Verslag
Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van Verordening (EU) 2023/2631 betreffende Europese groene obligaties en optionele openbaarmakingen voor obligaties die als ecologisch duurzame obligaties op de markt worden gebracht en voor aan duurzaamheid gekoppelde obligaties (Uitvoeringswet verordening Europese groene obligaties)
Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader)
Nummer: 2024D39283, datum: 2024-10-17, bijgewerkt: 2024-11-22 11:44, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36612-5).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. Nijhof-Leeuw, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën (PVV)
- Mede ondertekenaar: R.A. van der Steur, adjunct-griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 36612 -5 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van Verordening (EU) 2023/2631 betreffende Europese groene obligaties en optionele openbaarmakingen voor obligaties die als ecologisch duurzame obligaties op de markt worden gebracht en voor aan duurzaamheid gekoppelde obligaties (Uitvoeringswet verordening Europese groene obligaties).
Onderdeel van zaak 2024Z13820:
- Indiener: E. Heinen, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2024-09-24 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-26 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2024-10-17 14:00: Uitvoeringswet verordening Europese groene obligaties (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Financiën
- 2024-12-05 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 612 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van Verordening (EU) 2023/2631 betreffende Europese groene obligaties en optionele openbaarmakingen voor obligaties die als ecologisch duurzame obligaties op de markt worden gebracht en voor aan duurzaamheid gekoppelde obligaties (Uitvoeringswet verordening Europese groene obligaties)
Nr. 5 VERSLAG
Vastgesteld 17 oktober 2024
De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie,
Nijhof-Leeuw
Adjunct-griffier van de commissie,
Van der Steur
ALGEMEEN
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de uitvoeringswet verordening Europese groene obligaties en hebben hier een aantal vragen over.
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA zijn positief over de Uitvoeringswet verordening Europese groene obligaties en hebben nog een enkele vraag.
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de uitvoeringswet betreffende Europese Groene Obligaties. Deze leden wensen hierover een aantal vragen te stellen.
1. Inleiding
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA lezen in de memorie van toelichting dat groene obligaties op dit moment slechts een fractie van de totale uitgifte van obligaties vormen. Op welke manier zorgt de regering ervoor dat de uitgifte van obligaties verder gaat groeien? Verwacht de regering dat de eisen om aan de verordening te voldoen het uitgeven van groene obligaties door instellingen ontmoedigt? Wat doet de regering om instellingen te helpen om aan de eisen te voldoen?
2. Inhoud verordening Europese groene obligaties
De leden van de VVD-fractie willen weten of de Nederlandse groene obligaties die zijn uitgegeven dan wel nog worden uitgegeven ook (gaan) voldoen aan de voorwaarden uit de voorliggende verordening. Hoeveel voldoen wel? Hoeveel voldoen niet? Graag ontvangen deze leden een uitgebreid overzicht.
De leden van de VVD-fractie vinden het cruciaal dat ook kernenergie kan vallen onder Europese groene obligaties. De leden lezen dat investeringen in duurzame economische activiteiten vallen onder de EU-taxonomievereisten. De EP-leden zijn in 2022 akkoord gegaan met het opnemen van nucleaire activiteiten. In hoeverre is dat hierin (maar ook in andere wet- en regelgeving van de Europese Unie) voldoende verwerkt?
De leden van de VVD-fractie merken op dat er in het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat er geen nieuwe nationale koppen op Europees beleid komen (en dat bestaande koppen zo maximaal mogelijk worden geschrapt). In de concept-uitvoeringswet wordt toch gebruik gemaakt van één van de twee lidstaatopties. Artikel 49, vijfde lid, van de verordening betreft de lidstaatoptie om in aanvullende sancties of maatregelen te voorzien en hogere bestuurlijke boetes vast te stellen. Hiervan wordt gebruik gemaakt. De onderbouwing daarvoor is in de ogen van deze leden wel enorm summier, zeker gelet op hetgeen is opgenomen in het Hoofdlijnenakkoord.
De leden van de PVV- en de VVD-fractie willen graag een uitgebreide onderbouwing waarom van deze lidstaatoptie (ofwel een nieuwe nationale kop) wél gebruik wordt gemaakt?
