[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voortgang Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid

Aanpak Wijken

Brief regering

Nummer: 2024D39177, datum: 2024-10-17, bijgewerkt: 2024-11-08 13:31, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30995-104).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30995 -104 Aanpak Wijken.

Onderdeel van zaak 2024Z16176:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

30 995 Aanpak Wijken

Nr. 104 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 oktober 2024

Met het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) wordt in 20 gebieden in Nederlandse steden gewerkt aan verbetering van de leefbaarheid en veiligheid, omdat die daar zwaar onder druk staat. Daarbij wordt gewerkt aan drie inhoudelijke doelen: het verbeteren van slechte woningen en het zorgen voor meer gemengde wijken, bewoners meer mee laten doen in de samenleving en de aanpak van (jeugd)criminaliteit.

Door middel van deze brief breng ik u op de hoogte van de voortgang van het programma. In het Hoofdlijnenakkoord1 en het Regeerprogramma2 is aangekondigd dat het NPLV wordt doorgezet. Mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris Participatie en Integratie, de Staatssecretaris Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Minister van Justitie en Veiligheid, de Staatssecretaris Rechtsbescherming, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport informeer ik u over de inzet van het Kabinet in de komende periode.

Voortgangsoverzicht

Ten behoeve van de langjarige aanpak in de 20 gebieden en om zicht te houden op de voortgang wordt jaarlijks aan de hand van indicatoren per NPLV-doelstelling aan u gerapporteerd. Het bijgevoegde Voortgangsoverzicht geeft – met voorbeelden uit de gebieden zelf- de bevindingen van het afgelopen jaar weer, waarin de eerste stappen sinds de start van het programma in 2022 zijn gezet.

Woningbouw, verbeteren slechte woningen, gemengde wijken

In de 20 NPLV-gebieden is met inzet van de Woningbouwimpuls (Wbi) en de Startbouwimpuls (Sbi) de bouw in voorbereiding van ongeveer 15.000 woningen. Met de inzet van middelen uit het Volkshuisvestingsfonds (VHF) zijn bijna 1.400 kwetsbare woningen verbeterd, bij 4.590 woningen is hiermee gestart.

Verder zijn in totaal zo’n 30.000 tot 40.000 huishoudens in de NPLV-gebieden geholpen met energiebesparende voorzieningen voor een lagere energierekening en een gezonder leefklimaat. In vijf gebieden zijn het afgelopen jaar met hulp het Nationaal Isolatieprogramma (NIP) 400 woningen met energielabel D-G geïsoleerd.

Vijf gebieden die deel uitmaken van het NPLV maken gebruik van selectieve woningtoewijzing op basis van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp), om de leefbaarheid en veiligheid te verbeteren. Zes andere NPLV-gebieden overwegen de wet toe te passen. Behalve om de leefbaarheid te verbeteren, kan hierdoor ook voorrang worden verleend aan de huisvesting van politieagenten, verpleegkundigen of leraren in het gebied.

De inzet van financiële middelen in het fysieke domein in de 20 focusgebieden wordt gecontinueerd. Over de omvang en de wijze waarop dit gaat plaatsvinden verwacht ik u binnenkort te informeren. De financiering na 2025 van de lokale programmabureaus die ondersteunend zijn aan de allianties in de focusgebieden maakt hier deel van uit. Daarnaast streef ik ernaar om vóór het einde van dit jaar afspraken te maken op de Woontop over onder andere het beter benutten van de bestaande voorraad en de woningbouwpotentie in de NPLV-gebieden.

In de komende periode bevordert het kabinet dat gemeenten en corporaties het beschikbare wooninstrumentarium ook daadwerkelijk gaan inzetten, meer dan tot nu toe gebeurt. Dit gebeurt door op lokaal niveau kennis te delen over de (on)mogelijkheden die het instrumentarium biedt en te assisteren bij de voorbereidingen van de eventuele implementatie. Het gaat hierbij onder meer om de Wet Goed Verhuurderschap, de Huisvestingswet, de Leegstandswet en de inzet van de maatregelen op grond van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek.

