Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de beleidsreactie zbo-evaluatie Commissariaat voor de Media (Kamerstuk 25268-228)
Zelfstandige bestuursorganen
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2024D38665, datum: 2024-10-15, bijgewerkt: 2024-10-22 12:05, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2024D38665).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L. Bromet, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2024Z13236:
- Indiener: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-09-11 12:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-26 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-10-15 14:00: Beleidsreactie zbo-evaluatie Commissariaat voor de Media (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
2024D38665 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 10 september 2024 inzake de beleidsreactie zbo1-evaluatie Commissariaat voor de Media (Kamerstuk 25 268, nr. 228).
De voorzitter van de commissie,
Bromet
Adjunct-griffier van de commissie,
Bosnjakovic
Inhoud
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
• Inbreng van de leden van de PVV-fractie
• Inbreng van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
• Inbreng van de leden van de VVD-fractie
• Inbreng van de leden van de NSC-fractie
• Inbreng van de leden van de BBB-fractie
II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de aangeleverde stukken en hebben geen verdere vragen.
Inbreng van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de beleidsreactie op de zbo-evaluatie naar het functioneren van het Commissariaat voor de Media. Deze leden benadrukken het belang van reguliere evaluaties als bijdrage aan verdere verbetering van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het toezicht. Zij onderschrijven het standpunt uit het evaluatierapport dat met het oog op alle ontwikkelingen (nieuwe toezichtstaken, veranderende markt, toetreding nieuwe omroepen) meer dan eerder behoefte bestaat aan een sterke toezichthouder op de media. Meer dan ooit moet worden toegezien op het goed functionerende mediabestel als onmisbare voorwaarde voor instandhouding van de democratische rechtsstaat. Het Commissariaat voor de Media helpt mee aan het in stand houden en functioneren van een mediabestel waarin voorzien wordt in betrouwbare informatie aan het publiek, het helpen controleren van de macht en het faciliteren van tegengeluiden. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn zo bezien benieuwd naar de opvatting van de Minister over het recent verschenen WRR2-rapport Aandacht voor media. Naar nieuwe waarborgen voor hun democratische functies en de mogelijke gevolgen van dit rapport voor de functie van het Commissariaat voor de Media.
Het is goed om te zien dat het Commissariaat voor de Media volop in ontwikkeling is, zo constateren de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie. Tegelijkertijd vragen deze leden of op dit moment voldoende duidelijk is hoe de in het evaluatierapport geformuleerde aanbevelingen concreet zullen worden uitgevoerd. Daarnaast voelen zij de behoefte aan een toekomstvisie op de rol van het Commissariaat voor de Media in het veranderende medialandschap, de wijze waarop het beschikbare juridische instrumentarium wordt gehanteerd en welk handhavingsniveau wordt geambieerd. Het lijkt de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie goed dat de Minister hier een nadere beschouwing aan wijdt. Wat is bijvoorbeeld het kabinetsstandpunt op de aanbevelingen van de commissie Van Geel om een Autoriteit Publieke Media in te stellen (en het Commissariaat voor de Media op te heffen) en om aspirant-omroepen niet direct toegang te geven tot het stelsel?3 Hoe wordt, met andere woorden, de wens om tot steviger toezicht te komen, door het kabinet ingevuld met de aanbevelingen van de commissie Van Geel in het achterhoofd?
Aanbevelingen uit de evaluatie
Doeltreffendheid en toezichtstrategie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met de nodige bezorgdheid kennisgenomen van de constatering dat het Commissariaat voor de Media te weinig strategisch opereerde en te weinig data over haar eigen toezicht voorhanden heeft. Deze leden willen graag een preciezer inzicht hoe de toekomstige toezichtsstrategie zal worden vormgegeven, welke concrete taken het Commissariaat voor de Media wél en niet gaat uitvoeren en welke dilemma’s daarbij spelen. Daarnaast en vooral horen zij graag van de Minister welk beeld het Commissariaat voor de Media én het departement gezamenlijk vormen van het naar behoren uitoefenen van taken, zoals aanbevolen in het evaluatierapport. Tevens vragen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie welke criteria en prestatie-indicatoren worden gehanteerd om een oordeel te kunnen vellen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het door het Commissariaat voor de Media uitgeoefende toezicht.
