Het schrappen van de subsidie op het godsdienstig onderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs
Schriftelijke vragen
Nummer: 2024D40855, datum: 2024-10-25, bijgewerkt: 2024-10-28 15:07, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2024Z16985).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid (ChristenUnie)
- Mede ondertekenaar: H.M. Krul, Tweede Kamerlid (CDA)
- Mede ondertekenaar: C. Stoffer, Tweede Kamerlid (SGP)
Onderdeel van zaak 2024Z16985:
- Gericht aan: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Gericht aan: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H.M. Krul, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C. Stoffer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2024Z16985
Vragen van de leden Ceder (ChristenUnie), Stoffer (SGP) en Krul (CDA) aan de Minister en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het schrappen van de subsidie op het godsdienstig onderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs (ingezonden 25 oktober 2024).
Vraag 1
Hoeveel leerlingen ontvangen dit schooljaar godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs op een openbare basisschool?
Vraag 2
Hoe verhoudt uw voornemen om de subsidie op het godsdienstig onderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs te schrappen zich tot de wettelijke opdracht van artikel 192 van de Wet op het primair onderwijs om subsidie te verstrekken aan de organisatie voor vormingsonderwijs en de duidelijke kaders die daarvoor bij de wetsbehandeling geschetst zijn? Onderkent u dat het schrappen van de subsidie niet mogelijk is zonder wetswijzing?
Vraag 3
Wat is uw reactie op de constatering van het Centrum voor Vormingsonderwijs dat «[m]et dit voornemen het openbaar onderwijs op achterstand [wordt] gezet ten opzichte van het bijzonder onderwijs», omdat openbare scholen nu niet meer tegemoet kunnen komen «aan de terechte vraag naar levensbeschouwelijke vorming»?1
Vraag 4
Verwacht u dat scholen na het schrappen van de subsidie evengoed in staat zijn de leerlingen in de gelegenheid te stellen godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs te ontvangen? Kunt u die verwachting onderbouwen? Hoe geeft u zich rekenschap van het feit dat de subsidie in verband staat met het gewenste hoge kwaliteitsniveau, wat onder andere tot uitdrukking komt in het toepassen van de bevoegdheidseisen?
Vraag 5
Erkent u dat levensbeschouwelijk vormingsonderwijs meer is dan «leerlingen kennis laten opdoen van verschillende godsdiensten», maar het ook gaat over het stellen van levensvragen, het zoeken naar een persoonlijk antwoord daarop en het helpen ontwikkelen van een eigen levensbeschouwelijke identiteit en op deze manier geen opdracht vanuit burgerschap is, zoals het Centrum voor Vormingsonderwijs stelt?
Vraag 6
Heeft u voorafgaande dit besluit gesproken met ouders die veel waarde hechten aan dit godsdienstig onderwijs of levensbeschouwelijk onderwijs? Wat kunt u delen over deze gesprekken?
Vraag 7
Kunt u deze vragen separaat beantwoorden voorafgaand aan de behandeling van de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap?
Minister Bruins van OCW voornemens stopzetten subsidie – Vormingsonderwijs.↩︎