Motie van het lid Van Meijeren over een oproep aan de regering om zich niet langer te bemoeien met wat mensen zeggen of schrijven zolang het niet in strijd is met de wet
Uitvoering van verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (Uitvoeringswet digitaledienstenverordening)
Motie
Nummer: 2024D37482, datum: 2024-10-09, bijgewerkt: 2024-10-15 16:14, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36531-21).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G.F.C. van Meijeren, Tweede Kamerlid (FVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 36531 -21 Uitvoering van verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (Uitvoeringswet digitaledienstenverordening) .
Onderdeel van zaak 2024Z15377:
- Indiener: G.F.C. van Meijeren, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2024-10-09 10:30: Uitvoering van verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (Uitvoeringswet digitaledienstenverordening) (36531) (re- en dupliek) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2024-10-15 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 531 Uitvoering van verordening (EU) 2022/2065 van het Europees parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (Uitvoeringswet digitaledienstenverordening)
Nr. 21 MOTIE VAN HET LID VAN MEIJEREN
Voorgesteld 9 oktober 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de overheid zich niet mag bemoeien met wat mensen zeggen of schrijven, zolang dat niet in strijd is met de wet;
overwegende dat of iets in strijd is met de wet uitsluitend achteraf dient te worden beoordeeld door een rechter;
constaterende dat overheden zich onder het mom van «het tegengaan van de verspreiding van desinformatie» actief bemoeien met uitlatingen die worden gedaan, terwijl die uitlatingen niet in strijd zijn met de wet;
roept de regering op zich niet langer te bemoeien met wat mensen zeggen of schrijven zolang het niet in strijd is met de wet, en er bij de Europese Commissie op aan te dringen dit ook niet te doen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Meijeren