Verslag bijeenkomst van de NAVO-ministers van Defensie op 17 en 18 oktober 2024 in Brussel
NAVO
Brief regering
Nummer: 2024D41170, datum: 2024-10-28, bijgewerkt: 2024-11-11 14:48, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.P. Brekelmans, minister van Defensie (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 28676 -471 NAVO.
Onderdeel van zaak 2024Z17097:
- Indiener: R.P. Brekelmans, minister van Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- : NAVO ministers van Defensie (Commissiedebat), vaste commissie voor Defensie
- 2024-11-05 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-11-07 10:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
Preview document (🔗 origineel)
28676 NAVO
Nr. 471 Brief van de minister van Defensie
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 oktober 2024
Op 17 en 18 oktober 2024 vond in Brussel een bijeenkomst plaats van
de NAVO-ministers van Defensie (DMM). In deze brief informeer ik uw
Kamer over het verloop en de uitkomst van de DMM. Tevens maak ik van de
gelegenheid gebruik om uw Kamer te informeren over de inzet van een
forensisch opsporingsteam in Oekraïne. Mede namens de minister van
Buitenlandse Zaken informeer ik u over het besluit een Nederlandse
bijdrage te leveren aan de VS-geleide United Nations Command (UNC) in
Zuid-Korea.
Oekraïne
De Oekraïense president Zelensky en de minister van
Defensie Umerov lichtten verschillende onderdelen uit het Victory
Plan van president Zelensky toe aan de NAVO-bondgenoten in de
NAVO-Oekraïne Raad (NUC). Het plan bestaat uit een vijftal
kernpunten, waaronder het verzoek tot verstrekken van een uitnodiging
tot NAVO lidmaatschap en het versterken van de Oekraïense verdediging
tegen Rusland, inclusief het opheffen van Westerse inzetrestricties op
gedoneerde wapensystemen en munitie. Ook doet de president voorstellen
voor (toekomstige) samenwerking met Oekraïne op vlak van economie en
Europese veiligheid. Daarnaast bevat het plan een drietal
geclassificeerde annexen. Tevens schetsten president Zelensky en
minister Umerov de moeilijke situatie aan het front en riepen ze
bondgenoten op reeds toegezegde steun sneller te
leveren.
In reactie hierop benadrukte Nederland het belang van het
onverminderd voortzetten van steun aan Oekraïne. Daarbij zijn
substantiële financiële toezeggingen van bondgenoten voor toekomstige
militaire steun essentieel. Bovendien was er onder de bondgenoten brede
consensus dat opschaling van de defensie-industrie in Oekraïne nodig is,
zodat Oekraïne in toenemende mate ook zijn eigen productiecapaciteit kan
inzetten. De focus moet daarbij liggen op interoperabiliteit van de
Oekraïense strijdkrachten met de NAVO, zodat gelijktijdig wordt
geïnvesteerd in de Euro-Atlantische integratie van Oekraïne.
Nederland levert een belangrijke bijdrage aan de luchtverdediging van
Oekraïne via onder andere het Patriot-initiatief en de F16’s. Nederland
kondigde ook het ‘drone action plan’ aan, ter waarde van 400 miljoen
euro. Een aanzienlijk deel hiervan zal, conform de diverse oproepen in
de NUC, in Oekraïne geproduceerd gaan worden, en ander in samenwerking
met de Nederlandse defensie-industrie. Daarnaast werkt Nederland samen
met Tsjechië en Denemarken bij de aankoop van 155 mm artilleriemunitie.
Deze order van circa 270 miljoen euro wordt verspreid over enkele
maanden, geleverd in 2025, om Oekraïne consequent te voorzien van
voldoende 155 mm munitie. Nederland deed ook de oproep aan andere landen
om bij te blijven dragen aan dit Tsjechische initiatief. Nederland heeft
tijdens deze DMM andermaal bepleit dat Oekraïne de mogelijkheden krijgt
om alle volgens het internationaal recht gelegitimeerde doelwitten in
Rusland aan te grijpen, in lijn met de motie Paternotte c.s1.
Afschrikking en verdediging
Rusland vormt een directe en de meest ernstige bedreiging voor de
veiligheid van bondgenoten en voor de vrede en stabiliteit van het
Euro-Atlantisch gebied. Sinds de grootschalige Russische inval in
Oekraïne op 24 februari 2022 hebben bondgenoten daarom versnelde grote
stappen gezet in de versterking van de afschrikking en verdediging van
het bondgenootschap. Een sterke NAVO, met een geloofwaardige
afschrikking en verdediging, is cruciaal in een steeds onveiligere
wereld. De ministers bespraken de uitvoerbaarheid van de
verdedigingsplannen en de daaruit voortvloeiende aanvullende
capaciteitsdoelstellingen. Bondgenoten achten het van groot belang de
nieuwe militaire plannen uitvoerbaar te maken met een zo laag mogelijk
risico. Alleen door het realiseren van voldoende militaire capaciteiten
kunnen bondgenoten deze risico’s verlagen. Er is brede overeenstemming
onder bondgenoten dat 2% de absolute ondergrens is. De toenemende
dreigingen en de daaruit voortvloeiende capaciteitsdoelstellingen van de
NAVO vragen veel capaciteiten van ieder land.
Nederland gaf aan dat het van groot belang is dat de NAVO over voldoende
militaire capaciteiten beschikt om de plannen uit te voeren met
acceptabele risico’s. Er is acuut behoefte aan meer
luchtverdedigingscapaciteit en strategic enablers. Ik heb
benadrukt dat het kabinet een flinke investering doet in Defensie, met
een stijging van 2,4 miljard euro structureel en de aanschaf van
specifieke capaciteiten waarbij de targets uit de NAVO defensie
capaciteitsplanning (NDPP) richtinggevend zijn.
De minimale capaciteitenbehoefte die de NAVO onlangs heeft opgesteld op
basis van de nieuwe verdedigingsplannen, betekent een forse uitdaging
voor de krijgsmachten van alle bondgenoten, ook voor Nederland. In het
bondgenootschap is de consensus dat gezien de toegenomen dreiging er
meer NAVO-capaciteiten nodig zijn. We moeten sterk zijn, dit uitstralen,
en in staat zijn om die kracht in te zetten.
Samenwerking met de EU en de Indo-Pacific partners
De ministers van defensie van Australië, Japan, Nieuw-Zeeland
en Zuid-Korea (IP4) namen voor het eerst deel aan de DMM. Ook de
Europese Unie was vertegenwoordigd. Bondgenoten spraken met de
Indo-Pacific partners over gemeenschappelijke uitdagingen op het gebied
van veiligheid. Zij herbevestigden dat stabiliteit en veiligheid in de
Indo-Pacific direct verbonden zijn met stabiliteit en veiligheid in het
Euro-Atlantisch gebied. Bondgenoten en partners spraken hun ernstige
zorgen uit over de toenemende militaire samenwerking tussen Rusland,
China, Iran en Noord-Korea. Door de levering van militaire capaciteiten,
zoals aanvalsdrones en ballistische rakketten aan Rusland en het
ondersteunen van de Russische defensie-industrie, houden deze landen de
Russische oorlog tegen Oekraïne in stand. Zij raken daarmee direct de
veiligheid en stabiliteit van Europa.
Nederland heeft aangegeven dat in de huidige veiligheidsomgeving de
relatie met IP4 en EU partners steeds belangrijker is voor de NAVO, om
zo grensoverschrijdende veiligheidskwesties en mondiale uitdagingen aan
te pakken. Het is belangrijk informatie uit te wisselen met partners op
het gebied van uitdagingen uitgaande van Rusland en China. Naast de
Chinese steun aan Rusland vormt China als zelfstandige actor ook een
mondiale uitdaging op hybride terrein, onderstrepen ook de IP4 partners,
zoals door het verspreiden van desinformatie en assertieve activiteiten
in het cyberdomein. Het belang van een verdere intensivering van de
samenwerking tussen NAVO, de EU en de IP4 om weerstand te bieden tegen
deze uitdagingen werd door velen onderstreept.
