WODC-rapport ‘Het Gedragen Kind, Prevalentie en Praktijk van Draagmoederschap in Nederland’
Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de introductie van onder meer een regeling voor draagmoederschap en de versterking van het recht van het kind op afstammingsinformatie (Wet kind, draagmoederschap en afstamming)
Brief regering
Nummer: 2024D39299, datum: 2024-10-17, bijgewerkt: 2024-10-21 14:51, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Het Gedragen Kind, Prevalentie en Praktijk van Draagmoederschap in Nederland
- Beslisnota bij WODC-rapport ‘Het Gedragen Kind, Prevalentie en Praktijk van Draagmoederschap in Nederland’
Onderdeel van kamerstukdossier 36390 -6 Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de introductie van onder meer een regeling voor draagmoederschap en de versterking van het recht van het kind op afstammingsinformatie (Wet kind, draagmoederschap en afstamming).
Onderdeel van zaak 2024Z16246:
- Indiener: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2024-10-22 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-11-14 12:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
36 390 Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de introductie van onder meer een regeling voor draagmoederschap en de versterking van het recht van het kind op afstammingsinformatie (Wet kind, draagmoederschap en afstamming)
Nr. 6 Brief van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 oktober 2024
Hierbij bied ik uw Kamer, mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (portefeuille Emancipatie) aan het onderzoeksrapport ‘Het Gedragen Kind: Prevalentie en Praktijk van Draagmoederschap in Nederland’. Dit onderzoek is aangevraagd door de Minister voor Rechtsbescherming met als doel om meer zicht te krijgen op het aantal draagmoederschapstrajecten dat Nederlandse wensouders aangaan en de kenmerken van deze trajecten. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum door onderzoekers van de Universiteit Leiden.
Ik spreek mijn waardering en dank uit voor de inspanningen die de onderzoekers hebben verricht.
Aantallen en kenmerken draagmoederschapstrajecten
Er is onderzoek gedaan naar dossiers (bij de rechtbanken en de Raad voor de Kinderbescherming) waarbij er in de periode van 2017 tot en met 2022 een kind is geboren met behulp van draagmoederschap voor Nederlandse wensouders. Dit heeft geleid tot 165 unieke zaken.1 Deskundigen, die beroepsmatig te maken hebben met draagmoederschapstrajecten, geven aan dit aantal laag te vinden. De onderzoekers schatten daarom in dat er jaarlijks 30 tot 50 kinderen met behulp van draagmoederschap worden geboren voor Nederlandse wensouders. Uit het onderzoek blijkt dat wensouders die gebruik maken van draagmoederschap zowel heterostellen (39%) als mannenparen (55%) zijn. Ook een enkele keer een alleenstaande (6%). Het aantal draagmoederschap zaken neemt jaarlijks toe. De onderzoekers concluderen verder dat de Nederlandse trajecten over het algemeen positief verlopen.
Zorgen over draagmoederschapstrajecten en beschouwing wetsvoorstel Kind, draagmoederschap en afstamming
De onderzoekers beschrijven in het rapport ook enkele zorgen over draagmoederschapstrajecten die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen. Die zien onder meer op de invloed van geld op de internationale trajecten, de autonomie van de draagmoeder, de ontstaansgeschiedenis van het kind en de snelle (mondiale) ontwikkelingen op dit terrein.
De onderzoekers en alle geïnterviewden voor het onderzoek, zowel voorstanders van draagmoederschap als personen met een meer kritische houding hierin, onderschrijven de noodzaak om te komen tot een wettelijke regeling. De onderzoekers geven aan dat het wetsvoorstel Kind, draagmoederschap en afstamming2 op bepaalde punten verbeterd moet worden. In dit kader wordt in het rapport aanbevolen vervolgonderzoek te doen.
De door de onderzoekers genoemde zorgen rond draagmoederschap zijn niet nieuw. Draagmoederschap is een complex en gevoelig onderwerp. In de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel Kind, draagmoederschap en afstamming wordt ingegaan op verschillende dilemma’s die samenhangen met deze zorgen en de keuzes die hierin zijn gemaakt3 in het wetsvoorstel zoals ingediend bij uw Kamer.
Vervolg
Ik ga het WODC-rapport zorgvuldig bestuderen en mij beraden op een inhoudelijke reactie.
De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
T.H.D. Struycken
Van deze 165 unieke zaken gaat het in 94 gevallen om een binnenlands draagmoederschapstraject. Bij 71 zaken ging het om een buitenlands draagmoederschapstraject.↩︎
Kamerstukken II 2022/2023, 36390, nr. 2↩︎
Kamerstukken II 2022/2023, 36390, nr. 3, p 10-11 (p.10, Hoofdstuk 4 over de dilemma’s en keuzes in het voorstel en Hoofdstuk 7 als het gaat om het recht op afstammingsinformatie van kinderen).↩︎