Basisschoolbezoeken Inspectie van het Onderwijs n.a.v. onderzoek programma Nieuwsuur
Primair Onderwijs
Brief regering
Nummer: 2024D41487, datum: 2024-10-31, bijgewerkt: 2024-11-12 10:10, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Nota Inspectie van het Onderwijs
- Beslisnota bij Basisschoolbezoeken Inspectie van het Onderwijs nav onderzoek programma Nieuwsuur
Onderdeel van kamerstukdossier 31293 -760 Primair Onderwijs.
Onderdeel van zaak 2024Z17226:
- Indiener: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Medeindiener: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- : Debat over het bericht dat de Onderwijsinspectie al jaren veel minder basisscholen bezoekt dan aan de Kamer is beloofd (Plenair debat (debat)), TK
- 2024-11-05 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-11-14 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
31293 Primair Onderwijs
Nr. 760 Brief van de staatssecretaris en minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 oktober 2024
Met deze brief informeren wij u over het volgende. De Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) heeft, na onderzoek door het programma Nieuwsuur geconstateerd dat het tussen 2014 en 2019 niet is gelukt om alle basisscholen eens per vier jaar te bezoeken. In de periode 2014-2019 is tweederde van de basisscholen in een vierjaarscyclus bezocht, in plaats van alle scholen, zoals steeds het uitgangspunt is geweest. Het is gebleken dat de rapportage van de inspectie destijds onvolledig was. Sinds 2021 is de werkwijze van de inspectie aangepast en is de Kamer hierover geïnformeerd. De inspectie licht dit in bijgaande nota nader toe en beschrijft daarin ook welke maatregelen zij zal treffen om dit te verbeteren.
De Kamer is in de periode 2014-2019 meermaals geïnformeerd over het uitgangspunt dat elke school elke vier jaar wordt bezocht. De inspectie geeft aan dat zij over die periode – zo blijkt nu - onvoldoende inzicht had in het daadwerkelijke aantal bezochte basisscholen. Tevens heeft de inspectie op sommige momenten ook andere keuzes gemaakt in haar toezicht, bijvoorbeeld vanwege de invoering van het bestuursgerichte toezicht. Hierdoor stelt zij nu vast dat in die periode de vierjaarscyclus voor basisscholen geen praktijk is geweest. Hierbij valt niet uit te sluiten dat dit ook het geval is geweest voor middelbare scholen en over een wat langere periode dan vanaf 2014. De informatievoorziening aan uw Kamer heeft in die periode plaatsgevonden op grond van de destijds door de inspectie beschikbaar gestelde informatie. Wij betreuren dat de rapportage over die periode onvolledig is geweest en hebben de inspectie gevraagd om de informatievoorziening voor de toekomst te verbeteren. Dit ziet op het duidelijker communiceren over eventuele dilemma’s en tekortkomingen in de jaarlijkse toezichtscyclus alsook op een betere registratie en verantwoording van haar activiteiten. Wij vinden het belangrijk dat de inspectie dit voortvarend ter hand neemt. We zijn dan ook met de inspectie in gesprek om ervoor te zorgen dat de verbeterde manier van rapporteren objectiveerbaar kan worden vastgesteld.
Vanaf 2021 heeft de inspectie haar werkwijze aangepast. Zij is nadrukkelijker gaan werken met een mix van verschillende onderzoeken, zoals stelselonderzoeken en steekproefonderzoeken. Aan uw Kamer is op dat moment ook gemeld dat de inspectie niet meer 4-jaarlijks elke school zal bezoeken. Met deze mix van instrumenten wordt een zo doelmatig mogelijke inzet van de capaciteit van de inspectie beoogd. Deze risicogerichte benadering zorgt ervoor dat er enerzijds een goed landelijk beeld is van de onderwijskwaliteit en anderzijds de capaciteit van de inspectie wordt ingezet, daar waar dat het hardst nodig is. Uw Kamer is hier afgelopen jaren meermaals over geïnformeerd. In de reeds geplande technische briefing van januari 2025 is de inspectie graag bereid om hier nadere toelichting over te geven, dan wel dit te doen op elk eerder moment, indien daar behoefte aan is.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins