Stand van zaken procedures met de NAM, Shell en ExxonMobil
Gaswinning
Brief regering
Nummer: 2024D37700, datum: 2024-10-09, bijgewerkt: 2024-10-22 09:37, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Mede ondertekenaar: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 33529 -1260 Gaswinning.
Onderdeel van zaak 2024Z15490:
- Indiener: E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Medeindiener: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Volgcommissie: vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-10-15 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-10-24 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-01-30 10:00: Herstel Groningen (Commissiedebat), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
33 529 Gaswinning
Nr. 1260 Brief van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister van Klimaat en Groene Groei
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 oktober 2024
In navolging op de Kamerbrief (Kamerstuk 33 529, nr. 1172) over de arbitrageprocedure tussen de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en de Staat informeren wij uw Kamer over de actuele stand van zaken met betrekking tot de verschillende juridische procedures en geschillen met de NAM en haar aandeelhouders Shell en ExxonMobil. Wij hechten er aan uw Kamer periodiek en gelet op de procespositie van de Staat zo veel als mogelijk openbaar over de voortgang van deze verschillende procedures en geschillen te informeren.
Schade
Heffingen en facturen
Vanaf 7 februari 2018 tot inwerkingtreding van de Tijdelijke wet Groningen (TwG) op 1 juli 2020, werd de afhandeling van fysieke schade uitgevoerd door de Tijdelijke commissie mijnbouwschade Groningen (TCMG). De kosten hiervoor werden doorbelast aan de NAM op basis van betaalovereenkomsten. Vanaf inwerkingtreding van de Tijdelijke wet Groningen (TwG) op 1 juli 2020 wordt de volledige schadeafhandeling uitgevoerd door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). De kosten daarvan worden na het lopende jaar door middel van heffingen doorbelast aan de NAM. De kosten (zowel schadevergoedingen als uitvoeringskosten) die het IMG (en diens voorloper TCMG) heeft gemaakt tot en met kalenderjaar 2022 voor fysieke schade (circa € 1,66 miljard), waardedalingsschade (circa € 548 miljoen) en immateriële schade (circa € 84 miljoen) zijn doorbelast aan de NAM en volledig voldaan. Eind dit jaar worden de heffingsbesluiten over 2023 verstuurd naar de NAM.
Arbitrage schade
In een eerdere Kamerbrief (Kamerstuk 33 529, nr. 1172) heeft de voormalig Staatssecretaris Mijnbouw uw Kamer geïnformeerd over de arbitrage met de NAM betreffende de kosten voor fysieke schadeafhandeling uitgevoerd door de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG).
De arbitrageprocedure is verdeeld in twee fasen. In de eerste fase zal het scheidsgerecht bepalen of de kosten die de Staat heeft doorbelast aan de NAM in overeenstemming zijn met de betaalovereenkomsten, en of de Staat aan zijn verplichtingen jegens de NAM heeft voldaan. De Staat en de NAM hebben elk processtukken ingediend ter onderbouwing van hun standpunten. De mondelinge behandeling voor deze fase is gepland voor einde 2024. De uitspraak in de eerste fase wordt verwacht in 2025.
De eventuele tweede fase van de arbitrage zal zich richten op financiële gevolgen van de uitspraak uit de eerste fase. Deze fase wordt afgerond met een definitieve einduitspraak, waarbij geen beroep mogelijk zal zijn.
Bezwaarprocedures
In een eerdere Kamerbrief (Kamerstuk 33 529, nr. 1236) heeft de voormalig Staatsecretaris Mijnbouw uw Kamer geïnformeerd dat de NAM bezwaar heeft gemaakt tegen alle opgelegde heffingsbesluiten, met uitzondering van die voor immateriële schade. Het eerste bezwaar tegen het heffingsbesluit fysieke schade uit 2020 is ongegrond verklaard. Bezwaren van NAM tegen diverse andere heffingsbesluiten zijn nog in behandeling. Daarnaast heeft de NAM voor alle heffingsbesluiten uitgebreide informatieverzoeken ingediend. Naast de NAM, heeft ook ExxonMobil bezwaar gemaakt tegen de heffingsbesluiten van 2022.
De bezwaarprocedures over waardedalingsschade 2020 en 2021 zijn momenteel in behandeling. De overige bezwaarprocedures zijn momenteel opgeschort in afwachting van de afhandeling van de informatieverzoeken.
