[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Kabinetsreactie evaluaties fiscale regelingen

Herziening Belastingstelsel

Brief regering

Nummer: 2024D39171, datum: 2024-10-17, bijgewerkt: 2024-11-19 12:40, versie: 2

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32140 -210 Herziening Belastingstelsel.

Onderdeel van zaak 2024Z16174:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


32140 Herziening Belastingstelsel

Nr. 210 Brief van de staatssecretaris van Financiën

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 oktober 2024

De afgelopen twee jaar zijn er meerdere evaluaties geweest van fiscale regelingen waarop vanwege de demissionaire status van het vorige kabinet nog geen kabinetsreactie is gegeven. Fiscale regelingen zijn uitzonderingen binnen het belastingstelsel – zoals aftrekposten, vrijstellingen of kortingen – die de belastingopbrengsten verminderen. In deze brief wordt ingegaan op de recente evaluaties en opvolging hiervan. Dit kan niet los worden gezien van de bredere aanpak van fiscale regelingen van dit kabinet. Deze brief geeft daarom ook een integrale beschrijving hiervan en het bijbehorende proces.

Aanpak fiscale regelingen

Het belastingstelsel kent een groot aantal bijzondere regelingen en uitzonderingen die de belasting voor een bepaalde groep belastingplichtigen verminderen. In de afgelopen decennia is de fiscaliteit steeds meer als beleidsinstrument ingezet om maatschappelijke doelen te bereiken en maatwerk te kunnen leveren voor specifieke doelgroepen. Dit is begrijpelijk, maar maakt het belastingstelsel wel complexer voor burgers, bedrijven en de uitvoering. Bovendien is een groot deel van de regelingen niet bewezen effectief en doelmatig en/of ingehaald door de tijd. Een regeling is doeltreffend als deze leidt tot het beoogde effect. Een regeling is doelmatig als de beoogde effecten behaald worden met de minst mogelijke inzet van middelen en neveneffecten. Ondoelmatigheid impliceert dan ook een niet efficiënte besteding van overheidsmiddelen.

Uit het ambtelijk rapport Aanpak fiscale regelingen1 en recente evaluaties blijkt dat van de 116 beoordeelde regelingen er 12 geëvalueerd zijn als doeltreffend en doelmatig, 38 als ‘onzeker’ en 33 als niet of beperkt doeltreffend en/of doelmatig (33 regelingen zijn nog niet geëvalueerd).2 Daarnaast zijn er 24 regelingen als zeer complex beoordeeld voor de uitvoering.

Dit kabinet wil komen tot een minder complex fiscaal en doelmatiger stelsel. Fiscale regelingen maken het stelsel complexer en daar kunnen goede redenen voor bestaan. De periodieke evaluatie van fiscale regelingen maakt inzichtelijk of regelingen doelmatig en doeltreffend zijn in het bereiken van doelstellingen. De begrotingsregels schrijven voor hoe moet worden omgegaan met negatief geëvalueerde fiscale regelingen. De noodzaak tot vereenvoudiging en doelmatiger beleid wordt ook in het maatschappelijk en politiek debat breed gedeeld, zowel vanuit beleidsmatig-, burger-, ondernemers- als uitvoeringsperspectief. In de budgettaire bijlage van het Hoofdlijnenakkoord (bijlage bij Kamerstuk 36471, nr. 37) is daarnaast een taakstelling constructies en fiscale regelingen opgenomen van 250 mln. euro die ziet op het verder afbouwen van (negatief) geëvalueerde fiscale regelingen.

Vanuit maatschappelijk perspectief is het wenselijk om ondoelmatige, achterhaalde of complexe regelingen af te schaffen. Het leidt tot een eenvoudiger stelsel en de middelen kunnen ingezet worden voor (meer doelmatige) bestedingen. Tegelijkertijd zijn er altijd specifieke groepen die geraakt worden door het verdwijnen van een fiscaal voordeel. Ook kan het zijn dat de regeling niet goed werkt, maar dat het achterliggende beleidsdoel van de regeling onverminderd relevant is. Een complicerende factor hierbij is dat doelstellingen van fiscale regelingen niet altijd helder zijn geformuleerd. Dat maakt het extra lastig om bij een evaluatie eenduidig de effectiviteit van een regeling vast te stellen.

