Lijst van vragen en antwoorden over de Voortgangsrapportage Hersteloperatie Toeslagen mei - augustus 2024 (Kamerstuk 31066-1428)
Belastingdienst
Lijst van vragen en antwoorden
Nummer: 2024D41854, datum: 2024-11-04, bijgewerkt: 2024-12-02 16:13, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31066-1434).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. Nijhof-Leeuw, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën (PVV)
- Mede ondertekenaar: W.A. Lips, adjunct-griffier
- Beslisnota bij Beantwoording vragen commissie over de Voortgangsrapportage Hersteloperatie Toeslagen mei - augustus 2024 (Kamerstuk 31066-1428)
- Brief Beantwoording Feitelijke Vragen bij Voortgangsrapportage Hersteloperatie Toeslagen
Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -1434 Belastingdienst.
Onderdeel van zaak 2024Z17385:
- Indiener: N. Achahbar, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2024-11-06 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-11-07 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2024-11-07 15:00: Hersteloperatie kinderopvangtoeslag (Commissiedebat), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
31 066 Belastingdienst
Nr. 1434 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 4 november 2024
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over de brief van 4 oktober 2024 inzake de Voortgangsrapportage Hersteloperatie Toeslagen mei – augustus 2024 (Kamerstuk 31 066, nr. 1428).
De Staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 4 november 2024. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Nijhof-Leeuw
Adjunct-griffier van de commissie,
Lips
Vragen en antwoorden
1
Hebben zich, gelet op het feit dat de aanmeld-deadline voor gedupeerden is inmiddels verstreken, nog ouders gemeld? Zo ja, hoeveel? Hoe is met deze aanmeldingen omgegaan?
Antwoord
UHT heeft na 2 januari 2024 circa 1.900 aanmeldingen ontvangen (peildatum 25 oktober 2024).
Voor elke aanmelding beoordeelt UHT of overschrijding van de aanmeldtermijn verschoonbaar is.
• Bij 746 ouders is hiervan sprake. Zij krijgen een eerste toets en daarna een integrale beoordeling (aanmeldingen voor 1 oktober 2024) of een integrale beoordeling (vanaf 1 oktober 2024).
• Bij 928 meldingen is de termijnoverschrijding niet verschoonbaar. Van 243 meldingen moet UHT de verschoonbaarheid nog beoordelen.
Ouders kunnen altijd een beroep doen op een verschoonbare termijnoverschrijding. Met de tijd wordt de beoordeling of sprake is van verschoonbare reden voor de te late melding stringenter. UHT blijft wel voor elke ouder een individuele afweging maken of de reden verschoonbaar is. Hiermee rekening houdend wordt nog een beperkte toename verwacht van het aantal aanmeldingen.
Het aantal aanmeldingen per 25 oktober 2024 is 69.167 (inclusief ouders met een verschoonbare termijnoverschrijding).
2
In hoeverre maken gemeenten gebruik van de mogelijkheid om ouders met spoed/voorrang aan te melden voor de integrale beoordeling en hoeveel tijd gaat er vervolgens overheen voordat een dergelijke aanvraag in behandeling wordt genomen en ouders zijn beoordeeld?
Antwoord
Er zijn tot en met 28 oktober 2024 in totaal 414 casussen doorgegeven vanuit gemeenten en andere organisaties die betrokken zijn bij de hersteloperatie. Bij binnenkomst wordt een inhoudelijke check gedaan op hoe de casus moet worden beoordeeld. Er zijn 314 casussen doorgezet naar een IB-team. In de overige 100 casussen was de integrale beoordeling al afgerond of is deze al in behandeling of gaat het verzoek niet over de integrale beoordeling.
Het IB team koppelt direct een persoonlijk zaakbehandelaar aan de ouder. Het verschilt per situatie in hoeveel tijd de integrale beoordeling kan worden gedaan. Het gaat om een aantal dagen tot 2 weken in urgente gevallen. Indien een casus niet urgent maar wel snel in behandeling genomen moet worden kan een integrale beoordeling met voorrang plaatsvinden. Dan wordt direct de integrale beoordeling gestart, waarbij het reguliere proces wordt gevolgd.
3
Klopt het dat het nog niet functioneren van het aanmeldportaal gevolgen heeft voor de instroom bij de Stichting (Gelijk)waardig Herstel (SGH)? Hoe kan het dat schaderoutes al maanden actief zijn en een aanmeldportaal nog altijd niet goed functioneert?
Antwoord
De ontwikkeling van dit aanmeldportaal is gestart toen meerdere schaderoutes geïntroduceerd werden en heeft als doel om ouders goed te informeren, aanmeldingen te registeren en wachtrijen centraal te beheren. De ontwikkeling is rond dezelfde tijd gestart als de ontwikkeling van de SGH-route en de Digitale route. De SGH-route kon eerder van start in een pilotvorm, maar bij het aanmeldportaal werkt deze lerende aanpak niet: dit moet in één keer goed gaan aangezien dit portaal de enige aanmeldplek wordt. Daarvoor moeten alle schaderoutes zijn aangesloten op het portaal. Tot livegang van het aanmeldportaal verlopen aanmeldingen via de routes zelf, waarbij een tijdelijk proces is geïntroduceerd om de wettelijke aanvraag te borgen voor aanmeldingen bij SGH. Daardoor heeft SGH de mogelijkheid aanmeldingen aan te nemen tot livegang van het aanmeldportaal
4
In hoeverre zijn, gelet op het feit dat de CWS is aangepast wat ook nodig is, positieve effecten hiervan al merkbaar? Hoe kunnen ouders die nog in de «oude» CWS-route vastzitten, in het kader van rechtsgelijkheid ook profiteren van aangepaste werkwijze bij de CWS?
Antwoord
Per juli is het nieuwe schadebeleid van CWS vastgesteld. Hierin werkt de commissie o.a. meer met vaste bedragen en met vereenvoudigde regels.
We zien dat de productiesnelheid sinds de zomer iets verbetert en dat er ruimhartiger wordt beoordeeld. Tegelijkertijd is het nog te vroeg om de structurele effecten te zien van de nieuwe werkwijze van CWS.
Indien met «vastzitten» wordt bedoeld dat de ouders nog in afwachting zijn van het advies van CWS, dan zullen zij worden beoordeeld aan de hand van het aangepaste beleidskader. Alle lopende procedures (aanvraag, bezwaar, beroep en hoger beroep) worden beoordeeld aan de hand van het aangepaste beleidskader. Conform de motie van het lid van Dijk en Stultiens (Kamerstuk 31 066, nr. 1410) wordt onafhankelijk gevraagd op hoe om te gaan met de ouders die CWS al hebben doorlopen. Dit onafhankelijke advies zal in november in gang worden gezet.
Vooruitlopend op dit advies hebben we ervoor gekozen om gedupeerde ouders die nog in afwachting zijn van het advies van de CWS, of wachten op de afhandeling van hun ingediende bezwaar of (hoger) beroep over aanvullende schade, te beoordelen aan de hand van de aangepaste beleidskaders van de CWS, en dus niet op de voormalige kaders. Dit geldt voor alle lopende procedures (aanvraag, bezwaar, beroep en hoger beroep).
5
Waarom is het voornemen de regieroute op te schalen als de resultaten tot nu toe teleurstellend zijn? Waarom wordt hierin meer verder geïnvesteerd in plaats van routes die wel als succesvol gezien worden door ouders?
Antwoord
De vraagstelling – dat de resultaten teleurstellend zijn – sluit niet aan bij de observaties van het ministerie.
De Regieroute VSO is opgezet als civiel rechterlijk alternatief voor de CWS. In deze route heeft de ouder meer invloed op het proces en de inhoud. Het traject past bij ouders met behoefte aan maatwerk (een precieze individuele schadeberekening), die goed inzicht hebben in hun werkelijke schade en bereid zijn te schikken door middel van een vaststellingsovereenkomst (VSO) tegen finale kwijting.
De route kent juist een relatief hoge oudertevredenheid. Er is slechts een klein deel van de ouders dat na het doorlopen van de regieroute besluit niet te tekenen voor een vaststellingsovereenkomst (VSO).
6
Klopt het dat de samenwerking tussen ministerie en de SGH stroef verloopt en dat de SGH de nieuwe aan hen gestelde eisen als belemmerend ervaart om hun werk goed te kunnen doen? Wat speelt hier precies en wat zijn de oplossingsrichtingen?
Antwoord
Met het oog op de maatschappelijke uitlegbaarheid van aanvullende schadevergoedingen stelt de op 16 juli jl. gesloten dienstverleningsovereenkomst (DVO) met SGH andere eisen aan de (dienstverlening door) SGH dan de eisen die golden tijdens de daaraan voorafgaande pilot. SGH ligt niet op koers om binnen die nieuwe grenzen de opschaling, zoals afgesproken in het SGH-opschalingsplan, te realiseren.
