Melding fraudezaken en extern fraudebeleid
Signaleren van fraude
Brief regering
Nummer: 2024D41038, datum: 2024-10-25, bijgewerkt: 2024-11-25 10:43, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31388-8).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31388 -8 Signaleren van fraude.
Onderdeel van zaak 2024Z17043:
- Indiener: R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2024-11-05 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-11-07 13:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
31 388 Signaleren van fraude
Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSHULP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 oktober 2024
Middels deze brief wil ik u informeren over twee gegrond verklaarde fraudemeldingen. Conform de afspraak die tijdens de Begrotingsbehandeling 2021 is gemaakt, informeer ik uw Kamer tussentijds middels een Kamerbrief op geanonimiseerde basis over gegrond verklaarde fraudezaken met een (Nederlandse) financiële impact van minimaal € 100.000. Dit naast het jaarlijkse reguliere overzicht in een bijlage bij het Jaarverslag Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp.
Gegrond verklaarde fraudemeldingen
23-076 – Mali
Een internationale organisatie en tevens de contractpartner heeft in augustus 2023 formeel melding gemaakt van mogelijke fraude bij haar regiokantoor in Mali. Deze organisatie had zelf eerder dat jaar, in mei 2023, onregelmatigheden ontdekt in de uitgaven over 2022. De organisatie heeft toen een extern forensisch accountantsonderzoek laten uitvoeren om de omvang van de fraude vast te stellen.
Na ontvangst van het rapport in april 2024 heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken in reactie direct het betreffende programma tijdelijk opgeschort. De organisatie heeft, nadat het extern forensisch accountantsonderzoek voor 2022 was afgerond, na aandringen, vervolgens de jaren 2020 en 2021 ook forensisch laten onderzoeken, aangezien de fraude gepleegd is door een ex-medewerker van de betreffende organisatie en deze gedurende deze periode (2020–2022) werkzaam was op het regiokantoor in Mali. Hieruit kwam in juli 2024 naar voren dat een bedrag ter waarde van € 633.005 is aangemerkt als frauduleus.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is de enige donor. Verder is aangetoond dat bij een deel van de uitgaven de interne financiële procedures niet volledig zijn gevolgd.
De internationale organisatie zal het volledige bedrag terugbetalen. De internationale organisatie heeft naar tevredenheid maatregelen genomen en het vertrouwen in de organisatie is hersteld; om deze reden zal het project waarbinnen de fraude werd geconstateerd worden hervat en afgerond opdat nog zoveel mogelijk resultaten behaald kunnen worden, het voortijdig beëindigen leidt tot kapitaal vernietiging. Het interne controlesysteem is aangescherpt om een dergelijke herhaling in de toekomst te voorkomen. In afwachting van een brede risicoanalyse en de daaruit volgende maatregelen worden op dit moment geen nieuwe financiële verplichtingen aangaan met de organisatie. Tot slot onderzoekt de organisatie momenteel de mogelijkheden tot juridische en/of strafrechtelijke vervolging van betrokken ex-medewerker.
24-042 – Ethiopië
In maart 2024 is een melding van een contractpartner ontvangen over identiteitsfraude bij één van hun lokale partnerorganisatie in Ethiopië. Op basis van vervalste documenten is het rekeningnummer van de lokale organisatie aangepast en een betaling van € 152.794 naar een kwaadwillende partij overgemaakt.
De lokale organisatie lijkt slachtoffer te zijn geweest van een externe e-mail hack, zonder directe betrokkenheid van haar eigen personeel. Het onderzoek naar de identificatie van de fraudeurs is afgerond en heeft niets opgeleverd. Door de contractpartner is aangifte gedaan bij het openbaar ministerie. Het gesprek met de contractpartner wordt gevoerd over de afwikkeling van de financiële schade.
De contractpartner heeft, als onderdeel van een adequaat pakket, verschillende maatregelen voorgesteld om de kans op vergelijkbare zaken in de toekomst te verkleinen. De implementatie van deze maatregelen wordt aan het einde van dit jaar geëvalueerd door de contractpartner.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp,
R.J. Klever