Het rapport ‘Het Windmolendrama’ van Clintel
Schriftelijke vragen
Nummer: 2024D41585, datum: 2024-11-01, bijgewerkt: 2024-11-04 14:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2024Z17265).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Vermeer, Tweede Kamerlid (BBB)
Onderdeel van zaak 2024Z17265:
- Gericht aan: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Indiener: H. Vermeer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2024Z17265
Vragen van het lid Vermeer (BBB) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei over het rapport «Het Windmolendrama» van Clintel (ingezonden 1 november 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport «Het Windmolendrama» van Clintel?
Vraag 2
Waarom heeft u nog geen uitgebreid veldonderzoek laten uitvoeren naar de gezondheidsklachten door laagfrequent geluid van windturbines, ondanks recente wetenschappelijke bevindingen?
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de huidige jaargemiddelde geluidsnorm (Lden) voor windturbines, gezien het rapport «Het Windmolendrama» waarin wordt gesteld dat deze norm geen adequate bescherming biedt tegen geluidsoverlast?
Vraag 4
Waarom werd de Tweede Kamer in 2011 door het kabinet niet volledig geïnformeerd over de waarschuwingen van TNO, RIVM en de Inspectie VROM inzake de gebrekkige geluidsnormen voor windturbines?
Vraag 5
Welke stappen neemt u om ervoor te zorgen dat toekomstige milieueffectrapportages (MER) voor windturbinenormen onafhankelijk en volledig zijn, gegeven de zorgen over betrokken adviesbureaus met banden in de windindustrie?
Vraag 6
Welke maatregelen neemt u om ecologische schade door windturbines, zoals de impact op vogel- en insectenpopulaties, te onderzoeken en te beperken?
Vraag 7
Welke concrete maatregelen gaat u nemen om de kosten van windturbines niet te laten leiden tot hogere energierekeningen voor burgers en waardevermindering van huizen in de nabijheid van windparken?
Vraag 8
Bent u bereid een moratorium in te stellen op de verdere uitrol van windturbines op land, totdat er diepgaander onderzoek is verricht naar de gezondheids- en milieueffecten?
Vraag 9
Welke acties onderneemt u om ervoor te zorgen dat de besluitvorming in regionale energieregio’s onder volledige democratische controle plaatsvindt, met meer zeggenschap voor burgers?
Vraag 10
Wat doet u om te voorkomen dat nieuwe windturbineprojecten in strijd met Europese wetgeving worden gerealiseerd, zoals het Europees Hof en de Raad van State recentelijk hebben vastgesteld?
Vraag 11
Hoe gaat u waarborgen dat de besluitvorming rondom windturbineparken transparanter verloopt en burgers beter geïnformeerd worden?
Vraag 12
Welke acties onderneemt u om te voorkomen dat vergunningen worden verleend op basis van onrechtmatige normen, zoals aangetoond in diverse rechtszaken tegen bestaande windparken?
Vraag 13
Wat gaat u ondernemen om de financiële risico’s voor burgers, zoals de waardedaling van woningen in de omgeving van windturbines en stijgende energiekosten door windprojecten, te beperken?
Vraag 14
Welke maatregelen neemt u om de betrokkenheid van onafhankelijke wetenschappers te vergroten bij onderzoek naar de gezondheids- en milieueffecten van windturbines, gezien de monopoliepositie van het RIVM?
Vraag 15
Welke aanvullende maatregelen neemt u om te waarborgen dat windturbinenormen omwonenden effectief beschermen, met inachtneming van de WHO- en EU-richtlijnen voor industrielawaai?
Vraag 16
Wat is uw standpunt ten aanzien van de kosten-batenverhouding van windenergie vergeleken met andere energiebronnen, met oog op de systeemkosten, afhankelijkheid van fossiele energie en inefficiëntie van windenergie?
Vraag 17
Hoe waarborgt u de veiligheid van megawindturbines met hoogtes tot 280 meter voor omwonenden, gezien de potentiële risico’s voor gezondheid en veiligheid?
Vraag 18
Welke stappen gaat u zetten om vervuiling van bodem en grondwater door windturbines door onder andere bladererosie en veiligheidsincidenten te onderzoeken en wettelijk te reguleren, gezien de risico’s voor landbouwgrond en voedselvoorziening?