[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad november 2024 (Kamerstuk 21501-07-2070)

Raad voor Economische en Financiële Zaken

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2024D40905, datum: 2024-10-25, bijgewerkt: 2024-10-29 14:38, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2024D40905).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2024Z16467:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2024D40905 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Financiën heeft op 25 oktober 2024 enkele vragen en opmerkingen aan de Minister van Financiën voorgelegd over zijn op toegezonden stukken inzake de Eurogroep/Ecofinraad (Kamerstuk 21 501-07, nrs. 2070 en 2071).

De voorzitter van de commissie,

Nijhof-Leeuw

Adjunct-griffier van de commissie,

Lips

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie merken op dat in de uitzending van EénVandaag op 9 oktober 2024 verslag werd gedaan over de extreme vormen van landbouwfraude in Italië. Zo innen maffiose ondernemingen miljoenen aan Europese landbouwsubsidies. Ook Stef Blok, lid van de Europese Rekenkamer, geeft aan dat dat er vele nepbedrijven worden opgericht, ook buiten Italië, die misbruik maken van Europese landbouwsubsidies. Volgens Blok kan en moet de Europese Unie meer doen om deze vormen van fraude te bestrijden. De leden van de PVV-fractie verzoeken om een overzicht van de omvang van de landbouwsubsidiefraude, voor zover dit bekend is. Daarnaast vragen deze leden hoe de Europese Unie kan garanderen dat deze subsidies terechtkomen bij de boeren die er wel recht op hebben.

De leden van de PVV-fractie hebben ook vragen over de kabinetsappreciatie «Commissievoorstellen uitwerking G7-akkoord financiële steun aan Oekraïne.» Hierin wordt aangegeven dat de toekomstige buitengewone inkomsten, voortvloeiend uit de bevriezing van Russische-Centrale banktegoeden onder de Ruslandsanctie, gebruikt zullen worden om de Extraordinary Revenu Accelaration (ERA)-leningen van ongeveer 45 miljard euro te financieren. De leden van de PVV-fractie vragen of de maximaal 35 miljard euro die aan Oekraïne zal worden verstrekt, volledig gedekt wordt door deze buitengewone inkomsten. Daarnaast vragen deze leden waarom de Europese Unie ongeveer 78 procent van de totale ERA-leningen voor haar rekening neemt. Hierover ontvangen deze leden graag een nadere toelichting.

In de «Beantwoording SO Eurogroep/Ecofinraad oktober 2024» reageert de Minister op de vraag van de VVD-fractie op het verzoek tot aanpassing van het huidige Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) van Nederland. De leden van de PVV-fractie willen weten waarom de Minister bereid is om over verschillende onderwerpen in gesprek te gaan en aanpassingen te overwegen, terwijl hij in het geval van de door de Europese Unie voorgestelde limiet op contante betalingen van 10.000 euro aangeeft dat dit onhaalbaar zou zijn en mogelijk zou leiden tot een korting van 600 miljoen euro op de HVP-gelden.

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken voor het schriftelijk overleg en met name de geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad van 4 en 5 november 2024. Deze leden hebben daarover nog een aantal vragen.

De leden van de VVD-fractie snappen ten aanzien van de update over de bankenunie dat het kabinet voorstander is van het vervolmaken van de bankenunie, maar de leden hechter eraan dat een eventueel Europees depositogarantiestelsel (EDIS) voorafgegaan moet worden door risicoreductie. Deze leden vinden het cruciaal dat de in ieder geval de eigen staatsobligaties een realistisch en reëel risicogewicht moeten krijgen in plaats van nul. Wat is de stand van zaken met betrekking tot het risicogewicht van eigen staatsobligaties bij banken?

Frankrijk, Duitsland en Italië riepen begin deze maand de Europese Commissie op om oog te hebben voor de concurrentiepositie van de Europese bancaire sector en de regeldruk te verminderen, constateren deze leden. De leden van de VVD-fractie vinden dit ook belangrijk en willen weten waarom het Nederlandse kabinet zich daar niet bij heeft aangesloten. Wat is het standpunt van het kabinet?

