Uitstel beantwoording vragen van het lid Bushoff over diverse post-COVID problematieken
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2024D41864, datum: 2024-11-05, bijgewerkt: 2024-11-08 15:50, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-449).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Mede namens: V. Maeijer, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit PVV kamerlid)
- Mede namens: M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z15689:
- Gericht aan: M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Gericht aan: V. Maeijer, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Gericht aan: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Indiener: T.J. Bushoff, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
449
Vragen van het lid Bushoff (GroenLinks-PvdA) aan de Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en sport en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over diverse post-COVID problematieken (ingezonden 11 oktober 2024).
Mededeling van Minister Van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de Staatssecretaris en Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 5 november 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met de problemen waar veel post-COVID patiënten tegenaan lopen door onbekendheid en ontbrekende richtlijnen bij diverse instanties?
Vraag 2
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat jongeren die post-COVID hebben vaak niet in aanmerking komen voor een Wajong-uitkering, omdat er nog niet aangetoond kan worden dat de ziekte blijvend is (omdat de ziekte nog niet zo lang bestaat)? Zo ja, wat gaat u hieraan doen? Zo nee, vindt u het rechtvaardig dat deze jongeren daardoor financieel in de problemen komen?
Vraag 3
Deelt u de mening dat jongeren met post-COVID die in de bijstand komen daar niet passen? En hoe beoordeelt u de combinatie van overbelaste jongeren als gevolg van post-COVID en de extra belasting die bijstandsregels zoals niet samenwonen, sollicitatieplicht, geen giften mogen ontvangen etc., met zich meebrengen?
Vraag 4
Krijgt u ook signalen dat bij gemeenten de ziekte post-COVID nog onbekend is, dan wel dat post-COVID nog niet kwalificeert om aanspraak te maken op gemeentelijke voorzieningen zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en/of bijzondere bijstand? Indien u deze signalen niet krijgt, kunt u hier actief uitvraag naar doen? Indien ook u deze signalen krijgt, wat gaat u ermee doen?
Vraag 5
Deelt u de mening dat in gezinssituaties waar één partner vrijwel volledig uitvalt door post-COVID en het huishouden, de opvoeding, het kostwinnaarschap én de zorg voor de zieke partner dan op de ander neerkomt, het verschil tussen wél of niet toekennen van Wmo-voorzieningen het verschil kan maken tussen een gezin-in-crisis of het net wel redden?
Vraag 6
Bent u bekend met de vele signalen dat bedrijfsartsen alsmede keuringsartsen van het UWV veelal onbekend zijn met post-COVID?
Vraag 7
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat deze onbekendheid tot gevolg heeft dat post-COVID patieten voor regelingen worden afgewezen waar ze wel van afhankelijk zijn?
Vraag 8
Kunt u aangeven hoe groot de groep zelfstandigen is die in de problemen is gekomen door post-COVID en welke voorzieningen er voor hen zijn om na het noodgedwongen niet meer kunnen werken toch het hoofd boven water te houden?
Vraag 9
Kunt u een inschatting maken van hoeveel mensen geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zullen zijn de komende jaren als gevolg van post-COVID? En wordt hier rekening mee gehouden in beleid?
Mededeling
Het is helaas niet gelukt om de op 11 oktober 2024 ingediende Kamervragen van het lid Bushoff (GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris voor Langdurige en Maatschappelijke Zorg en de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over diverse post-COVID problematieken binnen de gestelde termijn van drie weken te beantwoorden, omdat de benodigde (interdepartementale) afstemming nog niet is afgerond (2024Z15689).
De beantwoording wordt, mede namens de Staatssecretaris voor Langdurige en Maatschappelijke Zorg en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, zo spoedig mogelijk aan u toegezonden.