De leden van de NSC-fractie vragen of het klopt dat deze verordening rechtstreekse werking heeft. Klopt het dat deze Europese Groene Obligaties dus per 21 december 2024 aangeboden kunnen worden? In hoeverre worden deze al aangeboden, dan wel zijn er plannen om deze aan te bieden?
Voorts vragen de leden van de NSC-fractie aan welke eisen Europese Groene Obligaties moeten voldoen. Gaat het dan alleen om wind en zon? Of gaat het ook om warmtenetten, WKO, warmtepompen, warmtepompen met aardwarmte, aquathermie, riothermie, houtige biomassa- en biomestvergisters, groene waterstof, getijdenenergie en waterkrachtcentrales, CCS en/of kernenergie?
3. Inhoud wetsvoorstel
De leden van de NSC-fractie vragen of niet elke nieuwe uitgifte van obligaties eerst door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) moet worden goedgekeurd? Zo ja, in hoeverre voegt deze wettelijke bepaling iets toe? Klopt het dat de AFM nu ook al de bevoegdheid heeft om de handel in effecten te schorsen of te staken? Hoe vaak wordt hiervan gebruik gemaakt?
Deze leden vragen ook wat de exacte rolverdeling tussen AFM en De Nederlandsche Bank (DNB) is. Welke rol speelt de Europese toezichthouder voor dergelijke obligaties? Welke instantie houdt er toezicht op Europese Groene Obligaties die in het buitenland worden aangeboden?
Kan de overheid ook dergelijke Europese Groene Obligaties aanbieden? Zijn er plannen voor dergelijke groene staatsobligaties?
De leden van de NSC-fractie vragen of het klopt dat de Belgische overheid banken probeert te verleiden om hogere rentes aan te bieden op de spaarmarkt door staatsobligaties aan te bieden met een (relatief) hoge rente? Klopt het dat hier veel belangstelling voor bestaat? In hoeverre is hierdoor de spaarmarktrente in België gestegen? Waarom geeft de Nederlandse overheid niet dergelijke (al dan niet groene) staatsobligaties uit als stimulans voor een betere markt voor spaartegoeden?
Ten slotte vragen de leden van de NSC-fractie hoe de effectiviteit wordt gemeten van de groene investeringen? Hoe wordt ervoor gezorgd dat de opbrengst van de investeringen daadwerkelijk alleen aan groene projecten besteed wordt?
4. Regeldrukkosten
De leden van de PVV-fractie vragen op dit punt of er voldoende capaciteit is voor deze uitbreiding van handhavingsbevoegdheden en wat de daarmee gemoeide kosten zijn.
5. Consultatiereacties
De leden van de PVV-fractie vragen welke criteria worden gehanteerd voor het wel of niet openbaar consulteren.
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat er geen consultatieronde is geweest. De AFM heeft een uitvoeringstoets uitgevoerd en heeft aangegeven dat de nieuwe bevoegdheden en verplichtingen uitvoerbaar zijn. De leden lezen nergens dat ook DNB een dergelijke uitvoeringstoets heeft gedaan. Waarom is dat niet gebeurd? Kan de regering in samenspraak met DNB alsnog aangeven of het voor DNB wel of niet uitvoerbaar is?
ARTIKELSGEWIJS
BIJLAGE. TRANSPONERINGSTABEL
De leden van de VVD-fractie waarderen het dat er een transponeringstabel als bijlage bij het concept wetsvoorstel zit. Deze leden willen weten of bij elke omzettingswet (vanuit EU-richtlijn of verordening of anderszins) een transponeringstabel kan worden opgenomen. Zo nee, waarom niet.
De leden van de VVD-fractie vragen wel aandacht voor de leesbaarheid van de tabel, niet alle punten kunnen even goed worden gevolgd. Bij de lidstaatoptie artikel 49, vijfde lid, was het bijvoorbeeld goed geweest om te verwijzen het blijkbaar bestaande artikel in de Wft voor de bestuurlijke boete (naast alleen artikel 1:83 Wft).