[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Beleidsreactie RSJ-advies Reclassenten met een hoog veiligheidsrisico

Reclasseringsbeleid

Brief regering

Nummer: 2024D40406, datum: 2024-10-23, bijgewerkt: 2024-11-15 09:27, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29270-159).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29270 -159 Reclasseringsbeleid.

Onderdeel van zaak 2024Z16754:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

29 270 Reclasseringsbeleid

Nr. 159 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 oktober 2024

Met deze brief geef ik mijn beleidsreactie op het advies Reclassenten met een hoog veiligheidsrisico van de Afdeling advisering van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (hierna: RSJ). Dit advies is aan uw Kamer aangeboden op 4 juni 2024.1 Hieronder vat ik het advies eerst samen.

Het advies

Het advies van de RSJ is tot stand gekomen naar aanleiding van een adviesvraag van de Minister voor Rechtsbescherming over de uitvoerbaarheid van reclasseringsactiviteiten bij reclassenten met een hoog veiligheidsrisico. Het advies richt zich alleen op de volwassenreclassering. Minderjarigen reclassenten met een hoog veiligheidsrisico worden namelijk in de regel aangemeld bij de volwassenreclassering.

De RSJ benoemt dat de reclassering haar populatie reclassenten de afgelopen jaren heeft zien veranderden door ontwikkelingen in de samenleving, het sanctiebeleid en de criminaliteit. De reclassering geeft aan dat zij in toenemende mate te maken heeft met reclassenten die ernstige veiligheidsrisico’s met zich meebrengen voor reclasseringswerkers, mede-reclassenten en zichzelf. Hoewel een eenduidige definitie ontbreekt, zou het gaan om verdachten en veroordeelden die zware misdrijven op hun naam hebben staan, die deel uitmaken van een criminele organisatie, maar ook om dreigende en agressieve personen met onvoorspelbaar gedrag.

Indien sprake is van ernstige veiligheidsrisico’s overweegt de reclassering (extra) veiligheidsmaatregelen te nemen. Ook kan de reclassering tot de conclusie komen dat geen uitvoering kan worden gegeven aan haar taken, zoals het houden van toezicht of het uitvoeren van een taakstraf. De RSJ geeft aan dat dit ingrijpende gevolgen heeft voor de reclassent, omdat deze in het uiterst geval dan vervangende hechtenis moet ondergaan. De RSJ vindt het daarom begrijpelijk en nodig dat de reclassering aanvullende (veiligheids)maatregelen ontwikkelt om de uitvoering van haar taken te kunnen blijven borgen.

De RSJ doet verschillende aanbevelingen.

• Op het gebied van samenwerking in de strafrechtketen beveelt de RSJ aan te zorgen voor een gedeelde definitie in de strafrechtketen voor justitiabelen met een hoog veiligheidsrisico en het creëren van een informatielijn. Voorts moet de reclassering volgens de RSJ aan de voorkant in overleg gaan met ketenpartners over de uitvoerbaarheid van reclasseringsactiviteiten in zaken met een hoog veiligheidsrisico.

• Daarnaast wordt aanbevolen meer inzicht te geven in het beoordelingsproces van de reclassering in zaken met een hoog veiligheidsrisico aanbevolen meer inzicht te geven in het beoordelingsproces op basis van een gevalideerd wegingsinstrument en te zorgen voor een periodieke herbeoordeling.

• Verder beveelt de RSJ aan de rechtspositie van reclassenten met een hoog veiligheidsrisico te verbeteren en deze vast te leggen in een ministeriële regeling.2 Ook wordt aanbevolen de reclassent te informeren over de verzamelde informatie en de gemaakte beslissingen.

• Ten slotte stelt de RSJ aanvullende mogelijkheden voor de uitvoering van reclasseringswerk in zaken met een hoog veiligheidsrisico voor, zoals anoniem werken, een multidisciplinaire aanpak en het creëren van meer beveiligde reclasseringslocaties.

Hieronder ga ik in op de aanbevelingen van de RSJ.