De leden van de VVD-fractie begrijpen dat Draghi in zijn rapport ook verwijst naar het «gold-plating» van de Bazel-afspraken. Hoe kijkt het kabinet daarnaar? Welke stappen is het kabinet bereid om te nemen?

Volgens deze leden is er een lidstaatoptie van de CRR3 (Capital Requirements Regulation 3) over laag risicohypotheken. Meerdere Europese landen gaan mogelijk de lidstaatoptie implementeren. Kan het kabinet aangeven welke lidstaten hiervan gebruik gaan maken? Deze regel zou er dan voor zorgen dat een bank in Nederland straks meer kapitaal moet aanhouden voor een hypotheek in vergelijking met andere lidstaten, wat in de ogen van deze leden voor een beperking van de financierings- en krediet-capaciteit en Europese concurrentiekracht zorgt. Wat houdt de lidstaatoptie precies in en hoe wil het kabinet daarmee omgaan?

De leden van de VVD-fractie lezen ten aanzien van het concurrentievermogen in de eurozone dat naar verwachting naar aanleiding van eerdere besprekingen conclusies worden getrokken in een verklaring van de eurogroep. De leden van de VVD-fractie vinden het wel ingewikkeld dat niet helemaal duidelijk is wat er nu precies wordt afgesproken. Er worden in de geannoteerde agenda veel verwachtingen uitgesproken en de Kamer kan daar dus ook niet echt iets concreets van vinden. Hoe wordt voorkomen dat er zaken in de verklaring staan waar de Kamer straks niet mee kan instemmen? Is het kabinet bereid om geen onomkeerbare stappen te nemen? Zo nee, waarom niet?

De leden van de VVD-fractie begrijpen dat Nederland een van de twintig lidstaten is die een Tsjechisch – Luxemburgs non-paper hebben ondertekend over handel over de landsgrenzen te bevorderen. Wat is de inhoud van dit non-paper en wat is de status daarvan?

De leden van de VVD-fractie vinden ten aanzien van de kapitaalmarktunie het belangrijk dat er een betere toegang komt tot financiering voor (innoverende) bedrijven. Welke instrumenten en aanpassing van wet- en regelgeving kan daarbij echt helpen volgens het kabinet? Graag lezen deze leden dit zo concreet mogelijk. Hoe zitten deze nu in de voorstellen voor de kapitaalmarktunie?

Het rapport Draghi roept op tot een groter rol voor de Europese Investerings Bank (EIB). De EIB-president heeft in de eurogroep van 7 oktober 2024 een actieplan gepresenteerd dat voorziet in meer durfinvesteringen en private equity. De leden van de VVD-fractie zijn daar in principe voor, maar in het verleden heeft de EIB weinig tot niets gedaan voor het Nederlandse MKB. Hoe wordt geregeld dat deze voorstellen en dit actieplan van de EIB goed gaat werken voor het Nederlandse bedrijfsleven en het Nederlandse MKB in het bijzonder? Hoe kan er ook zonder de EIB voor gezorgd worden dat er meer durfinvesteringen en private equity plaats gaan vinden in Nederland en de Europese Unie?

De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet van mening is dat de kapitaalmarktunie verdiept en geïntegreerd moet worden. Wat verstaat het kabinet daar precies onder? Naar aanleiding van het artikel «Heinen wil Europa van «doodlopende weg» afhalen met kapitaalmarktunie» in het Financieel Dagblad van 24 oktober 2024 willen deze leden van de VVD-fractie graag weten wat de Minister onder vervolmaking verstaat en wat zijn exacte plannen zijn. Deze leden willen graag dat deze plannen allereerst aan de Kamer worden voorgelegd. Is de Minister daartoe bereid?

De leden van de VVD-fractie begrijpen dat er de afgelopen maanden technische discussies zijn gevoerd over onder andere securitisatie, sustainable finance en accountingraamwerken. Wat is daarvan de uitkomst geweest?

De leden van de VVD-fractie willen ten aanzien van de fiscale aspecten van het Draghi-rapport weten wat de het kabinet concreet gaat doen bij dit agendapunt. De leden van de VVD-fractie willen geen Europese belastingen. Waarom wordt er gehint op het harmoniseren van (fiscale) regelgeving? De leden van de VVD-fractie zijn voor de juiste fiscale prikkels om innovatie te stimuleren. Wat zijn de eventuele concrete Europese voorstellen?

De leden van de VVD-fractie lezen op het punt van btw-regels voor het digitale tijdperk dat op het gebied van de enkele btw-registratie is besloten om het subonderdeel dat ziet op de Import-One-Stop-Shop (IOSS) uit het VIDA-pakket te halen. Dit onderdeel heeft een sterke samenhang met de voorstellen voor hervorming van het Douanewetboek. Hoe gaat het tijdpad er uit zien voor IOSS?

De leden van de VVD-fractie hebben begrepen dat Europese aanbieders van accommodaties en platforms, waaronder vertegenwoordigers van MKB-bedrijven, hun zorgen hebben gedeeld over de invoering van de platformfictie. Klopt dat? Wat heeft het kabinet met deze input gedaan? Deelt het kabinet de analyse dat het invoeren van de platformfictie impact zal hebben op de concurrentiekracht van MKB-aanbieders van accommodaties? Hoe verhoudt de complexiteit van de platformfictie zich met het rapport van Mario Draghi waarbij de «regulatory burden» voor Europese ondernemingen hoog is? Heeft het kabinet op enig moment overwogen om de platformfictie uit het voorstel «Btw-regels voor het digitale tijdperk» te halen? Zo nee, waarom niet?

Estland kon tijdens eerder Ecofinraden niet instemmen met de voorstellen voor de platformeconomie, constateren deze leden. De leden van de VVD-fractie willen weten wat het krachtenveld nu is. Estland vreest dat de nieuwe btw-regels voor de platformeconomie tot hogere prijzen voor consumenten en hogere kosten voor het MKB leiden. In hoeverre kan het kabinet deze angst ontkrachten?

De Europese Rekenkamer (ERK) blijft ten aanzien van de herstel- en veerkrachtfaciliteit aanhoudend kritisch over het HVF en het gebruik aan zicht op de juiste besteding van de gelden. De ERK heeft een oordeel met beperkingen afgegeven voor de HVF-uitgaven. De leden van de VVD-fractie willen weten wat het kabinet gaat doen met de vier aanbevelingen van de Europese Rekenkamer aan de Europese Commissie. In hoeverre klopt het dat de Europese Commissie het hele MFK wil ombouwen naar een HVF-achtige structuur?

De leden van de VVD-fractie zien ook dat de ERK waarschuwt dat nog altijd niet duidelijk is hoe de Europese Unie het subsidie-deel van de HVF vanaf 2028 gaat terugbetalen. De leden van de VVD-fractie maken zich hierover grote zorgen, want ze willen niet dat leidt tot extra afdrachten of de introductie van substantiële nieuwe eigen middelen.

De leden van de VVD-fractie zijn tegen nieuwe gemeenschappelijke EU-schulden. Kan de Minister in het verslag een actualisatie geven van het krachtenveld in de Europese Unie? Klopt het dat Draghi zelf heeft aangegeven dat gemeenschappelijke schulden geen «essentieel ingrediënt» zijn van zijn aanbevelingen?

De leden van de VVD-fractie vinden het ten aanzien van Oekraïne belangrijk dat er wederom gesproken wordt over Oekraïne en de Europese steunmaatregelen. In het kader van het inzetten van de buitengewone inkomsten over bevroren Russische Centrale Banktegoeden aan Oekraïne heeft de commissie op 20 september 2024 voorstellen gedeeld om in dit kader maximaal 35 miljard euro aan leningen beschikbaar te stellen. Wanneer wordt dit definitief geëffectueerd?

