Klimaatnota en Energienota 2024
Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Brief regering
Nummer: 2024D40478, datum: 2024-10-24, bijgewerkt: 2024-10-31 10:32, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei (Ooit VVD kamerlid)
- Klimaatnota 2024
- Klimaat- en Energieverkenning 2024
- Beschouwing Raad van State op Klimaatnota 2024
- Beleidsagenda 2024 met aanvullende inzet ter operationalisering van ontwikkelpaden NPE
- Energienota 2024
- Beslisnota bij Klimaatnota en Energienota 2024
- Monitor Energiesysteem 2024
Onderdeel van kamerstukdossier 32813 -1416 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid.
Onderdeel van zaak 2024Z16793:
- Indiener: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- : Debat over de Klimaat-en Energieverkenning (Plenair debat (debat)), TK
- 2024-10-24 10:15: Aanbieding van de Klimaatnota (Aanbieding), TK
- 2024-11-05 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-11-05 16:45: Procedurevergadering vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei (Procedurevergadering), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2024-11-27 15:00: Klimaat- en Energieverkenning 2024 (KEV) door PBL (Technische briefing), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2024-11-27 16:30: Beschouwing op de Klimaatnota 2024 door de Raad van State (Technische briefing), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
Preview document (🔗 origineel)
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 1416 Brief van de minister van Klimaat en Groene Groei
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 oktober 2024
We werken toe naar een duurzaam en schoon Nederland, met een betrouwbare, veilige en betaalbare energievoorziening, waarbij we minder afhankelijk zijn van onbetrouwbare landen. Nederland zit midden in de klimaat- en energietransitie, op weg naar een volledig duurzaam 2050. We gaan daarbij opnieuw een belangrijke fase in: we zijn duidelijk van wal, maar we moeten wel koers houden, ook als dat moeilijk is en we tegenslagen en hobbels tegenkomen. Onze constante inzet is nodig om de afgesproken klimaat- en energiedoelen, waaronder die voor 2030, te halen. Daar moeten we samen de schouders onder blijven zetten: dit kabinet, bedrijven, maatschappelijke organisaties, medeoverheden en mensen thuis. We hebben daarbij oog voor problemen, zoals het volle stroomnet, personeelstekorten en lange doorlooptijden van energieprojecten. Deze zorgen er mede voor dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) het heel erg onwaarschijnlijk acht dat we de bestaande klimaat-en energiedoelen halen met het huidige en geagendeerde beleid. Dat vraagt om actie en daarom zijn alternatieve maatregelen nodig.
Met deze brief biedt het kabinet de Kamer de jaarlijkse Klimaatnota, de KEV 2024 van het PBL en, voor de eerste keer, de jaarlijkse Energienota aan. Met deze rapporten kan het klimaat- en energiebeleid in samenhang worden bekeken. Ook meld ik u namens het kabinet dat het ontwerp-Klimaatplan, dat het voorgenomen klimaatbeleid voor de komende tien jaren uitlijnt, vandaag in openbare consultatie is gegaan. Ik roep eenieder op om een zienswijze te geven. In de Klimaat- en Energienota kijken we naar de huidige stand van zaken en de benodigde acties op korte termijn. In het Klimaatplan kijken we verder naar wat we moeten doen vanaf nu tot en met 2035, om uiteindelijk in 2050 klimaatneutraal te zijn.