Voor de voortzetting van de steun aan Oekraïne en de afschrikking en
verdediging van het bondgenootschap is het noodzakelijk om de
productiecapaciteit van de defensie-industrie te verhogen. Europese
landen moeten hierin hun verantwoordelijkheid nemen. Van belang is
samenwerking en coördinatie tussen EU en NAVO. Een gezamenlijke
inspanning is nodig om de huidige belemmeringen bij de opschaling van de
defensie industrie aan te pakken. Dit om gezamenlijk het munitietekort
aan te pakken, vraag te bundelen en in te zetten op standaardisatie en
interoperabiliteit. De NAVO en EU moeten elkaar hierbij wederzijds
versterken. Zo kan de EU door financiering en via industriepolitiek de
opschaling van de industrie bevorderen. De NAVO is sterk in
defensieplanning en het gezamenlijk ontwikkelen van militaire
capaciteiten. De rode draad is slimme samenwerking: bij het bieden van
capaciteiten voor de plannen, bij aanschaf van nieuw materieel en
voorraden, bij onderzoek en investeringen voor nieuwe technologie, en
bij de aanpak van bottlenecks in de aanvoerlijnen. Defensie
zoekt voor de verhoging van de productiecapaciteit van munitie voor
Oekraïne en voor de eigen voorraad actief naar mogelijkheden voor
vraagbundeling in EU- en NAVO-verband. NAVO is leidend in de verdere
standaardisatie van wapensystemen en vergroting van zogeheten
gebruikersgroepen van landen met dezelfde (wapen)systemen, maar de EU
speelt hier ook een rol. Vanuit de EU wordt gewerkt aan het versterken
van langdurige orders bij Europese munitiefabrikanten met subsidies voor
gezamenlijke aanschaf (EDIRPA; ca 300 mln. euro) en opschaling van
productie (ASAP; 500 mln. euro). Dergelijke initiatieven vanuit de EU
dragen bij aan het behalen van de NAVO capaciteitsdoelstellingen.
Inzet forensische opsporingsexperts in Oekraïne
Het kabinet informeert uw Kamer in deze brief ook dat Defensie medio
november 2024 wederom forensische opsporingsexperts zal inzetten in
Oekraïne om onderzoek te doen naar oorlogsmisdrijven gepleegd in
Oekraïne. Dit betreft een gezamenlijke inspanning van de ministeries van
Defensie en Buitenlandse Zaken. Defensie zet de experts in onder de vlag
van het Internationale Strafhof (ICC). Het kabinet is van mening dat
oorlogsmisdrijven niet ongestraft mogen blijven. Met de inzet van deze
experts van de Koninklijke Marechaussee onderstreept het kabinet het
belang van het verantwoording afleggen voor oorlogsmisdaden. Defensie
draagt de kosten voor deze inzet.
Nederlandse inzet United Nations Command te
Zuid-Korea
Het bevorderen van de internationale rechtsorde in de Indo-Pacific is
nadrukkelijk in het Nederlands belang. De Indo-Pacific vormt de
belangrijkste economische groeiregio in de wereld en is in toenemende
mate ook een geopolitiek zwaartepunt. Mede namens de minister van
Buitenlandse Zaken informeer ik u over het besluit een Nederlandse
bijdrage te leveren aan de VS-geleide United Nations Command (UNC) in
Zuid-Korea. Deze bijdrage is voorzien voor initieel een periode van 2
jaar, van januari 2025 tot en met december 2026, met drie functies die
op roulatiebasis worden ingevuld. UNC is opgericht in 1950 om Zuid-Korea
te ondersteunen tijdens en ook na de Koreaanse oorlog en is gebaseerd op
resoluties 83 en 84 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
(VNVR). De voornaamste taak van het UNC is het bewaken van de
voorwaarden van de wapenstilstand. Het UNC opereert onder aansturing van
de VS. Deelnemende landen zijn de Verenigde Staten, Australië, Canada,
Colombia, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Nieuw-Zeeland en het
Verenigd-Koninkrijk. De Nederlandse deelname draagt bij aan het doel van
UNC en daarbij ook het handhaven van de internationale rechtsorde,
versterkt onze banden en samenwerking met de andere deelnemende landen,
en verbetert onze informatiepositie in de regio.
Coalitie voor de bestrijding van ISIS
En marge van de DMM sprak de Amerikaans geleide
anti-ISIS-coalitie over de veiligheidssituatie in Irak en Syrië en de
stand van zaken van de transformatie van Operation Inherent
Resolve (OIR) in Irak. De VS en Irak hebben besloten OIR in Irak in
de huidige vorm te beëindigen per september 2025. De activiteiten in
Irak zullen voor die tijd langzaam worden afgebouwd. De operaties in
Syrië zullen vanuit Irak nog doorgaan tot september 2026. Irak heeft de
wens uitgesproken om te komen tot bilaterale veiligheidssamenwerkingen
met individuele landen.
Nederland onderstreepte het commitment aan een stabiel en veilig Irak en de internationale rechtsorde. Onze betrokkenheid blijkt uit de huidige deelname aan de NATO Mission Iraq (NMI) waarvoor Nederland onder andere de Force Commander levert. De exacte consequenties van de post OIR-transitie voor NMI zijn onderwerp van gesprek tussen Irak en bondgenoten.
De minister voor Rechtsbescherming,
R.P. Brekelmans
Kamerstuk 21 501-20, nr. 2100 van 25 juni 2024.↩︎