Advies Afdeling advisering Raad van State van het Koninkrijk en Nader rapport
Wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart
Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport
Nummer: 2024D40884, datum: 2024-10-24, bijgewerkt: 2024-11-05 14:17, versie: 3
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State
- Mede ondertekenaar: F.Z. SzabĂł, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36643 (R2202)-4 Wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart.
Onderdeel van zaak 2024Z16995:
- Indiener: F.Z. SzabĂł, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-11-05 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-11-14 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (đ origineel)
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
Vergaderjaar 2024-2025 | ||
36 643 (R2202) | Wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart | |
Nr. 4 | ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT1 | |
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk d.d. 6 maart 2024 en het nader rapport d.d. 21 oktober 2024, aangeboden aan de Koning door de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt. | ||
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 29 januari 2024, nr. 2024000161, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van rijkswet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 6 maart 2024, nr. W04.24.00013/I/K, bied ik U hierbij aan.
De tekst van het advies treft U hieronder cursief aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 29 januari 2024, no.2024000161 , heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart, met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft geen opmerkingen over het voorstel van rijkswet en adviseert het voorstel in te dienen bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal en over te leggen aan de Staten van Aruba, die van Curaçao en die van Sint Maarten.
De vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,
Th.C. de Graaf
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in het voorstel van rijkswet alsnog een wijziging op te nemen van artikel 4a van de Paspoortwet over het register vermiste of vervallen reisdocumenten (hierna: het RVVR). Dat register wordt ondergebracht in het basisregister reisdocumenten, dat op 1 januari 2021 is ontstaan. De datamigratie vanuit het RVVR naar het basisregister reisdocumenten is op dit moment voltooid. Behalve datamigratie is ook nodig dat de afnemers van het RVVR technisch worden aangesloten en juridisch geautoriseerd om de gegevens voortaan verstrekt te kunnen krijgen vanuit het basisregister reisdocumenten. De verwachting is dat dat proces halverwege 2025 zal zijn voltooid. Voor het geval het onderhavige voorstel van rijkswet tot rijkswet wordt verheven en eerder in werking treedt dan het moment waarop het proces van aansluiting is voltooid en artikel 4a van de Paspoortwet dus kan vervallen, wordt voorgesteld om in artikel 4a van de Paspoortwet, net als in de voorgestelde wijziging van artikel 4d over het basisregister reisdocumenten, te bepalen dat het RVVR ook gegevens met betrekking tot de NIK bevat. Het parallelle wetsvoorstel is ook aangepast, om de bestaande situatie in stand te houden dat de autoriteiten, belast met de uitvoering van de Wet op de Nederlandse identiteitskaart, aan Onze Minister van BZK de in het RVVR op te nemen gegevens met betrekking tot de NIK verstrekken.
Voorts is het voorstel van rijkswet op enkele plekken aangepast in verband met het behouden van de bestaande bevoegdheid van de Gouverneur van Aruba, Curaçao of Sint Maarten om een NIK in te houden of definitief aan het verkeer te onttrekken en de daarmee samenhangende aanduiding van autoriteiten waar documenten in bepaalde situaties moeten worden ingeleverd. Per abuis was deze bevoegdheid impliciet geregeld in het parallelle wetsvoorstel, terwijl die expliciet geregeld behoort te worden in de Paspoortwet; bevoegdheden van de Gouverneur kunnen immers alleen in rijkswetgeving worden vastgelegd. De betreffende bevoegdheden zijn nu expliciet opgenomen in artikel I, onderdelen AA (wijziging van artikel 50b van de Paspoortwet) en CC (wijziging van artikel 57 van de Paspoortwet) van het voorstel van rijkswet. Wetstechnisch gevolg van deze aanpassing is de toevoeging van âde Paspoortwetâ in artikel 4e, onderdeel b, van de Paspoortwet (artikel I, onderdeel E, van het voorstel van rijkswet). Verder is in samenhang hiermee in artikel I, onderdeel E2, voorgesteld om in artikel 5 van de Paspoortwet expliciet op te nemen dat inlevering van een reisdocument ook kan geschieden bij de autoriteiten die op grond van de Wet op de Nederlandse identiteitskaart bevoegd zijn om reisdocumenten in te houden.
Ten slotte zijn enkele redactionele en wetstechnische verbeteringen doorgevoerd in het voorstel van rijkswet en de memorie van toelichting, waaronder een samenloopbepaling met het inmiddels bij de Tweede Kamer ingediende voorstel van rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het schrappen van de geslachtsvermelding op de Nederlandse identiteitskaart.2
Ik verzoek U het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van rijkswet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Staten van Aruba, de Staten van Curaçao, en de Staten van Sint Maarten te zenden.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F.Z. SzabĂł