D-brief project ‘Vervanging Close-in Weapon System’ – deel 1
Materieelprojecten
Brief regering
Nummer: 2024D38561, datum: 2024-10-15, bijgewerkt: 2024-11-08 12:37, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27830-453).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 27830 -453 Materieelprojecten.
Onderdeel van zaak 2024Z15889:
- Indiener: G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2024-10-16 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-10-17 10:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2024-10-21 18:30: Personeel/Materieel (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Defensie
- 2024-11-14 00:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
27 830 Materieelprojecten
Nr. 453 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 oktober 2024
Defensie staat voor grote uitdagingen. Er is een grootschalige oorlog in Europa en dat raakt ook Nederland. De veiligheid van Nederland, Europa en het NAVO-verdragsgebied wordt ernstig bedreigd door verschillende ontwikkelingen. Vanwege deze bedreigingen richt Defensie zich de komende jaren vooral op hoofdtaak 1. De krijgsmacht moet de juiste gevechtskracht hebben om tegenstanders af te schrikken. Hiervoor moet de krijgsmacht beschikken over robuuste gevechtseenheden met de juiste wapensystemen.1
Marineschepen worden geconfronteerd met een toenemende dreiging van antischipraketten en drones. Voor de slagkracht van marineschepen is de verdediging daartegen van belang. Defensie voert meerdere projecten uit voor een betere luchtverdediging van marineschepen. Het project «Vervanging Close-in Weapon System» (vCIWS) is bedoeld voor de verdediging van marineschepen op de korte afstand. Defensie vervangt met het vCIWS-project de huidige Goalkeeper-snelvuurkanons van meerdere schepen omdat de Goalkeepers technisch en operationeel zijn verouderd.
Omdat Defensie voor dit project meerdere deelcontracten sluit die niet gelijktijdig gereed zijn, ontvangt de Kamer een D-brief in twee gedeelten.2 Deze eerste D-brief betreft een deelcontract voor de levering van korteafstands luchtdoelraketten en lanceerinstallaties van de firma RAMSYS. In de tweede helft van 2025 ontvangt de Kamer de tweede D-brief met de resterende contracten.
De opzet van het vCIWS-project is complex. De nieuwe verdediging op de korte afstand bestaat uit twee elkaar aanvullende wapensystemen. Defensie sluit daarvoor in totaal acht deelcontracten met drie verschillende fabrikanten. Enkele contracten zijn al gesloten, andere moeten nog volgen. De Kamer heeft op 30 mei jl. een voortgangsbrief ontvangen over twee deelcontracten met Thales NL en Leonardo.3 Nu is een volgend contract met RAMSYS gereed met een offertermijn tot eind dit jaar.
De voortgangsbrief van 30 mei jl. bevatte enkele hoofdlijnen van het project om de Kamer te informeren over de stand van zaken van dat moment en de toen voorliggende contracten. Voor de volledigheid bied ik delen van die informatie opnieuw aan. Daarmee komen in deze brief alle belangrijke elementen van een D-brief aan de orde.
Behoefte
Dreiging
De dreiging tegen marineschepen neemt toe. Geavanceerde antischipraketten vliegen sneller dan het geluid en kunnen onvoorspelbare vluchtpatronen uitvoeren. Daarnaast bestaat een dreiging van meer eenvoudige antischipraketten waarover steeds meer landen en strijdgroepen beschikken, zoals dit jaar bleek bij aanvallen door Houthi-eenheden op schepen in de Rode Zee. Op termijn is een proliferatie te verwachten van zowel de geavanceerde als de meer eenvoudige antischipraketten. Daarnaast vormen ook vliegtuigen, helikopters en drones een dreiging. Defensie heeft voor de marineschepen behoefte aan wapensystemen die met deze uiteenlopende dreigingen kunnen omgaan.
Huidige bewapening
Nederlandse marineschepen beschikken over een gelaagde verdediging tegen deze dreigingen. Het gaat om een verdedigingslaag voor de lange afstand, één voor de middellange afstand en één voor de nabijverdediging.
Lange afstand: De Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten) beschikken als enige Nederlandse marineschepen over deze verdedigingslaag. De LC-fregatten kunnen met hun Standard Missile-2 (SM-2) langeafstandsraket een maritieme taakgroep van meerdere marineschepen beschermen. Defensie vergroot de slagkracht van de LC-fregatten met twee multifunctionele ondersteuningsvaartuigen. Deze vaartuigen kunnen containers met Barak-ER langeafstands luchtdoelraketten meenemen als aanvulling op de rakettenvoorraad van het LC-fregat. Het ondersteuningsvaartuig vaart nabij het LC-fregat, het fregat neemt de dreiging waar, geeft de lanceercommando’s aan de Barak-ER raketten en geleidt deze raketten naar het doel.4 Later in deze brief wordt ingegaan op de vervanging van de huidige LC-fregatten.
