[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Kabinetsreactie op de NGO-publicatie over het Mozambique LNG-project

Doen waar Nederland goed in is - Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Brief regering

Nummer: 2024D38866, datum: 2024-10-16, bijgewerkt: 2024-11-19 11:44, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36180-114).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36180 -114 Doen waar Nederland goed in is - Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Onderdeel van zaak 2024Z16041:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

36 180 Doen waar Nederland goed in is – Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Nr. 114 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 oktober 2024

In deze brief ga ik, mede namens de Minister voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingshulp, in op het verzoek van uw Kamer van 25 juni 2024 om een kabinetsreactie te geven op een publicatie van Global Justice Association over het LNG-project in Mozambique. Deze NGO-publicatie van 11 juni 2024 is geschreven in opdracht van Milieudefensie en BothENDS (hierna: NGO-publicatie). De NGO-publicatie is mede tot stand gekomen op basis van stukken die onder de Wet open overheid (Woo) openbaar zijn geworden.

De Nederlandse staat heeft in 2020 een exportkredietverzekering (ekv) afgegeven voor het LNG-project in Mozambique. Zoals eerder met uw Kamer gedeeld, beoordeelt de Nederlandse staat op dit moment een eventuele deelname aan de herstart van het project.1

In de NGO-publicatie zijn aanbevelingen opgenomen over het beoordelingsproces van het LNG-project in 2020, de huidige herbeoordeling van dit project en over de ekv in het algemeen. Met deze brief geeft het kabinet een appreciatie van deze aanbevelingen.

Beoordelingsproces ekv-verstrekking in 2020

De auteurs van de NGO-publicatie zijn van mening dat het beoordelingsproces van de afgifte van de polis in 2020 gericht was op goedkeuring. Ook wordt in de NGO-publicatie gesteld dat de veiligheidsrisico’s werden afgezwakt en dat het besluitvormingsproces is beïnvloed door externe commerciële belangen (van met name de projecteigenaar, TotalEnergies).

Het kabinet herkent zich niet in bovenstaand beeld. Het acceptatieproces voor ekv-aanvragen is zo ingericht dat er controles zijn om een ordentelijke en onafhankelijke uitvoering te waarborgen. Recente evaluaties, waaronder de mvo-beleidsevaluatie uit 2021 en de beleidsdoorlichting uit 2023, onderschrijven dit.2 Een ekv-aanvraag wordt afgewezen indien niet wordt voldaan aan de vooraf vastgestelde acceptatiecriteria.

Het bovenstaande geldt ook voor het besluitvormingsproces in 2020. Er is aan de besluitvorming in 2020 een langdurig proces vooraf gegaan waarin uitvoerig gediscussieerd is over de veiligheidsrisico’s. De besluitvorming heeft in 2020 op een onafhankelijke wijze plaatsgevonden. Rechtstreeks contact met een projecteigenaar (in dit geval TotalEnergies) is onvermijdelijk voor de beoordeling van de projectrisico’s en voor de onderhandeling over de voorwaarden van de projectfinanciering. Zodanig contact heeft er niet toe geleid dat de afgifte van een ekv is ingegeven door commerciële belangen.

Lopende herbeoordeling

Er konden wel lessen worden getrokken uit de beoordeling van het LNG-project in Mozambique. In opdracht van de verantwoordelijke ministeries en op verzoek van uw Kamer heeft het onderzoeksbureau Proximities in 2022 daarom een onafhankelijke evaluatie uitgevoerd naar dit proces. In het rapport van Proximities zijn belangrijke verbeterpunten opgenomen. Deze aanbevelingen zijn ook met uw Kamer gedeeld.3

In de NGO-publicatie zijn aanbevelingen opgenomen om de beoordeling van de veiligheidssituatie te verbeteren. Een groot deel van de aanbevelingen uit de NGO-publicatie komen overeen met de aanbevelingen uit het rapport van Proximities. De aanbevelingen zien bijvoorbeeld op het beter gebruik maken van lokale en internationale bronnen en het belang van het onderzoeken van de grondoorzaken van de veiligheidssituatie. Daarnaast wordt aanbevolen om de eigen informatiepositie van ADSB en de Nederlandse staat te versterken. Ook wordt aanbevolen de inzichten van de Nederlandse ambassade in Mozambique mee te nemen in het herbeoordelingsproces.

Zoals eerder met uw Kamer gedeeld, is door het vorige kabinet opvolging gegeven aan de aanbevelingen uit het Proximitiesrapport.4 Dat betekent dat deze aanbevelingen ook worden toegepast in het herbeoordelingsproces over de eventuele deelname aan een herstart van het LNG-project. Zo heeft ADSB een eigen veiligheidsconsultant ingeschakeld om een onafhankelijke informatiepositie te versterken. De verantwoordelijke ministeries en ADSB hebben ten behoeve van de herbeoordeling ook meerdere malen met maatschappelijke organisaties een gesprek gehad. De inbreng van deze en andere maatschappelijke organisaties wordt nadrukkelijk meegewogen in de herbeoordeling. Ook zullen de grondoorzaken van het conflict en de impact van het project op de veiligheidssituatie in de regio nadrukkelijk worden meegewogen. Bij deze zaken is de Nederlandse ambassade in Mozambique een belangrijke informatiebron.

Alles in overweging nemende heb ik er vertrouwen in dat ADSB in staat is om de ministeries van een onafhankelijk, goed overwogen advies te voorzien en dat een objectieve en zorgvuldige besluitvorming over een eventuele herstart plaatsvindt. Voor een nadere duiding van hoe het huidige herbeoordelingsproces is ingericht verwijs ik u ook naar de Kamerbrief van 15 december 2023 en naar de beantwoording van de Kamervragen die op 23 september 2024 met uw Kamer is gedeeld.5

Communicatie en Woo-trajecten

De auteurs van de NGO-publicatie hebben daarnaast een aantal aanbevelingen gedaan op het gebied van communicatie over de Nederlandse deelname aan het LNG-project. Zo roepen de auteurs van de NGO-publicatie het kabinet op volledige openheid te geven over de besluitvorming en gebeurtenissen in 2020 en 2021 en de motie Thijssen c.s. op te volgen.

Het kabinet vindt een goede informatievoorziening belangrijk. Het vorige en huidige kabinet heeft uw Kamer daarom middels verschillende brieven en de beantwoording van Kamervragen uitgebreid geïnformeerd over het besluitvormingsproces in 2020/2021 en het huidige herbeoordelingsproces.6 Mijn voorganger heeft uw Kamer ook eerder geïnformeerd over de opvolging van de motie Thijssen c.s. inzake het Mozambique-project. Daarbij is aangegeven dat het wenselijk is om vast te houden aan de gangbare procedure waarbij achteraf parlementaire verantwoording wordt afgelegd over de uitvoering van de ekv.7 Op deze manier wordt de voorspelbaarheid en rechtszekerheid geborgd voor de gebruikers en overige betrokkenen. Dit kabinet zal deze lijn voortzetten. Uw Kamer wordt zo goed als mogelijk, binnen de geldende juridische kaders, geïnformeerd over het project en de lopende herbeoordeling.

In de NGO-publicatie zijn ook een aantal aanbevelingen opgenomen over de afhandeling van Woo-verzoeken. Er zijn meerdere Woo-verzoeken ingediend over het LNG-project van Total in Mozambique. De verantwoordelijke ministeries streven ernaar om deze informatie binnen de daarvoor geldende termijnen openbaar te maken. Dit is voor de Woo-verzoeken over het LNG-project in de meeste gevallen niet gelukt. De voorgeschreven Woo-termijnen waren niet haalbaar door de omvang van de te beoordelen documenten en de tijd die nodig was voor de zienswijzen van een groot aantal (met name internationale) derde partijen.

