Antwoord op vragen van het lid Rooderkerk over de subsidieverstrekking aan het Internationaal Theater Amsterdam
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D37855, datum: 2024-10-10, bijgewerkt: 2024-10-10 16:04, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z13649:
- Gericht aan: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: I. Rooderkerk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
AH 232
2024Z13649
Antwoord van minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 10 oktober 2024)
Vraag 1
Klopt het dat in de Culturele basisinfrastructuur (BIS) een bijdrage voor internationale excellentie is opgenomen van € 337.520,- per jaar voor een instelling die zich internationaal kwalitatief onderscheidt?
Antwoord 1
In de culturele basisinfrastructuur is een extra bedrag beschikbaar voor ten hoogste één theaterinstelling die zich internationaal onderscheidt door een excellent uitvoeringsniveau. Voorwaarde in de regeling is dat deze instelling aangemerkt wordt als grote instelling.
Het extra budget voor de internationale onderscheiding bedraagt ten hoogste 10 procent van het hoogst aan te vragen budget voor grote theaterinstellingen, zijnde € 3.375.200.
Vraag 2
Klopt het dat het Internationaal Theater Amsterdam (ITA) de afgelopen jaren ontvanger van die extra bijdrage is geweest vanwege het unieke internationale karakter hiervan?
Antwoord 2
ITA heeft sinds 2013 de internationale toeslag ontvangen.
Vraag 3
Klopt het dat de Raad voor Cultuur graag had gezien dat het extra budget voor internationale excellentie op basis van haar uitstekende internationale reputatie en de kwaliteit van haar aanvraag op dit specifieke onderwerp werd toegekend aan ITA?
Antwoord 3
Ja, dat klopt. Echter, omdat de Raad voor Cultuur adviseerde deze
instelling te subsidiëren als middelgrote theaterinstelling, staat de
Regeling op het specifiek cultuurbeleid dit niet toe.
Vraag 4
Klopt het dat in het advies van de Raad voor Cultuur deze keer gekozen is om die bijdrage niet aan ITA toe te kennen, maar dat het ook niet aan een andere instelling is toegekend? Zo ja, waarom niet?
Antwoord 4
De Raad voor Cultuur heeft hier in zijn advies inderdaad niet voor gekozen. Naast ITA heeft een andere aanvrager een aanvraag ingediend voor de bijdrage voor de internationale excellentie. De Raad voor Cultuur heeft echter niet positief geoordeeld over deze aanvraag.
Vraag 5
Klopt het dat ITA deze extra subsidie misloopt omdat ze als middelgrote theaterinstelling aangemerkt is in het advies van de Raad voor Cultuur? Zo ja, waarom kan een middelgrote instelling geen aanspraak maken op die bijdrage voor internationale excellentie?
Antwoord 5
Het klopt dat middelgrote theaterinstellingen conform de Regeling op het specifiek cultuurbeleid niet in aanmerking komen voor de extra subsidiebijdrage voor internationale excellentie. De regeling gaat ervan uit dat uitsluitend grote theaterinstellingen in aanmerking kunnen komen voor de bijdrage voor internationale excellentie. De grote theaterinstellingen beschikken over meer budget dan de middelgrote instellingen, waardoor zij meer ruimte hebben om zich zowel nationaal als internationaal te profileren.
Vraag 6
Klopt het dat u de mogelijkheid heeft om van deze regeling af te wijken en dat het geld op dit moment ongebruikt op de plank ligt?
Antwoord 6
De mogelijkheid om binnen de regeling tot een besluit te komen dat niet aansluit op het bepaalde in de regeling is heel beperkt. De regeling bevat wel een zogenaamde hardheidsclausule, maar de drempel voor de toepassing daarvan ligt heel hoog.
De middelen zijn op dit moment niet toegekend aan een andere instelling of voor een ander doel.
Vraag 7
Bent u bereid om het bedrag voor internationale excellentie alsnog aan ITA toe te kennen? Zo niet, bent u bereid om toe te lichten op welke inhoudelijke gronden u daarvan afziet?
Antwoord 7
Afhankelijk van de verdere ontwikkelingen bij ITA zal ik een besluit nemen over of, en zo ja, hoe de middelen alsnog rechtmatig zouden kunnen worden toegekend. Ik blijf in gesprek met ITA over hoe de komende periode verder ingevuld gaat worden.
Vraag 8
Kunt u deze vragen uiterlijk voor het Wetgevingsoverleg Cultuur op 11 november 2024 beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.