Middellange afstand: De verdediging op de middellange afstand is aanwezig op de LC-fregatten en op de fregatten voor onderzeebootbestrijding. Nu zijn dat de M-fregatten, deze worden vanaf 2029 vervangen door de Anti Submarine Warfare (ASW-)fregatten.5 Met hun raketten voor de middellange afstand kunnen de fregatten zichzelf en schepen in hun onmiddellijke nabijheid verdedigen. Twee LC-fregatten en de ASW-fregatten krijgen over enkele jaren de beschikking over de moderne ESSM Block 2 luchtdoelraket voor de middellange afstand.6
Nabijverdediging: Het Goalkeeper-snelvuurkanon dient voor de nabijverdediging, dus de zelfverdediging op de korte afstand van het eigen schip. Met dit te vervangen wapensysteem zijn momenteel de vier LC-fregatten, de twee huidige M-fregatten, de twee amfibische landingsschepen (Landing Platform Docks, LPD’s) en het Joint Support Ship (JSS) uitgerust.
Vervanging Goalkeepers
De voorgenomen vervanging van de Goalkeeper-snelvuurkanons bestaat uit twee, elkaar aanvullende wapensystemen:
− Het eerste wapensysteem is de combinatie van het 76mm-kanon met de radargeleide DART-granaten. Met behulp van de nieuwe Pharos-radar van Thales NL worden deze granaten naar het doel geleid. Het 76mm-kanon kan ook gewone, ongeleide munitie verschieten;
− Het tweede wapensysteem is de Rolling Airframe Missile (RAM), een luchtdoelraket voor de korte afstand. Voor deze raket is een eigen lanceerinrichting nodig. De firma RAMSYS is de leverancier van de RAM-luchtdoelraket en de lanceerinrichtingen.
Defensie voorziet de ASW-fregatten, het Combat Support Ship (CSS) dat in 2025 in de vaart komt, en het JSS van beide wapensystemen. De twee LC-fregatten die het langst in dienst blijven, namelijk tot de tweede helft van de jaren ’30, krijgen alleen de RAM-raketten. Op deze schepen is geen plaats voor een 76mm kanon met de bijbehorende Pharos-radar. De zelfbescherming van de nieuw te bouwen Amfibische Transportschepen wordt nog bezien. Het ontwerp van deze schepen bevat voorzieningen (provisions for) die geschikt zijn voor de latere inbouw van onder andere zelfbeschermingsmiddelen. Defensie werkt dit uit in de B-brief over de resultaten van de onderzoeksfase (B-fase) die uw Kamer eind 2025 ontvangt.7
Met de Defensienota 2024 is Defensie voornemens twee extra ASW-fregatten aan te schaffen. De Kamer wordt hierover in 2025 nader geïnformeerd. Het project «Vervanging Close-in Weapon System» in de huidige opzet houdt nog geen rekening met deze extra ASW-fregatten.
De huidige M-fregatten en de beide LPD’s behouden hun huidige Goalkeepers. Gezien de resterende geplande levensduur is het niet doelmatig hun Goalkeepers te vervangen. Dit geldt ook voor de twee LC-fregatten die als eerste uit de vaart gaan.
Verwerving
Voor het vCIWS-project sluit Defensie meerdere deelcontracten met drie fabrikanten voor de volgende componenten:
− Leonardo (Italië): de 76mm kanons en de radargeleide DART-munitie;
− RAMSYS (Duitsland/VS): RAM-luchtdoelraketten en de lanceerinrichtingen;
− Thales NL: de Pharos-radar die nodig is om de DART-munitie te geleiden; aanpassingen van de radar- en vuurleidingssystemen; en de integratie van de verschillende componenten tot één werkend systeem.
In totaal betreft het acht deelcontracten. De twee eerste deelcontracten met Leonardo en Thales NL hebben betrekking op de ASW-fregatten. Deze deelcontracten vallen onder het beslag van de D-brief van het project «Vervanging M-fregatten (ASWF)».8 Vervolgens heeft Defensie eerder dit jaar overeenstemming bereikt over twee verdere deelcontracten met Leonardo en Thales NL, zoals vermeld in de voortgangsbrief van 30 mei 2024. Deze contracten gaan over de aanschaf van de 76mm kanons voor het CSS en het JSS en de integratie daarvan in deze schepen.
Voor het vijfde contract in de serie van acht heeft Defensie onlangs overeenstemming bereikt met RAMSYS over de levering van lanceerinstallaties en een eerste voorraad luchtdoelraketten. Deze producten zijn bedoeld voor de ASW-fregatten, het CSS, het JSS en de twee LC-fregatten die het langst in dienst blijven. De gesprekken met de drie leveranciers over de overige drie deelcontracten zijn nog gaande. Het contract met Thales NL betreft onder andere de Pharos-radar die nog in ontwikkeling is. Na het bereiken van overeenstemming ontvangt uw Kamer in 2025 een tweede D-brief.