Het huidige kabinet werkt toe naar een herziening van het belasting- en toeslagenstelsel. Bij een integrale herziening is het van belang de toekomstbestendigheid van fiscale regelingen te wegen. Dat is één van de lessen geweest bij de invoering van de Wet IB2001: toen zijn verschillende fiscale regelingen die destijds al ingehaald waren door de tijd stilzwijgend voorgezet, mede omdat de aandacht vooral uitging naar de grote stelselkeuzes. In aanloop naar een nieuw stelsel moeten we kritisch blijven kijken naar de bestaande fiscale regelingen die negatief geëvalueerd zijn en complex zijn voor bedrijven, burgers en de uitvoering. Juist ook de vereenvoudigingsambities betekenen dat we het verplicht zijn om fiscale regelingen heel zorgvuldig te wegen. Dat kan onder voorwaarden bovendien zorgen voor de nodige middelen om de effecten van een stelselwijziging te verzachten.

De afgelopen jaren is er een flink aantal fiscale regelingen afgeschaft of aangepast. Figuur 1 laat zien dat het met name de afgelopen twee jaar gelukt is om een groot aantal regelingen af te schaffen of aan te passen. Het gaat onder meer om de schenkingsvrijstelling eigen woning, de middelingsregeling en meerdere uitzonderingen in de autobelastingen (BPM en MRB). Daarvoor zijn degelijke evaluaties, onderzoeken en impactanalyses van groot belang. Dat geldt ook voor informatie over de complexiteit, doenlijkheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de regelingen.

In aanloop naar het voorjaar en andere reguliere besluitvormingsmomenten ga ik een breed scala aan beleidsmaatregelen uitwerken in samenwerking met relevante beleidsdepartementen en de uitvoering. Beleidsmaatregelen die ook kunnen dienen als vervanging en meer effectief middel om doelen te verwezenlijken. Het doel is om te komen tot een eenvoudiger stelsel en een doelmatigere besteding van middelen. Naar aanleiding van het ambtelijk rapport aanpak fiscale regelingen en recente evaluaties zijn er op dit moment verschillende vervolgtrajecten opgestart naar alternatieve vormgeving of verbeteringen van negatief geëvalueerde fiscale regelingen (zie ook hieronder bij de kabinetsreacties). Ook de komende jaren zullen verschillende fiscale regelingen geëvalueerd worden, waarvan de uitkomsten en kabinetsreactie daarop telkens met de Kamer gedeeld worden3. Daarnaast zal dit kabinet zoals aangekondigd in het Regeerprogramma (bijlage bij Kamerstuk 36471, nr. 96) het huidige overheidsbeleid in het licht van arbeidsmarktkrapte en andere schaarstes bezien, waarbij onder andere fiscale faciliteiten worden doorgelicht.

Figuur 1: nieuwe en afgeschafte fiscale regelingen

Kabinetsreactie recente evaluaties

De afgelopen tijd zijn acht evaluatierapporten gepubliceerd waarin een veelvoud aan regelingen is geëvalueerd en waarop vanwege de demissionaire status van het vorige kabinet nog geen beleidsinhoudelijke reactie is gegeven4. Deze regelingen en bijbehorende evaluatie-uitkomsten staan in tabel 1. Hieronder wordt per evaluatie kort ingegaan op de uitkomsten en het vervolg. Uitgebreidere toelichtingen op deze uitkomsten zijn te vinden in de aanbiedingsbrieven bij betreffende evaluaties.

Evaluatie verlaagde btw-tarieven5
De verlaagde btw-tarieven zijn in algemene zin negatief geëvalueerd op doeltreffend- en doelmatigheid. In specifieke gevallen kon dit niet altijd worden vastgesteld (cultuur, personenvervoer), vaak omdat doelstellingen onduidelijk zijn geformuleerd. Verder uiten de onderzoekers mede gelet op veranderende omstandigheden hun twijfels bij de doelstellingen van een aantal verlaagde btw-tarieven zoals het stimuleren van werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt en het ondersteunen van specifieke sectoren. In het Belastingplan 2024 was door het vorige kabinet al afschaffing van het verlaagde btw-tarief op agrarische goederen opgenomen per 1-1-2025. Het kabinet brengt logiesverstrekking (excl. kampeerterreinen) en culturele goederen en diensten (excl. bioscopen en dagrecreatie) van het verlaagde btw-tarief naar het algemene 21%-tarief per 1-1-2026. De komende periode wordt verder onderzoek gedaan naar alternatieven of verbeteringen (in de uitvoering) voor het verlaagde btw-tarief op genees- en hulpmiddelen en de financiële effecten hiervan, de doeltreffend- en doelmatigheid van het verlaagde tarief op isolatiewerkzaamheden en hoe dit instrument zich verhoudt tot het bredere subsidie-instrumentarium en naar afbakeningsmogelijkheden binnen het verlaagde btw-tarief op personenvervoer en restaurantdiensten die de doelmatigheid kunnen verbeteren.

