Motie van het lid Van Baarle over in contracten van de rijksoverheid opnemen dat de samenwerking wordt beëindigd bij een onherroepelijke veroordeling voor discriminatie
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025
Motie
Nummer: 2024D38025, datum: 2024-10-10, bijgewerkt: 2024-10-11 15:13, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-VII-33).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.R.T. van Baarle, Tweede Kamerlid (DENK)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 VII-33 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z15647:
- Indiener: S.R.T. van Baarle, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2024-10-10 18:40: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025 (36600-VII) (inclusief gemeentefonds (36 600-B) en provinciefonds (36 600-C)) antwoord 1e termijn + rest (Plenair debat (wetgeving)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 600 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025
Nr. 33 MOTIE VAN HET LID VAN BAARLE
Voorgesteld 10 oktober 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat de regering het goede voorbeeld dient te geven in de strijd tegen discriminatie;
overwegende dat de Aanbestedingswet 2012 en de Gids Proportionaliteit de mogelijkheid bieden voor een beëindigingsclausule bij onherroepelijke veroordeling voor discriminatie;
verzoekt de regering in alle gevallen die binnen de huidige regelgeving proportioneel zijn in contracten van de rijksoverheid op te nemen dat de samenwerking wordt beëindigd bij een onherroepelijke veroordeling voor discriminatie;
verzoekt de regering tevens te onderzoeken of het wettelijke kader voor de toepassing van antidiscriminatiebepalingen zou kunnen worden verruimd,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Baarle