Defensie verwerft de componenten van Thales NL met gebruikmaking van art. 346 VWEU (Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie).9 De overige onderdelen worden «van de plank» (Military-off-the-Shelf, MOTS) verworven en single source aanbesteed bij de genoemde leveranciers met gebruikmaking van de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied (art. 2.23, de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging).
Naast de twee ASW-fregatten voor Nederland schaft Defensie ook twee ASW-fregatten voor België aan. Dit vloeit voort uit de nauwe marinesamenwerking met België, waarbij België de mijnenbestrijdingscapaciteit voor onze beide landen verwerft en Nederland zorgt voor de vervanging van de M-fregatten van beide landen. De Belgische ASW-fregatten krijgen dezelfde systemen voor nabijverdediging als die van Nederland. De deelcontracten die Defensie sluit voor de wapensystemen van de ASW-fregatten hebben dan ook mede betrekking op verwervingen voor België. Deze verwervingen komen voor rekening van België.
Uitwerking
Personeel
Voor de bedrijfsvoering van de Koninklijke Marine zijn er geen personeelsconsequenties door dit vervangingsproject. In de risicoparagraaf wordt ingegaan op de personeelscapaciteit voor de projectuitvoering.
Internationale samenwerking en interoperabiliteit
De intensieve samenwerking met België, die tevens zorgt voor een goede interoperabiliteit, is eerder in deze brief aan de orde gekomen. Ten aanzien van de RAM-systemen werkt Defensie samen met Duitsland, dat deze systemen samen met de Verenigde Staten heeft ontwikkeld. De Duitse marine beschikt al over RAM-systemen. Thales NL integreert de RAM-systemen in het radar- en vuurleidingssysteem (Above Water Warfare System, AWWS) van zowel de Nederlandse ASW-fregatten als de nieuwe Duitse F126-fregatten voor onderzeebootbestrijding.
Innovatie en industriële aspecten
Innovatie en de Nederlandse industrie spelen een belangrijke rol in het vCIWS-project. De benodigde technologie voor de Pharos-radar is met ondersteuning van Defensie in verschillende technologieprojecten door Thales NL ontwikkeld. Thales NL zal deze radar verder gereed maken voor productie. Daarnaast zorgt Thales NL voor de integratie van de verschillende CIWS-componenten in de radar- en vuurleidingssystemen van de marineschepen. TNO heeft bij dit project een ondersteunende rol.
Gerelateerde projecten
Zoals eerder in deze brief beschreven heeft het vCIWS-project een relatie met het project «Vervanging M-fregatten (ASWF)». Defensie sluit zoveel mogelijk per component één contract met de desbetreffende leverancier voor alle betrokken schepen: de ASW-fregatten, het JSS, het CSS en twee LC-fregatten.
Daarnaast is er een relatie met meerdere projecten voor de huidige LC-fregatten. Deze schepen ondergaan de komende jaren na elkaar regulier groot onderhoud. Tijdens deze onderhoudsperiodes wil Defensie enkele projecten uitvoeren om de fregatten tot het einde van hun levensduur technisch en operationeel inzetbaar te houden. Deze projecten zijn nader toegelicht in het meest recente Defensie Projectenoverzicht:10
• Vervanging 127mm kanon LC-fregatten;
• Vervanging Maritiem Surface-to-surface missile ter vervanging van de Harpoon-raketten;
• Langer doorvaren LCF: Elektronische oorlogvoering;
• Langer doorvaren LCF: Materiële zeewaardigheid;
• Verwerving Maritime Strike. Dit project betreft de verwerving van Tomahawk-kruisvluchtwapens.
Verder is er een verband met de vervanging van de LC-fregatten. Voor deze nieuwe schepen streeft Defensie naar familievorming van de luchtverdedigingswapens. Bij voorkeur zijn meerdere systemen afkomstig van één leverancier. Het project «Bewapening maritieme lucht- en raketverdediging» onderzoekt momenteel de mogelijkheden voor de nieuwe LC-fregatten.11
Doelmatigheid en doeltreffendheid
Met de uitvoering van dit project geeft Defensie, onder verwijzing naar artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016, invulling aan doeltreffendheid en doelmatigheid.
− Doeltreffendheid: Defensie verbetert met dit project de effectiviteit van de lucht- en oppervlakteverdediging van onze marineschepen. Door de verwerving van innovatief militair materieel is deze verdediging op de korte afstand opgewassen tegen moderne dreigingen.
