Preview document (🔗 origineel)

---

Gespreksnotitie rondetafelgesprek Medezeggenschap

Tweede Kamer, Commissie Justitie & Veiligheid, 17 oktober 2024, 15.00 - 17.00 uur ,

spreker: Marco Visser (Voorzitter medezeggenschap LO) politie

Inleiding

Voorafgaand aan het Commissiedebat Politie dat uw commissie zal voeren op 17 oktober 2024 sturen wij u als Ondernemingsraad Eenheid Landelijke Opsporing en Interventie (OR LO) deze gespreksnotitie transitie landelijke eenheden.

In mei 2021 is er een Adviescommissie voor de Landelijke Eenheid ingesteld, onder voorzitterschap van de heer mr. B.B. Schneiders. De commissie constateert dat bij het ontwerp van de politieorganisatie in 2013 te weinig rekening is gehouden met de uniciteit, diversiteit en dynamiek van de voormalige Landelijke Eenheid ten opzichte van de overige eenheden. De commissie adviseert fundamentele aanpassingen op het gebied van organisatie, sturing en (leiderschaps) cultuur van de nieuw te vormen Landelijke Eenheden.

De OR LO merkt op dat de splitsing geen doel op zichzelf is geweest, maar onderdeel is van de gehele transitie om te komen tot twee toekomstbestendige Landelijke Eenheden. Deze eenheden moeten weerbaar, wendbaar en slagvaardig zijn om het hoofd te bieden aan de veiligheidsdreigingen waarmee onze samenleving wordt geconfronteerd. Daarnaast moeten ze een veilige en inclusieve werkomgeving zijn, met ruimte voor de menselijke maat en aandacht voor onze collega's die op professionele wijze een waardevolle bijdrage leveren aan de veiligheid op nationaal en internationaal niveau. Een derde belangrijk element is dat de transitie niet alleen de voormalige Landelijke Eenheid raakt maar vraagt om inspanning van de gehele politieorganisatie en andere partners.

Wat is de stand van zaken na het opheffen van de commissie Schneiders en hoe hebben de aanbevelingen van de commissie Schneiders zich tot op heden vertaald naar de werksituatie?

De Commissie Schneiders is gevraagd om als monitoringscommissie de voortgang van de transitie te volgen. De commissie heeft op 18 juli 2024 haar eindrapportage aan de minister aangeboden. De OR LO haalt hier belangrijke elementen uit voor de omvangrijke en ingrijpende transitie die nog zeker niet afgerond is. De splitsing van de voormalige Landelijke Eenheid is weliswaar geslaagd, maar de ware transitie en (door)ontwikkeling van de landelijke eenheden LO en LX worden nu zichtbaar. De transitie en ontwikkeling van de eenheden vraagt een lange adem en een adaptieve organisatie. De OR LO ziet dat de fundamenten voor een nieuwe werkcultuur en leiderschap zijn gelegd door middel van de schouw en ziet ook daadwerkelijk de versterking van het leiderschap en daarmee de zorg voor de medewerkers. De nieuwe Landelijke Eenheid LO, met een nieuwe topstructuur, is operationeel. In het traject van herontwerp ziet de OR LO de fases van grof ontwerp naar fijn ontwerp, dit alles vraagt wel voor oplettendheid zowel de balans tussen going concern en transitie evenals tempo en absorptievermogen. Ook ziet de OR LO de samenhang met de LX, en begrijpt tegelijkertijd de ruimte die de beide eenheden vragen voor de verscheidenheid in de ontwikkeling en het tempo hierin.

De opgave blijft om voldoende aandacht te hebben voor passend leiderschap; passend in ervaring, in competenties, in karaktereigenschappen en in gedrag op de taken van de betreffende eenheid en – nog belangrijker – de vakmensen die in die eenheden werken. De verandering in werkcultuur die de landelijke eenheden doormaken, is iets wat tijd vraagt en wat ook stapsgewijs en zorgvuldig moet worden ingezet. De cultuurverandering moet niet worden geijkt op de kleine veranderingen maar op de totaliteit.

De OR LO constateert dat er een breed scala aan instrumenten beschikbaar is gesteld waarmee leidinggevenden en medewerkers in 2024, 2025 en 2026 in teamverband aan de slag kunnen. De OR LO benadrukt in het belang van zowel de medewerkers als hun leidinggevenden, dat zij hiervoor de tijd en ruimte krijgen om alle veranderingen tot zich te nemen en te omarmen.