In de Klimaatnota geeft het kabinet in reactie op de KEV aan dat in het voorjaar tot alternatief beleid besloten zal worden zodat de afgesproken doelen, conform het Regeerprogramma, binnen bereik komen. De voorbereidingen hiervoor zijn reeds in gang gezet. Het kabinet zal de komende maanden:
werken aan alternatief beleid richting de voorjaarsbesluitvorming van volgend jaar;
extra inspanningen voorbereiden om bestaande belemmeringen weg te nemen, randvoorwaarden te versterken en het gelijke speelveld (waaronder energiekosten) te verbeteren;
bezien welke investeringen gericht op de klimaat- en energietransitie ná 2030 nu al noodzakelijk zijn. Bijvoorbeeld op het vlak van energie-infrastructuur of opschaling van duurzame energie omdat deze investeringen vaak lange doorlooptijden hebben;
hierbij de reguliere begrotingscyclus volgen. Dit doet het kabinet om de benodigde besluitvorming zorgvuldig te kunnen voorbereiden en aan te kunnen sluiten op het hoofdbesluitvormingsmoment. Het gaat hier in de regel om grote maatregelen, die veelal ook financiële consequenties hebben, en een zorgvuldige afweging vragen met andere maatschappelijke doelen die het kabinet wil realiseren.
Ook staat in de Klimaatnota dat het kabinet met voorrang knelpunten in de uitvoering aanpakt en werkt aan het op orde brengen van de randvoorwaarden, zodat de maatregelen die we al hebben afgesproken daadwerkelijk kunnen worden uitgevoerd. Dit sluit aan bij het advies van de Raad van State op de Klimaatnota. Zo zitten we niet stil en gaan we direct aan de slag.
Het volle stroomnet heeft daarbij de speciale aandacht van het kabinet. Daarom komt het kabinet versneld met een aantal maatregelen gericht op het verminderen van netcongestie op het elektriciteitsnet. Dit doen we door sneller te bouwen. Samen met gemeente en netbeheerders worden standaardopties voor het realiseren van transformatorhuizen uitgewerkt die de aanpak kunnen stroomlijnen, zodat ernstige vertraging voorkomen kan worden. Daarnaast wordt dit gerealiseerd door de inzet van een vliegende brigade, die medeoverheden kan ondersteunen bij ruimtelijke procedures. De investeringen voor ons allen, waaronder die voor energie-infrastructuur, dienen te worden ingepast in een land waar de ruimte schaars is. Voor inpassing kunnen regio-specifieke maatregelen, zoals verkenningen voor gebiedsinvesteringen helpen om draagvlak voor inpassing van nationale energie-infrastructuurprojecten te behouden. We zullen de komende maanden samen met netbeheerders verkennen of we hiermee tot een betere inpassing kunnen komen. Ook wordt ingezet op het beter benutten van de bestaande energie-infrastructuur. Afgelopen jaar zijn diverse nieuwe contractvormen ontwikkeld die flexibiliteit op het net mogelijk maken. Het is nu zaak dat we het gebruik hiervan stimuleren en monitoren. Dit doen we samen met bedrijven, medeoverheden en de netbeheerders door het overeenkomen van sectordeals.
Naast maatregelen op het gebied van netcongestie kijkt het kabinet ook naar andere maatregelen om knelpunten waar mogelijk aan te pakken. Voor het versnellen van de verduurzaming binnen de industrie gaat het kabinet de komende maanden extra in gesprek met de (bij voorkeur internationale) CEO’s van die maatwerkbedrijven waarvan het kabinet verwacht dat op relatief korte termijn een volgende stap kan worden gezet, bijvoorbeeld in de vorm van een Joint Letter of Intent of een investeringsbeslissing. In die gesprekken willen we op zoek naar mogelijke doorbraken of oplossingen voor resterende knelpunten. Het kabinet zal bovendien op korte termijn het initiatief nemen om met de nieuwe Europese Commissie in gesprek te gaan om Europese barrières voor ondersteuning van elektrificatie te verminderen.
In het vervolg van deze brief gaat het kabinet achtereenvolgens in op de inhoud van de Klimaatnota, de Energienota en de samenhang daartussen. Tevens geeft het kabinet met beide nota’s opvolging aan enkele toezeggingen.
Beleidscyclus Klimaat en Energie
Voor zowel klimaat- als energiebeleid wordt gewerkt met een jaarlijkse cyclus, waarbij jaarlijks aan de Kamer wordt gerapporteerd en om de vijf jaar langer vooruit gekeken wordt.