Evaluatie giftenaftrek6
De giftenaftrek is doeltreffend omdat het geven stimuleert. Tegelijkertijd is de giftenaftrek ondoelmatig, slecht uitvoerbaar voor de Belastingdienst en is het niet-gebruik significant. Het kabinet schrapt de giftenaftrek in de Vpb en het geven vanuit de vennootschap. Verder doet het kabinet in lijn met de aanbevelingen uit de evaluatie onderzoek of vormgeving aan de uitgavenkant (‘geefsubsidie') een goed alternatief is. In dat onderzoek wordt ook gekeken naar mogelijke verbeteringen binnen de bestaande regeling.

Evaluatie heffingskortingen en tariefstructuur7
De doeltreffendheid van het doel (gerichte) inkomensondersteuning wordt verminderd doordat veel mensen al geen belasting betalen. Voor zover mensen zich door financiële prikkels laten leiden concluderen de onderzoekers dat de arbeidskorting en IACK minder effectief zijn door een gebrek aan kennis en begrip. Verder zijn de arbeidskorting en IACK nog maar beperkt effectief om het arbeidsaanbod te stimuleren en zijn er vermoedelijk doelmatigere alternatieven. De onderzoekers bevelen aan om de bekendheid en zichtbaarheid van heffingskortingen te vergroten en dat het stelsel zelf begrijpelijker en eenvoudiger moet zijn, bijvoorbeeld door het vervangen van heffingskortingen door extra belastingschijven. Het kabinet herkent dat het stelsel ingewikkeld en moeilijk te doorgronden is. In lijn met de aanbevelingen van de evaluatie is er daarom tijdens de besluitvorming over de koopkrachtontwikkeling afgelopen zomer voor gekozen om een groot deel van de lastenverlichting in te vullen door aanpassing van de tarieven, wat zichtbaarder is dan wijzigingen in de heffingskortingen. Daarbij wordt de algemene heffingskorting verlaagd. Daarnaast worden momenteel mogelijkheden verkend om de zichtbaarheid van de heffingskortingen te vergroten. Zo wordt naar aanleiding van vragen van het lid Van Rooijen van de fractie van 50PLUS in de Eerste Kamer8, de mogelijkheid verkend om tabellen of een rekentool te plaatsen op de website van de Belastingdienst voor het berekenen van de hoogte van de arbeidskorting en de algemene heffingskorting. Uw Kamer wordt op een later moment nader geïnformeerd over de uitkomsten van deze verkenning.

Een belangrijke conclusie van de onderzoekers is dat het stelsel in beginsel begrijpelijker en eenvoudiger zou moeten zijn. Daarbij kan de inkomstenbelasting ook niet los gezien worden van het toeslagenstelsel. Het kabinet heeft in het hoofdlijnenakkoord en regeerprogramma vastgelegd dat wetgeving zal worden voorbereid voor een hervorming van het toeslagen- en belastingstelsel. Het doel is een stelsel van inkomensondersteuning dat mensen zekerheid biedt en begrijpelijk is, en waarin werken loont. In het najaar zullen we een taakopdracht voor de aanpak van de hervorming van het belasting- en toeslagenstelsel naar uw Kamer sturen. Vanaf het voorjaar 2025 willen wij met u een open gesprek aangaan aan de hand van een brief met ook enkele varianten en keuzeopties.

Evaluatie fiscale ondernemerschapsregelingen9

De fiscale ondernemerschapsregelingen bestaan onder meer uit de zelfstandigen-, starters-, meewerk- en stakingsaftrek en de mkb-winstvrijstelling. Uit de evaluatie blijkt dat de fiscale ondernemerschapsregelingen (zeer) beperkt doeltreffend zijn in relatie tot het overkoepelende doel van de regelingen: het realiseren van positieve maatschappelijke effecten via het stimuleren van ondernemerschap. Het is lastig gebleken om kwantitatief onderbouwde conclusies te trekken over de doelmatigheid van de regelingen. Wel wordt geconcludeerd dat het budgettaire beslag van de meeste regelingen relatief groot is in relatie tot de beperkte doeltreffendheid. Daarnaast zorgt een deel van de regelingen voor negatieve neveneffecten, zoals verstoren van arbeidsmarktkeuzes en hogere socialezekerheidskosten. Tot slot is de doelstelling van de meewerkaftrek achterhaald en is de probleem- en doelstelling bij de stakingsaftrek niet helder. De komende tijd worden beleidsopties verkend die recht doen aan de conclusies van de evaluatie. Hierbij kan worden gedacht aan de afbouw of afschaffing van specifieke faciliteiten, waarbij tegelijkertijd oog wordt gehouden voor de positie van ondernemers en het globale evenwicht tussen ondernemers en werknemers in loondienst en directeuren-grootaandeelhouders met hun bv.

Evaluatie 30%-regeling en ETK-regeling10
De 30%-regeling is doeltreffend en levert een bijdrage aan het vestigingsklimaat en is deels doelmatig. De regeling levert een bijdrage aan het vestigingsklimaat, is succesvol in het aantrekken van kennismigranten en levert volgens de onderzoekers per saldo geld op. De onderzoekers bevelen aan om één vast forfait te hanteren om de uitvoeringslasten te beperken. Het kabinet geeft hier opvolging aan door het terugdraaien van de differentiatie en het invoeren van een vast forfait van 27%. De ETK-regeling is deels doeltreffend maar beperkt doelmatig. In het Hoofdlijnenakkoord 2024-2028 heeft het kabinet aangegeven dat nog wordt bezien of en zo ja welke fiscale voordelen onder de ETK-regeling worden versoberd. In deze afweging zullen de uitkomsten uit het evaluatierapport en het onlangs aan de Tweede Kamer aangeboden addendum worden betrokken. De partiële buitenlandse belastingplicht is niet doeltreffend noch doelmatig, deze wordt afgeschaft per 1-1-2025.

Evaluatie reisaftrek OV11
Uit de evaluatie van de reisaftrek OV blijkt dat de regeling beperkt is in gebruik en daarnaast een klein financieel voordeel biedt voor gebruikers. De komende tijd wordt bezien of een doelmatigere besteding van de middelen mogelijk is. Daarbij wordt goed gekeken naar andere trajecten zoals de Verkenning integraal publiek mobiliteitsbudget en het advies over de toekomst van de reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer naar aanleiding van de motie van Olger van Dijk12.

Evaluatie landbouwvrijstelling13
De landbouwvrijstelling is negatief geëvalueerd op doeltreffend- en doelmatigheid en de onderzoekers zien afschaffen met een vorm van overgangsrecht als de logische beleidsoptie. In aanloop naar besluitvorming in het voorjaar ga ik in gesprek met de minister van LVVN over de uitkomsten en mogelijke vervolgstappen. Daarbij moeten de evaluatie-uitkomsten bezien worden in relatie tot de positie van de agrarische sector en het brede scala aan beleidsmaatregelen waar deze sector mee te maken heeft.

Evaluatie innovatiebox14
Uit de evaluatie van de innovatiebox is gebleken dat deze grotendeels doeltreffend en deels doelmatig is ten aanzien van het bevorderen van het vestigingsklimaat. Verder is gebleken dat de regeling deels doeltreffend maar niet doelmatig is ten aanzien van het bevorderen van uitgaven aan research & development (R&D). Ook is de regeling kostenefficiënt voor zowel de uitvoering als de gebruikers en is de regeling bij (potentiële) gebruikers doorgaans bekend. De onderzoekers geven aan dat als algemene randvoorwaarde voor een doeltreffende en doelmatige innovatiebox geldt dat het beleid daaromtrent voorspelbaar en stabiel is. Dit kabinet stelt de verbetering van het vestigingsklimaat voorop. Innovatieve bedrijven en ondernemers moeten zich in Nederland willen blijven vestigen en hier ook (vervolg)investeringen doen. Daarvoor is duidelijk, stabiel en voorspelbaar beleid belangrijk. Het kabinet onderschrijft in dit kader dat het (primaire) doel van de innovatiebox is: het bevorderen van het vestigings- en investeringsklimaat voor innovatieve ondernemingen. Gezien de waarneming van de onderzoekers dat de innovatiebox daaraan bijdraagt, kiest dit kabinet ervoor om – in lijn met de aanbevelingen van het voorgaande kabinet - de bestaande regeling in de huidige vorm voort te zetten.

Tabel 1: uitkomsten evaluaties fiscale regelingen

Jaar Evaluatie Doeltreffend Doelmatig Oordeel toetsingskader
2023 Verlaagde btw-tarief voedingsmiddelen en water Ja Nee Voor alle tarieven geldt dat probleemstellingen en doelen niet helder zijn en kan de voorkeur voor een fiscale subsidie niet eenduidig vastgesteld worden. Voor het verlaagde btw-tarief op logies en sierteelt is de noodzaak voor financiële interventie niet helder.
Verlaagde btw-tarief geneesmiddelen en hulpmiddelen Onzeker Nee
Verlaagde btw-tarief culturele goederen en diensten Niet vast te stellen Niet vast te stellen
Verlaagde btw-tarief arbeidsintensieve diensten15 Waarschijnlijk niet voor stimuleren werkgelegenheid, niet vast te stellen voor andere doelstellingen Niet doelmatig voor stimuleren werkgelegenheid, niet vast te stellen voor andere doelstellingen
Verlaagde btw-tarief personenvervoer Onzeker Nee
Verlaagde btw-tarief Sierteelt Ja Nee
Verlaagde btw-tarief Logiesverstrekking Ja Nee
Verlaagde btw-tarief agrarische goederen Geen uitspraak Geen uitspraak Geen uitspraak, doel was niet langer relevant.
Innovatiebox Wel voor stimuleren vestigingsklimaat, beperkt voor stimuleren R&D Deels voor stimuleren vestigingsklimaat, niet doelmatig voor stimuleren R&D Probleemstelling en doel deels helder, voorkeur fiscale subsidie boven directe subsidie niet aangetoond.
2024 Landbouwvrijstelling Nee Nee Negatieve beoordeling op alle aspecten vanwege vervallen oorspronkelijke doel.
Reisaftrek OV Nee Nee Probleemstelling en doel deels helder, geen onderbouwing voor financiële interventie en voorkeur fiscale subsidie niet aangetoond.
Giftenaftrek Ja Nee Probleemstelling, doel en noodzaak financiële interventie zijn onderbouwd. De voorkeur voor een fiscale boven een directe subsidie is niet aangetoond.
Algemene heffingskorting Ja Onzeker Voor alle kortingen is sprake van een heldere probleemstelling en kan de noodzaak van financiële interventie aangetoond worden. De voorkeur voor een fiscale boven een directe subsidie is niet eenduidig vast te stellen.
Arbeidskorting Nee Nee
Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) Nee Nee
Ouderenkorting Onzeker Ja
Alleenstaande ouderenkorting Onzeker Ja
Jonggehandicaptenkorting Ja Ja
30%-regeling Ja Deels Alle vragen uit het toetsingskader zijn positief beantwoord.
ETK-regeling Deels Deels Alle vragen uit het toetsingskader zijn positief beantwoord.
Meewerkaftrek Nee Nee Regeling heeft zijn doel verloren en dus geen heldere probleemstelling
Stakingsaftrek Nee Nee Geen heldere probleemstelling omdat het doel een uitwerking van de regeling is.
Zelfstandigenaftrek Nee Onzeker Probleemstellingen en doelen zijn helder, voorkeur voor fiscale boven directe subsidie kan niet worden aangetoond
Startersaftrek en startersaftrek voor arbeidsongeschikten Nee Onzeker
Willekeurige afschrijving starters Nee Onzeker
MKB-winstvrijstelling Deels Deels
Terbeschikkingstellingsvrijstelling Ja Ja