Er zijn ook lessen getrokken uit de behandeling van bovenstaande Woo-verzoeken. Deze lessen zijn onder meer verwerkt in een nieuwe werkinstructie voor de afhandeling van Woo-verzoeken. Deze werkinstructie helpt om de behandeling van toekomstige Woo-verzoeken op een zorgvuldige wijze te versnellen. Wel is het zo dat de Woo-termijnen voor dit soort omvangrijke verzoeken uitdagend blijven. De verantwoordelijke ministeries en het kabinet blijven evenwel inzetten op een spoedige en zorgvuldige afronding van de openstaande en eventuele toekomstige Woo-verzoeken.

Algemene bevindingen NGO-publicatie

In de NGO-publicatie zijn tevens een aantal algemene aanbevelingen voor de ekv opgenomen. Zo doen de auteurs de aanbeveling om de inbreng van maatschappelijke organisaties nadrukkelijk onderdeel te maken van een besluitvormingsproces over de afgifte van een ekv. De auteurs van de publicatie raden daarnaast aan om de transparantie rondom de afgifte van zogenoemde hoge risico-projecten te verbeteren.

Het kabinet hecht veel waarde aan de inbreng van maatschappelijke organisaties. Deze inbreng wordt nadrukkelijk meegewogen in de beoordeling van individuele projecten en de evaluatie van relevante ekv-beleidskaders. Het kabinet herkent zich niet in het beeld dat dit geen staande praktijk is. Mochten maatschappelijke organisaties dit anders zien, dan staan de verantwoordelijke ministeries open om daarover het gesprek met deze organisaties aan te gaan.

Het kabinet vindt daarnaast een transparante werkwijze van belang, juist zodat maatschappelijke organisaties hun werk kunnen doen. Daarbij is het zaak om de juiste balans te vinden tussen enerzijds zo transparant werken en anderzijds de belangen van exporteurs, hun afnemers en andere betrokkenen. ADSB heeft een transparantiebeleid op grond waarvan zowel in de behandelingsfase als na afgifte van een polis informatie wordt gepubliceerd over hoge risicoprojecten. Het kabinet is van mening dat met dit transparantiebeleid de hierboven genoemde balans is gevonden. De MVO-beleidsevaluatie uit 2021 onderschrijft dit ook. Tegelijkertijd blijft het van belang om kritisch te blijven op het transparantiebeleid en deze periodiek te evalueren, waarbij de inbreng van maatschappelijke organisaties wordt meegewogen.

Tenslotte bevelen de auteurs van de NGO-publicatie aan om een juridische mogelijkheid in te bouwen om uit een ekv-polis te stappen, bijvoorbeeld bij grote MVO-risico’s. Het intrekken van afgegeven polissen is alleen mogelijk indien sprake is van verzuim, aantoonbare nalatigheid of fraude door de verzekerde partij. Schending van de polisvoorwaarden kan in het uiterste geval gevolgen hebben voor het recht op schade-uitkering onder de polis. Dit doet niet af aan het uitgangspunt dat onaanvaardbare risico’s voor mens, dier en milieu niet worden verzekerd. ADSB toetst dit bij afgifte van een polis en bij zogenoemde hoge risico’s projecten worden MVO-aspecten ook na afgifte van een polis actief gemonitord door ADSB.

Afsluiting

Zoals eerder aangegeven, hecht het kabinet veel waarde aan de inbreng van maatschappelijke organisaties. De inbreng van maatschappelijke organisaties, geuit in gesprekken, brieven en publicaties, wordt nadrukkelijk meegewogen in de (her)beoordeling van het Mozambique-project, andere projecten en bij de evaluatie van ekv-beleidskaders. Het kabinet blijft de maatschappelijke organisaties uitnodigen om hun inbreng met ADSB en de verantwoordelijke ministeries te delen.

De Minister van Financiën,
E. Heinen


  1. Kamerstuk 33 625, nr. 330↩︎

  2. Kamerstuk 26 485, nr. 380 en Kamerstuk 31 935, nr. 82.↩︎

  3. Kamerstuk 26 485, nr. 407.↩︎

  4. Zie onder meer Kamerstuk 33 625, nr. 330↩︎

  5. Kamerstuk 26 485, nr. 432.↩︎

  6. Zie meest recentelijk: Kamerstuk 33 625, nr. 330↩︎

  7. Kamerstuk 26 485, nr. 432.↩︎