Arbeid en Zorg: invoeringstoets betaald ouderschapsverlof, periodieke rapportage, en dialoog SamenSpraak
Arbeid en zorg
Brief regering
Nummer: 2024D41998, datum: 2024-11-05, bijgewerkt: 2024-11-20 10:41, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Appreciatie periodieke rapportage Arbeid en Zorg prof dr MA Yerkes
- Appreciatie beleidsvarianten periodieke rapportage Arbeid en Zorg SCP
- Appreciatie beleidsvarianten periodieke rapportage Arbeid en Zorg prof dr MA Yerkes
- Rapportage fase 2 dialoog SamenSpraak
- Beslisnota's bij Arbeid en Zorg: invoeringstoets betaald ouderschapsverlof, periodieke rapportage, en dialoog SamenSpraak
- Periodieke rapportage Arbeid en Zorg
- Appreciatie periodieke rapportage Arbeid en Zorg SCP
- Invoeringstoets betaald ouderschapsverlof
- Beleidsvarianten periodieke rapportage Arbeid en Zorg
- Visuele weergave scenario's vereenvoudiging verlofstelsel
Onderdeel van kamerstukdossier 26447 -60 Arbeid en zorg.
Onderdeel van zaak 2024Z17446:
- Indiener: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- : Arbeid en zorg (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2024-11-07 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-11-19 16:30: Procedures en brieven SZW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (🔗 origineel)
26 447 Arbeid en zorg
Nr. 60 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 november 2024
Met deze brief bied ik uw Kamer enkele recent gereedgekomen
onderzoeken aan. Het betreft de Invoeringstoets betaald
ouderschapsverlof (bijlage 1), de Periodieke rapportage arbeid
en zorg (bijlage 2-7) en de rapportage van fase 2 van
dialoog SamenSpraak (bijlage 8).
De inzichten uit de Invoeringstoets betaald ouderschapsverlof en de
Periodieke rapportage Arbeid en Zorg zal ik benutten bij het traject
voor de vereenvoudiging van het verlofstelsel uit de Wet arbeid en zorg.
Conform mijn toezegging tijdens het commissiedebat Arbeidsmarkt d.d. 23
oktober 2024 streef ik ernaar om u in het eerste kwartaal van 2025 een
brief aan te bieden over het thema arbeid en zorg en in het bijzonder de
vereenvoudiging van het verlofstelsel. Daarbij zal ik ook de uitkomsten
betrekken van het onderzoek naar de situatie van gezinnen in Nederland,
waarvan ik de rapportage eind januari 2025 verwacht.1
Alvorens in te gaan op de drie genoemde rapporten, bied ik uw kamer de mogelijkheid aan van een ‘trialoog’: een ambtelijk gesprek tussen uw Kamer, UWV en SZW over de resultaten van de Invoeringstoets, waarbij stil kan worden gestaan bij de betekenis hiervan voor toekomst van het verlofstelsel. Een trialoog is erop gericht om door beter contact tussen uitvoering, beleid en politiek te komen tot betere wet- en regelgeving. De voorgenomen herziening van het verlofstelsel is een relevant thema voor een dergelijk gesprek.
Invoeringstoets betaald ouderschapsverlof
Opzet Invoeringstoets betaald ouderschapsverlof
Op 2 augustus 2022 trad de Wet betaald ouderschapsverlof in werking, waarmee ouders recht kregen op negen weken betaald ouderschapsverlof. Om inzicht te krijgen in de eerste ervaringen van rechthebbenden, werkgevers en UWV met het betaald ouderschapsverlof, heeft UWV een invoeringstoets uitgevoerd. Door het Kenniscentrum voor beleid en regelgeving wordt de invoeringstoets beschreven als “een lichtvoetige bestudering van de werking van nieuwe regelgeving in de praktijk, met bijzondere aandacht voor de gevolgen voor de doelgroep en de uitvoering”.2
Om hier een goed beeld van te krijgen heeft UWV deskresearch gedaan, zijn UWV-medewerkers geïnterviewd en zijn signalen opgehaald bij sociale partners. Ook is met de SVB gesproken vanwege hun kennis over de doelgroep alfahulpen3.
