Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de onveilige situatie voor meldingen van fraude en de barrière om meldingen te doen van misstanden
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D42075, datum: 2024-11-05, bijgewerkt: 2024-11-12 10:59, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-471).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van zaak 2024Z14149:
- Gericht aan: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
471
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de onveilige situatie voor meldingen van fraude en de barrière om meldingen te doen van misstanden (ingezonden 24 september 2024).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 5 november 2024).
Vraag 1
Kunt u aangeven wat tot nu toe het resultaat is van de motie van het lid Van Nispen over betere waarborgen voor de veiligheid van de melder van een ongebruikelijke transactie, waarin wordt verzocht in overleg met verschillende beroepsgroepen te bezien hoe de veiligheid van een melder van een ongebruikelijke transactie beter gewaarborgd kan worden, bijvoorbeeld door de melder in het strafdossier te anonimiseren?1
Antwoord 1
De motie van de heer van Nispen2 van 30 juni 2020 is ten uitvoering gebracht door samen met de partners te bezien op welke manier de veiligheid en het gevoel van veiligheid van melders kan worden versterkt. Er is toen een extra maatregel getroffen: indien er informatie over een verdacht verklaarde transactie van een kleine onderneming als bewijs wordt toegevoegd aan het strafdossier, nemen de opsporingsdiensten altijd contact op met de meldende instantie. Er wordt dan een afweging gemaakt of er concrete dreigingsrisico’s zijn. Tijdens deze afweging wordt ook informatie die bekend is bij de opsporingsdiensten meegenomen. Vervolgens wordt deze informatie aangeleverd bij het Openbaar Ministerie. Deze instantie kan zo gedegen beoordelen of er aanleiding is om informatie over de verdacht verklaarde transactie te anonimiseren in het strafdossier en of er aanvullende maatregelen moeten worden genomen om de veiligheid van melders te waarborgen.
Verder heeft mijn voorganger in 2023 in reactie op Kamervragen3 aangegeven dat er standaard in het meldproces al waarborgen zijn ingebouwd zodat er veilig kan worden gemeld. Om te beginnen is enkel de Financial Intelligence Unit bevoegd om meldingen van ongebruikelijke transacties te ontvangen en analyseren. Deze meldingen worden behandeld als staatsgeheim en zijn hierdoor onderworpen aan strenge veiligheidsvoorschriften. Indien een ongebruikelijke transactie door de Financial Intelligence Unit wordt verklaard tot een verdachte transactie, wordt alleen de bedrijfs- of kantoornaam van de melder opgenomen in de rapportage aan de opsporingsdiensten. De naam van de meldende persoon wordt dus nooit aan de opsporingsdiensten verstrekt.
Bovendien is het Openbaar Ministerie bevoegd om – op individuele basis – gegevens in het strafdossier te anonimiseren, wat is neergelegd in het Wetboek van Strafvordering.
Ondanks deze waarborgen kan een gevoel van onveiligheid blijven bestaan. Bijvoorbeeld omdat een melder niet bekend is met deze waarborgen of omdat de waarborgen in praktijk onvoldoende zekerheid geven.
Vraag 2
Kunt u in het kader hiervan reflecteren op het feit dat dit een terugkerend onderwerp is en nog veel melders aangeven zich nog steeds onveilig te voelen?
Antwoord 2
Dit is inderdaad een terugkerend onderwerp en ik heb begrip voor de gevoelens van onveiligheid onder poortwachters. Ik zet mij daarom in om de veiligheid en gevoelens van veiligheid onder poortwachters verder te versterken. Er zijn zoals gezegd al bestaande waarborgen waardoor poortwachters veilig kunnen melden, zie graag de beantwoording van vraag 1.
Daarnaast werk ik, zoals toegezegd aan uw Kamer4, aan een verkenning naar aanvullende maatregelen die de veiligheid en de gevoelens van veiligheid onder poortwachters verder zouden kunnen versterken. Over de uitkomsten wordt u in het najaar 2024 met de Halfjaarsbrief Aanpak georganiseerde, ondermijnende criminaliteit geïnformeerd.
Vraag 3
Kunt u aangeven hoe het staat met het bewerkstelligen van betere waarborgen voor de veiligheid van de melder van een ongebruikelijke transactie zoals aangegeven in de voortgangsbrief aanpak ondermijnende criminaliteit van 13 november 2020?5
Antwoord 3
Zie graag de beantwoording van vraag 1 en 2.
Vraag 4
Ziet u ook het grote belang van het kunnen doen van anonieme meldingen om zo het aantal mogelijke vormen van fraude effectiever te kunnen opsporen?
Antwoord 4
Het is niet mogelijk om anoniem meldingen van ongebruikelijke transacties te doen aan de Financial Intelligence Unit Nederland. Het doel van de wettelijke meldplicht is namelijk om via de meldingen van ongebruikelijke transacties criminelen op te kunnen sporen en vervolgen. De herkomst van de informatie dient daarom transparant en herleidbaar te zijn.