De leden van de VVD-fractie willen op het punt van het stabiliteits- en groeipact en de Europese begrotingsregels weten waarom er geen buitensporigtekortprocedure tegen Spanje wordt geopend. Hoe wordt voorkomen dat hier precedentwerking vanuit gaat? De begrotingsregels slagen in de ogen van deze leden alleen als deze ook worden gehandhaafd, ook bij grote landen. Wat is het oordeel van het kabinet op dat punt en dat er dus zo kort na het vaststellen van de nieuwe begrotingsregels daar blijkbaar alweer van wordt afgeweken?

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda. Deze leden hebben hierover enkele vragen en opmerkingen.

Kan de Minister ingaan op het verloop van de IMF Jaarvergadering en de vergadering van de Wereldbank? Waren hier nog bijzonderheden? Is de Jaarvergadering verlopen zoals verwacht? Kan de Minister een terugkoppeling geven van de G-20-bijeenkomst?

Met hoeveel financiële middelen is het Single Resolution Fund gevuld? Hoeveel banken kunnen hiermee worden afgewikkeld? Kunnen hiermee ook banken worden gered?

Waarom zal naar waarschijnlijkheid worden onderschreven dat nationaal industriebeleid moet worden voorkomen? Hoe verhoudt dit zich tot de investeringspakketten rondom ASML en Tata Steel?

Wat zullen de gevolgen zijn van een nieuw presidentschap van D. Trump voor de handelsfragmentatie? Betekent dit hoge invoertarieven en een nieuwe handelsoorlog tegen China en ook tegen Europa?

Hoe functioneert het back stop resolutie mechanisme? Wat is de stand van zaken met betrekking tot het gemeenschappelijke depositogarantiestelsel Edis?

Waarom mag volgens het kabinet in de Eurogroepverklaring niet vooruitgelopen worden op het volgende MFK?

Waarom duurt de vorming van de kapitaalmarktunie al zoveel jaren en waarom gaat deze nog zo veel jaren duren? Welke nationale belangen verzetten zich hiertegen?

Klopt het dat er op het niveau van effectenbeurzen eigenlijk al sprake is van een kapitaalmarktunie? Immers het kopen en verkopen van aandelen en dergelijken in andere landen stuit toch niet op al te veel moeilijkheden? Echter, als het gaat over bedrijfsobligaties en directe leningen, financieringen en investeringen in niet-beursgenoteerde bedrijven lijkt een kapitaalmarktunie nog ver weg. Kan een MKB-kapitaalmarktunie eigenlijk ook wel echt dichterbij worden gebracht door obstakels weg te nemen op het gebied van het ondernemingsrecht, faillissementsrecht en de jaarverslaggeving? Welke obstakels zouden concreet weggenomen moeten worden? Waarom schrijft de Minister voornamelijk in abstracte termen als het over de kapitaalmarktunie gaat? Welke rol kunnen Europese Groene Obligaties hierin spelen?

Welke landen hebben inmiddels het initiatief genomen om te komen tot een kopgroep voor de kapitaalmarktunie? Zijn er de vereiste negen landen te vinden die nodig zijn voor zo’n kopgroep? Leidt een kopgroep niet ook tot verschillen in wet- en regelgeving binnen de Europese Unie?

Wat behelst het 28e EU-rechtsregime voor innovatieve bedrijven, waarmee volgens Draghi vastgelopen dossiers vlot getrokken kunnen worden?

Waarom wil de Europese Commissie de securitisatiemarkt verder ontwikkelen? Het verpakken en doorverkopen van leningen leidde in 2007–2008 toch juist tot de kredietcrisis? Securitisatie betekent toch ook dat debiteurenrisico’s uit beeld raken?

Op welke manier kan de EIB een rol spelen in het financieren van innovatieve start-ups en scale-ups? Hoe kan de EIB de risico’s inschatten in andere landen? Wordt er gewerkt met cofinanciering en risicodeling met lokale bedrijven en overheden?

In hoeverre onderschrijft het kabinet de visie van zijn voorganger op de kapitaalmarktunie?

Hoe staat de Minister tegenover de voorgestelde competitiveness-labs en de mogelijke fragmentatierisico’s daarbij? Zijn er concrete beleidsterreinen die hij hiervoor geschikt acht, zoals gecentraliseerd toezicht?