Beroepsprocedure
Na de bezwaarprocedure bestaat de mogelijkheid om beroep in te stellen tegen de beslissing op het bezwaar. De NAM heeft beroep aangetekend tegen de beslissing op het bezwaar betreffende fysieke schade 2020. Dit beroep is in behandeling genomen door de Rechtbank-Noord Nederland.
Versterken
Arbitrage versterken
In de Kamerbrief over arbitrages (Kamerstuk 33 529, nr. 1172) is uw Kamer ook geïnformeerd over de arbitrage versterken over de doorbelasting van de versterkingskosten aan de NAM. Zoals eerder aan de Kamer gemeld (Kamerstuk 33 529, nr. 908) betaalde de NAM de facturen voor de versterkingsoperatie sinds het derde kwartaal van 2020 nog maar voor 60%. De facturen voor het eerste en tweede kwartaal 2023 zijn slechts voor 30% betaald door de NAM. Tot nu toe is circa € 1,3 miljard aan kosten van de versterking doorbelast, waarvan circa € 550 miljoen nog niet voldaan is door de NAM. De Staat heeft daarvoor een tegenvordering ingediend.
Deze arbitrageprocedure is eveneens verdeeld in twee fasen, waarbij in de eerste fase het scheidsgerecht zal bepalen of de kosten die de Staat heeft doorbelast aan de NAM in overeenstemming zijn met de interim betaalovereenkomst versterken, en of de Staat aan zijn verplichtingen jegens de NAM heeft voldaan. De Staat en de NAM hebben processtukken ingediend ter onderbouwing van hun standpunten. De mondelinge behandeling heeft afgelopen mei plaats gevonden. De uitspraak in de eerste fase wordt verwacht in de eerste helft van 2025.
De eventuele tweede fase van de arbitrage zal zich richten op financiële gevolgen van de uitspraak uit de eerste fase. Deze fase wordt afgerond met een definitieve einduitspraak, waarbij geen beroep mogelijk zal zijn.
Heffingen
Vanwege de inwerkingtreding van de Wet Versterken1 op 1 juli 2023 worden de kosten voor de versterking vanaf het derde kwartaal 2023 op de NAM verhaald door middel van een heffing, zoals bij de kosten van de schadeafhandeling al gebeurt. Het eerste heffingsbesluit is voorzien voor dit najaar.
Vanwege de vertrouwelijkheid van de procedures, kan in het openbaar niet inhoudelijk ingegaan worden op de argumenten die in de procedures aangevoerd zijn door beide partijen.
Arbitrageprocedure Shell en ExxonMobil over de overeenkomsten m.b.t. de afbouw van de gaswinning uit het Groningenveld
Met de brief van 13 februari 2024 over de start van een arbitrageprocedure door Shell en ExxonMobil tegen de Staat der Nederlanden (Kamerstuk 33529, nr. 1212) heeft de voormalig Staatssecretaris Mijnbouw uw Kamer geïnformeerd dat Shell en ExxonMobil een arbitrageaanvraag over onder andere de balans in het Akkoord op Hoofdlijnen ingediend hebben bij het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI). In de Kamerbrief van 17 mei 2022 (Kamerstuk 33529, nr. 1026) wordt inhoudelijk nader ingegaan op dit al langer lopende geschil. Gelet hierop zijn
de op dat moment nog lopende gesprekken met Shell en ExxonMobil om te verkennen of nieuwe afspraken ter vervanging van de bestaande overeenkomsten tussen de Staat en Shell en ExxonMobil mogelijk zijn, opgeschort, in afwachting van besluitvorming door het kabinet. Shell en ExxonMobil hebben per brief laten weten graag opnieuw met elkaar in gesprek te gaan.
In reactie op de arbitrageaanvraag van Shell en ExxonMobil heeft de Staat een kort antwoord ingediend. Daaropvolgend hebben gesprekken met Shell en ExxonMobil plaatsgevonden ten behoeve van de benoeming van een scheidsgerecht. Deze gesprekken bevinden zich momenteel in de afrondende fase. Vervolgens zullen gesprekken gevoerd worden over het vaststellen van de procesregels (ook wel procedural order No 1 genoemd of PO1). In PO1 worden afspraken vastgesteld met betrekking tot het tijdschema voor het indienen van processtukken en het houden van zittingen, maar bijvoorbeeld ook de regels over vertrouwelijkheid, bewijs, het horen van getuigen of experts, vertalingen e.d.