Inzichten invoeringstoets betaald ouderschapsverlof
Uit de invoeringstoets blijkt dat rechthebbende ouders en werkgevers
over het algemeen positief zijn over het betaald ouderschapsverlof.
Ouders zijn blij met de mogelijkheid om betaald verlof op te nemen en
werkgevers zijn tevreden over de informatievoorziening door UWV. Ook
komt een aantal aandachtspunten naar voren. Zo blijkt dat ouders en
werkgevers het verlofstelsel niet altijd overzien, in verband met de
verschillen tussen (en veelheid aan) regelingen. Een ander aandachtspunt
is dat het inkomensverlies als gevolg van verlofopname voor sommige
ouders niet te dragen is, waardoor zij het verlof niet (geheel) opnemen.
Een derde aandachtspunt is dat het achteraf kunnen aanvragen van de
uitkering bij UWV voor onzekerheid en verwarring kan zorgen bij
werkgevers en ouders. Ten vierde leidt de overgang naar een nieuwe
werkgever gedurende de periode waarin recht is op verlof bij UWV tot
problemen met communicatie, registratie en betalingen, en in het
verlengde daarvan ook tot onduidelijkheid voor de rechthebbende en
nieuwe werkgever. In de vijfde plaats noemt UWV de lastenverzwaring voor
werkgevers, als gevolg van toegenomen administratie en verlies aan
capaciteit. Tot slot constateert UWV dat alfahulpen weinig gebruikmaken
van het betaald ouderschapsverlof. Er is beperkt zicht is op deze groep
rechthebbenden.
Met het oog op de vereenvoudiging van het verlofstelsel is het goed dat
deze aandachtspunten nu, vanuit de uitvoeringspraktijk, zijn
gesignaleerd. Mijn ambtsvoorganger heeft u in maart 2024 een brief doen
toekomen met scenario’s voor vereenvoudiging van het verlofstelsel.4 In aanvulling op deze brief treft u
in bijlage 9 een visuele weergave aan van de scenario’s voor
vereenvoudiging van het verlofstelsel aan.
Zoals aangegeven: de inzichten uit de Invoeringstoets betaald
ouderschapsverlof zal ik benutten bij het traject voor de
vereenvoudiging van het verlofstelsel.
Periodieke rapportage Arbeid en Zorg
Opzet periodieke rapportage Arbeid en Zorg
Met deze periodieke rapportage zijn de doelmatigheid en doeltreffendheid van de verlofregelingen uit de Wet arbeid en zorg en de regelingen uit de Wet flexibel werken onderzocht. De periodieke rapportage beslaat de periode 2017–2023. In augustus 2023 heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer geïnformeerd over de opzet van deze periodieke rapportage en uw Kamer toegezegd de rapportage dit najaar aan te bieden.5
De periodieke rapportage Arbeid en Zorg is uitgevoerd door onderzoeksbureau SEOR, in samenwerking met het Verwey-Jonker Instituut. Bijgevoegde rapportage bestaat uit de beleidstheorie Arbeid en Zorg en de daadwerkelijke doorlichting van het beleidsterrein op doeltreffendheid en doelmatigheid. Er zijn twee appreciaties op het onderzoeksrapport van onafhankelijk deskundigen van het SCP, dan wel verbonden aan de Universiteit Utrecht.
Met het uitvoeren van de rapportage door een onafhankelijke opdrachtnemer en de betrokkenheid van deze onafhankelijk deskundigen, is de onafhankelijkheid van de periodieke rapportage geborgd.
Inzichten periodieke rapportage Arbeid en Zorg
Het bijgevoegde rapport bevat allereerst de beleidstheorie arbeid
en zorg. De regelingen uit de Wet flexibel werken en de Wet arbeid en
zorg hebben als doel bij te dragen aan de volgende doelstellingen:
Het faciliteren van een balans tussen werk en privé;
Het stimuleren van de arbeidsparticipatie en daarmee de economische zelfstandigheid, met name van vrouwen;
Het mogelijk maken van een gelijkwaardige verdeling van zorgverantwoordelijkheden tussen partners;
Het bijdragen aan de ontwikkeling van de band tussen ouder en kind;
Het garanderen van de veiligheid en gezondheid van ouder (moeder) en kind.