− Doelmatigheid: deze wordt op verschillende manieren bevorderd. Meerdere klassen marineschepen krijgen dezelfde wapensystemen. Internationale samenwerking via de bouw van ASW-fregatten voor België bevordert de doelmatigheid eveneens. Meerdere componenten worden MOTS verworven zodat daarvoor geen ontwikkeling meer nodig is. Dit betreft in het bijzonder het 76mm-kanon, de DART-granaten en de RAM-systemen.
Risico’s
Een onderkend risico heeft betrekking op mogelijke vertraging van het project door te late oplevering van componenten door de leveranciers. Defensie vermindert dit risico door goede afspraken te maken met de leveranciers en nauw contact te houden over de voortgang. Verder bestaat het risico dat Defensie, tegen de achtergrond van de veelheid van maritieme projecten en modificatietrajecten van marineschepen, onvoldoende capaciteit heeft om dit project tijdig uit te voeren. Dit risico wordt verminderd door een goede planning van de verschillende werkzaamheden en indien nodig extra personeelscapaciteit in te huren.
Het risico dat het uiteindelijke geheel van sensoren, vuurleidingssysteem en bewapening voor één of meer scheepsklassen minder bescherming biedt dan verwacht, wordt verminderd door de ontwikkeling gefaseerd aan te pakken en daarmee de complexiteit te verminderen. Overigens betekenen de RAM-systemen op zich al een verbetering ten opzicht van de Goalkeeper. Een risicoreservering maakt deel uit van het projectbudget.
Financiën
Het budget van het vCIWS-project bevindt zich in de bandbreedte van € 250 miljoen tot € 1 miljard. Het budget bevat een risicoreservering en komt ten laste van de defensiebegroting. Het financiële beslag van het contract met RAMSYS dat nu aan de orde is, ligt tussen de € 50 miljoen en € 250 miljoen. Een deel van dit bedrag wordt betaald uit het budget van het project «Vervanging M-fregatten (ASWF)». Een en ander wordt toegelicht in de commercieel vertrouwelijke bijlage (kenmerk BS2024033685)12.
Planning
De installatie van de verschillende componenten op de marineschepen is voorzien voor de periode 2028–2032. De ASW-fregatten krijgen hun systemen in de eindfase van de nieuwbouw. Het eerste ASW-fregat is gereed in 2029. De overige marineschepen worden voorzien van CIWS tijdens geplande periodes van groot onderhoud. Zoals eerder gemeld is de Pharos-radar naar verwachting leverbaar vanaf 2031 als gevolg van een langer dan voorzien ontwikkeltraject.13
Vooruitblik
Defensie is voornemens uiterlijk eind dit jaar de verplichtingen met RAMSYS aan te gaan. Ik verzoek uw Kamer hiermee rekening te houden bij de behandeling van deze eerste D-brief. Naar verwachting ontvangt uw Kamer in de tweede helft van 2025 de tweede D-brief, als Defensie ook over de resterende contracten overeenstemming heeft bereikt met de desbetreffende leveranciers.
De Staatssecretaris van Defensie,
G.P. Tuinman
Defensienota 2024 «Sterk, slim en samen», Kamerstuk 36 592, nr. 1 van 5 september 2024↩︎
De Kamer heeft op 3 mei 2018 de A-brief ontvangen over dit project en op 14 januari 2021 de B-brief (Kamerstukken 27 830, nrs. 220 en 329).↩︎
Kamerstuk 27 830, nr. 439. Deze voortgangsbrief is behandeld in het Commissiedebat Materieel van 13 juni jl. (Kamerstuk 27 830, nr. 443).↩︎
A/B-brief project «Multifunctionele ondersteuningsvaartuigen», Kamerstuk 27 830, nr. 446 van 24 september 2024↩︎
Bij de LC-fregatten betreft het momenteel de Evolved Sea Sparrow Missile (ESSM) Block 1, bij de M-fregatten gaat het om de NATO Sea Sparrow Missile.↩︎
D-brief project «ESSM Block 2: Verwerving en integratie», Kamerstuk 27 830, nr. 430 van 15 april 2024↩︎
A-brief project «Verwerving Amfibische Transportschepen» (6 maart 2024) en de beantwoording van vragen over de A-brief (13 mei 2024), Kamerstukken 27 830, nrs. 427 en 433↩︎
Kamerstuk 27 830, nr. 398 van 3 april 2023↩︎
De keuze voor het gebruik van art. 346 VWEU is toegelicht in de B-brief van 14 januari 2021.↩︎
Kamerstuk 27 830, nr. 435 van 15 mei 2024↩︎
Zie de gecombineerde A-brief van de projecten «Vervanging LC-fregatten» en «Bewapening maritieme lucht- en raketverdediging», Kamerstuk 27 830, nr. 426 van 1 maart 2024.↩︎
Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer↩︎
Afwijkingsrapportage van het Defensie Projectenoverzicht 2022 van 17 mei 2023, Kamerstuk 27 830, nr. 400↩︎