Beleidsreactie

Iedere dag werken duizenden kundige medewerkers binnen onze strafrechtketen om Nederland rechtvaardig en veilig te houden. Het is essentieel dat zij hun werk veilig kunnen doen en dat zij zich hierbij veilig voelen. Zonder die veiligheid kan hun belangrijke werk niet worden gedaan of bestaat het risico dat zij zichzelf beperken in wat nodig is om dit in volle omvang te doen. Daarmee komt de strafrechtspleging en daarmee de effectiviteit van onze rechtsstaat onder druk. Dit heeft niet alleen een negatief effect op onze samenleving maar ook op slachtoffers en dient daarom te worden voorkomen.

Elke organisatie in de strafrechtketen – van de politie en de rechtspraak tot de reclassering en het gevangeniswezen – heeft een specifieke verantwoordelijkheid en komt op verschillende momenten en onder verschillende omstandigheden in contact met verdachten of veroordeelden. Over de gehele linie van de strafrechtketen zien we dat een deel van deze groep verhardt en voor veiligheidsrisico’s zorgt. Dit zijn bijvoorbeeld personen uit de georganiseerde misdaad of het geharde criminele milieu, maar ook ernstig verwarde of agressieve personen.

Samenwerking in de strafrechtketen

In de strafrechtketen heeft iedere organisatie andere uitdagingen en komt onder verschillende omstandigheden met justitiabelen in contact. Veiligheidsrisico’s kunnen daarom per organisatie verschillen. Indien sprake is van veiligheidsrisico’s kan het nodig zijn om maatregelen te treffen voor de veiligheid van het personeel. Ik wil het aan de individuele organisaties overlaten om te bepalen of hiervan sprake is. Het hanteren van een gedeelde definitie voor justitiabelen met een hoog veiligheidsrisico, zoals de RSJ aanbeveelt, acht ik daarom niet zinvol. Het delen van de definitie per organisatie in de strafrechtketen kan echter wel van toegevoegde waarde zijn om elkaar beter te begrijpen en meer inzicht te geven in elkaars beperkingen en mogelijkheden, maar ook in de beslissingen en keuzes die worden gemaakt.

Daarnaast moedig ik aan dat organisaties elkaar waar mogelijk informeren als veiligheidsrisico’s in beeld zijn, zodat een adequate afweging kan worden gemaakt of in een individueel geval extra veiligheidsmaatregelen nodig zijn. In dit verband ga ik, in lijn met de aanbeveling van de RSJ, met het openbaar ministerie (OM) en de reclassering in gesprek of het informatieproces verder kan worden verbeterd.

Voorts onderschrijf ik de aanbeveling van de RSJ dat het van belang is dat ketenpartners aan de voorkant door de reclassering worden geïnformeerd over de uitvoerbaarheid van reclasseringsactiviteiten in zaken met een hoog veiligheidsrisico. In 2024 is de reclassering gestart met een landelijk ketenoverleg, waarbij hiernaar (voornamelijk in het kader van de voorwaardelijke invrijheidsstelling) wordt gekeken. De reclassering is bereid om in een vroeg stadium mee denken over de uitvoerbaarheid. Dit is echter ook afhankelijk van de adviesaanvraag door het OM en een goede informatievoorziening aan de voorkant. Ik ga met de reclassering in gesprek over hoe hieraan verder uitvoering kan worden gegeven.

Beoordelingsproces reclassering in zaken met een hoog veiligheidsrisico

De reclassering is ongeveer zeven jaar geleden begonnen met de ontwikkeling van een aanpak die zich specifiek richt op verdachten of veroordeelden met een hoog veiligheidsrisico. De reclassering heeft hiervoor een beoordelingsproces ontwikkeld en werkt met een screeningsformulier en een wegingskader om een goede inschatting te maken van de veiligheidsrisico’s en eventueel benodigde veiligheidsmaatregelen. Bij nieuwe veiligheidsinformatie en nieuwe omstandigheden worden de veiligheidsrisico’s opnieuw gewogen. Het beter uitschrijven van de werkprocessen, en daarmee het beoordelingsproces, is onderdeel van het jaarplan van de reclassering. De periodieke herbeoordeling wordt daar ook in meegenomen. Dit moet leiden tot een transparante en eenduidige werkwijze. De doorontwikkeling van het wegingskader is ook onderdeel van jaarplan van de reclassering. Op deze manier wordt door de reclassering uitvoering gegeven aan de aanbevelingen van de RSJ om meer inzicht te geven in de beoordeling van zaken met een hoog veiligheidsrisico.