Horizonbepalingen
De aangenomen motie Maatoug c.s.16 roept op om geleidelijk aan alle bestaande en nog in te voeren fiscale regelingen evaluatie- en horizonbepalingen toe te voegen. De opvolging van die motie is terug te vinden in bijlage 9 van de Miljoenennota 2024. Tevens onderschrijft het kabinet de richtlijnen die zijn opgenomen in het 17e rapport van de Studiegroep Begrotingsruimte (bijlage 12). Op basis van bovenstaande is het uitgangspunt van het kabinet om bij negatieve of discutabele evaluatie-uitkomsten een horizonbepaling op te nemen. In sommige gevallen kan hiervan worden afgeweken. Dat kan bijvoorbeeld voor regelingen waarvan de afschaffing een disproportionele impact op doelgroep teweeg zou brengen of als het opnemen van een horizonbepaling op zich zelf het beleidsdoel zou ondergraven. Bij de voorjaarsbesluitvorming wordt voor hiervoor genoemde evaluaties de afweging gemaakt of horizonbepalingen opgenomen moeten worden.

Tot slot
Fiscale regelingen moeten op een efficiënte wijze doen wat ze beogen. Waar dat niet het geval is, is het uitgangspunt om ze af te schaffen of aan te passen. Hiermee wil het kabinet bijdragen aan een eenvoudiger en doelmatiger belastingstelsel dat ook voor de Belastingdienst beter uitvoerbaar is. In het hoofdlijnenakkoord is een taakstelling opgenomen van 250 miljoen euro voor het afbouwen en aanpassen van (negatief) geëvalueerde fiscale regelingen en constructies. Bij besluitvorming over de invulling hiervan in het voorjaar kunnen ook de genoemde evaluaties en vervolgtrajecten worden betrokken. Over de uitkomsten van de vervolgtrajecten wordt uw Kamer de komende periode en uiterlijk in het voorjaar geïnformeerd. Ook los van de taakstelling kijkt het kabinet doorlopend naar passende beleidsopties, in het bijzonder voor de recent (negatief) geëvalueerde fiscale regelingen en regelingen die complex zijn voor de uitvoering en burgers. Dit sluit aan bij de in deze brief toegelichte bredere aanpak van fiscale regelingen en de ambitie om te komen tot een eenvoudiger en doelmatiger belastingstelsel. Om deze doelen te bereiken werk ik in aanloop naar de voorjaarbesluitvorming en andere besluitvormingsmomenten samen met beleidsdepartementen en de uitvoering aan een breed scala aan maatregelen. De Kamer wordt hier in het voorjaar nader over geïnformeerd.

De staatssecretaris van Financiën,
F.L. Idsinga


  1. Kamerstukken II 2022/23, 32140, nr. 167.↩︎

  2. Sinds de publicatie van het ambtelijk rapport is het aantal fiscale regelingen in bijlage 10 en 11 van de Miljoenennota uitgebreid. Deze regelingen zijn veelal (nog) niet geëvalueerd.↩︎

  3. De evaluatieagenda is te vinden in bijlage 10 van de Miljoenennota 2025 (tabel 10.6.2)↩︎

  4. De evaluatie van de overdrachtsbelasting die op 17 september met de Kamer is gedeeld krijgt een aparte kabinetsreactie.↩︎

  5. Kamerbrief met kabinetsreactie op de evaluatie van het verlaagde btw-tarief | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎

  6. Aanbiedingsbrief evaluatie giftenaftrek | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎

  7. Kamerbrief over evaluatie heffingskortingen en tariefstructuur in de inkomstenbelasting | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎

  8. Kamerstukken I 2023/2024, 32 140, nr. AM.↩︎

  9. Kamerbrief over evaluatie fiscale ondernemerschapsregelingen | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎

  10. Kamerbrief over aanbieding rapport Evaluatie ETK en 30%-regeling | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎

  11. Aanbiedingsbrief bij evaluatie reisaftrek OV | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎

  12. Kamerstukken II 2023-2024, 31 305, nr. 463↩︎

  13. Kamerbrief over evaluatie landbouwvrijstelling | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎

  14. Kamerbrief over evaluatie innovatiebox | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎

  15. De evaluatie heeft niet naar het specifieke doel van energiebesparing gekeken bij het verlaagde btw-tarief op isolatiewerkzaamheden↩︎

  16. Kamerstukken II 2023-2024, 32 140, nr. 174↩︎