Klimaatnota en klimaatplan
Op grond van artikel 7 van de Klimaatwet stuurt het kabinet ieder jaar op de vierde donderdag van oktober, de KEV van het PBL en de Klimaatnota naar de Eerste en Tweede Kamer. In de Klimaatnota legt het kabinet verantwoording af over de voortgang van het klimaat- en energiebeleid over het afgelopen jaar. Daarbij geeft het kabinet een appreciatie van de resultaten en ramingen van de broeikasgasemissies in Nederland uit de KEV van het PBL. Parallel is er het vijfjaarlijkse Klimaatplan, dat op basis van artikel 4 van de Klimaatwet iedere vijf jaar opnieuw wordt vastgesteld. Het ontwerp Klimaatplan ligt vanaf vandaag zes weken ter inzage. Gedurende deze periode kan een ieder een zienswijze indienen. Het kabinet verwacht het ontwerp-Klimaatplan in het eerste kwartaal van 2025 aan te bieden aan de Eerste en Tweede Kamer.
Energienota en Nationaal Plan Energiesysteem
De energietransitie die we met elkaar zijn ingegaan is een proces van decennia: de noodzakelijke ontwikkelingen, zoals de aanleg en bouw van een windpark op zee of een kerncentrale, kosten veel tijd. Daarom is het van belang dat we hierin een weloverwogen koers uitstippelen, en vervolgens ook op koers blijven. Met het eerste Nationaal Plan Energiesysteem (NPE), dat op 1 december 2023 aan de Kamer is verzonden, heeft het kabinet zijn langetermijnvisie op het energiesysteem gegeven. Daarin zijn richtinggevende keuzes gemaakt die de basis leggen voor de ontwikkeling van een volledig duurzaam energiesysteem in 2050.1 Hiermee is de energiecyclus gestart, het proces waarmee we de keuzes om de transitie tot stand te brengen maken, uitvoeren én monitoren. Elke vijf jaar komt een nieuw NPE uit, met een tussentijdse actualisatie. Zo kunnen we bijsturen waar nodig. Om de koers van het NPE voortvarend door te zetten, biedt het kabinet dit jaar voor het eerst de Energienota aan de beide Kamers aan. Hiermee geeft het kabinet meer inzicht in de ontwikkeling van het energiesysteem; dit stelt ons in staat om bij te sturen, prioriteiten te stellen en de keuzes te maken die volgen uit de langetermijnvisie uit het NPE. Het kabinet signaleert belangrijke ontwikkelingen en reflecteert op de voortgang van de energietransitie en de eventuele noodzaak om extra maatregelen en acties in te zetten.
In deze eerste Energienota gaat het kabinet bovendien in op hoe we streven naar meer energieonafhankelijkheid in Nederland om de betrouwbaarheid van onze energie op de lange termijn te waarborgen. Dit doen we onder meer door onze eigen productie van hernieuwbare energie te vergroten, en risicovolle afhankelijkheden bij import te verminderen. De Energienota bevat daarnaast inzicht in de stand van de ontwikkeling van het energiesysteem via de Monitor energiesysteem. Het aankomend beleid wordt toegelicht in de onderliggende beleidsagenda voor het energiesysteem. Met deze producten wordt in de energiecyclus, samen met de klimaatcyclus, jaarlijks verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en inzicht gegeven in het voorgenomen beleid. In de aankomende jaren willen we de Energienota en de Klimaatnota en de onderliggende cycli waar mogelijk integreren.