Verder onderzoek ik de mogelijkheden om verschillende regelingen binnen het fysieke domein te bundelen. De inzet is dat het aanvraag- en verantwoordingsproces wordt vereenvoudigd en de administratieve lasten zullen verminderen. Hierbij bouw ik voort op de lessen zoals die zijn opgedaan met de Regeling kansrijke wijk.

Voor de verhuur van woonruimten aan arbeidsmigranten introduceert het kabinet een doelgroepencontract, waarmee zowel voor de arbeidsmigrant als voor de werkgever duidelijkheid wordt gegeven over de geldende huur(prijs)bescherming. Werkgevers van arbeidsmigranten moeten afspraken maken met gemeenten over waar hun tijdelijke werknemers worden gehuisvest. Ook wordt bevorderd dat medeoverheden meer ruimte laten voor huisvesting op het eigen terrein van de werkgever.

Meedoen in de samenleving

In de afgelopen periode is veel werk gemaakt van het bundelen van zeven geldstromen van de departementen van OCW, SZW, VWS en BZK in de regeling Kansrijke Wijk. Hierdoor zijn de administratieve lasten voor gemeenten teruggedrongen: minder aanvragen, en minder verantwoordings- en monitoringslasten. Voor de periode 2023–2025 is voor de 20 focusgebieden € 256 miljoen beschikbaar. Veel van de activiteiten bekostigd vanuit de SPUK Kansrijke Wijk richten zich op laagdrempelige interventies die dicht bij bewoners staan. Met de inzet van sleutelfiguren, de (bestaande) sociale infrastructuur en toegankelijke begeleidingstrajecten worden mensen begeleid naar werk, ondersteund bij het voorkomen van armoede en schulden, en wordt hun weerbaarheid versterkt.

Komende periode zal daarnaast worden ingezet op sport en bewegen. Ook wordt bekeken hoe een samenhangende inzet op andere terreinen (bijvoorbeeld op armoede, schulden en wonen) kan helpen om gezondheidsachterstanden terug te dringen. Hierbij wordt ook gekeken naar wat dat betekent voor de financiering en welke rol bijvoorbeeld gemeenten en zorgverzekeraars daarin kunnen hebben. Verder worden mogelijkheden tot versterkte inzet op werk meegenomen in de ontwikkeling van de Actieagenda Integratie.

Ook zijn er maatregelen gericht op extra leer- en ontwikkeltijd (School en Omgeving) en het verbeteren van de kwaliteit en het bereik van de vroeg- en voorschoolse educatie. In de NPLV-gebieden komen 97.500 kinderen in aanmerking voor het programma School en Omgeving. Daarmee is voor deze kinderen gemiddeld 8 uur in de week extra leer- en ontwikkeltijd aangevraagd. Ongeveer 70 procent van de doelgroep neemt deel aan voorschoolse educatie om beter voorbereid aan de basisschool te kunnen beginnen.

Daarnaast werken 17 van de twintig gebieden van het NPLV aan een plan voor loopbaanoriëntatie en baangaranties, gebaseerd op of geïnspireerd door de «AanDeBak-garantie»-aanpak, ontwikkeld in Rotterdam-Zuid. Het doel is om jongeren kansrijk op te leiden voor banen in sectoren die relevant zijn voor de arbeidsmarkt. Wanneer jongeren kiezen voor een MBO-opleiding in de techniek, zorg of kinderopvang zijn zij bij de start verzekerd van een baan. De «AanDeBak-garantie» is een bewezen aanpak om het aantal vroegtijdige schoolverlaters en jongeren zonder startkwalificatie terug te dringen.

Zoals aangekondigd in het Regeerprogramma worden de vanuit de ministeries van VRO, JenV, OCW, SZW en VWS beschikbare geldstromen voor investeringen in deze gebieden zoveel mogelijk gecontinueerd. Er wordt gestreefd om deze geldstromen waar mogelijk te bundelen en het aantal specifieke uitkeringen verder terug te dringen om de administratieve lasten bij gemeenten te verminderen3. Dit sluit ook aan bij de motie van het lid Dijk c.s.4 waarin verzocht wordt met een plan te komen om de NPLV-gebieden in staat te stellen om tot ten minste 2028 hun aanpak voort te zetten. Hierbij wordt ook gevraagd om waar mogelijk de bureaucratie te verminderen door financiële regelingen die er al zijn hiervoor te gebruiken. Over de precieze uitwerking hiervan wordt u nader geïnformeerd.

