer dan 1 miljoen van hen in overvolle vluchtelingenkampen in Bangladesh zonder bewegingsvrijheid en afhankelijk van humanitaire hulp. Nederland blijft waardering uitspreken voor de inspanningen van regering van Bangladesh om de Rohingya-vluchtelingen op te vangen. De huidige interim-regering van Bangladesh heeft de internationale gemeenschap verzocht om steun bij de opvang van de vluchtelingen en hun uiteindelijke terugkeer naar Rakhine State.

Ik heb kennis genomen van het rapport van Artsen Zonder Grenzen en deel de zorgen van het rapport dat de situatie van de Rohingya-gemeenschap verslechtert en dat een groot deel van de Rohingya gemarginaliseerd wordt en zich niet vrij kan bewegen.

Graag informeer ik u wat Nederland doet voor de Rohingya-gemeenschap. De Nederlandse inzet om de gemeenschap te ondersteunen is tweeledig: enerzijds door ondersteuning bij de opvang van Rohingya-vluchtelingen en anderzijds door actief te zijn op het tegengaan van straffeloosheid voor mensenrechtenschendingen ten aanzien van de Rohingya.

Humanitair- en ontwikkelingshulp

Nederland ondersteunt humanitaire partners die betrokken zijn bij de hulpverlening aan de Rohingya, zoals UNICEF, UNHCR, WFP en ICRC, met flexibele financiering. Daarnaast is Nederland een belangrijke donor van het VN-noodhulpfonds Central Emergency Response Fund (CERF), dat in 2023 USD 11 miljoen beschikbaar stelde voor de Rohingya. In 2024 heeft de Europese Commissie bovendien EUR 19,5 miljoen toegezegd voor humanitaire hulp aan de Rohingya.

Nederland levert ook een bijdrage aan de International Development Association (IDA), onderdeel van de Wereldbank, die in april USD 700 miljoen vrijmaakte voor Rohingya-vluchtelingen en gastgemeenschappen in Bangladesh. Deze middelen zijn vooral gericht op het versterken van de weerbaarheid, voeding en gezondheidszorg. Daarnaast ondersteunt Nederland momenteel twee projecten in Cox's Bazar, Bangladesh, specifiek gericht op de Rohingya-vluchtelingen en de gastgemeenschappen. Het eerste project, in samenwerking met de International Organization for Migration (IOM), heeft als doel de leefomstandigheden te verbeteren en beschikt over een budget van EUR 7,5 miljoen. Het tweede project, in samenwerking met de International Labour Organization (ILO) en de Food and Agriculture Organization (FAO), richt zich op het vergroten van arbeidskansen voor jongeren in de gastgemeenschappen en het bieden van opleidingen aan de vluchtelingengemeenschap, met een budget van EUR 2,2 miljoen.

Diplomatie en gerechtigheid

Nederland zet zich politiek en diplomatiek in om het conflict in Myanmar te beëindigen en vrijwillige en veilige terugkeer van de Rohingya-vluchtelingen naar Rakhine mogelijk te maken. Ook pleit Nederland bij de buurlanden voor betere bescherming en integratie van Rohingya-vluchtelingen. Nederland zet zich ook in EU- en VN-verband in. Zo bepleit Nederland in de VN Mensenrechtenraad de repatriëring van Rohingya, maar pas als aan voorwaarden wordt voldaan dat dit vrijwillig, veilig, waardig en duurzaam kan. Momenteel zijn deze voorwaarden niet aanwezig in Myanmar.

Daarnaast is Nederland actief in de strijd tegen straffeloosheid en het verkrijgen van gerechtigheid voor de slachtoffers. Dit gebeurt onder meer door in te zetten op bewijsgaring, inclusief steun aan het VN-bewijsgaringsmechanisme, het Independent Investigative Mechanism for Myanmar (IIMM), en te pleiten voor ongehinderde toegang tot Myanmar voor de VN-Speciale Rapporteur, de VN-Speciale Gezant en het IIMM.

Op 11 november 2019 is Gambia voor het Internationaal Gerechtshof (IGH) een rechtszaak gestart tegen Myanmar op grond van het Genocideverdrag. Op 15 november 2023 heeft Nederland (samen met Canada, Denemarken, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) bij het IGH een verklaring afgelegd die strekt tot interventie in de procedure tussen Gambia en Myanmar inzake de vermeende genocide op de Rohingya. Op 12 december 2023 is de Tweede Kamer hierover geïnformeerd.1 Deze interventie is grotendeels ontvankelijk verklaard. Als verdragspartijen bij het Genocideverdrag hebben deze landen de mogelijkheid hun zienswijze op de constructie van het verdrag in de procedure tussen Gambia en Myanmar kenbaar te maken. Het doen van een interventie maakt Nederland géén partij bij het geschil. De interveniërende landen beraden zich nu op de schriftelijke opmerkingen naar aanleiding van hun verklaring tot interventie.

Via de Europese Commissie wordt financiële ondersteuning gegeven op voor het verkrijgen van gerechtigheid, middels een financiering van EUR 1,5 miljoen aan Legal Action Worldwide, voor het documenteren en faciliteren van getuigenissen voor de zaak bij het IGH.

Nederland blijft zich inzetten voor de bescherming en ondersteuning van de Rohingya-gemeenschap, zowel humanitair als diplomatiek, en we zullen ons blijven inspannen voor een meer duurzame oplossing. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
R.J. Klever


  1. Kamerbrief over Interventie in zaak Internationaal Gerechtshof Gambia vs Myanmar | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