Vraag en aanbod van energie
Hoe we wonen, werken, reizen en produceren, wordt voor een belangrijk deel door het energiesysteem bepaald. De overgang van een fossiel naar een duurzaam energiesysteem betekent een verandering in de energievraag van de industrie, mobiliteit, gebouwde omgeving en landbouw. De ontwikkelingen ten aanzien van broeikasgassen in deze sectoren vormen de kern van hoe we omgaan met de klimaatopgave en zijn als zodanig opgenomen in het ontwerp-Klimaatplan, maar ook de wisselwerking is cruciaal tussen de sectoren en het energieaanbod in de ketens elektriciteit, waterstof, koolstof en warmte. In het NPE zijn daarom ook transitiepaden opgenomen waarin staat aangegeven wat er per sector tot aan 2050 nodig is om te kunnen verduurzamen. De Energienota gaat in op een aantal belangrijke ontwikkelingen en knelpunten in het energiesysteem. De nadruk ligt in grotere mate op de energieketens. In opvolging van het NPE wordt hiernaast doorgewerkt aan de ontwikkeling en uitvoering van de transitiepaden van de vraagsectoren industrie, gebouwde omgeving, landbouw en landgebruik en mobiliteit. Hierbij wordt ook nagegaan hoe het energieaanbod en de energievraag van deze sectoren op elkaar aansluiten. Bij de volgende Energienota(’s) en de eerstvolgende update van het NPE zal telkens nader worden ingegaan op de relevante ontwikkelingen.
Raad voor energie
Indien de Eerste Kamer instemt met het daar voorliggende wetvoorstel voor de Energiewet, wordt met de Raad voor energie een onafhankelijk adviesorgaan in de beleidscyclus Klimaat en Energie ingesteld.2 De Raad voor energie zal onafhankelijk adviseren op het te voeren energiebeleid, gericht op de transitie naar een klimaatneutraal, robuust, betaalbaar en betrouwbaar energiesysteem in Nederland. Eveneens adviseert hij over de bevordering van de strategische onafhankelijkheid van het aanbod van bronnen van energie, van dragers van energie en van grondstoffen buiten Nederland. Het is mijn ambitie om de Raad tijdig ingesteld te hebben zodat deze advies uit kan brengen over de eerstvolgende geplande actualisatie van het NPE in 2026.
Moties en toezeggingen
In de Klimaatnota en Energienota geeft het kabinet opvolging aan enkele toezeggingen van de voormalig minister voor Klimaat en Energie aan zowel de Eerste als Tweede Kamer. De eerste is de toezegging aan lid Panman van de Eerste Kamer om in de jaarlijkse Klimaatnota, die rapporteert over de voortgang van het klimaatbeleid, ook specifiek te gaan rapporteren over de bijdragen die de landbouwsector aan onze klimaatdoelen heeft geleverd.3 De tweede is de toezegging aan het lid Baumgarten van de Eerste Kamer om een totaaloverzicht, waarin naast klimaatmitigatie ook klimaatadaptatie beter wordt geschetst, aan de eerstvolgende Klimaatnota toe te voegen samen met de minister van Infrastructuur en Waterstaat.4 Voor de Energienota betreft het de toezegging aan het lid Kröger om te bevorderen dat de ontwikkeling van het energiesysteem binnen de planetaire grenzen blijft.5
Tot slot
We zijn met elkaar in de afgelopen jaren al een eind gekomen. En er is ook nog veel te doen op weg naar een klimaatneutraal Nederland. Het kabinet spant zich in om de stappen te zetten die nodig zijn, samen met mensen thuis, onze ondernemers, maatschappelijke organisaties en de medeoverheden. Door er samen de schouders onder te blijven zetten, komen we ook de komende jaren verder. De toekomst van ons land is een gedeelde verantwoordelijkheid, waar ik mij maximaal voor zal inzetten.
De minister van Klimaat en Groene Groei,
S.T.M. Hermans
Kamerstuk 32 813, nr. 1319.↩︎
Kamerstuk 36 378, nr. 53.↩︎
Kamerstuk I T03786 behandeling van de Tijdelijke wet Klimaatfonds en de Begrotingsstaten van Economische Zaken en Klimaat 2024 op 19 december 2023↩︎
Kamerstuk I T03791 behandeling van de Tijdelijke wet Klimaatfonds en de Begrotingsstaten van Economische Zaken en Klimaat 2024 op 19 december 2023↩︎
Kamerstuk TZ202402-069 behandeling van het Nationaal Plan Energiesysteem op 8 februari 2024↩︎