Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel van de Europese Commissie om de toepassingsdatum van de EU-verordening voor ontbossingsvrije producten met 12 maanden uit te stellen
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Brief regering
Nummer: 2024D38659, datum: 2024-10-15, bijgewerkt: 2024-11-13 11:23, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-22112-3967).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -3967 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.
Onderdeel van zaak 2024Z15935:
- Indiener: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2024-10-17 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-10-23 11:15: Procedurevergadering LVVN (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2024-11-11 10:00: Landbouw- en Visserijraad 18 november 2024 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3967 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15Ā oktober 2024
Op woensdag 2Ā oktober jongstleden heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan om de datum waarop de EU-verordening voor ontbossingsvrije producten (Ā«EU-OntbossingsverordeningĀ», EUDR)1 van toepassing wordt met 12 maanden uit te stellen. De Europese Commissie publiceerde daarnaast de langverwachte richtsnoeren en aanvullende documentatie om bedrijven en overheden te ondersteunen bij de voorbereiding op en naleving van de EU-Ontbossingsverordening. In deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, over de Nederlandse positie inzake het voornoemde voorstel.
Het doel van de EU-Ontbossingsverordening is om ontbossing en bosdegradatie als gevolg van EU-consumptie en -productie te voorkomen. Centraal in de verordening staat het verbod op het op de markt brengen of exporteren van goederen die onder de reikwijdte van de verordening vallen maar niet vrij zijn van ontbossing of bosdegradatie, of die niet legaal zijn geproduceerd.
De EU-Ontbossingsverordening is reeds op 29Ā juni 2023 in werking getreden en marktpartijen hadden aanvankelijk 18 maanden de tijd de wetgeving uit te voeren (voor micro, kleine en middelgrote bedrijven bedroeg deze termijn 24 maanden). Dit betekent dat de verordening (indien ongewijzigd) moet worden toegepast vanaf 30Ā december 2024 en vanaf 30Ā juni 2025 voor micro, kleine en middelgrote bedrijven. Echter, de richtsnoeren om bedrijven en overheden te ondersteunen bij (de voorbereiding op) de naleving van de verordening werden steeds niet gepubliceerd door de Europese Commissie. Ook is het IT-systeem (Traces) nog niet op orde. Hierdoor ontstond de vrees dat de mogelijkheid voor naleving door bedrijven en een effectieve handhaving door EU-lidstaten in het geding zou komen, en klonk in de afgelopen maanden in toenemende mate de roep van (derde) landen en bedrijven die naar de EU exporteren om de toepassingsdatum van de verordening daarom uit te stellen.
Middels een voorstel voor wijziging van de EU-Ontbossingsverordening wil de Europese Commissie de toepassing met een jaar (12 maanden) uitstellen. De nieuw voorgestelde ingangsdata voor toepassing van de verordening zijn als volgt: (i) 30Ā december 2025 voor grote bedrijven; en (ii) 30Ā juni 2026 voor het midden- en kleinbedrijf. Tegelijkertijd publiceerde de Commissie de richtsnoeren en documentatie die deze bedrijven daarmee moeten assisteren.
Deze richtsnoeren bevatten onder meer verduidelijkingen over definities uit de verordening zoals Ā«bosdegradatieĀ» en Ā«operatorĀ», details over boetes bij onjuiste naleving en over traceerbaarheid. Ook is het strategisch raamwerk voor versterkte samenwerking met producerende en grote consumerende landen, waarvoor Nederland sterk heeft gepleit, bekendgemaakt. Verder is de methodologie voor het landenbenchmarksysteem onder de verordening gepresenteerd, dit is te vinden in de annex van het strategisch raamwerk voor samenwerking. Dit systeem zal landen en gebieden categoriseren in laag, standaard of hoog risico van het produceren van grondstoffen die bijdragen aan ontbossing of op niet-legale producten, en is van invloed op de gepaste zorgvuldigheid (due diligence) die bedrijven moeten uitvoeren. De uitrol van het benchmark systeem is tevens met 6 maanden uitgesteld tot 30Ā juni 2025. De Commissie roept het Europees Parlement en de Raad op om het voorstel voor uitstel van de toepassing van de verordening voor het einde van dit jaar goed te keuren.