Rechtspositie reclassenten met een hoog veiligheidsrisico

Het treffen van veiligheidsmaatregelen bij reclassenten met een hoog veiligheidsrisico kan er soms voor zorgen dat de reclassering op een andere manier uitvoering moet gegeven aan een advies, een toezicht of een taakstraf. In het uiterste geval kan dit zelfs betekenen dat de reclassering geen uitvoering kan geven aan reclasseringstaken. Dit kan gevolgen hebben voor deze reclassenten. Hiervoor staat een klachtenprocedure open bij een onafhankelijke klachtencommissie. Ik vind het van belang dat zowel reguliere reclassenten als reclassenten met een hoog veiligheidsrisico een adequate rechtspositie hebben. Ik wil echter nader bezien of de rechtspositie van reclassenten met een hoog veiligheidsrisico daadwerkelijk dient te worden verbeterd, zoals de RSJ aanbeveelt. Hierover ga ik met de reclassering in gesprek.

Het informeren van de reclassent over de verzamelde informatie en de gemaakte beslissingen in een hoog veiligheidsrisico zaak, zoals de RSJ aanbeveelt, acht ik mede in het licht van de veiligheid van de medewerkers en in het belang van de tenuitvoerlegging niet opportuun. Deze informatie is bovendien meestal afkomstig van andere ketenpartners. De reclassering kan reclassenten wel informeren over het advies of het besluit waar het beoordelingsproces tot heeft geleid.

Aanvullende mogelijkheden in hoog veiligheidsrisico zaken

In 2023 heeft de reclassering een verkenning gedaan naar anoniem werken bij advies en toezicht. Daaruit is gebleken dat dit niet mogelijk is bij toezicht. Dit heeft onder meer te maken met het niet anoniem kunnen uitvoeren van elektronische monitoring. Het volledig anoniem werken past ook niet goed bij de identiteit van de reclassering als hulpverlenende organisatie en kan bovendien impact hebben op de reclasseringswerkers zelf. Het is voor de reclassering wel mogelijk om afgeschermd te adviseren. Op die manier kan de veiligheid van reclasseringswerkers worden geborgd, terwijl wordt voorkomen dat adviesaanvragen moeten worden afgewezen. Hierdoor kunnen reclasseringsadviezen ook bij hoge veiligheidsrisico’s blijven bijdragen aan een goede informatiepositie van het OM en de rechtspraak. Ik ga met de reclassering in gesprek hoe het afgeschermd adviseren kan worden doorontwikkeld en of een multidisciplinair team, zoals de RSJ aanbeveelt, van toegevoegde waarde kan zijn bij toezicht.

De reclassering zal eigen locaties niet verder gaan beveiligen of apart beveiligde locaties realiseren, zoals de RSJ aanbeveelt. Dit past niet binnen de visie van de reclassering. Indien de veiligheidsrisico’s dit vergen, werkt de reclassering bij zaken met een hoog veiligheidsrisico in duo’s of worden gesprekken met verdachten of veroordeelden op het politiebureau gevoerd. Deze veiligheidsmaatregelen zorgen voor een veilige dan wel beveiligde setting voor reclasseringswerkers.

Tot slot wil ik benadrukken dat de veiligheid van de mensen die in strafrechtketen werken voor mij van groot belang is. Het kunnen waarborgen van die veiligheid vereist zorgvuldigheid en tijd. Ik zal uw Kamer de eerste helft van 2025 informeren over de uitkomsten.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
I. Coenradie


  1. Kamerstuk 29 270, nr. 157.↩︎

  2. De RSJ constateert dat er geen recht op reclassering als zodanig bestaat, maar ziet wel aanknopingspunten voor het bestaan van een positieve verplichting tot reclasseren.↩︎