Passende zekerheden
Shell en ExxonMobil, de aandeelhouders van de NAM, hebben op grond van het Akkoord op Hoofdlijnen (AoH) uit 2018 garanties verstrekt zodat de NAM haar betalingsverplichtingen voor de schadeafhandeling en de versterkingsoperatie te allen tijde kan nakomen. Shell en ExxonMobil zijn op basis van het AoH contractueel verplicht om, voorafgaand aan het vervallen van de reeds afgegeven garanties, (vervangende) passende zekerheden te stellen.
Op dit moment hebben Shell en ExxonMobil nog geen passende zekerheden verstrekt. Shell heeft een voorstel voor passende zekerheden gedaan, waarover gesprekken worden gevoerd. De garanties zijn door Shell en ExxonMobil ook onderdeel gemaakt van de arbitrage over de overeenkomsten over de beëindiging van de winning uit het Groningenveld. Vanwege het ontbreken van gestelde passende zekerheden en de betalingsachterstand van de NAM bij de versterkingsfacturen van ruim € 550 mln. heeft de Staat om haar rechtspositie te beschermen de garanties van Shell en ExxonMobil op 17 april jl. ingeroepen.
Opschorting bijdrage NAM aan perspectief voor Groningen
Op 19 juli jl. heeft de NAM per brief laten weten de door de Staat gezonden factuur 2023 en 2024 voor perspectief voor Groningen slechts gedeeltelijk te willen voldoen vanwege de beëindiging van de gaswinning. In het AoH is in 2018 onder andere afgesproken dat de NAM in de periode tot 2030 in totaal € 500 mln. zou bijdragen aan perspectief voor de regio.2 De Staat is het niet eens met de redenering van de NAM en heeft betaling van de betreffende facturen geëist.
Nieuw geschil ExxonMobil België tegen de Nederlandse Staat
Op 27 juni jl. zijn de voormalig ministers van Algemene Zaken, van Economische Zaken en Klimaat en van Buitenlandse Zaken geïnformeerd door ExxonMobil Petroleum & Chemical BV (ExxonMobil België) over een nieuw geschil met de Nederlandse Staat vanwege vermeende schending van het Energie Handvestverdrag (oftewel Energy Charter Verdrag, hierna: ECT). Dit betreft een investeringsarbitrage, waarbij ExxonMobil België zich beroept op bescherming van haar (indirecte) investering in Nederland als indirect aandeelhouder van de NAM. In lijn met dit verdrag is het verzoek van ExxonMobil België om in gesprek te gaan over een minnelijke oplossing. Dit is een noodzakelijke stap om een arbitrageprocedure te kunnen starten. Deze procedure heeft grote raakvlakken met de eerder genoemde arbitrage die Shell en ExxonMobil gezamenlijk gestart zijn tegen de Staat (Kamerstuk 33 529, nr. 1212).
Wij zullen de Kamer op de hoogte houden van de planning en het verloop van een eventuele investeringsarbitrageprocedure. Desgewenst kan in een technische briefing de Kamer vertrouwelijk geïnformeerd worden over de lopende procedures en daarin kan dan ook deze aanvraag door ExxonMobil België meegenomen worden.
Tot slot
De uitkomst van de verschillende procedures die door de NAM, Shell en ExxonMobil zijn gestart hebben geen effect op de inwoners van Groningen. De afhandeling van schade en het versterken van de gebouwen vinden onafhankelijk van deze procedures doorgang. In de juridische procedures zal de Staat zich verweren en daarbij alle (juridische) middelen inzetten die het nodig acht.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
E. van Marum
De minister van Klimaat en Groene Groei,
S.T.M. Hermans
Wijziging van de Tijdelijke Wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen.↩︎
Voor deze bijdrage van €500 miljoen euro geldt net als bij doorbelaste kosten m.b.t. schadeherstel en de versterking de standaard kostenverdeelsleutel binnen het gasgebouw. Per saldo betaalt de Staat ca. 73% en de NAM ca. 27%. Een uitgebreide toelichting op de afdrachtensystematiek is op 13 december 2021 aan de Kamer gestuurd (Kamerstuk 33 529, nr. 932).↩︎