Herziening EU Actieplan digitaal onderwijs 2021-2027
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Brief regering
Nummer: 2024D37406, datum: 2024-10-08, bijgewerkt: 2024-10-29 09:14, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22112-3965).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
- Beslisnota bij Herziening EU Actieplan digitaal onderwijs 2021-2027
- NL position paper mid-term evaluation DEAP 2021-2027
Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -3965 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.
Onderdeel van zaak 2024Z15339:
- Indiener: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Medeindiener: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-10-10 13:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-10-24 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-11-08 10:00: OJCS-raad d.d. 25 en 26 november 2024 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3965 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 oktober 2024
Het EU Actieplan digitaal onderwijs 2021–2027 (hierna «DEAP») is een actieprogramma van de Europese Commissie dat als doel heeft om onderwijs- en opleidingsstelsels van de EU-lidstaten te ondersteunen bij de digitale transitie en een Europese Onderwijsruimte1 te helpen realiseren. De Commissie heeft onlangs een uitvraag gedaan voor ideeën voor een tussentijdse actualisering van dit actieplan voor de resterende looptijd. Hierover is een Nederlands position paper opgesteld. Zoals gebruikelijk in het kader van de afspraken over informatievoorziening aan de Kamer sturen wij u hierbij een afschrift van deze reactie. Graag licht ik deze reactie hierna toe.
Nederlands standpunt DEAP in 2020
De Nederlandse reactie op het oorspronkelijke Actieplan uit 20202 was overwegend positief, met steun voor initiatieven zoals de «European Digital Education Hub», evidence-based policymaking en het gebruik van Erasmus+ voor het bevorderen van digitaal onderwijs. De focus op AI en data in het onderwijs, met aandacht voor publieke waarden en gegevensbeheer werd gesteund. Ook de ontwikkeling van een Europees kader voor gecertificeerde online content werd verwelkomd, mits daarin de nadruk zou liggen op het langs technische weg vergemakkelijken van de uitwisseling van leermiddelen (interoperabiliteit) en geen sprake zou zijn van inhoudelijke beoordeling van onderwijsinhoud op EU-niveau. Daarnaast werd geconstateerd dat er in de voorgestelde acties aandacht ontbrak voor de EdTech sector en er werd ook gepleit voor een strategie om technologische soevereiniteit en publieke waarden in Europa te waarborgen.
Nederlandse reactie consultatie 2024
In het position paper wordt opnieuw steun uitgesproken voor het Actieplan, gezien onder meer de bijdrage aan het bevorderen en beschermen van fundamentele en democratische waarden, en ook waardering voor de tot dusverre bereikte resultaten. Wel wordt er een aantal procesmatige en inhoudelijke verbeterpunten voorgesteld voor de resterende looptijd.
Procesmatig moet het DEAP rekening houden met de autonomie van onderwijsinstellingen en -professionals en toepasbaar zijn op alle onderwijssectoren, en moet minder nadruk liggen op interventies op individueel instellings- of lerarenniveau. Daarnaast moet er sterker worden ingezet op communicatie aan het onderwijsveld over het plan, en op meer synergie met Europese programma’s als Erasmus+, Horizon Europe en Digital Europe.
Inhoudelijk worden drie nieuwe prioriteiten bepleit. Ten eerste het waarborgen van publieke, fundamentele waarden in relatie tot digitalisering, en in het bijzonder privacy. Ten tweede het stimuleren van alternatieven voor Big Tech platforms in het onderwijs om een gelijk speelveld te creëren en meer autonomie voor onderwijsinstellingen te bewerkstelligen. En ten derde het aanpakken van standaardisatie op Europees niveau om te komen tot grensoverschrijdende interoperabiliteit tussen onderwijssystemen. Dit zijn drie onderling samenhangende onderwerpen waarvoor EU-samenwerking een duidelijke meerwaarde heeft ten opzichte van losse, nationale actieplannen. Voor het realiseren van een gelijk speelveld tussen leveranciers van digitaal onderwijs en een goed presterend Europees digitaal onderwijsecosysteem is het van groot belang dat onafhankelijke technische oplossingen en waardegedreven, open source digitale toepassingen voor het onderwijs worden gestimuleerd.
Daarnaast wordt er in het position paper ingezet op blijvende en verdiepende aandacht voor AI-ontwikkelingen en de impact daarvan op het onderwijsveld, in lijn met de Nederlandse inbreng in de OJCS Raad van 13 mei 20243.
Ook wordt er geconcludeerd dat het Nederlandse onderwijsveld de oprichting van de Digital Education Hub als de meest waardevolle actie uit het DEAP ziet. De Hub helpt onderwijsinstellingen en -professionals uit de Europese lidstaten om de digitale onderwijspraktijk te versterken. Zij kunnen er terecht voor advies over digitaal onderwijs, om goede voorbeelden te delen en om workshops, clinics en webinars te volgen. Vanuit Nederland is bijvoorbeeld SURF in de hub actief op het gebied van interoperabiliteit in het hoger onderwijs.
Tenslotte is aangegeven dat in de resterende looptijd geen extra aandacht aan digitale vaardigheden hoeft te worden gegeven, omdat hierover eind 2023 al Raadsaanbevelingen zijn aangenomen4. Het is nu vooral van belang dat alle EU-lidstaten hieraan in hun nationale beleid invulling geven, en de resultaten daarvan zoals ook beoogd op EU-niveau worden gemonitord. Dat is onder meer van belang omdat in de huidige geopolitieke context steeds vaker sprake is van het manipuleren van informatie door buitenlandse mogendheden en dit vraagt om grotere maatschappelijke weerbaarheid waaraan betere digitale en mediageletterdheid ook bijdragen.
Vervolgproces
Het definitieve evaluatierapport en daaruit afgeleide aanpassingsvoorstellen van de Europese Commissie wordt in het voorjaar van 2025 verwacht, en deze zullen dan worden beoordeeld in samenhang met de Europese ambities van het kabinet.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul