Antwoord op vragen van het lid Smitskam over het bericht ‘Schoof bedolven met smeekbedes om ontvoerde Insiya te redden’
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D41717, datum: 2024-11-04, bijgewerkt: 2024-11-04 15:59, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van zaak 2024Z14965:
- Gericht aan: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Indiener: P. Smitskam, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
AH 436
2024Z14965
Antwoord van staatssecretaris Struycken (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 4 november 2024)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024-2025, nr. 387
Vraag 1
Bent u bekend met het feit dat Insiya inmiddels tien jaar is en nog altijd onrechtmatig in India verblijft, dat weigert mee te werken aan een teruggeleiding?
Antwoord op vraag 1
Ja.
Vraag 2
Hoeveel kinderen zijn in de afgelopen 35 jaar ontvoerd vanuit Nederland naar het buitenland en hoeveel kinderen zijn in de afgelopen 35 jaar succesvol teruggeleid naar Nederland, na ontvoerd te zijn naar het buitenland?
Antwoord op vraag 2
Het Haags Kinderontvoeringsverdrag, van kracht in Nederland sinds 1 september 1990, bevat afspraken over de aanpak van internationale kinderontvoering. De Nederlandse Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden geeft uitvoering aan het Haags Kinderontvoeringsverdrag.1
Uit cijfers van de Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden blijkt dat de afgelopen 35 jaar ongeveer 2870 kinderen zijn ontvoerd vanuit Nederland naar het buitenland. Niet alle internationale kinderontvoeringen worden gemeld bij de Centrale autoriteit, de cijfers geven daarom geen volledig beeld.
Van de afgelopen 35 jaar is bij de Centrale autoriteit niet van elk jaartal het aantal succesvolle teruggeleidingen bekend, het aantal teruggeleidingen wordt ook niet op deze manier bijgehouden. In 2023 zijn bij de Centrale autoriteit 49 uitgaande kinderontvoeringszaken binnengekomen. Daarbij waren 65 kinderen betrokken. Van deze zaken zijn er 20 nog in behandeling. In 6 zaken was er sprake van een teruggeleiding naar Nederland na een rechterlijke beschikking. In 16 zaken was sprake van terugkeer van het kind naar Nederland zonder rechterlijke beschikking, vrijwillige terugkeer van het kind of een minnelijke regeling tussen ouders.
Vraag 3
Naar welke drie landen buiten de Europese Unie worden kinderen uit Nederland het meest vaak ontvoerd, in het geval van internationale ontvoering?
Antwoord op vraag 3
Op basis van de cijfers van de Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden over de afgelopen drie jaar zijn de landen buiten de Europese Unie waar kinderen het vaakst naar worden ontvoerd Turkije (19 zaken), het Verenigd Koninkrijk (11 zaken) en de Verenigde Staten (8 zaken).
Vraag 4
Zijn de drie landen die u genoemd heeft in antwoord op vraag 3 verbonden aan het Haags Kinderontvoeringsverdrag? Indien dit niet het geval is, welke mogelijkheden heeft Nederland dan nog om teruggeleiding te realiseren?
Antwoord op vraag 4
Ja, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten zijn, anders dan India, aangesloten bij het Haags Kinderontvoeringsverdrag. Het uitgangspunt van het Verdrag is dat het kind zo snel mogelijk terugkeert naar de gewone verblijfplaats, tenzij er sprake is van een weigeringsgrond die aan terugkeer in de weg staat. Als ouders niet samen tot een minnelijke oplossing komen, beslist de rechter in het land waar het kind naar toe is meegenomen of teruggeleiding moet plaatsvinden. In landen die partij zijn bij het Haags Kinderontvoeringsverdrag moet de rechter zich houden aan het Verdrag.
Vraag 5
Deelt u de mening dat maximaal druk moet worden uitgeoefend op landen die weigeren mee te werken aan rechtmatige teruggeleiding van uit Nederland ontvoerde kinderen?
Antwoord op vraag 5
Ja, in elke zaak waarbij sprake is van internationale kinderontvoering wordt het maximale gedaan om hereniging tussen ouder en kind mogelijk te maken. Dit betekent ten aanzien van verdragslanden dat we gebruik maken van het escalatieprotocol Internationale Kinderontvoering, waarover uw Kamer is geïnformeerd per brief op 11 december 2023.2 Dit protocol is opgesteld om verdragslanden, die structureel hun verdragsverplichtingen niet nakomen, te kunnen aanspreken op hun verantwoordelijkheid ten aanzien van de naleving van het Haags kinderontvoeringsverdrag. Het protocol maakt duidelijk wie wanneer actie onderneemt en welke diplomatieke wegen kunnen worden bewandeld om de betrokken verdragslanden aan te spreken.
Een niet-verdragsland is niet gebonden aan de in het verdrag neergelegde verplichtingen en ook niet verplicht mee te werken aan de teruggeleiding van een kind. Desondanks hebben dergelijke zaken de aandacht van zowel het ministerie van Justitie en Veiligheid als van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
https://www.hcch.net/en/instruments/conventions/specialised-sections/child-abduction↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 33836, nr. 88.↩︎