Transparantie, herleidbaarheid en controle van informatie voor opsporingsdiensten en het Openbaar Ministerie en ook voor de verdediging van de verdachte en gerechtelijke instanties zijn essentiële uitgangspunten voor ons rechtsstelsel. Het invoeren van een systeem om standaard anonieme meldingen te doen draagt hier niet aan bij6.
Vraag 5
Ziet u ook dat het onrechtvaardig is dat iemand die dapper genoeg is om een melding te doen van misstanden, vervolgens zou moeten vrezen voor zijn of haar veiligheid?
Antwoord 5
Het is inderdaad ongewenst dat mensen zich niet voldoende veilig voelen om vermoedens van criminaliteit te melden aan de Financial Intelligence Unit Nederland.
Deze gevoelens van onveiligheid erken ik, net als mijn voorganger. Ik zet mij er dan ook voor in om de veiligheid van alle melders zo goed mogelijk te waarborgen. Poortwachters hebben een cruciale rol in het voorkomen- en bestrijden van witwassen en het financieren van terrorisme en andere criminele activiteiten. Het is juist deze kracht van het gezamenlijk publiek-privaat optreden dat de strijd tegen georganiseerde, ondermijnende criminaliteit kan helpen winnen. Deze kracht heeft in de praktijk dan ook de grootste impact wanneer de private partijen aan hun wettelijke meldplicht voldoen en de publieke partijen deze meldingen gebruiken om criminelen op te sporen en vervolgen. Zo houden we gezamenlijk ons financiële stelsel integer en onze samenleving veilig.
Vraag 6
Bent u bekend met het feit dat notarissen de afgelopen periode minder meldingen hebben gedaan van verdachte transacties?7
Antwoord 6
Ja, hier ben ik mee bekend.
Vraag 7
Is het volgens u voldoende bekend dat deze mogelijkheid van het anoniem melden er is? Wat zijn de mogelijkheden om hier meer bekendheid aan te geven?
Antwoord 7
Het is niet mogelijk voor poortwachters om anoniem meldingen van ongebruikelijke transacties te doen aan de Financial Intelligence Unit Nederland. Transparantie, herleidbaarheid en controle van informatie voor opsporingsdiensten en het Openbaar Ministerie en ook voor de verdediging van de verdachte en gerechtelijke instanties zijn essentiële uitgangspunten voor ons rechtsstelsel8.
Niet-poortwachters kunnen signalen van fraude, ondermijning en andere criminaliteit wél anoniem melden via Meld Misdaad Anoniem9.
Vraag 8
Bent u bereid om met de beroepsgroepen van onder andere notarissen en belastingadviseurs in gesprek te gaan en in kaart te brengen waar de knelpunten momenteel liggen als het gaat om meldingen?
Antwoord 8
Momenteel wordt er gewerkt aan een verkenning naar aanvullende maatregelen om de veiligheid en gevoelens van veiligheid onder poortwachters verder te versterken. Hier kom ik op terug in de Halfjaarsbrief Aanpak georganiseerde, ondermijnende criminaliteit in het najaar van 2024.
Ik voer daarnaast doorlopend gesprekken met poortwachters, waaronder notarissen en makelaars, om deze knelpunten in kaart te brengen en oplossingen te vinden. Dat blijf ik doen om waar nodig te kunnen anticiperen op nieuwe knelpunten en ontwikkelingen.
Kamerstuk 31 753, nr. 212↩︎
Kamerstukken II, 2019/20, 31 753, nr. 212↩︎
Zie het Antwoord op de vragen van het lid Van Nispen over de intimidatie door criminelen van poortwachters bij het melden van ongebruikelijke transacties, 15 mei 2023, Kenmerk 2023Z061333.↩︎
Antwoord op de vragen van het lid Van Nispen over de intimidatie door criminelen van poortwachters bij het melden van ongebruikelijke transacties, 15 mei 2023, Kenmerk 2023Z061333.↩︎
Kamerstuk 29 911, nr. 292↩︎
Kamerstukken II, vergaderjaar 2021/22, 29 911, nr. 379, Bijlage 3 Moties, Toezeggingen & Wetgevingsoverzicht.↩︎
Mr., 3 juli 2024, «Meer meldingen ongebruikelijke transacties, minder door notarissen», www.mr-online.nl/meer-meldingen-ongebruikelijke-transacties-minder-door-notarissen/↩︎
Kamerstukken II, vergaderjaar 2021/22, 29 911, nr. 379, Bijlage 3 Moties, Toezeggingen & Wetgevingsoverzicht.↩︎
Zie www.meldmisdaadanoniem.nl.↩︎