Wat is de kabinetsvisie op implementatie van Bazel III? Ziet de Minister risico’s dat de Europese Unie de concurrentiepositie van de eigen bancaire sector ondergraaft door strenger te implementeren dan bijvoorbeeld de Verenigde Staten? Ziet de Minister een risico op een mondiale «race to the bottom», waarbij de Bazelse afspraken worden uitgehold doordat landen hun eigen banken zo concurrerend mogelijk willen houden?

Hoe wil de Minister de risico’s van staatobligaties op bankbalansen verminderen nu banken voor EU-staatsobligaties geen eigen vermogen hoeven aan te houden?

Welke wijzigingen zijn aangebracht sinds de vorige keer dat het voorstel voor de btw in het digitale tijdperk voorlag in de Ecofinraad?

Kan de Minister het verdere procesverloop schetsen voor het nieuwe MFK. Wat zijn daarbij de belangrijkste beïnvloedingsmomenten voor Nederland en de Kamer?

Hoe staat het kabinet tegenover vervanging van de verscheidene EU-programma’s door nationale plannen naar HVF-model? Is dit te zien als een vorm van centralisatie of decentralisatie? Betekent dit dat afdwingbare rechten voor lidstaten worden vervangen door HVP-achtige plannen, die de Europese Commissie naar believen mag toekennen, dan wel afwijzen?

Hoe kan het HVF al als blauwdruk dienen voor het MFK, terwijl de eindevaluatie hiervan pas eind 2028 volgt? Hoe zorgt het kabinet dat opvolging wordt gegeven aan de door de ERK gesignaleerde zorgen?

Wat is de kabinetsvisie op pan-Europese publieke goeden? Hoe staat het kabinet tegenover Draghi’s stelling dat hierin op Europees niveau geïnvesteerd moet worden? Zou dit dan gefinancierd kunnen worden met nieuwe belastingen op Europees niveau?

Kunnen waterstof en batterijtechnologie ook gezien worden als «Europese publieke goeden»? Geldt dit ook voor AI en robotisering?

De EFB concludeert dat de HVF amper leidt tot bevordering van Europese publieke goeden. Hoe past in dit licht een nieuw MFK met HVF-structuur en nationale plannen bij de ambitie om in pan-Europese publieke goeden te investeren?

Kan de Minister uiteenzetten welke regels voor tekortverbetering gelden voor landen in een buitensporigtekortprocedure? Kan de Minister deze regels afzetten tegen de eisen die onder de preventieve arm worden gesteld aan landen die niet in een buitensporigtekortprocedure zitten? Wat is het verschil tussen de oude en de nieuwe preventieve arm?

Kan het zo zijn dat de eisen voor de tekortverbetering uit de preventieve arm, op basis van een schuldhoudbaarheidsanalyse, strenger zijn dan de eisen die gelden voor tekortverbetering onder de correctieve arm, voor landen die al in een buitensportigekortprocedure zijn geplaatst? Zo ja, welke regels hebben dan voorrang?

Zijn er sinds de Kamerbrief van 7 februari 2024 nieuwe inschattingen beschikbaar gekomen voor de tekortverbeteringen die lidstaten moeten doorvoeren onder de nieuwe EU-begrotingsregels? Zo ja, kunnen die cijfers met de Kamer worden gedeeld?

Hoeveel bedragen de buitengewone rente-inkomsten op de bevroren Russische banktegoeden? Welke stappen zijn er inmiddels gezet richting confiscatie van deze tegoeden?

Waarom is ervoor gekozen om de rente-inkomsten eerst aan Oekraïne beschikbaar te stellen en niet als onderpand apart opzij te zetten? Waarom is niet gekozen voor een double recourse-constructie, waarbij de crediteur naast aanspraak op de debiteur zich ook direct op het onderpand kan verhalen?