De onderzoekers besteden in de beleidstheorie aandacht aan contextfactoren op macro-, organisatie- en individueel niveau. Bijvoorbeeld heersende normen over opvoeden, zorgen en flexibel werken en het doenvermogen van rechthebbenden.
Hiernaast komt wat betreft de doeltreffendheid uit de periodieke rapportage naar voren dat de doelstellingen van het beleidsterrein “redelijk tot behoorlijk goed [worden] afgedekt” door de bestaande regelingen. De onderzoekers constateren dat de regelingen gezamenlijk meerdere positieve effecten hebben op de doelstellingen, waarvan een deel aannemelijk wordt geacht en een deel is bewezen. Zo achten de onderzoekers het aannemelijk dat de Wet flexibel werken in behoorlijke mate bijdraagt aan het stimuleren van de arbeidsparticipatie en draagt het (aanvullend) geboorteverlof in behoorlijke mate (bewezen) bij aan de ontwikkeling van een band tussen ouder en kind.
De onderzoekers achten het aannemelijk, dan wel bewezen, dat het (aanvullend) geboorteverlof, het betaald ouderschapsverlof en de zorgverlofregelingen “geen of redelijke effecten” hebben op de doelstellingen. Hierbij plaatsen de onderzoekers de kanttekening dat enkele regelingen relatief recent zijn ingevoerd en dat bijvoorbeeld het betaald ouderschapsverlof (ingevoerd in augustus 2022) zodoende nog niet is geëvalueerd. Het zwangerschaps- en bevallingsverlof en de Wet flexibel werken hebben volgens de onderzoekers “redelijk tot behoorlijk (aannemelijk) effect” op alle doelstellingen. Wel wordt geconcludeerd dat het gebruik van de zorgverlofregelingen laag is. Van de andere verlofregelingen wordt dit middelhoog tot hoog ingeschat.
In de periodieke rapportage wordt geen uitspraak gedaan over de doelmatigheid, omdat deze volgens de onderzoekers onvoldoende meetbaar is. De effecten kennen geen harde indicatoren, waardoor volgens de onderzoekers niet kan worden vastgesteld of de effecten (meer of minder dan) evenredig toenemen met de kosten. Wel geven de onderzoekers aan dat het aannemelijk is “dat meer gebruik en dus hogere uitkeringslasten zullen leiden tot meer effecten en een hogere bijdrage aan de doelstellingen”.
Beleidsvarianten
Een vast onderdeel van de periodieke rapportage is het presenteren van beleidsvarianten. Dit zijn maatregelen waarmee de doelmatigheid en doeltreffendheid van de ingezette instrumenten op het beleidsterrein kunnen worden vergroot.
De Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) 2022 schrijft voor dat hier ook een kostenneutrale variant bij zit en een besparingsvariant, waarmee twintig procent op de uitgaven voor de overheid kan worden bespaard.6
Op basis van deze vereisten en de conclusies uit de periodieke rapportage zijn er vier beleidsvarianten opgesteld, namelijk een kostenneutrale variant, een intensiveringsvariant, een zorgverlofvariant en een besparingsvariant.
De kostenneutrale variant betreft het inkorten van het (aanvullend) geboorteverlof van zes naar drie weken, in combinatie met het ophogen van het uitkeringspercentage van zeventig naar honderd procent. Dit komt de toegankelijkheid van het verlof voor rechthebbenden met een lager inkomen naar verwachting ten goede.
De intensiveringsvariant houdt een verhoging in van het uitkeringspercentage van het aanvullend geboorteverlof van zeventig naar honderd procent. De kosten voor de overheid voor deze variant bedragen naar schatting € 275 miljoen. Met deze variant zal naar verwachting leiden tot meer gebruik van de verlofregeling, wat een positief effect kan hebben op de doelstellingen, zoals het faciliteren van de balans tussen werk en privé.
