Gewijzigd amendement van het lid Holman ter vervanging van nr. 5 over zware gecontroleerde delegatie vooraf bij een amvb over een afromingspercentage of sectorale mestproductieplafonds
Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de voorwaarden over de maximale mestproductie in de derogatiebeschikking 2022-2025 (Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie)
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2024D37989, datum: 2024-10-10, bijgewerkt: 2024-10-28 14:39, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36618-35).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Holman, Tweede Kamerlid (Nieuw Sociaal Contract)
Onderdeel van kamerstukdossier 36618 -35 Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de voorwaarden over de maximale mestproductie in de derogatiebeschikking 2022-2025 (Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie) .
Onderdeel van zaak 2024Z15627:
- Indiener: H. Holman, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2024-10-15 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 618 Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de voorwaarden over de maximale mestproductie in de derogatiebeschikking 2022–2025 (Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie)
Nr. 35 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID HOLMAN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 5
Ontvangen 10 oktober 2024
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Aan artikel II, onderdeel A, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. De voordracht voor een krachtens het tweede, derde of vierde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp ervan aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien een der kamers der Staten-Generaal besluit niet in te stemmen met het ontwerp, wordt er geen voordracht gedaan voor dit ontwerp.
II
Artikel II, onderdeel B, onder 2, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «wordt een lid» vervangen door «worden twee leden».
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp ervan aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien een der kamers der Staten-Generaal besluit niet in te stemmen met het ontwerp, wordt er geen voordracht gedaan voor dit ontwerp.
III
Artikel II, onderdeel C, wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Voor onderdeel 1 (nieuw) wordt een aanhef geplaatst, luidende:
Artikel 32a wordt als volgt gewijzigd:.
3. In onderdeel 1 (nieuw) wordt «artikel 32a, eerste lid,» vervangen door «het eerste lid».
4. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp ervan aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien een der kamers der Staten-Generaal besluit niet in te stemmen met het ontwerp, wordt er geen voordracht gedaan voor dit ontwerp.
IV
Artikel II, onderdeel D, onder 2, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «wordt een lid» vervangen door «worden twee leden».
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
9. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp ervan aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien een der kamers der Staten-Generaal besluit niet in te stemmen met het ontwerp, wordt er geen voordracht gedaan voor dit ontwerp.
Toelichting
Dit amendement regelt dat bij het vaststellen van een algemene maatregel van bestuur (amvb) een voorhangprocedure geldt. De indiener begrijpt de wens en noodzaak voor het snel kunnen schuiven van mestruimte tussen sectorale mestproductieplafonds en het snel kunnen wijzigen van het afromingspercentage om meer sectorale productieruimte respectievelijk sectorale verlichting te bieden op de mestmarkt. Tegelijkertijd hecht de indiener veel waarde aan de mogelijkheid tot parlementaire controle op de hoogte van zowel de sectorale mestproductieplafonds als de hoogte van het afromingspercentage voor de verschillende sectoren.
Om aan beide uitgangspunten recht te kunnen doen, stelt de indiener bovenstaand amendement voor. Hiermee wordt een algemene maatregel van bestuur, waarmee een afromingspercentage of sectorale mestproductieplafonds gewijzigd worden, eerst voorgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal. Indien de wijzigingen in het afromingspercentage, of in de sectorale mestproductieplafonds, geen aanleiding geeft tot nadere opmerkingen, kan dit zonder noemenswaardige vertraging doorgaan. Indien die aanleiding wel bestaat, bijvoorbeeld omdat de wijzigingen grote gevolgen hebben voor veehouders of het halen van de doelen, hebben de Staten-Generaal middels dit amendement de mogelijkheid om de algemene maatregel van bestuur af te wijzen. De regering moet dan een nieuw voorstel doen voor invulling van de amvb, waarvoor dan weer dezelfde procedure geldt.
Holman