Rapportage 'Werken aan dierenwelzijn in de veehouderij; een sociaal economische impactanalyse'
Dierenwelzijn
Brief regering
Nummer: 2024D38437, datum: 2024-10-14, bijgewerkt: 2024-11-05 09:40, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Beslisnota bij Kamerbrief Rapportage 'Werken aan dierenwelzijn in de veehouderij; een sociaal economische impactanalyse'
- Werken aan dierenwelzijn in de veehouderij
Onderdeel van kamerstukdossier 28286 -1340 Dierenwelzijn.
Onderdeel van zaak 2024Z15842:
- Indiener: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- : [2025] Dieren in de veehouderij (Commissiedebat), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2024-10-16 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-10-23 11:15: Procedurevergadering LVVN (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Preview document (🔗 origineel)
28286 Dierenwelzijn
Nr. 1340 Brief van de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 oktober 2024
Hierbij bied ik u het rapport ‘Werken aan dierenwelzijn in de veehouderij; een sociaal-economische impactanalyse’ aan. Dit rapport is opgesteld door Wageningen University & Research (WeCR) en bureau Connecting Agri&Food (CAF) in opdracht van de voorzitter en partijen1 van het convenanttraject dierwaardige veehouderij.
Het rapport laat zien dat de maatschappelijke wens om te bewegen naar een dierwaardige veehouderij een grote verandering inhoudt. Het laat ook zien dat deze verandering vergaande consequenties heeft voor de veehouderijsector, in het bijzonder naarmate een groter deel van de rekening bij de ondernemers wordt neergelegd. Dat zou zowel de financierbaarheid van de investeringen als de haalbaarheid van de dierenwelzijnsmaatregelen twijfelachtig maken. Van belang is dat deze verandering tot stand kan worden gebracht vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid van primaire producenten in de veehouderij, overheid, financiers, ketenpartijen en consumenten. Dit punt heeft mijn bijzondere aandacht in het vervolgproces. Ik zal de conclusies van dit rapport meenemen in de gesprekken die ik voer met de partijen van het convenanttraject dierwaardige veehouderij.
De minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
F.M. Wiersma
Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) Nederland, Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK), Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV), ZuivelNL,Stichting Brancheorganisatie Kalversector (SBK), Avined (met uitzondering van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders), Dierenbescherming, Caring Farmers, Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV), Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) en het ministerie van LVVN↩︎