Wat gebeurt er op het moment de sancties niet worden verlengd, bijvoorbeeld door een veto van Hongarije? Of als de buitengewone rente-inkomsten lager uitvallen dan verwacht? Juridisch blijft Oekraïne verantwoordelijk voor aflossing, maar hoever reikt de financiële draagkracht van het land?

Waarom wordt het doel van twee procent foutenpercentage in de EU-uitgaven nooit gehaald? Waarom blijft het foutenpercentage stijgen van 3% in 2021, 4,2% in 2022 en 5,6% in 2023? Wat kan de Minister doen om deze «zorgelijke trend» te keren? Deelt de Minister de mening dat zoveel miljarden aan euro’s die onrechtmatig worden besteed haaks staat op de financiële discipline, die de Minister wenst?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken en hebben geen verdere vragen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

Ten aanzien van het onderwerp Macro-economische stabiliteit en concurrentievermogen benadrukken de leden van de BBB-fractie het belang van macro-economische stabiliteit in de eurozone, zoals besproken in de eerdere vergaderingen. Nederland blijft vasthouden aan het belang van duurzame groei door structurele hervormingen die gericht zijn op het bevorderen van productiviteitsgroei en innovatie.

Het behoud en de versterking van de interne markt zijn in de ogen van deze leden essentieel voor de welvaart van Europa. De leden van de BBB-fractie ondersteunen maatregelen die de administratieve lasten voor bedrijven verminderen, vooral voor MKB’ers in Nederland, om hun concurrentiepositie te verbeteren. Tegelijkertijd waarschuwen deze leden voor overregulering vanuit de Europese Unie die de ruimte voor nationale overheden beperkt om passende industriële en economische beleidsmaatregelen te nemen.

Ten aanzien van de HVF/RRF verwachten de leden van de BBB-fractie in lijn met eerdere toezeggingen aan de Kamer dat Nederland kritisch kijkt naar de voorstellen rondom de beoordeling van betaalverzoeken voor het RRF. Hoewel de leden van de BBB-fractie begrijpen dat investeringen in economische groei en duurzame ontwikkeling belangrijk zijn, moet er in de ogen van deze leden scherp worden toegezien op de uitvoering hiervan door landen als Cyprus en Slovenië. Deze leden pleiten voor een strikte naleving van de voorwaarden voordat uitbetalingen plaatsvinden. Dit om te garanderen dat de middelen effectief worden ingezet en bijdragen aan economische stabiliteit in heel Europa. De leden van de BBB-fractie willen geen gemeenschappelijke schulden, geen transferunie en geen Eurobonds.

De leden van de BBB-fractie onderschrijven ten aanzien Oekraïne en de financiële steun het belang van financiële steun aan Oekraïne, vooral in het kader van de Europese macro-financiële bijstand (MFB) en het Ukraine Loan Cooperation Mechanism (ULCM), zoals geschetst in de G7-voorstellen. Tegelijkertijd benadrukken deze leden de noodzaak van strikte monitoring van de aanwending van deze middelen om corruptie en inefficiënties te voorkomen, in lijn met de voorwaarden die in het Oekraïne-hervormingsplan zijn vastgelegd. De leden van de BBB-fractie staan voor verantwoorde besteding van belastinggeld en zien graag dat Nederland een voortrekkersrol speelt in het waarborgen van transparantie en verantwoorde investeringen.

De leden van de BBB-fractie blijven ten aanzien van de bankenunie en kapitaalmarktunie kritisch op verdere stappen richting de Bankenunie en Kapitaalmarktunie, met name wat betreft risicodeling tussen lidstaten. Deze leden blijven benadrukken dat risicoreductie een voorwaarde is voor verdere risicodeling. Nederland moet zich inzetten voor versterking van de kapitaalmarktunie, maar zonder dat dit ten koste gaat van nationale zeggenschap over het financieel beleid. De leden van de BBB-fractie steunen initiatieven om barrières voor grensoverschrijdende investeringen te verminderen, mits dit in het belang is van de Nederlandse ondernemers en burgers.

Ten aanzien van de fiscale onderwerpen op de agenda, zoals de fiscale aspecten van het Draghi-rapport en de btw-regels voor het digitale tijdperk, steunen de leden van de BBB-fractie hervormingen die de belastingdruk voor burgers en ondernemers verminderen. De leden van de BBB-fractie zijn ook voorstander van stevige privacy-waarborgen bij de implementatie van een digitale euro. Nederland moet er in de ogen van deze leden op toezien dat technologische ontwikkelingen niet ten koste gaan van privacy en dat kosten eerlijk worden verdeeld tussen gebruikers en dienstverleners.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie

De leden van de PvdD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben nog enkele kritische vragen en opmerkingen.

Ten aanzien van Europese belasting op kerosine voor de lucht- en scheepvaart wijzen deze leden erop dat het klimaatprobleem een van de grootste uitdagingen van onze tijd is en lucht- en scheepvaart hierin een significante rol spelen. Deze sectoren staan voor een enorme verduurzamingsopgave, waarbij het cruciaal is om de uitstoot snel te verminderen. Het ontbreken van een belasting op kerosine voor de lucht- en scheepvaart vormt in de ogen van deze leden een belemmering voor deze transitie, aangezien het de sectoren weinig financiële prikkels geeft om brandstof te besparen. Een Europese aanpak, waarbij kerosine eerlijk wordt belast, is een noodzakelijke maatregel om de lucht- en scheepvaart aan te sporen tot snellere en meer ambitieuze verduurzaming.

In 2021 heeft de Europese Commissie voorgesteld om kerosine voor de lucht- en scheepvaart te gaan belasten. Er wordt nu door de lidstaten gesproken of de uitzonderingspositie voor de lucht- en scheepvaart voor de komende 20 jaar weer wordt vastgelegd. Dit staat haaks op het EU-doel om tegen 2050 netto nul uitstoot te bereiken. Kan de Minister bevestigen dat verlenging van de kerosinevrijstelling inderdaad wordt besproken en zo ja, wat het standpunt van Nederland hierin tot nu toe in is geweest?

In december zal hierover mogelijk in de Ecofinraad definitief worden besloten. Aangezien de Minister aangeeft dat er nog punten aan de Ecofinraad-agenda van november kunnen worden toegevoegd, is het voor de leden van de PvdD-fractie belangrijk om hier nu vragen over te stellen. Klopt het dat in december over het verlengen van de uitzonderingspositie een besluit wordt genomen? Zo niet, wanneer wel?

De leden van de PvdD-fractie maken zich zorgen over het voorstel om de uitzonderingspositie van de lucht- en scheepvaartsector met betrekking tot belasting op kerosine te verlengen. Erkent de Minister dat er momenteel een grote verduurzamingsopgave bij de lucht- en scheepvaart ligt? Erkent de Minister dat het voor deze verduurzamingsopgave belangrijk is om gebruik te maken van Europese regelgeving? Erkent de Minister ook dat het ontbreken van een belasting op kerosine geen stimulans biedt aan de sectoren om energiezuiniger te opereren?

De leden van de PvdD-fractie merken op dat het maatschappelijk onrechtvaardig is dat energieverbruik voor verwarming, bus, trein of auto wel zwaar wordt belast, terwijl vliegreizen en scheepvaart hiervan zijn uitgezonderd. Erkent de Minister dat dit leidt tot oneerlijke concurrentie tussen vervoersvormen en onrechtvaardigheid tegenover andere sectoren? Zo ja, welke maatregelen worden overwogen om dit aan te pakken?

Erkent de Minister dat deze mogelijke verlenging leidt tot een jaarlijks gemis van 10,7 miljard euro aan belastinginkomsten binnen de EU-27 lidstaten? Zo nee, waarom niet?

Kan de Minister toezeggen om zich namens Nederland actief in te zetten om binnen EU-verband te pleiten voor een Europese belasting op kerosine, voor dit standpunt steun te zoeken bij andere lidstaten en ervoor te zorgen dat de lucht- en scheepvaart niet weer twintig jaar zal worden uitgezonderd? Zo ja, op welke wijze zal deze inzet vorm krijgen? Zo nee, waarom niet?