Amendement van de leden Bushoff en Bikker over de bestuursrechtelijke premie gelijkstellen aan de hoogte van de gemiddelde premie
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025
Amendement
Nummer: 2024D39486, datum: 2024-10-18, bijgewerkt: 2024-11-06 12:24, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-XVI-25).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T.J. Bushoff, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: M.H. Bikker, Tweede Kamerlid (ChristenUnie)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 XVI-25 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z16334:
- Indiener: T.J. Bushoff, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.H. Bikker, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 600 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025
Nr. 25 AMENDEMENT VAN DE LEDEN BUSHOFF EN BIKKER
Ontvangen 18 oktober 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Aan het opschrift wordt toegevoegd «en wijziging van de Zorgverzekeringswet».
II
In de beweegreden wordt na «tot de rijksbegroting behoren» ingevoegd «alsmede dat het wenselijk is om de Zorgverzekeringswet te wijzigen teneinde de bestuursrechtelijke premie te verlagen».
III
Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3a
De Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 18d, eerste lid, wordt «een bij ministeriële regeling te bepalen, bestuursrechtelijke premie van ten minste 110% en ten hoogste 130% van de gemiddelde premie» vervangen door «een bij ministeriële regeling vastgestelde bestuursrechtelijke premie ter hoogte van de gemiddelde premie».
B
In artikel 18e, tweede lid, wordt «op een percentage» vervangen door «ter hoogte».
IV
In de departementale begrotingsstaat wordt in artikel 2 Curatieve zorg het ontvangstenbedrag verlaagd met € 5.000 (x € 1.000).
V
In de departementale begrotingsstaat worden in artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 5.000 (x € 1.000).
Toelichting
Wij willen geheel af van de boete op het niet kunnen betalen van je zorgpremie. Zeker nu de zorgpremie met 160 euro per maand onbetaalbaar wordt en de verwachting helaas is dat nog meer mensen de premie niet kunnen betalen. Daarom is het erg belangrijk dat naast dat de premie uiteraard naar beneden moet ook deze oneerlijke boete volledig wordt afgeschaft.
Wie zes maanden betaalachterstand heeft bij zijn zorgverzekeraar wordt overgedragen aan het CAK. Die brengt een 10% hogere premie in rekening. Dit jaar zijn er maar liefst 184.000 mensen die boven op de al hoge premie een boete van 10% moeten betalen. Gezien het feit dat de premie aankomend jaar nog verder stijgt, wordt deze groep waarschijnlijk alleen nog maar groter.
Wanbetalers bevinden zich vaak in de allerlaagste inkomensgroepen. Ze kúnnen het niet betalen en de hogere premie werkt schulden verhogend. Het CAK, dat de regeling zelf uitvoert, wijst hier al twee jaar op in haar jaarlijkse publicatie 'Stand van de Uitvoering».
De opslag werkt verdere schulden in de hand, vooral bij burgers die zich in de laagste inkomensgroepen bevinden. De opslag is bedoeld als prikkel om terug te keren naar het normale premieregime. Voor de laagste inkomensgroepen is deze prikkelende werking nooit aangetoond», schrijft het CAK.
Bureau AEF deed voor het ministerie recent onderzoek naar het effect van de opslag. De opslag, blijkens het onderzoek, werkt inderdaad schulden verhogend voor de mensen die wel willen, maar het niet kunnen betalen. Het onderzoeksbureau schrijft: «Deze maatregel is – voor zover dat te achterhalen valt – niet of nauwelijks specifiek effectief voor mensen die niet willen betalen, en heeft grote nadelige gevolgen voor mensen die dat – om wat voor redenen dan ook – niet kunnen. Het risico wanneer stimulerende effecten uitblijven is dat personen in de wanbetalersregeling door de bestuursrechtelijke premie vooral boete doen. Dit was expliciet niet de bedoeling achter deze maatregel» (pagina 52 van het onderzoek).
De Raad voor de Rechtspraak spreekt over de premieverhoging als «een buikpijndossier». «Onze rechters en medewerkers zien waar het recht in de dagelijkse praktijk knelt, waar processen vastlopen en waar onrechtvaardigheid het rechtssysteem binnendringt», aldus de Raad in 2022. Mensen worden «verder het moeras in getrokken» en de premieopslag zorgt voor «het oplopen van bestaande problemen». Ook de directeur van het Nibud, Arjan Vliegenthart, benadrukt dat een boete betalen voor wanneer je je zorgpremie niet betaalt, niet werkt en zelfs vaak een averechts effect heeft.
Daarom willen de indieners dat de hoogte van de bestuursrechtelijke premie gelijk wordt getrokken aan de gemiddelde premie en dat de «boete» zodoende wordt afgeschaft.
Indieners beogen een structurele verwerking van dit amendement. Dekking voor dit amendement wordt gevonden in de vrij besteedbare middelen van artikel 3 Langdurige Zorg en Ondersteuning voor 2025. De verwachting van de indieners is dat de middelen voor na 2025 ook uit artikel 3 Langdurige Zorg en Ondersteuning zullen komen.
Bushoff
Bikker