Antwoord op vragen van het lid Westerveld over logeerfaciliteiten voor kinderen met een (zeer) ernstige meervoudige beperking
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D37617, datum: 2024-10-09, bijgewerkt: 2024-10-11 13:29, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-218).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V. Maeijer, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z12781:
- Gericht aan: V. Maeijer, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Gericht aan: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
218
Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks-PvdA), aan de Staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over logeerfaciliteiten voor kinderen met een (zeer) ernstige meervoudige beperking (ingezonden 2 september 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Maeijer (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 oktober 2024).
Vraag 1
Deelt u de mening dat logeerfaciliteiten van enorm belang zijn voor zowel ouders van kinderen en (jong)volwassenen met een (zeer) ernstige meervoudige beperking, broers en zussen en voor kinderen zelf, omdat dit het gezin de ruimte geeft om even bij te komen van de intensieve zorgtaken en ervoor zorgt dat ze het volhouden deze zorgtaken uit te voeren?
Antwoord 1
Ja, deze mening deel ik. Het dagelijks zorgen voor een kind met een (zeer) ernstige meervoudige beperking is een zware opgave die veel tijd en energie vraagt van de gezinsleden. Het is van groot belang dat het gezin op adem kan komen door de zorg tijdelijk over te dragen aan een logeervoorziening waar men erop kan vertrouwen dat hun kind in goede handen is.
Vraag 2
Herkent u de problemen1 die veel ouders van kinderen met een (zeer) ernstige meervoudige beperking ondervinden bij het vinden van een passende logeerlocatie op een acceptabele reisafstand?
Antwoord 2
Ja. Tijdens het programma «Wij Zien Je Wel» is om die reden de nodige aandacht besteed aan verschillende mogelijkheden om ouders te ontlasten. Ouders hebben daarbij aangegeven dat logeeropvang een belangrijke manier is om het gezin te ontlasten, maar dat het aanbod van passende logeeropvang in de nabijheid helaas zeer beperkt is.
Vraag 3
Deelt u de mening dat ook het Ministerie van VWS een verantwoordelijkheid heeft in het realiseren van voldoende geschikte logeerlocaties voor deze doelgroep?
Antwoord 3
Het is aan de zorgkantoren om de zorg in te kopen waarop de cliënten met een Wlz-indicatie aanspraak hebben. Het Ministerie van VWS kan door aandacht te vragen voor signalen en knelpunten eraan bijdragen dat zorgaanbieders en zorgkantoren afspraken maken over een passend aanbod van logeeropvang.
De verantwoordelijkheid voor een passend tarief ligt bij de NZa. Vanaf het jaar 2022 geldt een aanzienlijk hoger tarief voor logeeropvang van Wlz-cliënten met een ZEVMB. Daarnaast kunnen zorgkantoren voor thuiswonende cliënten extra kosten toestaan in verband met een behoefte aan logeeropvang.
Vraag 4
Bent u ook bekend met de uitkomsten van de enquête die het ZEVMB Kenniscentrum (kenniscentrum voor iedereen die is betrokken bij mensen met zeer verstandelijke en meervoudige beperkingen) heeft uitgevoerd, waarin de grote tekorten aan geschikte plekken nog eens worden bevestigd?2
Antwoord 4
Ja, ik ben bekend met de uitkomsten van de enquête van het ZEVMB Kenniscentrum. Het is goed dat het Kenniscentrum deze enquête heeft uitgevoerd. Het is van belang dat zowel zorgkantoren als zorgaanbieders zich realiseren dat er een tekort is aan passende logeervoorzieningen voor deze doelgroep.
Vraag 5
Zo ja, wat is er sinds april 2024 gedaan met de uitkomsten van het rapport? Zijn ze opgepakt door het Ministerie van VWS of door andere organisaties? Welke afspraken zijn er aanvullend gemaakt met zorgkantoren en zorgverzekeraars?
Antwoord 5
Het Kenniscentrum zelf heeft de resultaten gepubliceerd en onder de aandacht gebracht van samenwerkende partijen. Voor de zorginkopers bij zorgkantoren zijn de uitkomsten van de enquête zeer relevant. Het realiseren van extra aanbod is echter niet eenvoudig vanwege schaarste aan geschikte locaties en deskundig personeel. De succesvolle pilot logeren met pgb team (van Zilveren Kruis en Omega) vormt een aanleiding om regelgeving aan te passen zodat cliënten op meer zorglocaties kunnen logeren met eigen pgb-team. De budgethouder kan dan bij complexe zorgbehoefte (zoals bij ZEVMB) met een zorglocatie een overeenkomst afsluiten voor logeeropvang terwijl het eigen pgb-team verantwoordelijk is voor de samenhangende zorg en het noodzakelijke toezicht.
Vraag 6
Kunnen locatiekosten inmiddels via het persoonsgebonden budget (pgb) worden vergoed zoals de afspraak was? Zo nee, op welke termijn gaat u dit wel regelen?
Antwoord 6
Nee, de regelgeving die dat mogelijk maakt is nog in voorbereiding. In de afgelopen periode is gewerkt aan het wijzigingsbesluit, de internetconsultatie en het opvolgen van de adviezen in de uitvoeringstoetsen die Zorgverzekeraars Nederland en het Zorginstituut hebben uitgebracht. Voorzien is dat het wijzigingsbesluit binnenkort aan de Raad van State wordt gezonden voor advies.
Met de drie zorgkantoren waar een pilot liep (Zilveren Kruis, CZ en VGZ) is afgesproken dat zij de voorwaarden van de pilot «Logeren met je pgb’er» verlengen bij die locaties. Enkele zorgkantoren die nog geen pilot hadden lopen, zijn ook al kleinschalig gestart met initiatieven (zoals DSW in Monster, initiatief is gerealiseerd) en Zorg en Zekerheid (in september 2024 met aanpak gestart). Grootschaliger oppakken kan op basis van regelgeving niet voor 1 juli 2025.
Vraag 7
Is bij u bekend dat logeerouders vaak belemmeringen ondervinden in het regelen van de juiste hulpmiddelen en voorzieningen zoals een aangepast bed of tillift? Zo ja, kunt u met betrokken partijen afspraken maken om oplossingen te vinden voor dit soort praktische belemmeringen?
Antwoord 7
Ja, het is mij bekend dat in voor de ZEVMB-cliënten passende logeervoorzieningen veel hulpmiddelen aanwezig moeten zijn. Niet alle logeerhuizen voor cliënten met een verstandelijke beperking beschikken over de inventaris die voor het logeren van deze cliënten noodzakelijk is. Het was daarom goed om te experimenteren met logeren in zorglocaties waar deze doelgroep al dagbehandeling ontvangt en deze voorzieningen en hulpmiddelen al aanwezig zijn. Met het substantieel verhogen van het logeertarief voor de ZEVMB-doelgroep is er ruimte in het tarief ontstaan om ook passende voorzieningen te treffen in de logeerhuizen waar deze groep welkom is.
Vraag 8
Wat kunt u doen om ervoor te zorgen dat er meer logeerplekken beschikbaar komen? Bent u bijvoorbeeld bereid om de financiering te verbeteren, zodat deze toereikend is voor logeeropvang?
Antwoord 8
Zoals aangegeven is het logeertarief voor de ZEVMB-cliënten substantieel verhoogd. Daarnaast verwacht ik dat met het logeren met het eigen pgb team in zorglocaties de mogelijkheden om te logeren voor deze doelgroep verder worden vergroot. Ook zal ik dit najaar met zorgkantoren in gesprek gaan over de mogelijkheden meer passende logeeropvang in te kopen.