Met de SGH zijn inmiddels nieuwe – tijdelijke – afspraken gemaakt omtrent de controles door het ministerie, alsook nadere afspraken omtrent de erkenning van uitzonderlijke gebeurtenissen en de vereiste documenten die het verzoek om aanvullende schadevergoeding moeten ondersteunen. Daarbij is binnen het bestaande kader van de DVO de ruimte maximaal benut om de SGH in staat te stellen op te schalen. Het streven is binnen 6 weken aan de hand van een inhoudelijke toets te beoordelen wat het effect is van de tijdelijke afspraken, waarna bezien wordt of SGH alsdan in staat is binnen de reguliere condities verder op te schalen.
7
Klopt het dat de BAC zo'n 60 procent van de dossiers voor bezwaar terugstuurt naar de UHT vanwege onzorgvuldige voorbereiding, waardoor de BAC niet in staat is het dossier te behandelen? Hoeveel vertraging levert dat op?
Antwoord
Nee, dat is niet structureel het geval. Het komt onverhoopt wel voor dat er soms stukken ontbreken in dossiers die door UHT aan de BAC zijn verstrekt. In dat geval worden deze dossiers zo snel mogelijk aangevuld. Vooropstaat dat alle partijen over volledige en juiste informatie moeten beschikken. UHT werkt aan verbetering van haar proces om het ontbreken van dossierstukken tegen te gaan. Hierover vinden ook, in het kader van kwaliteitsverbetering, continu gesprekken plaats tussen UHT en de BAC. Tegelijk geldt dat de BAC op 30 oktober jl. beschikte over 782 volledige dossiers. De BAC bracht in 2024 gemiddeld 60 adviezen per maand uit en in november en december verwacht de BAC respectievelijk 70 en 77 adviezen uit te brengen. Dat betekent dat de BAC voldoende dossiers heeft om bezwaren in behandeling te nemen en hoorzittingen vooruit te plannen.
8
Wat is op dit moment de doorlooptijd voor de eerste reactie op bezwaar bij de UHT (voordat het naar de BAC wordt gestuurd)? Wat is op dit moment de doorlooptijd voor behandeling door de BAC? Wat is daarna de doorlooptijd voor het definitieve besluit door de UHT?
Antwoord
Aan het begin van de inhoudelijke behandeling van het bezwaar stelt UHT een zogenoemde beschouwing op waarin zij haar visie op het bezwaar van de ouder uiteenzet. Vervolgens neemt UHT telefonisch contact op met de ouder/gemachtigde. Daarna wordt de beschouwing definitief vastgesteld. De doorlooptijd tussen de datum van ontvangst van het bezwaar en de definitieve vaststelling van de beschouwing is gemiddeld 463 dagen en bestaat voornamelijk uit wachttijd. In de definitieve beschouwing wordt ook vastgesteld of een bezwaar als vervolgstap wel of niet aan de BAC wordt voorgelegd. De doorlooptijd tussen de registratie van de definitieve beschouwing en het moment dat UHT het advies van de BAC ontvangt is gemiddeld 251 dagen. De doorlooptijd tussen ontvangst van het advies en het uitbrengen van de beslissing op bezwaar is gemiddeld 50 dagen.
9
Klopt het dat op dit moment complexe dossiers, bijvoorbeeld met een gezondheidsclaim, worden uitgesloten van mediation? Zo ja, waarom?
Antwoord
Een deel van de bezwaren tegen de integrale beoordeling wordt behandeld in mediation.
In de afgelopen periode is in een pilot ervaring opgedaan met het betrekken van de aanvullende schade in mediation. Voor de beoordeling van complexe vervolgschade, waaronder medische vervolgschade, is UHT- net als de Commissie Werkelijke Schade (CWS) – afhankelijk van externe expertise. UHT heeft ervoor gekozen om in de pilotfase eerst ervaring op te doen met verzoeken waaromtrent zij zich op basis van eigen expertise een oordeel kon vormen, met toepassing van het schadekader van de CWS. Ik sluit niet uit dat in de toekomst ook schadeposten waarbij externe expertise moet worden betrokken onderdeel kunnen worden van de behandeling in mediation.
10
Klopt het dat tot nu toe relatief weinig integrale beoordelingen zijn afgerond vergeleken met het aantal in 2023? Komt dat doordat in 2023 ook een groot deel van de afgeronde integrale beoordelingen in de cijfers het gevolg was van ouders die uit het proces zijn gegaan?
Antwoord
Nee, er zijn in 2024 veel meer integrale beoordelingen gedaan vergeleken met het aantal in 2023.
Zie onderstaande tabel. Wel is het aantal vrijwillige afmeldingen dit jaar iets lager vergeleken met 2023.
Aantal afgeronde beoordelingen1 | 8.140 | 15.190 |
waarvan integrale beoordeling | 7.412 | 14.682 |
waarvan afmelding door ouder | 728 | 508 |
1 Ouder heeft een vooraankondiging of definitieve beschikking IB of zich voor deze beoordeling afgemeld. |
11
Hoe wordt verwacht dat eind 2027 alle werkelijke schade is gecompenseerd als het aantal tot nu toe op 951 ligt en zich alleen al circa 4500 mensen hebben aangemeld bij de CWS, nog los van de andere werkelijke schade routes?
Antwoord
Het is de ambitie van het kabinet eind 2027 alle werkelijke schade gecompenseerd te hebben. In het opschalingsplan dat met SGH is overeengekomen en uw Kamer is toegezonden, is te lezen op welke wijze SGH toewerkt naar deze ambitie. De verwachting is dat een deel van de ouders die zich nu bevinden in de wachtrij voor CWS, zich alsnog zullen wenden tot SGH.
12
Zitten in de 8.528 bezwaren tegen de integrale beoordeling ook bezwaren vanwege termijnoverschrijding? Zo ja, hoeveel?
Antwoord
Het is niet duidelijk waar vraagsteller precies op doelt. Er kan immers sprake zijn van een termijnoverschrijding bij zowel de aanvrager als bij het bestuursorgaan. Voor termijnoverschrijdingen door de aanvrager geldt dat UHT tot op heden 166 bezwaren heeft ontvangen tegen een afwijzing vanwege een aanmelding na de aanmeldtermijn voor herstel kinderopvangtoeslag waarbij de termijnoverschrijding door ouder als niet verschoonbaar werd beoordeeld door UHT.
Uit de wet volgt dat de bezwaarschriftprocedure niet van toepassing is indien UHT een wettelijke beslistermijn overschrijdt (art. 6:2 sub b jo. art. 7:1 aanhef en onder f Awb). Bezwaargronden worden door UHT niet systematisch geregistreerd. Daarom is niet bekend of en zo ja hoe vaak deze bezwaargrond niettemin is aangevoerd. Indien UHT niet binnen de wettelijke termijn beslist kan een belanghebbende – na UHT in gebreke te hebben gesteld – een beroep wegens niet tijdig beslissen indienen bij de rechtbank. Tot op heden heeft UHT 29.942 ingebrekestellingen ontvangen wegens het niet tijdig nemen van een besluit op de integrale beoordeling. Tot op heden werden 7.420 beroepen ingediend wegens het niet tijdig nemen van een besluit op de integrale beoordeling.
13
Hoe wordt op dit moment het zienswijze gesprek bij integrale beoordelingen beter ingezet? Leidt dat tot minder bezwaren?
Antwoord
De integrale beoordeling vindt plaats op basis van het verhaal van de ouder en de informatie uit de systemen. De uitkomst van de integrale beoordeling wordt in een gesprek met de ouder besproken en deze krijgt de uitkomst ook schriftelijk (de vooraankondiging). Ouders kunnen in de zienswijzeperiode een reactie geven op de vooraankondiging en kunnen terecht bij hun persoonlijk zaakbehandelaar als zij nog vragen hebben. UHT beziet deze voordat een ouder een definitieve beschikking krijgt. Dit kan onnodige bezwaren voorkomen.
Het bezwaarpercentage lijkt in de afgelopen maanden licht te dalen. Over die ontwikkeling kunnen echter nog geen definitieve uitspraken worden gedaan, omdat ouders in veel gevallen nog in bezwaar kunnen gaan tegen beschikkingen. Daar komt bij dat op diverse manieren wordt gewerkt aan het voorkomen van bezwaren. Het is daarom niet mogelijk een causaal verband te leggen tussen een daling van het bezwaarpercentage en de zienswijze.