De zorgverlofvariant houdt in dat het kort- en langdurend zorgverlof worden samengevoegd en dat tijdens alle acht weken een betalingshoogte van zeventig procent geldt. De totale kosten hiervan zijn naar schatting € 440 miljoen. Naar verwachting leidt dit tot een hoger gebruik van het zorgverlof, wat bijvoorbeeld bij kan dragen aan het faciliteren van een gelijkwaardige verdeling van zorgverantwoordelijkheden tussen partners.
In de besparingsvariant zijn verschillende maatregelen opgenomen die tot besparing leiden, waaronder het inkorten van het zwangerschaps- en bevallingsverlof en het geboorteverlof. In totaal leiden deze maatregelen naar schatting tot een besparing op de verlofregelingen van € 503 miljoen.
Ook deze varianten worden betrokken bij mijn voorstel voor de vereenvoudiging van het verlofstelsel, dat Uw Kamer in het eerste kwartaal van 2025 tegemoet kan zien.
Rapportage fase 2 dialoog SamenSpraak
In het burgerparticipatietraject SamenSpraak (september 2023 - zomer 2024) is verkend hoe de Nederlandse samenleving aankijkt tegen gelijkwaardige kansen voor vrouwen en mannen op de arbeidsmarkt. Met SamenSpraak is mede invulling gegeven aan verschillende moties, onder andere over de rol van flexibele arbeidstijden in het doorbreken van de deeltijdcultuur.7 Bijgevoegd vindt u de rapportage van fase 2 van het traject.
In fase 2 zijn keukentafelgesprekken gevoerd, 1-op-1 interviews afgenomen en dialoogsessies gehouden met 134 deelnemers. Door het hele land is met deelnemers gesproken, van IJmuiden tot Hattem en van Heerlen tot Buitenpost. Onder de deelnemers waren werkgevers en werknemers werkzaam in uiteenlopende sectoren, waaronder in de zorg, de techniek en de bouw. Aan de keukentafel is gesproken met mensen uit diverse gezinssamenstellingen en met alleenstaanden.
Het leverde kwetsbare en openhartige gesprekken op, waaruit
aanknopingspunten voor oplossingsrichtingen naar voren zijn gekomen.
Aanknopingspunten zijn bijvoorbeeld het aanmoedigen van gesprekken
tussen partners over (zorg)verantwoordelijkheden en het bieden van
(praktische) handvatten, zoals flexibele arbeidstijden, aan werkgevers
en werknemers. Deze aanknopingspunten worden waar mogelijk meegenomen in
lopende trajecten, zoals het Groeifondsproject Meer Uren
Werkt!, het onderzoek naar de situatie van gezinnen en de
vereenvoudiging van het verlofstelsel. Hiermee is de dialoog
SamenSpraak afgerond.
Tot slot
Graag spreek ik een woord van dank uit aan allen die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van de Invoeringstoets betaald ouderschapsverlof, de Periodieke rapportage Arbeid en Zorg, en de dialoog SamenSpraak. In het bijzonder geldt dat UWV voor het uitvoeren van genoemde Invoeringstoets en de onafhankelijk deskundigen van het SCP en de Universiteit Utrecht voor hun appreciatie van de periodieke rapportage en de beleidsvarianten.
Met alle nieuw verkregen inzichten en het werk aan de vereenvoudiging, zetten we samen stappen om een optimale combinatie van werk en privé, participatie op de arbeidsmarkt en economische zelfstandigheid voor iedereen mogelijk te maken.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Y.J. van Hijum
Kamerstukken II, 2023/24, 32 855, nr. 40.↩︎
Zie: Invoeringstoets | Kenniscentrum voor beleid en regelgeving (kcbr.nl)↩︎
Een alfahulp werkt als dienstverlener aan huis.↩︎
Kamerstukken II, 2023/24, 32 855, nr. 39.↩︎
Kamerstukken II 2022/23, 30982, nr. 68.↩︎
Artikel 4 lid 5, Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek 2022.↩︎
Kamerstukken II 2022/23, 29544, nr. 1147, Kamerstukken II 2021/22, 35925 XV, nr. 45 en Kamerstukken II 2021/22 35925 XV, nr. 59.↩︎