36603, bijgewerkt t/m nr. 6 (NvW d.d. 11 oktober 2024)
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2025)
Bijgewerkte tekst
Nummer: 2024D38330, datum: 2024-10-11, bijgewerkt: 2024-10-15 11:51, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2024Z13667:
- Indiener: F.L. Idsinga, staatssecretaris van Financiën
- Medeindiener: N. Achahbar, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2024-09-19 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-23 14:00: Pakket Belastingplan 2025 (Technische briefing), vaste commissie voor Financiën
- 2024-09-26 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2024-10-03 14:00: Overige fiscale maatregelen 2025 (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Financiën
- 2024-10-10 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2024-10-21 11:00: Pakket Belastingplan 2025 (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Financiën
- 2024-10-24 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2024-11-04 11:00: Pakket Belastingplan 2025 (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Financiën
- 2024-11-08 09:15: Pakket Belastingplan 2025 (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Financiën
- 2024-11-12 17:00: Pakket Belastingplan 2025 + wijziging van de Wet op de huurtoeslag (Wet vereenvoudiging van de huurtoeslag (36311)) plenaire behandeling in 1 termijn (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2024-11-14 10:15: Pakket Belastingplan 2025 + wijziging van de Wet op de huurtoeslag (Wet vereenvoudiging van de huurtoeslag (36311)) plenaire behandeling in 1 termijn (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2024-11-14 18:30: STEMMINGEN over het Pakket Belastingplan 2025 en de wijziging van de Wet op de huurtoeslag (vereenvoudiging van de huurtoeslag (36 311)) en eventueel over moties ingediend bij de onder voorbehoud geagendeerde tweeminutendebatten inzake de Raad Buitenlandse Zaken en de Landbouw- en Visserijraad (Stemmingen), TK
Preview document (đ origineel)
Bijgewerkt t/m nr. 6 (NvW d.d. 11 oktober 2024) | |
36 603 | Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2025) |
Nr. 2 | VOORSTEL VAN WET |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het kader van het fiscale beleid voor het jaar 2025 wenselijk is in een aantal belastingwetten en enige andere wetten wijzigingen aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 3.57, derde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Indien de belastingplichtige ten tijde van de fusie onmiddellijk alle aandelen houdt in de verdwijnende en de verkrijgende rechtspersoon, zijnde een vennootschap, en in het kader van de fusie geen aandelen worden toegekend, worden in afwijking van de eerste zin de aandelen in de verkrijgende vennootschap direct na de fusie te boek gesteld voor de som van de waarden waarvoor de aandelen in de verkrijgende en de verdwijnende vennootschap ten tijde van de fusie te boek zijn gesteld.
B
Aan artikel 4.41, derde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: De eerste en tweede zin zijn van overeenkomstige toepassing op het voordeel, bedoeld in artikel 4.16, eerste lid, onderdeel g, indien sprake is van een overgang onder algemene titel van het vermogen van een verdwijnende vennootschap naar een verkrijgende vennootschap waarbij de belastingplichtige ten tijde van de fusie onmiddellijk alle aandelen in de verwijdende en de verkrijgende vennootschap en in het kader van de fusie geen aandelen worden toegekend.
C
In artikel 4.42, derde lid, wordt âaangemerkt alsâ vervangen door âgerekend totâ.
ARTIKEL II
De Wet op de loonbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2, derde lid, eerste zin, wordt âin dienstbetrekking bij de Staat der Nederlandenâ vervangen door âin dienstbetrekking bij een Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoonâ.
B
In artikel 18a, zesde lid, derde zin, wordt na ârendementsverwachtingâ ingevoegd âover de eerste zestig jaarâ.
C
In artikel 26b, tweede zin, wordt âde Staat der Nederlandenâ vervangen door âeen Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoonâ.
ARTIKEL III
De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 10a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt â, ofâ vervangen doorâ; ofâ.
In onderdeel b wordt â..â aan het slot vervangen door een punt.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
11. Voor de toepassing van het derde lid, onderdeel b, worden onder een naar de winst geheven belasting mede verstaan een kwalificerende binnenlandse bijheffing als bedoeld in artikel 1.2 van de Wet minimumbelasting 2024, een kwalificerende inkomen-inclusiemaatregel als bedoeld in dat artikel en een kwalificerende onderbelastewinstmaatregel als bedoeld in dat artikel.
B
In artikel 12bd, derde lid, wordt âonderdeel câ vervangen door âonderdeel dâ.
C
Aan artikel 13 wordt een lid toegevoegd, luidende:
20. Voor de toepassing van het elfde lid, onderdeel a, het dertiende lid en de artikelen 13a, eerste lid, onderdeel a, 13aa, zevende lid, onderdeel a, 13ba, vierde en dertiende lid, en 13d, tiende lid, wordt onder een belasting naar de winst mede verstaan een kwalificerende binnenlandse bijheffing als bedoeld in artikel 1.2 van de Wet minimumbelasting 2024.
D
Artikel 13k wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt na âHet voor deâ ingevoegd âin het kader van de fusie verkregenâ en aan dat lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Indien de belastingplichtige ten tijde van de fusie onmiddellijk een deelneming houdt in zowel de verdwijnende als de verkrijgende rechtspersoon en in het kader van de fusie geen aandelen worden toegekend, wordt het voor de deelneming in de verkrijgende rechtspersoon opgeofferde bedrag vermeerderd met ten hoogste het voor de deelneming in de verdwijnende rechtspersoon opgeofferde bedrag.
2. In het vierde lid wordt, onder verlettering van onderdeel b tot c, een onderdeel ingevoegd, luidende:
b. treden ingeval de aandeelhouder ten tijde van de fusie alle aandelen houdt in de
verdwijnende en de verkrijgende rechtspersoon en in het kader van de fusie geen aandelen worden toegekend, de aandelen die de belastingplichtige direct na de fusie in de verkrijgende rechtspersoon heeft in de plaats van de aandelen die de belastingplichtige ten tijde van de fusie in de verdwijnende en verkrijgende rechtspersoon heeft;.
E
Artikel 15e wordt als volgt gewijzigd:
1. In het negende lid wordt âindien sprake isâ vervangen door âvoor zover de winstâ en aan dat lid wordt toegevoegd â, niet is onderworpen aan een naar de winst geheven belasting in de staat waarin die vaste inrichting voor de toepassing van dit artikel wordt beschouwd te zijn gelegenâ.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
13. Voor de toepassing van het vijfde lid en de artikelen 15g, eerste lid, onderdeel b, en 15h, derde lid, wordt onder een belastingheffing naar de winst, onderscheidenlijk een belasting naar de winst, mede verstaan een kwalificerende binnenlandse bijheffing als bedoeld in artikel 1.2 van de Wet minimumbelasting 2024.
F
Na hoofdstuk VIIa wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
HOOFDSTUK VIIB ALGEMENE ANTIMISBRUIKBEPALING ARTIKEL 29I
Voor de toepassing van deze wet blijft buiten beschouwing een constructie of een reeks van constructies die is opgezet met als hoofddoel of een van de hoofddoelen een belastingvoordeel te verkrijgen dat het doel of de toepassing van deze wet ondermijnt, en die, alle relevante feiten en omstandigheden in aanmerking genomen, kunstmatig is, waarbij:
a. een constructie uit verscheidene stappen of onderdelen kan bestaan;
b. een constructie of een reeks van constructies als kunstmatig wordt beschouwd voor
zover zij niet is opgezet op grond van geldige zakelijke redenen die de economische realiteit weerspiegelen.