Positie Nederland
Het kabinet staat achter het doel van de ontbossingsverordening en steunt het voorstel tot uitstel. Het kabinet heeft de Europese Commissie immers langere tijd opgeroepen om snel duidelijkheid te bieden aan bedrijven en producerende landen die te maken krijgen met de EU-Ontbossingsverordening. Een betrouwbare en voorspelbare overheid is immers cruciaal voor het goed kunnen functioneren van internationale handelsstromen. In Nederland liepen de voorbereidingen voor de uitvoering per 30Ā december 2024 op schema. Het is vanuit dat oogpunt teleurstellend dat de Commissie pas op 2Ā oktober jl. aanvullende richtsnoeren en documentatie heeft aangeleverd. Een deel van het Nederlands bedrijfsleven heeft afgelopen jaar aanzienlijk geĆÆnvesteerd om te voldoen aan de wetgeving en is volledig voorbereid op inwerkingtreding eind dit jaar. Uitstel betekent voor hen dat er kosten zijn gemaakt en zij hun concurrentievoordeel verliezen. Uitstel draagt ook niet bij aan de voorspelbaarheid van het Europese besluitvormings- en wetgevingsproces. Het uitstel van de toepassing kan tot slot afbreuk doen aan de rechtszekerheid voor particulieren en bedrijven die erdoor worden geraakt.
Het kabinet meent dat er in dit geval verschillende zwaarwegende overwegingen zijn voor uitstel. Door vertraging in het beschikbaar stellen van essentiĆ«le richtsnoeren en informatie vanuit de Commissie komt zowel de naleving door bedrijven als de uitvoering en handhaving van de verordening in het geding. Toepassing van de verordening per eind 2024 zou hierdoor de effectiviteit van de verordening, en daarmee ook het tegengaan van ontbossing, niet ten goede komen. Het is verder duidelijk dat andere EU-lidstaten minder ver zijn dan Nederland met de voorbereidingen voor de handhaving van de verordening, waardoor het gelijke speelveld binnen de Unie aangetast zou kunnen worden als de verordening onverkort van kracht wordt per 30Ā december. Ook wordt met uitstel tegemoetgekomen aan de toenemende zorgen die er leven bij bedrijven, kleinschalige boeren en overheden in derde landen, die net als Europese bedrijven in onzekerheid bleven bij het uitblijven van de publicatie van de aanvullende richtsnoeren en documentatie. In relaties met derde landen begon bovendien de onduidelijkheid rondom de ontbossingsverordening een mogelijk handelsverstorende factor te vormen. Gezien de door deze vertraging ontstane situatie ziet Nederland nu noodzaak tot uitstel. Het uitstel biedt ook ruimte om de dialoog met het bedrijfsleven en derde landen te versterken. Daarbij is ook van belang om op te merken dat de datum uit de verordening waarna geen ontbossing meer mag hebben plaatsgevonden (Ā«cut-offĀ» datum, 31Ā december 2020) niet wordt gewijzigd. Dat de toepassing op een latere datum is dan de inwerkingtreding, doet daar niets aan af.
Alles afwegende zal Nederland het Voorzitterschap kunnen steunen om het voorstel van de Europese Commissie om de datum voor toepassing van de verordening met 12 maanden te verlengen, door te geleiden naar het Europees Parlement. Het kabinet zal bij de Commissie aandacht blijven vragen voor het tijdig publiceren van richtsnoeren en relevante documentatie, zodat burgers, bedrijven, overheden en toezichthouders zich adequaat kunnen voorbereiden op de implementatie van EU-wetgeving.
Gevolgen van het voorstel voor uitstel voor de nationale uitvoering
Het uitstel van de toepassing van de ontbossingsverordening heeft ā behalve voor de inwerkingtredingsdatum ā geen gevolgen voor de reeds vastgestelde en gepubliceerde Wet uitvoering verordening ontbossingsvrije grondstoffen en producten (Staatsblad 2024, 242, eerder op 27Ā juni 2024 als wetsvoorstel door uw Tweede Kamer aangenomen).
Hetzelfde geldt voor de bijbehorende algemene maatregel van bestuur (amvb) tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit kwaliteit leefomgeving die om advies is voorgelegd aan de Raad van State, waarover de Kamer is geĆÆnformeerd bij brief van 26Ā april 2024 (Kamerstuk 36Ā 518, nr. 6). Op 24Ā juli 2024 heeft de Raad van State over deze amvb advies uitgebracht (dictum B) en het nader rapport zal ik op korte termijn aanbieden aan de Koning.
Deze wet en amvb ter uitvoering van de verordening zullen bij koninklijk besluit op een nader te bepalen tijdstip in werking treden: dat zal zijn het tijdstip waarop de verordening van toepassing zal zijn. Dat zal een jaar later worden. De wet en amvb zelf behoeven geen aanpassing.
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en
Natuur,
J.F. Rummenie
Verordening (EU) 2023/1115 van het Europees Parlement en de Raad van 31Ā mei 2023 betreffende het op de markt van de Unie aanbieden en de uitvoer uit de Unie van bepaalde grondstoffen en producten die met ontbossing en bosdegradatie verband houden, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 995/2010ā©ļø