14
Is het niet kunnen leveren van complete dossiers vroeg in het herstelproces ook geen belangrijke reden van de vele bezwaren? Hoeveel van de 8.528 bezwaren tegen integrale beoordelingen hebben te maken met het ontbreken, laat krijgen, of onvolledig zijn van het dossier?
Antwoord
Doorgaans worden in bezwaar meerdere bezwaargronden aangevoerd. Het niet hebben ontvangen van een ouderdossier is een veel voorkomende bezwaargrond, naast andere. Bezwaargronden worden niet systematisch geregistreerd. Voor een belangrijk deel van de ingediende bezwaren geldt bovendien dat de bezwaargronden op een later moment nog kunnen worden aangevuld. Dat kunnen ook gronden betreffen die verband houden met het dossier. Daarom is niet vast te stellen in hoeveel van de bezwaren tegen de integrale beoordeling het ontbreken, laat krijgen of onvolledig zijn van het dossier een rol speelt. Wel is duidelijk dat bezwaren geregeld worden ingetrokken na ontvangst van het dossier. Dat kan ermee te maken hebben dat het ouder om het dossier te doen was, of omdat het dossier antwoorden biedt die de noodzaak wegnemen om het bezwaar te handhaven.
15
Speelt er bij de indiening van bezwaar ook «no cure no pay»-problematiek, van bureaus die vooral bezwaren indienen om proceskostenvergoedingen te ontvangen? Bestaat het risico dat professioneel gemachtigden hun klanten zullen adviseren op het schikkingsvoorstel in te gaan, zodat zij een proceskostenvergoeding krijgen?
Antwoord
Ik ga ervanuit dat gemachtigden de belangen van hun cliënten dienen. Daarbij past niet dat een proceskostenvergoeding leidend is bij de afweging om ouder te adviseren om wel of niet op het schikkingsvoorstel in te gaan. UHT is niet bekend met afspraken die ouders maken met gemachtigden. Het is advocaten niet toegestaan om te werken op «no-cure-no-pay-basis». Bij de vaststelling van de proceskostenvergoeding is gezocht naar een passende vergoeding voor de werkzaamheden van de professioneel gemachtigde. De proceskostenvergoeding voor een professioneel gemachtigde bij een vaststellingsovereenkomst in het kader van het schikkingsvoorstel staat gelijk aan de maximale proceskostenvergoeding in het reguliere bezwaarproces (€ 3.500). In een groot deel van de bezwaren dat voorgedragen wordt voor schikking zijn al veel proceshandelingen verricht door de gemachtigde. Ook het afwegen van de belangen van de ouder om wel of niet in te stemmen met het schikkingsvoorstel vraagt inspanning. Het bedrag is lager dan de proceskostenvergoeding die een gemachtigde kan ontvangen door het verrichten van aanvullende proceshandelingen, waaronder het doorlopen van een beroepsprocedure.
16
Waar zitten de verschillen tussen het schikkingsvoorstel tussen de hersteloperatie toeslagen en de hersteloperatie Groningen, zowel qua proces als qua inhoud van de bezwaren en problematiek?
Antwoord
Belangrijk verschil is dat het schikkingsvoorstel bij de hersteloperatie ziet op de fase van bezwaar terwijl in Groningen het een voorstel betrof in de primaire fase bij het afwikkelingen van kleine schades. Daarnaast verschilt de hoogte van het bedrag, respectievelijk € 5.000 voor de hersteloperatie en € 10.000 voor de hersteloperatie Groningen. Daarnaast is de doelgroep uiteraard verschillend.
17
Hoe groot is het risico dat mensen afzien van het halen van hun recht door het schikkingsvoorstel als tot nu toe in de statistieken vooral bezwaar tegen de renteberekening of foutieve startdatum worden belicht, welke reeds zijn aangepast? Waar gaan de overige bezwaren vooral over?
Antwoord
Veel ouders gaan onder meer in bezwaar omdat zij hun dossier niet hebben ontvangen. Ouders die in aanmerking komen voor het schikkingsvoorstel en nog niet over hun ouderdossier beschikken hebben er recht op dat te ontvangen. Zij kunnen daartoe een verzoek indienen. Dat wordt met prioriteit opgepakt. De bedenktermijn voor het schikkingsvoorstel begint pas te lopen zodra een ouder het dossier heeft ontvangen.
Ouders gaan daarnaast in bezwaar om uiteenlopende redenen. Het betreft onder meer bezwaren tegen fouten in de renteberekening of het hanteren van een foutieve startdatum in beschikkingen die zijn afgegeven vóór het moment dat fouten die veel voorkwamen in de integrale beoordeling zijn gecorrigeerd. UHT ontvangt ook veel pro forma bezwaren waarbij de gronden op een later moment worden aangevuld.
Ouders die in aanmerking komen voor het schikkingsvoorstel worden in meer dan 95% van de gevallen vertegenwoordigd door een gemachtigde die hen kan helpen bij het maken van de inschatting of aanvaarding van het schikkingsvoorstel voor hen de juiste keuze is. Ouders en gemachtigden worden zo goed mogelijk geïnformeerd over het schikkingsvoorstel. Hoewel het bedrag van € 5.000 in veruit de meeste gevallen hoger is dan een eventuele nabetaling na de beslissing op bezwaar, wordt daarbij ook benoemd dat het voorstel niet voor iedere ouder een passende oplossing is. De ouder of de gemachtigde kan op basis van het ouderdossier, de verstrekte informatie over het schikkingsvoorstel en de (concept-)vaststellingsovereenkomst zelf tot een oordeel komen of aanvaarding van het schikkingsvoorstel tot een goede uitkomst leidt.
18
In hoeverre is de CWS er tot nu toe al in geslaagd te versnellen? Uit zich dat reeds in de cijfers?
Antwoord
We zien dat de productiesnelheid bij de CWS sinds de zomer iets verbetert. Tegelijkertijd is het nog te vroeg om de structurele effecten te zien van de nieuwe werkwijze van CWS. Die structurele effecten moeten de komende tijd zichtbaar worden.
19
Klopt het dat er tot nu toe 5.155 van de 37.758 gedupeerde ouders een dossier hebben gekregen?
Antwoord
Nee. Het gaat hier om dossiers die in de periode januari – augustus 2024 zijn verstrekt voor de behandeling van een bezwaar, voor een advies door CWS of aan ouders die om een dossier hebben verzocht. Met de Kamer is eerder gedeeld dat het doel voor 2024 was om 7.000 dossiers te verstrekken. Inmiddels zijn 7.016 dossier verstrekt.
20
Hoeveel vraagt het van de capaciteit van de UHT, die ook ingezet zou kunnen worden voor de hersteloperatie kinderopvangtoeslag, dat ook de Regeling huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget (HZK-regeling) wordt gestart begin 2025?
Antwoord
De met de HZK-regeling gemoeide capaciteit is nog niet bepaald, vaststelling daarvan vindt eind 2024 plaats.
21
Wordt een nog verdere toename van het aantal aanmeldingen verwacht vanwege een verschoonbare termijnovertreding?
Antwoord
Zie antwoord 1.
22
Wanneer wordt de afronding in 2025 verwacht?
Antwoord
UHT verwacht eind 2025 voor de laatste ouders de integrale beoordeling te hebben afgerond.
23
Met welke frequentie wordt een «niet gedupeerde» bij de eerste toets een «wel gedupeerde» bij de integrale beoordeling en wat zegt dit over de verhouding tussen de eerste toets en integrale beoordeling?
Antwoord
Circa 10.000 ouders (peildatum 25 oktober 20241) zijn bij de integrale beoordeling alsnog erkend als gedupeerde na een «nee» bij de eerste toets. De eerste toets is een screening op aanknopingspunten dat de ouder gedupeerde is zodat deze niet op de integrale beoordeling hoeft te wachten voordat het financieel herstel start. Zo worden ouders die evident gedupeerd zijn zo snel mogelijk geholpen. In de integrale beoordeling wordt uitgebreider gekeken wat er is gebeurd. Daarmee is vanaf het begin van de hersteloperatie duidelijk dat een deel van de aangemelde ouders in de integrale beoordeling alsnog erkend wordt als gedupeerde.
24
Kan het kabinet concrete voorbeelden geven van een integrale beoordeling die van» niet gedupeerd» naar «wel gedupeerd» gaat?
Antwoord
Het gaat bijvoorbeeld om situaties waarbij er tijdens de eerste toets niet goed kon worden vastgesteld of de ouder voldoende in de gelegenheid is gesteld om destijds het recht op kinderopvangtoeslag aan te tonen. Of om situaties waarbij de kinderopvangtoeslag destijds is uitbetaald aan de kinderopvanginstelling en niet duidelijk is of die betalingen ten goede zijn gekomen aan de ouder. Bij de eerste toets is er dan onvoldoende mogelijkheid om uit de systeeminformatie en de verklaring van de ouder vast te stellen dat er sprake is van gedupeerdheid.
25
Kan het kabinet voorbeelden van voorrangssituaties geven?
Antwoord
De integrale beoordeling wordt bijvoorbeeld met urgentie gedaan als iemand terminaal ziek is of bij een dreigende huisuitzetting. Indien er geen sprake is van urgentie maar een ouder wel met voorrang geholpen wordt, dan kan er bijvoorbeeld sprake zijn van een schrijnende situatie met een stapeling van langer lopende problemen en gevolgschade.
26
Wat wordt er gedaan met de 4–5 procent afwijkende adviezen?
Antwoord
Als de Commissie van Wijzen in individuele dossiers een afwijkend advies geeft, dan kan dit over diverse zaken gaan (zoals verzoeken om betere motivering van het besluit). UHT neemt in voorkomende gevallen deze adviezen van de CvW over.
27
Wat is de stand van zaken van het centraal aanmeldportaal?
Antwoord
Het centraal aanmeldportaal wordt naar verwachting eind november gelanceerd.
28
Op welke manier worden ouders ondersteund tijdens het kiezen tussen de vier schadeherstelroutes?
Antwoord
Ouders kunnen op het aanmeldportaal informatie vinden over de vier routes. Per route wordt uitgelegd wat de kenmerken van de route zijn, hoe de route werkt en welke schade kan worden vergoed. In het route-overzicht worden op een aparte pagina alle verschillen tussen de routes zichtbaar. Het aanmeldportaal is zodanig ingericht dat de rechtspositie van de ouder duidelijk is in iedere fase. Daarnaast wordt gewezen op mogelijkheden advies in te winnen bij een advocaat of anderen uit je netwerk. Het aanmeldportaal is neutraal en informerend.
29
Hoe worden de gedupeerden onderverdeeld in de twee wachtrijen wanneer gedupeerden worden ontdubbeld?
Antwoord
Een gedupeerde ouder die een aanvraag heeft ingediend voor aanvullende schade, kan in één wachtrij tegelijk staan en vanuit die wachtrij overstappen naar een andere schaderoute zolang de behandeling nog niet is gestart. Voorafgaand aan de livegang van het aanmeldportaal wordt een cross-check uitgevoerd van de bestaande wachtrij bij de CWS en de lijst van aanmeldingen tijdens de pilotfase voor deelname aan de SGH-pilot. In het geval ouders bij CWS in behandeling zijn, wordt hen gevraagd voor livegang een definitieve keuze te maken zodat de migratie van de gegevens aansluit bij de wensen van de ouder. Overige ouders op beide lijsten worden gevraagd in het portaal een keuze te maken. Tot op heden gaat het om enkele tientallen gedupeerden die allen persoonlijk benaderd zullen worden. Ouders die het betreft behouden de reguliere overstapmogelijkheden.
30
Wat is de range van de bedragen in de dossiers met een aangepast kader?
Antwoord
Als hier wordt bedoeld het aangepaste schadekader van de CWS dan is het op dit moment te vroeg om daar iets over te kunnen te zeggen.
31
Wat is de verwachting van het aantal aanmeldingen voor de Regieroute VSO als deze verder wordt opgeschaald, ook in relatie tot de SGH-route?
Antwoord
Ouders melden zich bij de regieroute-VSO na doorverwijzing door CWS, gemeente, IPW, OTB of via hun advocaat. Ze vullen dus niet zelf een formulier in, zoals bij de andere routes. De regieroute behandelt met name complexe casuïstiek waarbij de ouder schikkingsbereid is. Naarmate de route wordt opgeschaald, is de verwachting dat het voor deze groep ouders aantrekkelijk blijft, maar dat niet direct een wachtrij zal vormen voor deze route.
32
Zijn er signalen ontvangen die maken dat het kabinet de Regieroute verder wil ontwikkelen, opschalen en op termijn wil openzetten voor alle ouders? Waarom wordt hiervoor gekozen?
Antwoord
Opschaling van de regieroute wordt gekozen omdat de route een relatief hoge oudertevredenheid en snelle doorlooptijd kent. Het belangrijkste «nadeel» van de regieroute is de beperkte capaciteit. Daarom wordt gekozen voor zo snel mogelijke opschaling van deze route.
33
Is, gelet op het feit dat er wordt gesteld dat er in het basisscenario van de SGH in mei 2025 is opgeschaald naar 350 vaststellingsovereenkomsten (VSO’s) per week, dit scenario nog steeds leidend en haalbaar?
Antwoord
Dit scenario is nog steeds leidend. Monitoring van de opschaling vindt plaats aan de hand van de voortgangsrapportages die de SGH maandelijks zal opstellen.
34
Welke scenario’s zijn er nog meer voorbereid in het geval de SGH afwijkt van haar basisscenario?
Antwoord
In het SGH-opschalingsplan wordt gewerkt met een laag, midden en hoog scenario. De realisatie daarvan is met name afhankelijk van de mate waarin de SGH er in slaagt voldoende gekwalificeerd personeel en luisterend schrijvers aan zich te binden. Lukt dat in onvoldoende mate, dan zal de afhandeling van ouders verder opschuiven.
35
Door welk team wordt de Regieroute VSO uitgevoerd?
Antwoord
Dat wordt uitgevoerd door een specialistisch team van auditors binnen het Ministerie van Financiën.
36
Hoeveel uitschieters zijn er in de gemiddelde tijd van 13 weken in het VSO-proces?
Antwoord
Bij 80% van de ouders die kiezen voor de regieroute VSO is de behandeltijd tussen de 8 en 16 weken.
Bij ongeveer 10% van de ouders is dit korter dan 8 weken en bij ongeveer 10% langer dan 16 weken.
37
Wat is de verwachting van het einde van het VSO-traject?
Antwoord
Aan het eind van een VSO traject tekenen ouder en de Staat een bindende overeenkomst.
38
Op welke termijn wil de regering de Regieroute verder ontwikkelen en opschalen?
Antwoord
Het kabinet zet nu in op zo snel mogelijke opschaling door het team op zijn minst te verdubbelen. Daarna wordt verkend hoe de regieroute het beste verder zou kunnen opschalen.
39
Wat voor derde partij is geschikt om de controlerende rol op zich te nemen?
Antwoord
In ieder geval organisaties, die zijn gespecialiseerd in het uitvoeren van audits en dossiercontroles. Specifieke organisaties zijn nu nog niet in beeld.
40
Wat is de stand van zaken van het opschalen naar 350 VSO’s per week in mei 2025?
Antwoord
Zie antwoord op vraag 6, 33 en 34. Op basis van de voorwaarden uit de dienstverleningsovereenkomst van 16 juli dit jaar heeft de SGH nog slechts enkele tientallen schadestaten voor controle aangeboden. In een enkel geval heeft dit ook daadwerkelijk tot een VSO geleid.
41
Hoe wordt er omgegaan met ouders die aanvullende materiële en immateriële schadevergoedingen als ontoereikend ervaren?
Antwoord
Het schadestelsel dat nu wordt ontwikkeld kent vier routes voor buitengerechtelijke afhandeling van aanvullende schade (aanvullend op de Catshuisregeling en de Integrale Beoordeling), omdat de regie van de ouder en het herstel van vertrouwen centraal staan. Ook wordt door middel van ontwikkeling van vier verschillende routes versnelling van de afwikkeling beoogd voor de groep gedupeerden als geheel. Twee van deze routes – Stichting Gelijk Waardig Herstel en de Digitale route – bieden forfaitaire schadevergoedingen waarmee een schikking (VSO) bereikt wordt. De forfaitaire bedragen zijn onafhankelijk gevalideerd. Hoewel deze schikkingsroutes voor veel ouders voordelen bieden door snelheid en voorspelbaarheid, kunnen ouders die deze schadevergoedingen als ontoereikend ervaren, altijd nog kiezen voor de CWS-route voor een exacte schadeberekening. Indien de vergoeding via de CWS-route als ontoereikend wordt ervaren, staat het de ouder vrij zich tot de rechter te wenden, met inachtneming dat dit mogelijk tot een lagere toekenning kan leiden dan in een forfaitaire route het geval kan zijn. De ouder staat het sowieso uiteraard ook altijd vrij om zich voor, tijdens of na het doorlopen van een van de routes tot de rechter te wenden.
42
Kunnen, gelet op het feit dat de voortgangsrapportage aangeeft dat 34 procent van de bezwaren ongegrond is, hieruit lessen worden getrokken om deze vroegtijdig te signaleren of te voorkomen?
Antwoord
Het oordeel dat een bezwaar ongegrond is, is de uitkomst van een inhoudelijke behandeling. Daarop wordt niet geanticipeerd. Het is aan ouder/gemachtigde om een inschatting te maken van de kans dat een bezwaar gegrond is. Door betere informatie te verstrekken over de uitkomst van de integrale beoordeling en de berekening van de compensatie wordt geprobeerd om onnodige bezwaren te voorkomen.
43
Is de verwachting nog steeds dat de digitale route tegelijk met het aanmeldportaal dit jaar live kan gaan?
Antwoord
Op dit moment wordt de Digitale route getest met een aantal ouders. Indien de verbeterpunten voor livegang van het aanmeldportaal geïmplementeerd kunnen worden, wordt de route gelijktijdig met het aanmeldportaal gelanceerd. Indien het aantal verbeterpunten te groot is, wordt de route eerst verbeterd en later gelanceerd.
44
Welke vervolgstappen zijn er en worden er gezet om fouten in het initiële besluit te voorkomen?
Antwoord
Bij de integrale beoordeling wordt gewerkt met een vierogenprincipe. Daarnaast dragen medewerkers vanuit de vaktechnische lijn (Vaktechnisch adviseur in het IB-team en de afdeling Vaktechniek van UHT) zorg voor de kwaliteit en eenduidigheid bij de beoordeling. Er is een kwaliteitsmanagementsysteem om verbeteringen te realiseren in de kwaliteit van de integrale beoordeling. Daarnaast wordt in een leercirkel of gezamenlijke overleggen gekeken wat er uit de bezwaren geleerd kan worden voor het primaire proces.
45
Wat is de reden voor de afname van het aantal adviezen vanuit de BAC in het tweede kwartaal van 2024?
Antwoord
Dit heeft verschillende oorzaken. Ten eerste zorgden de schikkingsvoorstellen ervoor dat sommige zaken moesten worden aangehouden, wat impact heeft gehad op de productie van de BAC. Ten tweede passeren sinds de wijziging van de instellingregeling in oktober 2023 de eerste toets procedures de BAC niet meer. De lopende eerste toets-procedures werden begin 2024 nog afgehandeld. De BAC is meer tijd kwijt aan de integrale beoordelingen-procedures, die doorgaans meer tijd vergen en inhoudelijk gezien complexer van aard zijn, dan de eerste toets-procedures. Ten derde heeft de zomervakantieperiode invloed op de productiecijfers in de tweede vier maanden van 2024.
46
Verwacht de UHT nog steeds de laatste 715 bezwaren tegen de eerste toets in de komende maanden af te ronden?
Antwoord
Ja. De verwachting is dat de laatste bezwaren tegen de eerste toets eind 2024 worden afgerond.
47
Welke stappen worden er ondernomen om de deadline van eind 2026 te halen?
Antwoord
Om eind 2026 alle bezwaren tegen de integrale beoordeling afgerond te hebben wordt de capaciteit voor bezwaarbehandeling bij UHT en de BAC verder opgeschaald, onder andere met de inzet van hybride insourcing. Ook worden processen voortdurend verbeterd en wordt prestatiemanagement verder uitgebreid. Het schikkingsvoorstel levert naar verwachting een aanvullende versnelling op. Daarnaast wordt op dit moment met BAC en UHT en met ondersteuning van externe expertise gekeken welke aanvullende versnelling nog mogelijk is in het bezwaarproces. Versnelling op een onderdeel in de keten heeft alleen effect als andere onderdelen gelijke tred houden. Daarom worden versnellingsmaatregelen zoveel mogelijk in samenhang bekeken om de impact op de gehele keten te overzien.
48
Waarom zijn er in de eerste vier maanden van 2024 bijna 100 meer BAC-adviezen uitgebracht dan de tweede vier maanden van 2024?
Antwoord
Zie antwoord 45.
49
Hoeveel BAC-adviezen zijn er in de derde vier maanden van 2024 uitgebracht?
Antwoord
In september waren dit er 101 en 90 in oktober. Hoeveel dit in de maanden november en december zullen zijn is uiteraard nog onbekend, maar de BAC verwacht dan respectievelijk 70 en 77 adviezen uit te brengen.
50
Hoe vaak wijkt het advies van de UHT af van het BAC-advies?
Antwoord
Dit is door UHT niet altijd cijfermatig geregistreerd. Dit wordt voortaan vastgelegd. UHT motiveert een afwijking van het BAC-advies uiteraard wel in de beschikking aan de ouder.
51
Welke redenen zijn er voor het feit dat van alle tot op heden behandelde bezwaren circa 75 procent heeft geleid tot geen extra uitbetaling of een uitbetaling van een bedrag lager dan 5.000,- euro?
Antwoord
Dat heeft voor een belangrijk deel mee te maken dat ouders die als gedupeerd zijn aangemerkt reeds € 30.000 hebben ontvangen na de eerste toets. Voor een deel van deze ouders wordt de integrale beoordeling vervolgens vastgesteld op een bedrag lager dan € 30.000. Ook als het compensatiebedrag na een gegrond bezwaar naar boven wordt bijgesteld, leidt dat om die reden in veel gevallen tot geen of een beperkte extra uitbetaling.
52
Waar bestaat de keuze uit of een dossier wel of niet aan de BAC wordt voorgelegd?
Antwoord
Welke bezwaren wel en niet aan de BAC worden voorgelegd is geregeld in artikel 3 van de Instellingsregeling van de BAC. Op grond van deze regeling brengt de adviescommissie geen advies uit over een bezwaar indien:
a. er naar het oordeel van de Belastingdienst/Toeslagen geen sprake is van een rechtsvraag met principiële betekenis voor soortgelijke gevallen en de belanghebbende en de Belastingdienst/Toeslagen overeengekomen zijn dat het bezwaar niet wordt voorgelegd ter advies aan de adviescommissie;
b. de beslissing op het bezwaar naar het oordeel van de Belastingdienst/Toeslagen strekt tot kennelijk niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar;
c. de beslissing op het bezwaar naar het oordeel van de Belastingdienst/Toeslagen strekt tot kennelijk ongegrondverklaring van het bezwaar;
d. bij de beslissing op het bezwaar volledig aan het bezwaar van de belanghebbende tegemoet wordt gekomen; of
e. de beslissing op het bezwaar en de motivering ervan naar het oordeel van de Belastingdienst/Toeslagen evident in lijn is met eerdere adviezen van de adviescommissie.
Daarnaast geldt er uitgebreid overgangsrecht.
53
Wat gebeurt er met de 25 procent overige IB-bezwaren?
Antwoord
Bezwaren die niet aan de BAC worden voorgelegd, worden – behoudens intrekkingen – inhoudelijk behandeld door UHT.
54
Klopt het dat het proces 28 dagen stilligt tijdens de 28 dagen bedenktijd?
Antwoord
Een ouder heeft op twee momenten 28 dagen bedenktijd in het kader van het schikkingsvoorstel: na ontvangst van de brief waarin het schikkingsvoorstel wordt gedaan en – indien ouder interesse kenbaar heeft gemaakt – na ontvangst van de vaststellingsovereenkomst. Daarnaast heeft ouder nog 14 dagen bedenktijd na ondertekening van de vaststellingsovereenkomst. Bezwaren van ouders die in aanmerking komen voor het schikkingsvoorstel worden niet afgerond tot het moment dat er uitsluitsel bestaat over of ouder wel of niet instemt met het schikkingsvoorstel, om te voorkomen dat het schikkingsvoorstel wordt doorkruist door een voor ouder minder gunstige beslissing op bezwaar. Gelijktijdig werkt UHT wel door aan de inhoudelijke behandeling. Ook hoorzittingen bij de BAC vinden doorgang. Het schikkingsvoorstel is dan onderwerp van gesprek in de hoorzitting. UHT maakt de beslissing op bezwaar niet definitief tot ouder de VSO heeft geaccepteerd of geweigerd.
55
Wat is de verwachting van het percentage van ouders dat instemt met het schikkingsvoorstel?
Antwoord
De verwachting is dat 15–20% van de ouders instemt met het schikkingsvoorstel. UHT heeft tot op heden aan circa 1.000 ouders het schikkingsvoorstel gedaan, verspreid over drie groepen. Voor de eerste twee groepen is de bedenktijd verstreken. Tot op heden heeft meer dan 40% van de benaderde ouders aangegeven de vaststellingsovereenkomst te willen ontvangen, waarvan dus naar verwachting een deel daadwerkelijk over zal gaan tot ondertekening.
56
Wanneer wordt de definitieve gunning in 2024 verwacht?
Antwoord
De definitieve gunning van de nadere opdracht voor de inzet van hybride insourcing in het bezwaarproces wordt half december 2024 verwacht.
57
Welke steden en dopen worden nu bekeken voor fysieke locaties?
Antwoord
UHT breidt de bezwaarbehandeling in de eerste helft van 2025 uit naar drie extra locaties naast Utrecht, Zwolle en Leeuwarden. Daarbij wordt gekeken naar Eindhoven, Hoofddorp en Rotterdam of Den Haag.
58
Wat is de stand van zaken van de eventuele uitbreiding van de afdeling beroep van locaties verspreid over het land?
Antwoord
Het team beroep van UHT is nu in Utrecht gevestigd. In verband met de huidige omvang is centrale aansturing van het team op één locatie noodzakelijk en ook haalbaar. Team beroep opereert landelijk voor wat betreft gerechtelijke instanties en is op dit moment in staat om te verschijnen op elke zitting. In de komende tijd worden steeds meer bezwaren afgerond. Het aantal inhoudelijke beroepen zal daardoor naar verwachting mettertijd toenemen. Daarom kan uitbreiding van de afdeling beroep naar locaties verspreid over het land op termijn wenselijk worden. Ik houd u daarover op de hoogte in de komende voortgangsrapportages.
59
Blijft mediation wel een mogelijkheid ondanks het lage animo?
Antwoord
Ja. UHT blijft mediation aanbieden.
60
Wat wordt er op dit moment aan de capaciteit van de UHT gedaan?
Antwoord
Deze vraag wordt opgevat als een vraag naar de capaciteit in relatie tot bestaande achterstanden, in het bijzonder met betrekking tot bezwaren tegen de integrale beoordeling. De opschaling van de bezwaarafdeling van UHT verloopt conform het uitvoeringsplan. Dat betekent dat UHT erin slaagt maximaal op te schalen rekening houdend met de maximale absorptiecapaciteit (onder meer opleidingscapaciteit). Daarmee ligt de opschaling op koers in relatie tot het streven om eind 2026 de laatste bezwaren tegen de integrale beoordeling af te ronden. Omdat het aantal nieuwe bezwaren en het aantal beroepen wegens niet tijdig beslissen op bezwaar nog altijd het aantal afrondingen overstijgt, lopen achterstanden voorlopig nog op, ondanks opschaling en versnellingsmaatregelen. Dat betekent ook dat vrijwel de gehele capaciteit (behoudens urgentie) voor de behandeling van bezwaren tegen de integrale beoordeling wordt ingezet voor de opvolging van rechterlijke beslistermijnen in het kader van beroepen wegens niet tijdig beslissen. Voor de opvolging van rechterlijke beslistermijn wegens het niet tijdig beslissen op de integrale beoordeling (primaire besluit) is de capaciteit van UHT wel toereikend.
61
Waarom geldt de erkenning nog niet voor gezinsleden?
Antwoord
Voor overige gezinsleden geldt dat de Staat vooralsnog geen aansprakelijkheid erkent omdat -anders dan bij gedupeerde ouders- op voorhand niet vast staat dat voldaan wordt aan de eisen die gelden voor civielrechtelijke aansprakelijkheid. Wel zal de Staat in de komende periode geen formeel verjaringsverweer voeren indien een dergelijke vordering na een mogelijke verjaringstermijn wordt ingesteld.
62
Hoeveel langer kan het verstrekken van het dossier in de IB-fase duren?
Antwoord
UHT streeft ernaar om het dossier binnen 8 weken te leveren. Het lukt nog niet om dit te halen. De huidige levertijd bedraagt over het algemeen twee tot vier maanden. UHT is aan het opschalen en neemt maatregelen om te versnellen. Bij het opstellen van ouderdossiers wordt voorrang gegeven aan bezwaar, CWS en urgente gevallen.
63
Wat is de stand van zaken van het efficiënter maken van het proces?
Antwoord
Op verschillende vlakken zijn maatregelen ingezet om de dossierverstrekking te verbeteren en te versnellen. Bijvoorbeeld door het schrappen van een 2e controle op het anonimiseren in 2023, het samenvoegen van processtappen met de nieuwe laksoftware, het uniformeren van dossiers en de inzet van schermrobots bij het samenstellen van dossiers. UHT blijft alert op verdere mogelijkheden tot procesoptimalisatie om de efficiency verder te verhogen.
64
Waarom worden de oude ouder-dossier formats niet aangepast naar het nieuwe ouder-dossier format?
Antwoord
Sinds april 2024 werkt UHT met het ouderdossier. UHT moet de beperkte personele capaciteit verdelen om dossiers te verstrekken die nodig zijn voor bezwaar, CWS en aan ouders die hier in de integrale beoordeling om verzoeken.
Voor reeds verstrekte dossiers die bijvoorbeeld in een bezwaarprocedure nog in omloop kunnen zijn, bestaat altijd de mogelijkheid om te verzoeken om het dossier aan te vullen met stukken uit het ouderdossier. Door de reeds verstrekte dossiers aan te vullen met de gewenste stukken, kan tijd en capaciteit worden bespaard en ingezet worden voor het verstrekken van dossiers aan andere ouders.
65
Worden er ook gesprekken georganiseerd met gemeenten, ouders en jongeren tegelijk?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Kort na zijn aantreden heeft een brede kabinetsdelegatie op 14 augustus jl. een intensief gesprek gehad met ruim veertig ouders en jongeren. Daarnaast is een begin gemaakt met de organisatie van bijeenkomsten waarin de Staatssecretaris TD op gemeentelijk en regionaal niveau in gesprek gaat met ouders en jongeren en met plaatselijke uitvoerders. Het accent ligt op wat ouders en jongeren aangeven te willen bespreken en op wat zij in de uitvoering nodig hebben om ook een start te kunnen maken met hun emotioneel herstel. Deze aanpak wordt de komende tijd verder uitgewerkt en geïntensiveerd.
66
Kan het kabinet voorbeelden geven van de grote lokale verschillen in hoe de ervaringskennis wordt meegenomen?
Antwoord
In enkele gemeenten wordt op lokaal niveau de ervaringsdeskundigheid en ervaringskennis van gedupeerde ouders ingezet. Bijvoorbeeld in de gemeente Almere, Arnhem en Rotterdam worden gedupeerde ouders actief gevraagd en bevraagd op hun ervaringskennis en om deze in te zetten. Hun ervaringskennis wordt ingezet bij o.a. schuldenaanpak, benadering en communicatie vanuit gemeente en beleidsvorming. In andere gemeenten is de behoefte er wel vanuit de gemeente zelf (Sittard-Geleen, Maastricht), maar nauwelijks onder gedupeerde ouders zelf. Demografische achtergrond, maar ook het stadium van financieel en emotioneel herstel waar de gedupeerde ouders zich in bevindt, lijkt hierin een rol te spelen.
Voor organisaties die het werken met mensen met ervaring in de praktijk willen toepassen is de handreiking «Werken met ervaring als bron van kennis ontwikkeld». Deze handreiking is tot stand gekomen dankzij de medewerking en input van ervaringsdeskundigen, professionals met ervaringsdeskundigheid werkzaam binnen en buiten de hersteloperatie toeslagen en bij de hersteloperatie toeslagen betrokken organisaties/partijen.
67
Wat is de stand van zaken van de verkenning van ouders, de VNG en het Ministerie van Financiën?
Antwoord
In november vindt de kwartaalmeeting plaats tussen ouders, VNG en het Ministerie van Financiën, naar aanleiding van de handreiking die in maart dit jaar is uitgebracht. Gemeenten die de handreiking hebben ontvangen en ervaringskennis inzetten of willen inzetten nemen deel. Er zal besproken worden waar de behoefte concreet ligt om ervaring als bron van kennis direct in te zetten – waar dat niet reeds gebeurt. Er worden eigen ervaringen gedeeld en er is een aantal «nieuwe» deelnemers dat inspiratie op zal doen.
68
Wat is de stand van zaken van de verkenning van ouders, de VNG en het Ministerie van Financiën?
Antwoord
In november vindt de kwartaalmeeting plaats tussen ouders, VNG en MinFin naar aanleiding van de handreiking die in maart dit jaar is uitgebracht. Er zal besproken worden waar de behoefte concreet ligt om ervaring als bron van kennis direct in te zetten – waar dat niet reeds het geval is. Er worden tussentijdse eigen ervaringen gedeeld en er zijn een aantal «nieuwe» deelnemers. Gemeenten die de handreiking hebben ontvangen en ervaringskennis willen inzetten nemen deel.
69
Hoeveel ouders nemen er nu nog voor het eerst contact op met de Lotgenotenlijn?
Antwoord
In september zijn er bijna 200 «unieke» telefonische contactmomenten geweest. Dit zijn dus bellers geweest die nog niet eerder contact hebben opgenomen met de Lotgenotenlijn. Er is nog altijd een hoge instroom van ouders die voor het eerst contact opnemen met de Lotgenotenlijn: ook ouders die tot dan toe geen of nauwelijks contact hebben gehad met hun gemeente, UHT of andere hulpverleners
70
Aan de hand van welke kenmerken is het format van de KOTA-rapportage gemaakt?
Antwoord
De KOTA-rapportage is opgesteld met het doel om de ouder een format te bieden om zijn of haar verhaal te structureren en zich inhoudelijk en emotioneel voor te bereiden op de eerste toets of integrale beoordeling. De KOTA-rapportage bevat een voorblad, inleiding, het chronologische verslag van de gebeurtenissen, een reflectie, conclusie en aanbevelingen en vragen.
Op het voorblad heeft de ouder de keuze om een afbeelding en een krachtzin te plaatsen die de ervaringen van de ouder beeldend maken. Hierdoor wordt het rapport persoonlijker en unieker. In de inleiding wordt er kort verteld wat het doel is van het rapport, welke periode de tijdlijn beslaat en hoe het rapport is ingedeeld. De essentie van het rapport is het chronologische verslag, ofwel de tijdlijn. Hier wordt het verhaal van de ouder beschreven. De tijdlijn start voor de eerste gebeurtenissen, zodat er een beeld ontstaat van het leven van de ouder voor de affaire. Hierna beschrijven we per jaar wat er gebeurde rondom de affaire, geldzaken, werk, opleiding, relatie, familie enzovoorts tot het heden. Zo heeft de lezer een duidelijk beeld van het leven van de ouder over de jaren heen. In de reflectie heeft de ouder de ruimte om de emoties en de weerslag op het gezin van de afgelopen jaren op te schrijven. In de conclusie volgt een korte samenvatting van de feitelijke gebeurtenissen en de persoonlijk conclusie van de ouder waarom men denkt dat hij/zij gedupeerd is. In de aanbevelingen en vragen heeft de ouder de ruimte om vragen te stellen aan de PZB’er. Dit zorgt ervoor dat de ouder gevoel van gelijkheid kan ervaren door het zoeklicht te plaatsen op de ervaren pijnpunten.
71
Op basis van welke eisen/kenmerken honoreert het FCP subsidieaanvragen?
Antwoord
Het Fonds Cultuurparticipatie heeft de subsidievoorziening laagdrempelig vormgegeven conform de regeling Samen Cultuurmaken. De voorziening faciliteert cultuurdeelname in groepsverband. Aanvragen kunnen worden gedaan door: culturele instellingen, instellingen in het sociaal domein, zelfstandig cultureel professionals en zelfstandige professionals in het sociaal domein. De subsidie is primair bedoeld voor getroffen jongeren, maar er geldt geen exclusiviteitseis. Aanvragen worden beoordeeld op inhoudelijke en organisatorische kwaliteit en kwaliteit van samenwerking.
72
Waarom lijkt het gebruik van het aanvullend schulphulpverleningsaanbod achter te lopen bij de verwachting?
Antwoord
Gemeenten beschikken niet over de gegevens van jongeren met problematische schulden. Hierdoor is het lastig om hen gericht te bereiken. Het is de wens van het kabinet en gemeenten om zoveel mogelijk jongeren van 18 jaar en ouder met problematische schulden en vallend onder de kindregeling te ondersteunen met dit aanbod. De VNG en diverse gemeenten hebben mede daarom aan het einde van de zomer 2024 het verzoek gedaan om de aanmeldtermijn voor het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod te verlengen. Dat was noodzakelijk om meer jongeren te kunnen bereiken dan op dat moment het geval was en, uiteindelijk, om hen langer de tijd te bieden om zich bij de gemeente te melden. Gelet op de impact die problematische schulden hebben op het leven van mensen, en dat geldt zeker voor jonge mensen, wordt dit verzoek gehonoreerd door de termijn eenmalig te verlengen met zes maanden.
73
Hoeveel jongeren maken er gebruik van de hulp van gemeente bij problematische schulden?
Antwoord
Gemeenten verantwoorden zich via de SiSa-methodiek (invullijsten) hoe de Spuk-regeling is besteed. Via de SiSa-methodiek is niet af te leiden hoeveel jongeren met problematische schulden zich bij de gemeente hebben gemeld.
Gemeenten en UHT zetten zich gezamenlijk in om het aanbod bij zoveel mogelijk jongeren uit de doelgroep bekend te maken. Uit de contacten die zowel UHT als de VNG met gemeenten hebben is af te leiden dat er de afgelopen maanden een toename is in het aantal geslaagde en lopende regelingen. Ook het aantal aanmeldingen neemt toe.
74
Welke stappen worden er ondernomen om de grote druk die is ontstaan op gemeente op te lossen?
Antwoord
In enkele gemeenten wordt op lokaal niveau de ervaringsdeskundigheid en ervaringskennis van gedupeerde ouders ingezet. Bijvoorbeeld in de gemeente Almere, Arnhem en Rotterdam worden gedupeerde ouders actief gevraagd en bevraagd op hun ervaringskennis en om deze in te zetten. Hun ervaringskennis wordt ingezet bij o.a. schuldenaanpak, benadering en communicatie vanuit gemeente en beleidsvorming. In andere gemeenten is de behoefte er wel vanuit de gemeente zelf (Sittard-Geleen, Maastricht), maar nauwelijks onder gedupeerde ouders zelf. Demografische achtergrond, maar ook het stadium van financieel en emotioneel herstel waar de gedupeerde ouders zich in bevindt, lijkt hierin een rol te spelen.
Voor organisaties die het werken met mensen met ervaring in de praktijk willen toepassen is de handreiking «Werken met ervaring als bron van kennis ontwikkeld». Deze handreiking is tot stand gekomen dankzij de medewerking en input van ervaringsdeskundigen, professionals met ervaringsdeskundigheid werkzaam binnen en buiten de hersteloperatie toeslagen en bij de hersteloperatie toeslagen betrokken organisaties/partijen.
Wat is de stand van zaken van de verkenning van ouders, de VNG en het Ministerie van Financiën?VNG: Is het vanuit de vraagstelling duidelijk dat het om de verkenning rondom werken met ervaring gaat? Niet de verkenning toekomstbestendige brede ondersteuning? Laatste zin was niet volledig. Zie hieronder er vanuit gaande dat eea over ervaringskennis gaat.
In november vindt de kwartaalmeeting plaats tussen ouders, VNG en MinFin naar aanleiding van de handreiking die in maart dit jaar is uitgebracht. Er zal besproken worden waar de behoefte concreet ligt om ervaring als bron van kennis direct in te zetten – waar dat niet reeds het geval is. Er worden tussentijdse eigen ervaringen gedeeld en er zijn een aantal «nieuwe» deelnemers. Gemeenten die de handreiking hebben ontvangen en ervaringskennis willen inzetten nemen deel.
75
Wie of welke instantie beslist of er een nieuwe start is geboden?
Antwoord
Waar het de brede ondersteuning betreft bespreken de gemeente en rechthebbende (een KOT-aanvrager, kind of erkend ex-toeslagpartner) samen wat nodig is voor het kunnen maken van een nieuwe start. Deze afspraken worden vastgelegd in het plan van aanpak, dat vervolgens leidend is om de nieuwe start daadwerkelijk te realiseren.
76
Wat is de verwachting van de uitgaven die gemeente hebben uitgegeven in 2024?
Antwoord
De verwachte uitgaven van gemeenten in 2024 is € 120 mln, op basis van de ontvangen invullijsten (zgn. SiSa’s) die van alle gemeenten is ontvangen over 2023.
Gemeenten declareren achteraf de uitgaven die gemaakt zijn voor de Brede Ondersteuning/SPUK aan het Ministerie van Financiën. Dus in 2024 gaat het over 2023. Dit betekent dat er geen financiële informatie over 2024 van gemeenten beschikbaar is.
77
Wat is de reden voor de lage belangstelling voor driegesprekken?
Antwoord
Dat is niet bekend. UHT blijft gedupeerde ouders in de integrale beoordeling een driegesprek aanbieden. Dit omdat individuele ouders baat kunnen hebben bij een driegesprek, bijvoorbeeld als zij te maken hebben met bredere problematiek.
78
Op welke termijn worden schrijfsessies georganiseerd?
Antwoord
De schrijfsessies als vervolg op de co-creatiesessies van eerder dit jaar hebben begin oktober plaatsgevonden.
79
Hoe verloopt de communicatie met ouders in het buitenland?