Preventieve aanpak (ondermijnende) jeugdcriminaliteit

De preventieve aanpak van (ondermijnende) jeugdcriminaliteit is één van de grote opgaven in de focusgebieden. Hiervoor is door het Ministerie van JenV het programma Preventie met Gezag5 (PmG) ontwikkeld en is vanaf 2025 structureel 143 miljoen euro beschikbaar. Binnen het programma werken gemeenten en (justitiële) partners samen aan het voorkomen dat kinderen en jongeren, voor wie het risico op afglijden in de criminaliteit hoog is, in aanraking komen met criminaliteit, daarin belanden of doorgroeien. Met PmG worden kansen geboden aan jongeren in een kwetsbare positie en worden grenzen gesteld aan risico en crimineel gedrag. Gemeenten putten voor de PmG-aanpak zoveel mogelijk uiteen mix van kansrijke en bewezen effectieve (gedrags)interventies, maatregelen en samenwerkingsverbanden, gericht op het verkleinen van riscofactoren en het vergroten van beschermende factoren voor jeugdcriminaliteit. De 19 bij het NPLV betrokken gemeenten hebben hun plannen bij het ministerie ingediend en zijn inmiddels aan de slag gegaan met de uitvoering.

Bij de totstandkoming van het NPLV lag de focus binnen het veiligheidsdomein op de preventieve aanpak van (ondermijnende) jeugdcriminaliteit. Er spelen echter meer veiligheidsopgaven in de gebieden, zo geven ook de gemeenten zelf aan. In de gebieden is onder andere sprake van ondermijnende bedrijvigheid en malafide verhuur, geweldsdelicten en overlast. Veel van deze opgaven worden via het reguliere beleid opgepakt, een aantal krijgt via de lokale gebiedsgerichte programma’s extra aandacht. Op verzoek van de focusgebieden is er vanuit het Rijk in de afgelopen tijd ondersteuning verleend. Komende tijd wordt de behoefte voor eventuele verdere bestuurlijke afspraken voor de verbreding van de actielijn veiligheid verder onderzocht.

Voor de aanpak van malafide verhuur en bedrijvigheid is het essentieel dat het beschikbare juridische instrumentarium ook wordt benut. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de toepassing van de Wet Bibob bij het verstrekken van verhuurvergunningen in het kader van de Wet goed verhuurderschap. Tegelijkertijd kan het nodig zijn om het juridisch instrumentarium uit te breiden wanneer het niet toereikend is.

Tot slot

Ik heb inmiddels kennis mogen maken met twee van de twintig focusgebieden, Den Haag Zuidwest en Heerlen-Noord. De indrukken die ik tijdens deze werkbezoeken heb opgedaan hebben mij bevestigd in het belang van de gebiedsgerichte en integrale aanpak van het NPLV en het onverminderd voortzetten van de rijksinzet daarbij. Na de fase van planvorming is in de gemeenten inmiddels een goede start gemaakt met de uitvoering. Ik kijk ernaar uit om het debat met uw Kamer daarover aan te gaan.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
M.C.G. Keijzer


  1. Kamerstuk 36 471, nr. 37, bijlage nr. 2024D19455 (Hoofdlijnenakkoord hoop lef en trots)↩︎

  2. Kamerstuk 36 471, nr. 96↩︎

  3. Kamerstuk 36 471, nr. 96↩︎

  4. Kamerstuk 36 600 IX, nr. 16↩︎

  5. Het programma Preventie met Gezag van JenV is een brede preventieaanpak van (georganiseerde en ondermijnende) jeugdcriminaliteit dat wordt ingezet in 47 gemeenten, waaronder in de 20 NPLV gebieden.↩︎