Geannoteerde agenda formele OJCS-Raad 25 en 26 november 2024
Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport
Brief regering
Nummer: 2024D41849, datum: 2024-11-04, bijgewerkt: 2024-11-08 11:38, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 34-427 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport .
Onderdeel van zaak 2024Z17381:
- Indiener: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-11-06 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-11-08 10:00: OJCS-raad d.d. 25 en 26 november 2024 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-11-14 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
21501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport
Nr. 427 Brief van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 november 2024
Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap, de geannoteerde agenda van de Onderwijs-, Jeugd-, Cultuur- en Sportraad (OJCS-Raad) van 25 en 26 november in Brussel voor de onderdelen onderwijs en cultuur.
Het onderwijsdeel van de Raad staat gepland voor de middag van 25 november. Ik zal hieraan deelnemen. Het cultuurdeel van de Raad staat gepland voor de middag van 26 november, hier zal de plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger EU aan deelnemen.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins
GEANNOTEERDE AGENDA OJCS-RAAD 25 en 26 november 2024
Onderwijs – maandag 25 november 2024
Voor deze Raad staan de volgende stukken ter vaststelling geagendeerd:
Raadsaanbeveling over aantrekkelijke en duurzame carrièrepaden in het hoger onderwijs
Raadsconclusies over strategische partnerschappen in onderwijs en training
Op het moment van schrijven is het onderwerp van het beleidsdebat nog niet bekendgemaakt door het Hongaarse voorzitterschap.
Ook zal ik tijdens deze OJCS-Raad medestanders zoeken om strengere eisen te stellen voor het verkrijgen van studiefinanciering voor internationale studenten, zoals ik heb aangekondigd in brief over internationale studentenstromen1. Dit zal ik doen tijdens de verschillende bilaterale gesprekken die ik tijdens de Raad voer met andere onderwijsministers en de Europese Commissie.
Raadsaanbeveling over aantrekkelijke en duurzame carrièrepaden in het hoger onderwijs
Inhoud
De Raadsaanbeveling over aantrekkelijke en duurzame carrièrepaden in het hbo- en wo-onderwijs heeft tot doel de aantrekkingskracht voor getalenteerd personeel te vergroten en daarmee de erkenning en waardering van onderwijstaken te bevorderen. Hierbij is specifieke aandacht voor de betrokkenheid van personeel bij verdergaande transnationale samenwerking tussen instellingen. Ook worden diverse academische rollen, inclusief, innovatief en effectief onderwijs gestimuleerd.
Daarnaast wordt er stilgestaan bij het belang van aantrekkelijke, inclusieve en competitieve arbeidsomstandigheden, waarin academisch personeel wordt gewaardeerd, aangemoedigd en ondersteund in de diverse rollen die ze hebben. Deze Raadsaanbeveling maakt deel uit van het grotere pakket Gemeenschappelijke Europese Graad2, maar tijdens de besprekingen in het onderwijscomité is besloten om de Raadsaanbeveling apart te behandelen omdat de inschatting was dat hier sneller overeenstemming over bereikt kon worden.
Nederlandse inzet
Tijdens de onderhandeling in het onderwijscomité heeft Nederland het belang van de maatregelen in het kader van het voorstel van aantrekkelijke en duurzame loopbanen benadrukt. Veel van deze maatregelen zijn in Nederland – in samenwerking met de onderwijsinstellingen – al in gang gezet. Het programma Erkennen en Waarderen, dat inzet op meer aantrekkelijke en diverse loopbaanpaden in de wetenschap, is daar een goed voorbeeld van. Ook is er in Nederland aandacht voor sociale veiligheid, diversiteit en inclusie en het stimuleren van onderwijsinnovatie.
Daarbij heeft Nederland aangetekend dat het personeelsbeleid op universiteiten en hogescholen tot het hart van de autonomie van instellingen behoort, en dat sturing vanuit de overheid daarop beperkt moet blijven. Nederland heeft de doelstellingen op het gebied van academische vrijheid onderschreven.
Daarnaast heeft Nederland specifiek aandacht gevraagd voor de benodigde cultuurverandering rondom het thema erkennen en waarderen van onderwijzers en onderzoekers in de academische sector, en dat we daar gezamenlijk een lange adem voor nodig hebben.
Indicatie krachtenveld
Dit voorstel is besproken in het onderwijscomité van de Raad, waar de lidstaten tot overeenstemming zijn gekomen over het voorliggende document. De verwachting is daarom dat deze zonder problemen wordt aangenomen in de OJCS-Raad.
Raadsconclusies over strategische partnerschappen in onderwijs en training
Inhoud
Deze Raadsconclusies betreffen het stimuleren van ‘strategische partnerschappen’ in het onderwijs. Onder deze partnerschappen wordt de samenwerking tussen onderwijspartijen en andere relevante stakeholders, zoals sociale partners, het bedrijfsleven, onderzoeksinstellingen en lokale en regionale publieke actoren verstaan. Verschillende grote uitdagingen waar onze maatschappij zich voor gesteld ziet staan, zoals klimaatverandering en technologische ontwikkelingen, raken ook aan het onderwijs. Innovatieve benaderingen van deze onderwerpen in het onderwijs kunnen helpen in de ontwikkeling van vaardigheden en competenties van scholieren en studenten op deze onderwerpen.
Deze partnerschappen kunnen een belangrijke rol spelen in het ontwikkelen van nieuwe vormen van onderwijs, zowel theorie- als praktijkgericht. Denk aan het toenemend belang van een leven lang ontwikkelen, het bevorderen van ondernemerschap en het verbinden van onderwijs aan tekortsectoren om arbeidsmarktkrapte tegen te gaan, bijvoorbeeld middels het wegnemen van barrières voor bepaalde groepen. Hieraan is vanzelfsprekend ook het bevorderen van het concurrentievermogen van Europa gelinkt.
De Raadsconclusies roepen lidstaten op om partnerschappen te stimuleren, en hierin oog te hebben voor het creëren van nieuwe, innovatieve flexibele onderwijspaden die ook de soepele overgang tussen verschillende onderwijssoorten bevordert. De Europese Commissie wordt tegelijkertijd opgeroepen om het uitwisselen van goede voorbeelden te faciliteren en eigen initiatieven voort te zetten, zoals de Centres for Vocational Excellence. Tenslotte wordt de Commissie opgeroepen deze initiatieven duidelijk in kaart te brengen voor de Raad.
Nederlandse inzet
Nederland heeft aangegeven deze bijzondere aandacht voor strategische partnerschappen en het belang van samenwerking tussen onderwijsinstellingen en andere actoren in het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen, de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en het bevorderen van regionale ontwikkeling te steunen. Het verbinden van het mbo, hbo en wo is daarin een goed uitgangspunt.
Ook heeft Nederland, vanuit de eigen positieve ervaring, aangegeven graag specifieke aandacht te willen zien voor de waarde van publiek-private samenwerking. Nederland heeft zelf al veel voorbeelden van succesvolle strategische partnerschappen, in het bijzonder in het publiek-private domein.
Na aandringen van onder andere Nederland is het voorzitterschap in de tekst ook tot een eenduidiger definitie van partnerschappen gekomen. Deze definitie, en daarmee de gehele boodschap van de Raadsconclusies, blijft erg breed. Hiermee lijkt de tekst dan ook voornamelijk als inspiratie te kunnen dienen voor de lidstaten en instellingen binnen hun respectievelijke onderwijssystemen. Voor Nederland is het aannemen van deze Raadsconclusies dan ook een boodschap om de huidige inzet op de eigen partnerschappen voort te zetten.
Indicatie krachtenveld
Dit voorstel is besproken in het onderwijscomité van de Raad, waar de lidstaten tot overeenstemming zijn gekomen over het voorliggende document. De verwachting is daarom dat deze zonder problemen wordt aangenomen in de OJCS-Raad.
Cultuur – dinsdag 26 november 2024
Voor deze Raad staan de volgende stukken ter vaststelling geagendeerd:
Raadsconclusies over het verbeteren en ondersteunen van de toegang tot cultuur.
Het beleidsdebat tijdens deze Raad zal gaan over:
de rol van bibliotheken en het ontwikkelen van mediageletterdheid.
Raadsconclusies over het verbeteren en ondersteunen van de toegang tot cultuur
Achtergrond
Het Hongaarse voorzitterschap geeft in de Raadsconclusies aan dat toegang tot cultuur een fundamenteel recht is voor iedereen en erkent de intrinsieke waarde van cultuur als basis voor creativiteit en zelfexpressie. Zij stelt dat toegang tot cultuur mede is gerelateerd aan opleidingsniveau, financiële mogelijkheden, inclusie, toegankelijkheid, geografische omstandigheden en gezondheid. Er is aandacht nodig voor het overwinnen van obstakels en het wegnemen van sociale ongelijkheden. Daarom stelt het Voorzitterschap via deze conclusies voor dat Lidstaten vrije toegang tot cultuur en participatie in cultuur zullen bevorderen. Daarbij wordt voorgesteld te overwegen dit in overleg met de cultuursector en andere betrokken sectoren te doen.
Nederlandse inzet
Toegankelijkheid van cultuur past in het Nederlandse beleid rond cultuurbeoefening en participatie. De Nederlandse inzet was er vooral op gericht het voorstel te laten aansluiten op artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dat non-discriminatie betreft, en dat geen voorschot zou worden genomen op de lopende onderhandelingen over het nieuwe Meerjarig Financieel Kader.
Indicatie krachtenveld
Dit voorstel is besproken in de Raadswerkgroep Cultuur, waar de lidstaten tot overeenstemming zijn gekomen over de tekst. De verwachting is dat de Raadsconclusies unaniem zullen worden aangenomen.
Beleidsdebat: de rol van bibliotheken en het ontwikkelen van mediawijsheid
Inhoud
Het voorzitterschap heeft een beleidsdebat over de rol van bibliotheken bij de ontwikkeling van mediawijsheid op de agenda gezet. Hierbij verwijst het naar het EU Werkplan voor Cultuur 2023-2026 waarin de veranderende maatschappelijke rol van bibliotheken wordt erkend en de waarde die bibliotheken hebben voor maatschappelijke betrokkenheid en democratie. Het voorzitterschap geeft aan dat de bijdrage aan mediawijsheid daarbij een centrale rol vervuld. Voor het beleidsdebat staan drie vragen centraal voor de discussie:
1. De rol van bibliotheken: hoe kunnen bibliotheken hun mediawijsheidprogramma's uitbreiden om de mediawijsheid en kritische leesvaardigheden van burgers te verbeteren, zodat ze beter kunnen omgaan met de uitdagingen van het digitale tijdperk (bijv. online desinformatie, online pesten en online haatzaaien, deep fakes)?
2. Middelen die nodig zijn om diensten van hoge kwaliteit te verlenen: welke partnerschappen met bijv. de academische wereld, technologiebedrijven en organisaties moeten prioriteit krijgen om ervoor te zorgen dat bibliotheken op de hoogte blijven van de kennis die de samenleving in het algemeen nodig heeft en welke initiatieven op EU-niveau kunnen hiertoe bijdragen?
3. Vaardigheden die bibliothecarissen moeten verwerven: welke specifieke vaardigheden hebben bibliothecarissen nodig om beter in staat te zijn mediageletterdheid te onderwijzen en kritisch denken bij hun gebruikers te bevorderen?
Nederlandse inzet
Nederland zal tijdens het beleidsdebat allereerst het eigen bibliothekenbeleid toelichten. De afgelopen decennia is het fysieke bibliotheeknetwerk in Nederland verschraald. Er zijn gemeenten en wijken zonder openbare bibliotheek en er zijn te veel situaties waar wel een bibliotheek aanwezig is, maar deze onvoldoende is toegerust om de maatschappelijke functies te kunnen vervullen. Daarom wordt er door het rijk de afgelopen jaren extra geïnvesteerd in het terugbrengen van vestigingen en het verbeteren van de dienstverlening, met name op die plekken waar dit het hardst nodig is. Ook gaat Nederland een zogenaamde wettelijk zorgplicht invoeren waardoor het aanwezig zijn van een bibliotheek in een gemeente verplicht wordt gesteld.
Ook zet Nederland zich er reeds voor in dat het belang van bibliotheken in Europees (beleids)perspectief beter wordt erkend, en zal dat ook tijdens dit beleidsdebat doen. Nederland heeft daarom het pleidooi van Duitsland ondersteund voor de formering van een expertgroep bibliotheken. Nederland zit deze samen met Ierland voor. Deze open method of coordination (OMC)-group libraries heeft tot doel, via een open manier van afstemming, de rol van bibliotheken te onderzoeken op thema’s zoals democratie en burgerschap, sociale cohesie, digitalisering en onderwijs. De OMC-group komt medio 2025 met aanbevelingen voor de EU, lidstaten en lokale overheden over hoe deze rollen versterkt kunnen worden.
Voor veel bibliotheken is mediageletterdheid een belangrijk thema. Bibliotheken spelen al geruime tijd een voorname rol in het Nederlandse mediawijsheidsbeleid. Voor de komende jaren heeft Netwerk Mediawijsheid de volgende vier maatschappelijke opgaven geïdentificeerd om verder aan te werken: (1) plezier, grip en profijt bij een leven in media, (2) digitale balans, (3) samen sociaal online en (4) weerbaarheid tegen desinformatie. De Koninklijke Bibliotheek is kernpartner van het Netwerk Mediawijsheid en zorgt vanuit haar rol voor uitwisseling rond dit thema. Onder de grote groep aan netwerkpartners bevinden zich ook lokale bibliotheken. Zij hebben veel kennis en organiseren tal van activiteiten rond de maatschappelijke opgaven of thema’s die raken aan mediawijsheid. Bibliotheken spelen ook een rol bij mediawijsheid in het onderwijs. De bibliotheken leveren met het Mediaplan een bijdrage aan mediawijsheid en digitale geletterdheid in het onderwijs via De Bibliotheek Op School. Het Mediaplan helpt scholen om het bestaande beleidsplan concreter in te vullen.
Indicatie krachtenveld
Het belang van bibliotheken en de rol die zij kunnen vervullen op het gebied van mediawijsheid wordt algemeen onderkend. In NL wordt sinds het vorige kabinet het netwerk van bibliotheken extra versterkt met een bedrag oplopend tot €60 miljoen structureel per jaar. In veel landen hebben bibliotheken juist te maken met bezuinigingen