ARTIKEL IV
De Wet op de dividendbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vijfde lid komt te luiden:
5. In geval van een overgang onder algemene titel in het kader van een fusie van een rechtspersoon wordt:
a. ingeval in het kader van de fusie aandelen worden toegekend: ten aanzien van alle
aandeelhouders ten hoogste het bedrag van het op de aandelen in de verdwijnende rechtspersoon gestorte kapitaal verminderd met een bijbetaling in contanten die in het kader van de fusie plaatsvindt, aangemerkt als gestort kapitaal op de door de verkrijgende rechtspersoon in het kader van de fusie toegekende aandelen; of
b. ingeval in het kader van de fusie geen aandelen worden toegekend en de aandeelhouder ten tijde van de fusie alle aandelen bezit in de verdwijnende en de verkrijgende rechtspersoon: ten aanzien van de aandeelhouder het gestorte kapitaal in de verkrijgende rechtspersoon vermeerderd met ten hoogste het op de aandelen in de verdwijnende rechtspersoon gestorte kapitaal.
2. Onder vernummering van het zesde en zevende lid tot zevende en achtste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
6. Ingeval de verdwijnende rechtspersoon niet in Nederland is gevestigd, wordt voor de toepassing van het vijfde lid als het op de aandelen in de verdwijnende rechtspersoon gestorte kapitaal aangemerkt de waarde in het economische verkeer van het vermogen dat als gevolg van de fusie overgaat op de verkrijgende rechtspersoon voor zover het vermogen niet bestaat uit aandelen in een in Nederland gevestigde vennootschap, tenzij de fusie in overwegende mate is gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing.
3. In het zevende lid (nieuw) wordt âvierde en vijfde lidâ vervangen door âvierde, vijfde en
zesde lidâ.
B
In artikel 4, eerste lid, aanhef, wordt âmag achterwege blijvenâ vervangen door âblijft achterwegeâ.
ARTIKEL V
De Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2, onderdeel i, wordt âals bedoeld in hoofdstuk IV, paragraaf 5, van de Wegenverkeerswet 1994 is verleendâ vervangen door âals bedoeld in artikel 4aud, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 is verleend om motorrijtuigen en aanhangwagens op te nemen in zijn bedrijfsvoorraadâ.
B
In artikel 25c, tweede lid, wordt âDe belasting bedraagtâ vervangen door âOp verzoek bedraagt de belastingâ en aan dat lid wordt een zin toegevoegd, luidende: De inspecteur neemt de beslissing op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.
ARTIKEL VI
In de Wet bronbelasting 2021 wordt artikel 3.4b als volgt gewijzigd:
1. Het vijfde lid komt te luiden:
5. In geval van een overgang onder algemene titel in het kader van een fusie van een rechtspersoon wordt:
a. ingeval in het kader van de fusie aandelen worden toegekend: ten aanzien van alle
aandeelhouders ten hoogste het bedrag van het op de aandelen in de verdwijnende rechtspersoon gestorte kapitaal verminderd met een bijbetaling in contanten die in het kader van de fusie plaatsvindt, aangemerkt als gestort kapitaal op de door de verkrijgende rechtspersoon in het kader van de fusie toegekende aandelen; of
b. ingeval in het kader van de fusie geen aandelen worden toegekend en de aandeelhouder ten tijde van de fusie alle aandelen bezit in de verdwijnende en de verkrijgende rechtspersoon: ten aanzien van de aandeelhouder het gestorte kapitaal in de verkrijgende rechtspersoon vermeerderd met ten hoogste het op de aandelen in de verdwijnende rechtspersoon gestorte kapitaal.
2. Onder vernummering van het zesde en zevende lid tot zevende en achtste lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
6. Ingeval de verdwijnende rechtspersoon niet in Nederland is gevestigd, wordt voor de toepassing van het vijfde lid als het op de aandelen in de verdwijnende rechtspersoon gestorte kapitaal aangemerkt de waarde in het economische verkeer van het vermogen dat als gevolg van de fusie overgaat op de verkrijgende rechtspersoon voor zover het vermogen niet bestaat uit aandelen in een in Nederland gevestigde vennootschap, tenzij de fusie in overwegende mate is gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing.
3. In het zevende lid (nieuw) wordt âvierde en vijfde lidâ vervangen door âvierde, vijfde en
zesde lidâ.
ARTIKEL VII
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 27, eerste lid, wordt âpercolaat of stortgasâ vervangen door âpercolaat, stortgas of stoffen die na verbranding via de schoorsteen de inrichting verlatenâ.
Aa
Artikel 47, eerste lid, onderdeel ac, komt te luiden:
ac. EAN-code: uniek identificatienummer conform de Europese Artikel Nummering betreffende de aansluiting.
B
Na artikel 71h wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 71ha
Indien een afvalverbrandingsinstallatie tevens een broeikasgasinstallatie is, zijn de bepalingen van dit hoofdstuk met betrekking tot afvalverbrandingsinstallaties van toepassing.
ARTIKEL VIII
De Wet fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw wordt als volgt gewijzigd:
A
In het in artikel I, onderdeel C, opgenomen onderdeel d wordt âthermischâ vervangen door âelektrischâ.
Aa
In het in artikel I, onderdeel E, onder 1, opgenomen eerste lid, onderdeel d, vervalt âproductie van elektriciteit en voorâ.
B
In het in artikel I, onderdeel E, onder 1, opgenomen tweede lid wordt in de eerste zin âthermischâ vervangen door âelektrischâ en wordt in de tweede zin âde vrijstellingâ vervangen door âde per verbruiksperiode te berekenen vrijstellingâ.
ARTIKEL IX
De Algemene douanewet wordt als volgt gewijzigd:
0A
In artikel 9:1a, tweede lid, wordt âovolledigâ vervangen door âonvolledigâ.
A
Artikel 9:6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt âvindt artikel 5:53 van de Algemene wet bestuursrecht geen toepassingâ vervangen door âis artikel 5:53 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassingâ.
2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. Met betrekking tot het opleggen van een boete naar aanleiding van een vergrijp is artikel 10:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
B
Aan hoofdstuk 9, afdeling 9.1, wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 9:6b
1. In afwijking van artikel 5:43 van de Algemene wet bestuursrecht kan de inspecteur een boete naar aanleiding van een vergrijp opleggen wegens hetzelfde feit als waarvoor eerder een boete naar aanleiding van een verzuim is opgelegd, indien nieuwe bezwaren bekend zijn geworden.
2. Als nieuwe bezwaren kunnen enkel worden aangemerkt:
a. inlichtingen van eenieder die direct of indirect bij het vervullen van douaneformaliteiten
of douanecontroles is betrokken die later bekend zijn geworden of niet zijn onderzocht;
b. boeken, bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan, die later bekend
zijn geworden of niet zijn onderzocht; of
c. gegevens en resultaten van controles als bedoeld in artikel 47 van het Douanewetboek
van de Unie, die later bekend zijn geworden of niet zijn onderzocht.
3. Het rapport, bedoeld in artikel 5:48 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt opgemaakt en vermeldt tevens waaruit de nieuwe bezwaren bestaan.
4. De eerder opgelegde boete ter zake van een verzuim wordt verrekend met de wegens hetzelfde feit opgelegde boete ter zake van een vergrijp.
C
De bijlage, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen â- Brandweerwet 1985â, â- Gezondheids- en welzijnswet voor dierenâ, â- Wet van 11 november 1999, houdende invoering van een verbod tot het vervaardigen, voorradig hebben en verspreiden van drukwerken of andere voorwerpen die, in verband met de invoering van de euro, ten onrechte de indruk zouden kunnen wekken dat zij wettig betaalmiddel zijnâ, "- Wet pleziervaartuigen" en â- de Wet zeevarendenâ vervallen.
2. In de alfabetische volgorde worden drie onderdelen ingevoegd, luidende:
- Wet pleziervaartuigen 2016
- Wet veiligheidsregioâs
- Wet zeevarenden.
ARTIKEL X
De Wet op de accijns wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 27a vervalt â71e, tweede lid,â.
B
Hoofdstuk VI, afdeling 2A, vervalt
ARTIKEL XI
In de Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken wordt in artikel 23, tweede lid, âvijfde tot en met achtste lidâ vervangen door âzesde tot en met negende lidâ.
ARTIKEL XII
De Invorderingswet 1990 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 44a, vijfde lid, wordt âniet in Nederlandâ vervangen door âniet in een van de lidstaten van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserlandâ.
