Antwoord op vragen van de leden Paternotte, Krul, Stultiens, Kostic en Beckerman over het bericht 'Juristen: regeerprogramma op meerdere punten niet rechtsstatelijk'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D40733, datum: 2024-10-24, bijgewerkt: 2024-10-25 15:29, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-388).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z15692:
- Gericht aan: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: J.M. Paternotte, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H.M. Krul, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: L.C.J. Stultiens, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: I. Kostic, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.M. Beckerman, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
388
Vragen van de leden Paternotte (D66), Krul (CDA), Stultiens (GroenLinks-PvdA), Kostić (PvdD) en Beckerman (SP) aan de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap over het bericht «Juristen: regeerprogramma op meerdere punten niet rechtsstatelijk»1Website NOS Nieuws, d.d. 10 oktober 2024, «Juristen: regeerprogramma op meerdere punten niet rechtsstatelijk», Juristen: regeerprogramma op meerdere punten niet rechtsstatelijk (nos.nl) (ingezonden 11 oktober 2024).
Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 24 oktober 2024).
Vraag 1
Hoe beoordeelt u de analyse van de commissie rechtsstatelijke toets regeerprogramma dat het abrupt en eenzijdig opzeggen van afspraken over onderwijsinvesteringen in strijd is met het rechtsstatelijke uitgangspunt van een betrouwbare en voorspelbare overheid?1
Antwoord 1
Het rechtsstatelijke uitgangspunt van een betrouwbare en voorspelbare overheid houdt volgens de analyse van de commissie in dat de overheid zich houdt aan (eigen) regels, burgers de overheid daarop kunnen aanspreken, de overheid haar macht niet misbruikt, haar handelen baseert op rechtmatig en in de wet verankerd en kenbaar beleid, haar macht op een van tevoren duidelijke en achteraf te controleren manier uitvoert en verantwoordt en dat niemand gestraft mag worden voor iets dat nog niet strafbaar was op het moment dat het feit werd begaan.
Ik deel de mening van de commissie niet dat het aanpassen van de afspraken in het Bestuursakkoord 2022 hoger onderwijs en wetenschap in strijd is met dit uitgangspunt. Anders dan de vraag suggereert, is het bestuursakkoord niet de grondslag op basis waarvan de bekostiging wordt verstrekt. De begrotingswetgever stelt jaarlijks financiële middelen ter beschikking. Als er voldoende middelen zijn dan krijgen hogeronderwijsinstellingen conform de gemaakte afspraken in het bestuursakkoord jaarlijks bij de rijksbijdragebrief extra bekostiging erbij. Het is aan de begrotingswetgever om jaarlijks de hoogte van de landelijke rijksbijdrage te bepalen.
Ik besef ten zeerste dat de bezuinigingen pijn doen in het veld. Daarom is het des te belangrijker dat de budgettaire opgave verstandig wordt ingevuld, juist omdat ik veel waarde hecht aan een betrouwbare overheid. Zo heb ik er bijvoorbeeld voor gekozen om de sectorplannen overeind te houden, zodat vaste banen voor wetenschappers behouden konden worden. Dit is echter ten koste gegaan van de startersbeurzen, wat voor veel wetenschappers een teleurstelling is. Wel heb ik een resterend bedrag van gemiddeld € 78 miljoen tot en met 2031 van de stimuleringsbeurzen overeind weten te houden om de instellingen te helpen de werkdruk te verlagen, overeenkomstig de oorspronkelijke doelstelling van de stimuleringsbeurzen. Dit bedrag kan tevens ingezet worden om al toegezegde starters- en stimuleringsbeurzen toe te kennen.
Vraag 2
Bent u bereid om alle ambtelijke advisering en de onderliggende nota’s op dit punt voor het commissiedebat DUO en hoger onderwijs d.d. 23 oktober 2024 naar de Kamer te sturen?
Antwoord 2
Dat ben ik niet, omdat het kabinet geen ambtelijke adviezen en nota’s deelt die zien op het opstellen van het Regeerprogramma, op grond van eenheid kabinetsbeleid.
Rapport rechtsstatelijke toets regeerprogramma 2024, Rapport rechtsstatelijke toets regeerprogramma 2024.pdf↩︎