Antwoord
In het algemeen goed. OTB krijgt de contactgegevens van de ouders van UHT na een check op criteria voor ondersteuning door OTB. Contact met ouders gaat telefonisch, met beeldbellen en wordt ondersteund door email. Als de situatie urgent is worden sporadisch huisbezoeken afgelegd in de grensgebieden met België en Duitsland. Op de CAS eilanden worden de ouders ook fysiek gesproken, dit i.v.m. de relatie van Nederland met de CAS eilanden.
80
Heeft het ondersteuningsteam buitenland (OTB) geen last van de krapte op de arbeidsmarkt?
Antwoord
Ja, het OTB heeft ook last van krapte op de arbeidsmarkt. OTB breidt uit qua capaciteit, omdat de instroom van ouders nog steeds toeneemt. De bezetting is goed, dus OTB is qua capaciteit nog altijd op sterkte. OTB ervaart dat mensen zich willen inzetten voor het ondersteunen van gedupeerde ouders) en dat OTB wordt gezien als een prettige organisatie om voor te werken
81
Op welke manier kan het OTB uitbreiden?
Antwoord
Door capaciteitsuitbreiding (toevoegen van fte). Zie ook antwoord 80.
82
Op welke manier krijgen de kinderen en jongeren ondersteuning aangeboden?
Antwoord
De kindregeling biedt kinderen en jongeren met hulp, ondersteuning en een geldbedrag een steuntje in de rug om hun leven weer op de rit te krijgen. Ondersteuning wordt aangeboden via de brede ondersteuning van de gemeente en een divers hulpaanbod is toegankelijk kinderen en jongeren via kindregelingvoorjou.nl. Dat is bijvoorbeeld hulp om met iemand te praten via of Mind Korrelatie. Of hulp bij mentale problemen via e-healthapp van Minddistrict. Ook is er bijvoorbeeld hulp voor jongeren om grip op hun geld te krijgen. Voor jongeren met problematische schulden kunnen gemeenten het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod doen.
83
Op welke termijn worden de overige 1000 gezag vraagstukken afgerond?
Antwoord
Voor de groep waarvan onduidelijk is wie gezag over de kinderen heeft is er contact met Veilig thuis, Jeugdzorg, rechtbanken en de Raad voor de Rechtspraak. Op welke termijn deze gezag vraagstukken zijn afgerond is nog niet met zekerheid te zeggen. Het uitgangspunt is dat de kind regeling zoveel mogelijk wordt afgerond in 2025 met nog een laatste aantal beschikkingen in 2026.
84
Wat is de verwachting van wanneer de zelfmelders door de UHT in behandeling worden genomen?
Antwoord
Zelfmelders voor de ex-toeslagpartnerregeling kan UHT vanaf begin december 2024 in behandeling nemen.
85
Wat zijn voorbeelden van voorgestelde uitzonderlijke situaties wanneer er uitstel kan worden aangevraagd?
Antwoord
Ieder verzoek tot uitstel voor het indienen van schulden bij Sociale Banken Nederland (SBN) wordt individueel beoordeeld. In de situaties waar uitstel voor is verleend ging het om uitzonderlijke situaties, zoals:
– Een problematische schuldenpositie die (met hulp van een hulpverlener) meer tijd kost om in kaart te brengen;
– Complexe medische omstandigheden;
– Omstandigheden die buiten de invloedsfeer van de ouder liggen, zoals schuldeisers die ouders na de einddatum alsnog wijzen op schulden die nog openstaan.
86
Wat is de termijn voor het aanleveren van extra bewijsstukken?
Antwoord
De vraag wordt geïnterpreteerd als een vraag over het proces bij het Loket Al Betaalde Schulden van SBN. Voor het beoordelen van deze schulden heeft SBN aanvullende informatie van de ouder nodig om vast te kunnen stellen of en zo ja wanneer de schuld is afbetaald. Deze informatie kan de ouder direct toevoegen bij het indienen van de schulden. Als een ouder dit niet doet of niet alle informatie aanwezig is, dan vraagt SBN de ouder om deze informatie alsnog aan te leveren. Indien de ouder niet binnen 2 weken antwoordt, worden er ook belpogingen gedaan om de ouder hierop te attenderen. Wanneer de ouder ook op deze reminder niet binnen 4 weken reageert, worden de schulden met incomplete informatie afgewezen. De ouder wordt erop gewezen dat de schuld tot de einddatum alsnog kan worden ingediend met de informatie die SBN nodig heeft om de schuld te beoordelen.
87
Wat is de voornaamste reden van de opschaling in fte van 2024?
Antwoord
Voor 2024 is in de voorjaarsnota voorzien in een opschaling bij UHT naar 2507 fte. De voornaamste reden van uitbreiding is het versterken van de personele capaciteit ten behoeve van het behandelen van bezwaar en beroep.
88
Kunnen de herstelacties voor het uitbetalen van wettelijke rente worden geïntegreerd in de reeds bestaande herstelroutes in plaats van dat er nieuwe routes worden ontworpen?
Antwoord
De herstelacties voor het uitbetalen van wettelijke rente vinden plaats binnen de reeds bestaande herstelroutes. Er komen dus geen nieuwe routes bij. Voor de nabetalingen is wel een nieuwe beschikking noodzakelijk. Voor mensen die nog geen afgeronde integrale beoordeling hebben zal de wettelijke rente wel zo snel mogelijk direct worden meegenomen in de primaire beschikking.
89
Welke rol speelt de Oudercommissie in het vormgeven van nieuwe herstelroutes en in hoeverre wordt hun input opgevolgd?
Antwoord
De Oudercommissie geeft advies en het kabinet hecht daar zeer aan. Een aantal leden heeft meegedaan aan de dry run van de digitale schaderoute. Hun suggesties en verbeterpunten zijn/worden nagenoeg allemaal overgenomen.
90
Wanneer verwacht de UHT af te schalen en af te ronden?
Antwoord
In de VGR zijn de ambities opgenomen ten aanzien van het kunnen afronden van de regelingen binnen het financieel herstel waarbij de uitvoering bij UHT ligt. De afbouw van de inzet van personele capaciteit volgt op de afronding van de werkzaamheden. De afbouw zal gefaseerd plaats vinden omdat ook de verschillende regelingen binnen het financiële herstel ieder een eigen planning kennen. Daarbij staat het belang van een goede afronding voor de gedupeerden, de ex-toeslagpartners en de kinderen voorop.
91
Kan het kabinet voorbeelden geven van de verschillende alternatieve wervingsacties?
Antwoord
Er kan gedacht worden aan de «medewerverslunch», waarbij een beroep gedaan wordt op het netwerk van collega's. Ook wordt een juristennetwerkcafé georganiseerd en is er focus op recruitmentmarketing en alternatieve arbeidsmarktcommunicatie, bijvoorbeeld door het herschrijven van vacatureteksten. Ook wordt er extra inzet gepleegd op lastig te werven profielen.
92
Wat wordt er gedaan met de bevinding van de Oudercommissie die aangeeft dat de schoen wringt rondom de bewijslast?
Antwoord
Zoals de Oudercommissie ook bepleit wordt in de digitale route de bewijslast zoveel als mogelijk beperkt. Uitgangspunt is dat alle posten met slechts enkele onderbouwende stukken aannemelijk kunnen worden gemaakt. Daarnaast wordt ook gebruikt gemaakt van indirect bewijs waarbij bepaalde schadeposten ook andere posten aannemelijk maken. In de dry-runs en ook in de praktijk als de digitale route van start gaat wordt de bewijslast en bruikbaarheid van bewijsstukken gemonitord.
93
Hoe vaak vindt het overleg tussen de Nederlandse Orde van Advocaten, Raad voor de Rechtspraak, de werkgroep Toeslagenadvocaten, de UHT en D-G Herstel jaarlijks plaats?
Antwoord
De NOvA en de RvR hebben twee keer per jaar een bestuurlijk overleg bij de Staatssecretaris. Naast NOvA en RvR nemen UHT en DG Herstel deel aan dit overleg. Voorafgaand aan het bestuurlijk overleg vindt ongeveer 1 maand van tevoren een ambtelijk overleg plaats met DG Herstel. Tussentijdse overleggen vinden plaats als er actuele dingen te bespreken zijn. Zo zijn er in de maand oktober 2024 twee sessies geweest waarbij o.a. de werkgroep toeslagenadvocaten van de NOvA (Frontrunners) aanwezig was.
Naast het reguliere overleg van de werkgroep met UHT over onder meer de dossierverstrekking, wordt op dit moment overlegd over het aanmeldportaal en de vso’s die worden afgesloten ten behoeve van schadeherstel.
Op 14 oktober jl. heeft de Staatssecretaris met de werkgroep Toeslagenadvocaten (Frontrunners) gesproken.
Dit betreft ouders met een vooraankondiging of definitieve beschikking IB.↩︎