B
In artikel 44b, vijfde lid, wordt âzesde lidâ vervangen door âzevende lidâ. Voorts wordt âniet in Nederlandâ vervangen door âniet in een van de lidstaten van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserlandâ.
ARTIKEL XIII
De Pensioenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 85, eerste lid, onderdeel b, wordt voor "de mogelijkheden" ingevoegd "voor zover de waarde niet naar een pensioeninstelling of verzekeraar uit een andere lidstaat wordt overgedragen:".
B
In artikel 87, tweede lid, onderdeel f, wordt voor "de mogelijkheden" ingevoegd "voor zover de waarde niet naar een buitenlandse instelling uit een andere lidstaat wordt overgedragen:".
ARTIKEL XIV
De Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 93, eerste lid, onderdeel b, wordt voor "de mogelijkheden" ingevoegd "voor zover de waarde niet naar een pensioeninstelling of verzekeraar uit een andere lidstaat wordt overgedragen:".
B
In artikel 95, tweede lid, onderdeel f, wordt voor "de mogelijkheden" ingevoegd "voor zover de waarde niet naar een buitenlandse instelling uit een andere lidstaat wordt overgedragen:".
ARTIKEL XV
Overige fiscale maatregelen 2011 wordt als volgt gewijzigd:
A
De artikelen XII en XIII vervallen.
B
In artikel XXVIII, achtste lid, wordt âIII, X, XI, XII en XIIIâ vervangen door âIII, X en XIâ en wordt âde artikelen XI en XIIIâ vervangen door âartikel XIâ.
ARTIKEL XVI
Het Belastingplan 2023 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel XXII wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel B komt te luiden:
B
Artikel 5, eerste lid, tweede zin, vervalt.
2. Onderdeel C, onder 2, komt te luiden:
2. Subonderdeel 2° vervalt onder vernummering van subonderdeel 3° tot 2°.
3. Onderdeel E komt te luiden:
E
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a vervalt âbestelauto of eenâ en wordt âveertiende lidâ vervangen door âvijftiende lidâ. Voorts vervalt âbestelauto ofâ.
b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b, onder 2°, door een
puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. voor een bestelauto ⏠66,91 vermenigvuldigd met het aantal gram/km CO2-uitstoot.
2. In het elfde lid wordt âeen personenautoâ vervangen door âeen personenauto of een bestelautoâ.
3. In het twaalfde lid wordt na âCO2-uitstootâ ingevoegd âvan een personenautoâ.
4. Onder vernummering van het veertiende lid tot vijftiende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
14. Indien voor de toepassing van dit artikel de CO2-uitstoot van een bestelauto niet op een bij ministeriële regeling voorgeschreven wijze is aangetoond, wordt deze gesteld op 330 gram per kilometer.
5. In het vijftiende lid (nieuw) wordt âBijlage I, onderdeel A, punt 5, van Verordening (EU)
2018/858â vervangen door âBijlage I, deel A, punt 5, van Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG (PbEU 2018, L 151)â.
4. Onderdeel G komt te luiden:
G
Artikel 12a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde en vijfde lid wordt âeen personenautoâ vervangen door âeen personenauto of een bestelautoâ.
Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Naheffing van de belasting vindt plaats van degene die ten onrechte een teruggaafverklaring als bedoeld in artikel 15a, vierde lid, aan de inschrijver heeft verstrekt.
5. Onderdeel J komt te luiden:
J
Artikel 15a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vierde lid komt te luiden:
4. De teruggaaf wordt verleend aan degene op wiens naam de bestelauto is gesteld. De teruggaaf kan, onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden, door degene aan wie op de voet van artikel 8 is toegestaan de belasting per tijdvak te voldoen en die de inschrijving, bedoeld in artikel 1, tweede lid, aanvraagt, worden verrekend met de belasting die uit hoofde van de inschrijving verschuldigd wordt, indien degene op wiens naam de bestelauto wordt gesteld een teruggaafverklaring aan de inschrijver heeft overgelegd.
2. In het achtste lid wordt âartikel 10, zesde lidâ vervangen door âartikel 10, vijfde lidâ en wordt âartikel 10, eerste en zesde lidâ vervangen door âartikel 10, eerste en vijfde lidâ. Voorts wordt âaan wie de teruggaaf is verleendâ vervangen door âop wiens naam de bestelauto is gesteldâ en wordt âartikelen 10, derde, vierde, vijfde en negende lidâ vervangen door âartikelen 10, derde, vierde en achtste lidâ.
6. Na onderdeel J wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
JA
In artikel 15b, eerste lid, wordt âartikel 15 of 15aâ vervangen door âartikel 15aâ.
7. Onderdeel L komt te luiden:
L
Artikel 16b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt âartikel 9, eerste en tweede lidâ telkens vervangen door âartikel 9, eerste lidâ en wordt âen op het bedrag, genoemd in artikel 9, eerste lid, laatste volzin, en tweede lid, laatste volzinâ vervangen door âen op de bedragen, genoemd in artikel 9, eerste lid, laatste zin en artikel 9, derde lid, onderdeel câ.
2. In het tweede lid wordt âartikel 9, eerste en tweede lidâ vervangen door âartikel 9,
eerste lidâ.
8. Onderdeel M komt te luiden:
M
Artikel 22 komt te luiden:
Artikel 22
1. De artikelen 5, eerste lid, en 6, tweede lid, onderdeel a, en de daarop berustende bepalingen zoals die luidden op 31 december 2024 blijven van toepassing ter zake van de inschrijving van een bestelauto die uiterlijk op 31 december 2024 heeft plaatsgevonden.
2. De artikelen 10, derde lid, 13a en 13b en de daarop berustende bepalingen zoals die luidden op 31 december 2024 blijven van toepassing op een bestelauto waarvan de datum eerste toelating uiterlijk op 31 december 2024 is gelegen.
B
Na artikel XXII wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XXIIA
In de Wet op de belasting van personenautoâs en motorrijwielen 1992 vervalt artikel 22 met ingang van 1 januari 2030.
ARTIKEL XVII
In het Belastingplan 2024 wordt in het in artikel XXIV, onderdeel B, onder 3, opgenomen artikel 67, vierde lid, âover dat bedrag berekende omzetbelasting over dat bedragâ vervangen door âover dat bedrag berekende omzetbelastingâ.
ARTIKEL XVIII
A
Artikel V, onderdeel B, vindt eerst toepassing met betrekking tot autobussen die op of na 1 januari 2025 worden tenaamgesteld.
B
Artikel IX, onderdeel B vindt eerst toepassing met betrekking tot boetes naar aanleiding van een verzuim die op of na 1 januari 2025 worden opgelegd.
ARTIKEL XIX
1. Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat:
a. artikel II, onderdeel B, terugwerkt tot en met 1 oktober 2024;
b. artikel III, onderdeel B en onderdeel E, onder 1, voor het eerst toepassing vindt met
betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2025;
c. artikel XI terugwerkt tot en met 13 februari 2023;
d. artikel VIII toepassing vindt voordat artikel I, onderdelen C en E, van de Wet fiscale
klimaatmaatregelen glastuinbouw wordt toegepast;
e. artikel XII, onderdeel B, eerste zin, terugwerkt tot en met 1 juli 2023;
f. artikel XII, onderdeel A en onderdeel B, tweede zin, en de artikelen XIII en XIV
terugwerken tot en met 16 november 2023;
g. artikel XVI toepassing vindt voordat artikel XXII van het Belastingplan 2023 wordt toegepast.
2. In afwijking van het eerste lid treedt V, onderdeel A, in werking op het tijdstip waarop de Wet van 10 mei 2023 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de modernisering van het erkenningenstelsel, het verbeteren van de handhaafbaarheid en enkele andere wijzigingen van technische aard in werking treedt.
ARTIKEL XX
Deze wet wordt aangehaald als: Overige fiscale maatregelen 2025.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,
De Staatssecretaris van Financiën,