Wat moet er nu nog gebeuren om de verbeterpunten te bewerkstelligen en wat is hiervoor nodig?

De OR LO ziet en merkt dat er veel is gebeurd en stappen worden gezet in de gewenste richting om uiteindelijk alle doelen te halen en de aanbevelingen te realiseren. De blijvende uitdagingen voor onze korps- en eenheidsleidingen is om de opgeschreven intenties nog verder van het papier af te krijgen en vorm te geven in de praktijk. Tegelijkertijd constateert de OR LO ook dat er een hoge mate van urgentie is bij de politieke- en bestuurlijke spelers op het veld. Terwijl juist nu het moment is aangebroken om rust en ruimte om de doorontwikkeling en opbouw van de landelijke eenheden vanuit het vak vorm te gaan geven.

De Minister van Justitie en Veiligheid heeft eerder aangegeven dat zij alle aanbevelingen van de commissie overneemt en zich verbindt aan de realisatie daarvan. Dat betekent voor de OR LO ook dat alle bedrijfsmatige en financiële condities om alle aanbevelingen van de commissie in hun samenhang ten uitvoer te brengen, moeten worden gecreëerd. De OR LO benadrukt dat het creëren van deze condities een noodzakelijke voorwaarde is voor het succesvol laten slagen van de transitie.

De transitie van de landelijke eenheden en de gekozen governance werken door in het besturingsmodel binnen en buiten de politie en in de samenwerking met haar netwerkpartners. Heldere sturingslijnen en duidelijke afspraken over de rol, de taken en verantwoordelijkheden van de landelijke eenheden en haar eenheidsleidingen zijn daarbij cruciaal.

Data gedreven werken biedt kansen voor effectief en efficiënt politiewerk. Dat betekent dat de data-governance van ons korps in orde moeten komen. Immers, data gedreven werken is niet alleen een randvoorwaarde voor de transitie van de LO en LX maar zal ook het fundament moeten vormen van toekomstgericht en toekomstbestendig politiewerk in een digitaliserende wereld.

Passende bedrijfsvoering; de OR LO bedoelt daarmee bedrijfsvoeringcondities in de meest brede zin van het woord inclusief het benodigde beleid vanuit de directie HRM. Het ontbreken van passende bedrijfsvoering bij de voormalige Landelijke Eenheid was één van de grondoorzaken waarop de voormalige Landelijke Eenheid is vastgelopen. Om die reden volgt de OR LO zeer kritisch de ontwikkelingen om passende bedrijfsvoering en passende bedrijfsvoering dienstverlening -vanuit de directie HRM, het Politiedienstencentrum en de Politieacademie- naar de landelijke eenheden LO en LX mogelijk te maken.

Wat zou, volgens u, de oplossing zijn om te komen tot een goed werkende Landelijke Eenheid LO en LX?

Voor de OR LO betekent dat in de realisatie van de 20 aanbevelingen geprioriteerd dient te worden en de ambities verschoven worden, waarbij de cultuurinterventies bij voorbaat voorrang horen te krijgen. Hierin ziet de OR LO de realisatie van de korpsopgaven als randvoorwaarde voor de transitie en vorming van de twee landelijke eenheden LO en LX. Wanneer de randvoorwaarden niet ingevuld worden, kunnen de doorontwikkelingen en opbouw van de landelijke eenheden LO en LX vanuit het vak geen vorm krijgen. Datzelfde geldt voor het beschikbaar komen van de financiële middelen voor de 3^e fase van de transitie, evenals de structurele kostenverhogende keuzes die horen bij duurzame veranderings-, ontwikkelings- en innovatieprocessen.

Tot slot

De OR LO streeft naar het evenwicht tussen rust en ruimte voor onze eenheid en onze medewerkers naast de urgentie en aandacht vanuit de politiek, die wij als OR LO begrijpen. Voor de OR LO is het belangrijk dat de verwachting die leeft rondom de ingrijpende en veelomvattende, complexe exercitie op succesvolle wijze uitgevoerd en voltooid zal worden en niet stopt na de transitie. De OR LO blijft met een constructieve en kritische blik de komende ontwikkelingen volgen.