Doelmatigheid en KPI’s4
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie onderschrijven de aanbeveling dat het Commissariaat voor de Media consistent gaat verantwoorden over doelmatigheid. Deze leden vragen de Minister om, zodra dat mogelijk is, de Kamer te informeren over de concrete vorm en inhoud van deze doelmatigheidsrapportages, zeker bezien vanuit de gedachte om de rapportagevorm over toezicht te laten samenlopen met de hervorming van de landelijke publieke omroep.
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie danken de Minister voor de beleidsreactie op het rapport van KWINK Groep (hierna: Kwink). Deze leden zijn geschrokken van de evaluatie en vinden het belangrijk dat het Commissariaat voor de Media zo snel als mogelijk goed functioneert.
De leden van de VVD-fractie merken op dat het Commissariaat voor de Media in haar nieuwe toezichtaanpak de intensiteit van het toezicht zal laten toenemen naarmate de negatieve impact van een risico groter wordt. Is de Minister het met deze leden eens dat dit een onvoldoende proactieve toezichtaanpak laat zien, zoals aanbevolen in de evaluatie van Kwink en zoals de Minister ook verwacht van het Commissariaat voor de Media? Wat doet de Minister hieraan?
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de nieuwe toezichtaanpak van het Commissariaat voor de Media van februari 2024. Heeft de Minister voldoende vertrouwen in deze aanpak om de problemen rond het verkeerd gebruiken van KPI's en het ontbreken van een strategie aan de voorkant op te lossen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de evaluatieperiode aan het begin werd gekenmerkt door een bestuurlijke crisis, die aanzienlijke impact heeft gehad op de organisatie. Heeft de Minister nu voldoende vertrouwen in het Commissariaat voor de Media dat een dergelijke crisis niet nogmaals zoveel invloed zal hebben op de organisatie?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Minister zich wil inzetten voor het verbeteren van de relatie tussen het Commissariaat voor de Media en OCW5. De Minister gaat echter niet specifiek in op de beleidsaanbevelingen van Kwink om werkafspraken te maken en een programma op te stellen voor het samenspel. Is de Minister voornemens deze aanbevelingen ter harte te nemen en samen met het Commissariaat voor de Media werkafspraken op te stellen en een programma voor een goed samenspel te ontwikkelen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat op het gebied van samenspel tussen OCW en het Commissariaat voor de Media al vooruitgang is: er is meer contact geeft de Minister aan. Deze leden vragen de Minister wat hij nog meer kan doen om het Commissariaat voor de Media naar behoren te laten functioneren.
Inbreng van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de aangeleverde stukken en hebben geen verdere vragen.
Inbreng van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de beleidsreactie inzake de zbo-evaluatie van het Commissariaat voor de Media. Deze leden hebben vragen en opmerkingen over dit stuk.
De leden van de BBB-fractie vragen met betrekking tot de governance waarom het nog niet gelukt is om de huidige invulling in overeenstemming te brengen met een aansturingsmodel dat al eind 2020 formeel gekozen is. Waarom lukte het niet eerder om te komen tot een situatie waarin de voorzitter tevens operationeel leidinggeeft aan de werkorganisatie? Graag ontvangen deze leden een toelichting.
Daarnaast hebben de leden van de BBB-fractie vragen over de positionering en het samenspel tussen toezicht en beleid. Deze leden vragen op welke wijze het Ministerie van OCW de relatie met het Commissariaat voor de Media denk te gaan verbeteren en te zorgen voor volwassenheid in de rolopvatting van zowel het Commissariaat voor de Media als OCW.
Tot slot merken de leden van de BBB-fractie op dat wordt gesproken over de weg omhoog. Kan de Minister de stappen die op een aantal vlakken zijn gezet wat nader toelichten? Daarnaast willen deze leden benadrukken dat het Commissariaat voor de Media zich bezig moet blijven houden met alle omroepen en dat zij geen voorstander zijn van een aparte autoriteit voor de NPO6, zoals voorgesteld in het rapport van het adviescollege Van Geel «Eenheid in Veelzijdigheid»7. De leden van de BBB-fractie achten de extra toezichthouder onwenselijk. Deze leden willen een commissariaat dat haar taken zo goed mogelijk uitvoert en hierbij toezicht houdt op alle media.